Erftoegangsweg

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een typische zone 60.
De weginrichting van een erftoegangsweg.

Een erftoegangsweg is een weg die bedoeld is om verkeer uit te wisselen, zowel op wegvakken als op kruispunten. Het is de laagste van de drie wegcategorieën die onderscheiden worden binnen Duurzaam Veilig. De hoogste categorie is de stroomweg. Er tussenin ligt de gebiedsontsluitingsweg (GOW), die de erftoegangswegen (ETW) verbindt met de stroomwegen (SW). Erftoegangswegen komen zowel voor binnen als buiten de bebouwde kom[1].

Bubeko

Buiten de bebouwde kom worden twee typen erftoegangswegen onderscheiden. Eenvoudig gezegd type I voor hogere intensiteiten en voorzien van markering en type II voor lagere intensiteiten en niet voorzien van markering. De snelheidslimiet is 60 kilometer per uur en wordt zonaal toegepast, dat wil zeggen dat een bepaald gebied wordt aangewezen als zone waarin deze limiet geldt; de 60 km-zone. Op alle wegen die hierin liggen geldt dan deze limiet. Dit bespaart een hoop verkeersborden omdat niet meer bij elke weg een bord A1-60 hoeft te worden geplaatst.

Type I Type II
Maximumsnelheid 60 km/uur 60 km/uur
Verhardingsbreedte 450-620 cm 250-450 cm
Kruispunten Gelijkwaardig met eventueel snelheidsremmers Gelijkwaardig met eventueel snelheidsremmers
Rijloper Één Één
Asmarkering Geen [2] Geen
Kantmarkering Ja, indien uitwijkstrook of geen indien fietsstrook Geen [3]
Landbouwverkeer Op rijloper Op rijloper
Erfaansluitingen Ja Ja
Etmaalintensiteit Maximaal 6.000 motorvoertuigen Maximaal 6.000 motorvoertuigen


Vrijliggende (brom-)fietspaden kunnen bij hogere intensiteiten toegepast worden in plaats van fietsstroken.

Bibeko

Binnen de bebouwde kom wordt geen onderscheid gemaakt in verschillende typen erftoegangswegen en er gelden ook minder richtlijnen voor de vormgeving. Op ETW's binnen de kom geldt een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, eveneens zonaal toegepast. Een speciale uitvoering is het woonerf, waar gemotoriseerd verkeer ondergeschikt is gesteld aan langzaam verkeer. Op het woonerf geldt als maximumsnelheid "stapvoets", wat juridisch is bepaald op 15 kilometer per uur. Het woonerf wordt niet specifiek genoemd binnen Duurzaam Veilig.

Kruispunten

De voorrangsregeling op kruispunten hangt af van de wegcategorieën die elkaar ontmoeten. Erftoegangswegen onderling zijn in principe gelijkwaardig. Bij significant verschillende intensiteiten van twee kruisende wegen wordt soms wel de voorrang geregeld middels verkeersbord B6 en met haaientanden. Een ETW kan niet als voorrangsweg worden aangeduid. Met name binnen de bebouwde kom kan het voorkomen dat een hoofdfietsroute een ETW kruist. In dergelijke situaties mag ook de voorrang geregeld worden en wel ten gunste van het fietsverkeer. Hetzelfde geldt voor een kruispunt van een ETW met een busbaan. Een ETW wordt buiten de kom op een GOW aangesloten door middel van een rotonde of een voorrangskruispunt, die laatste eventueel voorzien van verkeerslichten. Binnen de kom wordt een uitrit toegepast wanneer een ETW aansluit op een GOW. ETW's kunnen niet rechtstreeks aangesloten worden op een stroomweg.

Kanttekening

De invoering van Duurzaam Veilig bleek niet overal volledig haalbaar. Sommige wegen pasten niet goed in een van de drie vastgestelde categorieën. Dat heeft er toe geleid dat sommige wegen bijvoorbeeld zijn ingericht als erftoegangsweg, maar een snelheidslimiet hebben van 50 of 80 km/u. Wegen waar de inrichting, gebruik en categorie onvoldoende met elkaar overeenkomen worden aangeduid als grijze wegen.

In andere landen

Denemarken

In Denemarken wordt sinds de jaren 2000 geëxperimenteerd met het '2 minus 1' concept, geschreven als 2÷1 of 2-1. Het wegtype wordt daar toegepast in kleine dorpen, in schoolzones en op het platteland. In tegenstelling tot de erftoegangsweg in Nederland is er geen integraal netwerk van dergelijke wegen, maar wordt maatwerk toegepast, ze variëren in lengte van 150 meter tot circa 2 kilometer. De maximumsnelheid varieert van 40 tot 60 km/h. In 2003 zijn de eerste van deze wegen toegepast en in 2012 is het concept geëvalueerd.[4] Op dat moment was het nog niet wijdverspreid geïmplementeerd, maar vanaf 2016 werd het vaker toegepast en is een mediacampagne gestart door Vejdirektoratet.

Bronnen, noten en referenties

  1. Richtlijn Essentiële Herkenbaarheidkenmerken van weginfrastructuur, publicatie 230. CROW, Ede, 2004.
  2. Bij gevarenpunten, zoals onoverzichtelijke bochten, kan wel asmarkering toegepast worden.
  3. Bij gevarenpunten, zoals onoverzichtelijke bochten, kan op type II wel kantmarkering toegepast worden.
  4. 2 minus 1 veje | vejregler.lovportaler.dk