Los Angeles

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De skyline van Los Angeles en de San Gabriel Mountains.

Los Angeles is een stad en stedelijk gebied in de Verenigde Staten, gelegen in de staat California. Los Angeles is gelegen aan de westkust van de Verenigde Staten, aan de Pacifische Oceaan, in de streek Southern California. De stad Los Angeles telt 3.766.000 inwoners,[1] de grotere agglomeratie telt 18.317.000 inwoners (2023) en is de op één na grootste van de Verenigde Staten. Het stedelijk gebied strekt zich uit over 5 counties.

Inleiding

stad inwonertal
Los Angeles 3.766.000
Long Beach 451.000
Anaheim 344.000
Riverside 321.000
Santa Ana 308.000
Irvine 314.000
San Bernardino 220.000
Moreno Valley 212.000
Fontana 212.000
Oxnard 200.000
Huntington Beach 194.000
Glendale 189.000

Ligging

Het stedelijk gebied van Los Angeles wordt door het U.S. Census Bureau opgedeeld in drie statistische agglomeraties; Los Angeles/Orange County, Riverside/San Bernardino County en Ventura county. Deze scheiding komt nog uit de tijd dat ze duidelijk drie verschillende stedelijke gebieden waren, maar sinds de jaren '80 zijn ze sterk verweven met elkaar. Deze 5 counties tellen samen 18.373.000 inwoners, na New York City de grootste agglomeratie van de Verenigde Staten. Het is ook de dichtstbevolkte agglomeratie van de Verenigde Staten, alhoewel de stad geen dichtbevolkte kern heeft zoals New York City, is de bevolkingsdichtheid van de suburbs betrekkelijk hoog, ongeacht de afstand tot het centrum. De suburbs van grote steden in het oosten van de Verenigde Staten zijn minder dichtbevolkt dan die van Los Angeles.

Geografie

Los Angeles is een zeer uitgestrekt stedelijk gebied, onderdeel van de regio Southern California. Het bestaat uit het Los Angeles Basin, de San Fernando Valley en vlakkere gebieden in het Inland Empire. Orange County wordt vaak als aparte regio beschouwd. Enkele bergketens liggen in het stedelijk gebied, de bekendste zijn de Santa Monica Mountains die de San Fernando Valley van de rest van de agglomeratie scheidt. De Santa Monica Mountains zijn echter niet zo hoog, met pieken tussen 500 en 1.000 meter. Met name de oostelijke helft daarvan heeft verstedelijkte hellingen.

Beduidend hoger zijn de San Gabriel Mountains, gelegen ten noordoosten van Los Angeles. Aan de voet ervan liggen veel voorsteden aan de zuidzijde van het gebergte. De 3.069 meter hoge Mount San Antonio (Mount Baldy) is hiervan het hoogste punt. In de winter ligt er vaak sneeuw op, een contrast met de meer Mediterrane temperaturen die zich in het verstedelijkte laagland voordoen. Ten oosten van dit gebergte liggen de San Bernardino Mountains, met de 3.506 meter hoge San Gorgonio Mountain als hoogste punt, dit is tevens de hoogste berg van Southern California. De San Bernardino Mountains hebben de enige skigebieden in de agglomeratie Los Angeles.

De Santa Ana Mountains scheiden Orange County van Riverside County. Dit is een grotendeels onbebouwd gebergte met de 1.734 meter hoge Santiago Peak als hoogste punt. Het bergketen is een noemenswaardig obstakel voor oost-west verkeer. Ten noorden van de San Gabriel Mountains ligt een uitgestrekt exurbaan gebied in de High Desert, met plaatsen als Lancaster en Palm Springs. Dit is een hooggelegen woestijn op 800 tot 1.000 meter hoogte en is een overloopgebied voor de regio Los Angeles.

Economie

Van oudsher waren luchtvaart, ruimtevaart en de maakindustrie de belangrijkste pijlers van de economie van Los Angeles. Het aantal banen in deze sectoren is sinds de jaren '90 echter sterk gekrompen, met name vanwege de hoge kosten en strenge wet- en regelgeving voor deze bedrijven. Met het verdwijnen van deze sectoren heeft de middenklasse in de regio Los Angeles een teruggang beleefd, met name vanwege de zeer hoge kosten voor levensonderhoud, vooral een gevolg van de zeer hoge huizenprijzen, waar echter niet zoals in de regio San Francisco een hoog inkomen tegenover staat. Het is in Los Angeles gebruikelijk dat meerdere gezinnen of inkomens één huishouden vormen om de huur te kunnen betalen, overbevolking is een groot probleem in Los Angeles.[2]

Transport en logistiek zijn in Los Angeles een belangrijke economische sector. De havens van Los Angeles en Long Beach behoren tot de grootste in de Verenigde Staten en veel goederen worden over de weg of per spoor naar het binnenland vervoerd. In de regio Los Angeles bevinden zich uitgestrekte bedrijventerreinen. De olie-industrie was voorheen van groter belang, in de regio werd oorspronkelijk veel olie gewonnen. Diverse grote olieraffinaderijen staan in het Los Angeles Basin. In het Inland Empire was landbouw en veehouderij oorspronkelijk een belangrijke sector, maar is deels verdrongen door de snelle suburbanisatie van het platteland.

Eén van de grootste problemen in het gebied is de onbalans tussen huisvesting en werklocaties. Met name in het Inland Empire zijn bijna alleen maar laaggeschoolde banen in de industrie te vinden, waardoor mensen tot 2 uur enkele reis naar het werk moeten reizen. Afstanden van 50 tot 100 kilometer enkele reis komen hier veel voor, wat een hoge belasting geeft op de infrastructuur, die sinds de jaren '70 bijna niet meer aangepast is aan het bevolkingsaantal. Een economisch probleem in de regio is dat de huizenprijzen zeer hoog liggen, maar de lonen een stuk lager dan bijvoorbeeld in het San Francisco Bay Area. Van de 107 agglomeraties van meer dan 500.000 inwoners in de Verenigde Staten scoren Los Angeles en Riverside/San Bernardino helemaal onderaan als het salaris in verhouding tot de kosten van levensonderhoud wordt gezet.[3] Het economisch herstel na de recessie vanaf 2008 was in Los Angeles ook beduidend minder dan in de regio San Francisco. Veel banen in de maakindustrie zijn verloren gegaan, wat de middenklasse in de regio geërodeerd heeft. Een groot deel van de banengroei na 2010 was in de laagbetaalde dienstensector.[4]

Los Angeles wordt beschouwd als één van de meest polycentrische agglomeraties in de Verenigde Staten, het aandeel banen in Downtown Los Angeles bedraagt niet meer dan enkele procenten van het totaal.[5] Werklocaties liggen verspreid in het stedelijk gebied, met een nadruk op Los Angeles County en Orange County, en nog wat minder in het Inland Empire of de High Desert. De gemiddelde woon-werkafstand in het stedelijk gebied is betrekkelijk kort, ook in reistijd, voor een dermate uitgestrekte stedelijke regio. Dit geldt echter minder voor bepaalde type banen, waar een langere reisafstand voor nodig is, met name tussen het Inland Empire, de High Desert, de San Fernando Valley en het meer centrale deel van de stedelijke regio.

Geschiedenis

Los Angeles werd in 1781 gesticht, maar behoorde oorspronkelijk tot het Spaanse Rijk, vanaf 1821 behoorde het tot Mexico, als onderdeel van Alta California. Sinds 1848 behoort Los Angeles tot de Verenigde Staten. Los Angeles begon vanaf eind 19e eeuw sterk te groeien, de spoorwegen bereikten de stad in 1876 en olie werd in 1892 ontdekt, begin 20e eeuw was California de grootste olieproducent van het land. Het inwonertal overschreed de 100.000 tegen 1900, en de stad begon te maken te krijgen met een tekort aan drinkwater. In 1913 werd het Los Angeles Aqueduct voltooid, die water uit de Sierra Nevada naar Los Angeles bracht en een verdere groei van de stad mogelijk maakte. Het inwonertal vertienvoudigde tussen 1900 en 1930, naar 1 miljoen inwoners.

Het stedelijk gebied wordt sterk bepaald door de geografische begrenzingen. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de agglomeratie sterk uit zijn oude begrenzingen gegroeid, in de omliggende gebieden. Het vroegere Los Angeles bestond voornamelijk uit het Los Angeles Basin, begrensd door de Pacifische Oceaan en de Santa Monica Mountains. Al snel begonnen zich voorsteden naar het zuidoosten te ontwikkelen, de zogenaamde Gateway Cities. In die tijd verstedelijkte de San Fernando Valley ten noordwesten van het centrum zich ook tot een sterk stedelijk gebied, onderdeel van de stad Los Angeles. In de jaren 60 en 70 spoelde de bevolkingsgroei over naar Orange County, wat tegen 2000 volledig volgebouwd was. De Santa Ana Mountains en het Marine Corps Base Camp Pendleton vormen stevige grenzen die de agglomeratie scheiden met die van San Diego. Vanaf de jaren '80 begon de bevolking in het zogenaamde Inland Empire, bestaande uit San Bernardino en Riverside County sterk toe te nemen, waarbij sommige steden elke paar jaar in bevolkingsaantal verdubbelden. Vanaf 2000 raakte ook dit gebied vol, maar de enorm gestegen huizenprijzen in de regio zorgde voor een verdere zoektocht naar betaalbaare huisvesting, waarna het stedelijk gebied steeds verder van de feitelijke stad begon te ontwikkelen. De corridor langs de I-10, I-15 en I-215 ten zuiden en oosten van San Bernardino begint nu steeds dichter bevolkt te worden. Dit zijn voorsteden op meer dan 80 kilometer van het centrum van Los Angeles. Een nieuwe trend vanaf 2000 is het verstedelijken rond Palmdale en Lancaster, in de woestijn. Deze zijn fysiek gescheiden van de rest van de agglomeratie door de hoge San Gabriel Mountains. Ook Ventura County loopt steeds verder vol, maar de groei van woonwijken is sinds de jaren '90 sterker gereguleerd.

De groei van de agglomeratie viel na 2010 sterk terug, met vanaf 2018 zelfs een krimp. In de periode 2010-2019 was de groei nog maar de helft van de periode 2000-2009. De groei viel in eerste instantie vooral in Los Angeles County terug, maar vervolgens ook in de omliggende counties. De stad Los Angeles kromp in 2023 tot een inwonertal dat lager lag dan dat van de census van 2010 en een krimp van circa 250.000 inwoners ten opzichte van 2020.

Bevolkingsgroei

De statistieken voor Ventura, Los Angeles, Orange, Riverside en San Bernardino counties.

Jaartal Los Angeles Orange San Bernardino Riverside Ventura totaal groei
1900 170.000 20.000 28.000 18.000 14.000 250.000
1910 504.000 34.000 57.000 35.000 18.000 648.000 +398.000
1920 936.000 61.000 73.000 50.000 29.000 1.149.000 +501.000
1930 2.208.000 119.000 134.000 81.000 55.000 2.597.000 +1.448.000
1940 2.786.000 131.000 161.000 106.000 70.000 3.254.000 +657.000
1950 4.152.000 216.000 282.000 170.000 115.000 4.935.000 +1.681.000
1960 6.039.000 704.000 504.000 306.000 199.000 7.752.000 +2.817.000
1970 7.042.000 1.420.000 684.000 459.000 376.000 9.981.000 +2.229.000
1980 7.477.000 1.933.000 895.000 663.000 529.000 11.497.000 +1.516.000
1990 8.863.000 2.411.000 1.418.000 1.170.000 669.000 14.531.000 +3.034.000
2000 9.519.000 2.846.000 1.709.000 1.545.000 753.000 16.372.000 +1.841.000
2010 9.819.000 3.010.000 2.035.000 2.190.000 823.000 17.877.000 +1.505.000
2020 9.989.000 3.184.000 2.183.000 2.423.000 843.000 18.622.000 +745.000
2023 9.663.000 3.136.000 2.196.000 2.492.000 830.000 18.317.000 -305.000

Los Angeles County

Los Angeles County telt met 9,6 miljoen inwoners meer inwoners dan alle staten ten westen van de Mississippi River behalve Texas en California zelf. Behalve de stad Los Angeles liggen er ook talloze oudere voorsteden ten zuiden, oosten en noorden van Los Angeles. De regio is dichtbevolkt en industrieel in karakter. Met name de havens van Long Beach zijn van groot belang, evenals de industrievalleien ten oosten van Los Angeles. De noordelijke San Fernando Valley ligt enigszins geïsoleerd van de rest van het stedelijk gebied vanwege de Santa Monica Mountains naar het zuiden. In het noorden van Los Angeles County liggen excentrisch gelegen voorsteden als Palmdale en Lancaster, in 2010 telde dit exurbane gebied 350.000 inwoners.

Los Angeles County piekte op 10 miljoen inwoners in 2020 maar kende nadien een forse krimp.

Ventura County

Ventura County ligt ten westen van Los Angeles County en is in het zuiden relatief verstedelijkt, maar heeft nog veel onbebouwde landbouwgebieden. Daarnaast is het binnenland van Ventura County dunbevolkt en bergachtig. Het oosten van Ventura County kent suburbs als Simi Valley en Thousand Oaks die min of meer een verlengstuk van de stad Los Angeles zijn, de westelijker gelegen steden als Oxnard en Ventura zijn steden op zichzelf. Ondanks de nabijheid van Los Angeles is Ventura County niet in hoog tempo verstedelijkt, ondanks de aanwezigheid van grote stukken vlak land dat ontwikkeld kan worden groeide Ventura County tussen 2000 en 2010 niet sneller dan het Amerikaans gemiddelde.

Orange County

Orange County is nagenoeg volledig suburbaan in karakter en heeft weinig industrie. Desondanks is er wel veel werkgelegenheid, met name rond de edge city Irvine, maar ook in Anaheim en Santa Ana. De suburbs zijn hier van noord naar zuid ontwikkeld en het grootste deel van Orange County is inmiddels volgebouwd. Geliefd zijn de lange zandstranden zoals in Huntington Beach, Newport Beach en Laguna Beach. Het noorden van Orange County heeft veel bedrijvigheid in de logistieke sector. De groei van Orange County is sinds de jaren '90 sterk afgezwakt tot ruim onder het Amerikaans gemiddelde omdat er weinig ruimte is om nieuwe woonwijken te realiseren.

San Bernardino County

San Bernardino County omvat het noordelijk deel van het zogenaamde Inland Empire. Het overgrote deel van San Bernardino County bestaat uit onbewoonde woestijn. Het zuidwestelijk deel is verstedelijkt met vrij veel industrie, met name rond de stad Ontario. De suburbs van Los Angeles County gaan naadloos over in de suburbs van San Bernardino County. Het deel van San Bernardino County dat aan de regio Los Angeles grenst is vrijwel volledig volgebouwd. De groei heeft zich over de Cajon Pass verspreidt naar de Victor Valley, een exurbaan gebied dat in 2010 ruim 300.000 inwoners telde. San Bernardino County grenst zowel aan Arizona als Nevada. Het zeer dunbevolkte noordoosten van San Bernardino County ligt op korte afstand van Las Vegas.

Riverside County

Riverside County ligt ten zuiden van San Bernardino County, waarvan het westelijke deel verstedelijkt is. Evenals San Bernardino County heeft ook Riverside County enorme woestijngebieden. De verstedelijking in Riverside County is minder sterk aan elkaar gegroeid dan westelijker gelegen suburbs. Riverside County is minder industrieel in karakter dan San Bernardino County. De zuidelijke suburbs van Riverside County liggen dichter bij San Diego dan bij Los Angeles.

Oostelijk van de suburbs ligt de Coachella Valley, een nog losliggend suburbaan gebied met in 2010 circa 350.000 inwoners dat meestal niet als onderdeel van het stedelijk gebied van de regio Los Angeles wordt beschouwd, maar ook geen duidelijk centrum heeft. De stad Indio is het grootste. In de Coachella Valley zijn veel suburbs rond golfbanen aangelegd. Een klein deel van de bevolking rijdt dagelijks de enorme afstand naar Los Angeles voor werk, een rit van ruim 3 uur enkele reis in de spits. In de oostelijke helft van Riverside County ligt voornamelijk woestijn en bergen. Riverside County loopt door tot de grens met Arizona, het oostelijke deel ligt dichter bij Phoenix dan bij Los Angeles.

Dichtheid van het wegennet

Alhoewel de regio Los Angeles over een groot netwerk van autosnelwegen beschikt, is de snelwegcapaciteit naar omvang van de bevolking relatief klein. In de agglomeratie Los Angeles zijn net zoveel kilometers rijstrook per inwoner beschikbaar als New York City en diverse Europese steden en de agglomeratie Los Angeles staat op de 31e plek van 39 steden met grote snelwegennetwerken per inwoner. Congestie is dan ook aan de orde van de dag. Het netwerk vormt een grid, met een aantal autosnelwegen die daar diagonaal doorheen lopen, zoals de Interstate 5 en de Interstate 405. Er zijn 5 oost-westsnelwegen, waarvan er 4 tot in het Inland Empire reiken.

Er zijn geen ringwegen die de hele agglomeratie bypassen, alle doorgaande autosnelwegen van noord naar zuid in het westen zijn erg druk, in het oosten wat minder, maar dat neemt snel toe door de grote bevolkingsgroei in deze regio. Enkele autosnelwegen zijn rustig te noemen, deze zijn vaak tolwegen of liggen aan de rand van de agglomeratie. In Orange County liggen de enige tolwegen van het stedelijk gebied. Dit kunnen express lanes (tolstroken) zijn of complete tolwegen.

Het meestvoorkomende wegprofiel in de regio Los Angeles is 2x5 rijstroken, alhoewel meer rijstroken betrekkelijk zeldzaam zijn en vaak maar over korte stukjes beschikbaar zijn. 2x3 wordt gezien als een grote bottleneck, zoals lange tijd I-5 tussen Anaheim en Los Angeles. Veel autosnelwegen beschikken over HOV lanes, dit zijn carpoolstroken voor auto's met meer dan 2 of 3 personen aan boord. Deze krijgen ook gereduceerde toltarieven aangeboden op de tolwegen in Orange County. Deze HOV lanes kunnen vrijliggend, verhoogd of aanliggend zijn, fysiek gescheiden, maar vaak ook alleen met een dubbele doorgetrokken markering. Deze HOV lanes hebben minder afslagen en soms ook afslagen die apart liggen van de reguliere afslagen.

De agglomeratie Los Angeles heeft de slechtste wegen van alle stedelijke gebieden van de Verenigde Staten, in 2013 was 64% van de wegen (zowel freeways als gewone wegen) in slechte toestand. De formeel aparte agglomeratie Riverside-San Bernardino scoort ook slecht.[6]

Naamgeving en uitspraak

Autosnelwegen in Los Angeles werden voorheen vaak aangeduid met hun naam, zoals de Long Beach Freeway en de San Diego Freeway. Tegenwoordig is het nummer belangrijker, zoals "The One-oh-Five, Four-oh-Five of One-Ten Freeway". Alle autosnelwegen hebben een naam, meestal genoemd naar een stad of geografisch gebied op de route, maar soms ook naar personen, zoals de Glenn Anderson Freeway (I-105). Het gebruik van de snelwegnamen wordt geleidelijk minder, afgezien van enkele zeer bekende namen. Tolwegen zijn vaak "Transportation Corridors" genoemd. Omdat er meer dan duizend aansluitingen zijn in de agglomeratie Los Angeles, zijn de afslagen genoemd naar de kruisende weg. Men zal dus de aanduiding "Manchester Boulevard" zien en niet de wijk of voorstad waarin die is gelegen.

Bijzonder is dat freeways in de regio Los Angeles worden aangeduid met 'the, zoals the 5, the 10 of the 405. Dit is ongebruikelijk in andere delen van California en de Verenigde Staten. De oorsprong ervan ligt in begin jaren '50, toen op grote schaal nieuwe freeways werden aangelegd. Deze hadden een naam, zoals the Hollywood Freeway. Vanaf 1956 kregen de Interstate Highways een nummer, en in 1964 werd het nummeringsysteem van California fors versimpeld. Tegen die tijd waren er veel nieuwe snelwegen in aanleg. Om te voorkomen dat men allerlei namen moest leren, werd het gebruik van wegnummers een stuk gebruikelijker. De namen werden uiteindelijk vervangen door de nummers, met als uitzondering dat het lidwoord the in gebruik bleef. Dit is een unieke situatie in de Verenigde Staten.[7]

Congestie

De Interstate 405 vanaf het Getty Center.

De agglomeratie staat bekend om zijn enorme congestie, die een icoon zijn geworden in de beeldvorming van de regio. In absolute termen heeft Los Angeles de meeste files van de Verenigde Staten, 12% meer dan de tweede agglomeratie; New York City. Er zijn verschillende oorzaken voor de enorme filevorming. De belangrijkste oorzaak is het feit dat het wegennet in capaciteit sinds midden jaren '70 amper nog gegroeid is, terwijl het inwonertal van de agglomeratie met 8 miljoen toenam. Een andere oorzaak zijn de sterk gestegen huizenprijzen in Los Angeles en Orange County, wat een massamigratie heeft veroorzaakt naar het Inland Empire (San Bernardino & Riverside County), terwijl het banenaanbod in die regio beperkt is en sterk gericht is op industrie en andere laaggeschoolde banen. De oostelijkste voorsteden liggen meer dan 100 kilometer van het centrum, wat enorme verkeersstromen veroorzaakt op de oost-west gelegen autosnelwegen.

Een ander probleem in de agglomeratie is dat het snelwegennet relatief dun is, de bevolkingsdichtheid is nergens echt hoog, maar wel consistent, waardoor ook ver buiten het centrum sprake is van relatief hoge dichtheden van 2.000 tot 3.000 inwoners per km². Dit veroorzaakt sterkere verkeersstromen in de voorsteden dan in bijvoorbeeld de agglomeraties aan de oostkust van de Verenigde Staten, zoals New York of Philadelphia. Door het bergachtige karakter van de agglomeratie concentreert het verkeer zich sterk op een beperkt aantal autosnelwegen, met name vanaf de San Fernando Valley en verder naar het Los Angeles Basin, en vanaf het Inland Empire naar het Los Angeles Basin en Orange County. Verkeersintensiteiten van 300.000 voertuigen per dag of meer zijn geen uitzondering. Los Angeles heeft één van de laagste hoeveelheid rijstrookkilometers gemeten naar bevolking van de Verenigde Staten. In 1999 kwam dit neer op 0,674 rijstrookkilometer per 1.000 inwoners. De gemiddelde reiziger staat 72 uur per jaar in de file. 12% van de forenzen carpoolt, het hoogste aandeel van het land.

Dit zorgt ervoor dat de level of service gedurende brede spitsperioden op D, E of F ligt. De spitsperioden zijn in de loop der tijd steeds breder geworden en begint al rond half zes 's ochtends tot een uur of elf, en begint rond twee uur 's middags alweer toe te nemen, wat tot na zeven uur 's avonds aanhoudt. Het ontwijken van de spits is feitelijk redelijkerwijs niet meer mogelijk, alhoewel het eerste uur van de ochtend en avondspits meevalt. Doordat de autosnelwegen erg breed zijn is langdurig stilstaand verkeer een niet zoveel voorkomend fenomeen, maar door de grote afstanden in de agglomeratie nemen de reistijden hierdoor flink toe. Desondanks is de reistijd in Los Angeles niet de hoogste van de Verenigde Staten, de gemiddelde reistijd is in New York City nog iets hoger, evenals in Philadelphia en Chicago. De reistijden zijn met name lang vanaf het Inland Empire, waar 1 tot 2 uur enkele reis vaak voorkomt. Het toepassen van HOV lanes werd lange tijd gezien als een goede oplossing, maar tegenwoordig staan deze net zo goed vast als de general purpose lanes. Desondanks is carpoolen in de regio veel populairder dan in andere gebieden. Bijna alle autosnelwegen beschikken over HOV lanes (carpoolstroken). Tolprojecten worden overwogen en zijn op enkele snelwegen al toegepast, zoals de Riverside Freeway. De tol kan hier oplopen tot bijna $ 15 voor een stuk van 15 kilometer en is afhankelijk van de drukte. Op de Harbor Freeway en San Bernardino Freeway zijn ook express lanes waarvoor tol betaald moet worden.

Ondanks de extreme congestie (Los Angeles staat bovenaan de travel time index sinds begin jaren '80) heeft Los Angeles ondanks zijn enorme geografische omvang niet de langste reistijd voor woon-werkverkeer. De gemiddelde woon-werktrip in het stedelijk gebied van Los Angeles duurt 27 minuten, korter dan New York City (33,1 minuten), Washington (30,9 minuten), Chicago (29,7 minuten), Atlanta (29 minuten), Boston (27,3 minuten) en Miami (27,1 minuten). Dit is te danken aan het feit dat Los Angeles een relatief klein centrum heeft, en de banen daardoor beter verspreid zijn door het stedelijk gebied, en dus dichter bij de inwoners zijn gelegen. Tussen 1982 en 2007 nam het aantal vehicle miles traveled (VMT) met 34,2% toe, maar de congestie met 104,2%.[8][9]

Knelpunten

Het aantal knelpunten is groot, en congestie komt door de gehele agglomeratie voor. Sterk problematisch is de Interstate 405 in beide richtingen tussen de San Fernando Valley en de luchthaven LAX. Ook de Santa Monica Freeway staat vaak in beide richtingen vast. Ook problematisch is de Santa Ana Freeway tussen Los Angeles en Santa Ana in beide richtingen. De oost-westsnelwegen Interstate 210, Interstate 10, State Route 60 en State Route 91 zijn 's ochtends richting westen en 's middags richting oosten problematisch.

De US 101 is problematisch richting het oosten voor de I-405 en richting zuiden over het deel van de Hollywood Freeway in de ochtendspits, en andersom in de avondspits. Een groot knelpunt is de State Route 14 in Santa Clarita. Door de groei van de woestijnsteden ten noorden van de stad is het invoegen op de I-5 richting Los Angeles zeer problematisch in de ochtendspits. In Orange County is de I-405 rondom Mission Viejo en voor Long Beach problematisch. Noord-zuidroutes als de State Route 55 en State Route 57 zijn niet zo problematisch als andere snelwegen, maar kennen wel filevorming. Verder naar het westen zijn de noord-zuidroutes wel problematisch, met name de Interstate 110, Interstate 710 en in mindere mate de Interstate 605.

Alternatieven

Alhoewel Los Angeles bekend staat om zijn autoafhankelijkheid, is deze feitelijk niet heel anders dan in de meeste andere grote Amerikaanse steden. Waar steden in het oosten van de VS over een groter netwerk van spoorlijnen beschikken voor personenvervoer, bestaat dit in Los Angeles voornamelijk uit bussen. Los Angeles County heeft 2 metrolijnen, 3 light-raillijnen en 191 buslijnen. Dagelijks maken 1,6 miljoen mensen hiervan gebruik. In de spits rijden 2.000 bussen tegelijkertijd rond. In de andere counties is het aanbod beperkter. 72% van de forenzen rijdt alleen naar het werk, 12% heeft een carpool en 7% gebruikt het openbaar vervoer. Ongeveer 4% van de reizigers is een keuzereiziger, maar gebruikt het OV. De fiets speelt vrijwel geen rol van betekenis. De hoge temperaturen, grote afstanden en beperkte fietsinfrastructuur maakt dit tot een weinig interessant alternatief. Wel zijn steeds meer bussen uitgerust met fietsenrekken. Ruim 3% van de forenzen loopt naar het werk, en lopen voor ontspanning is vergelijkbaar met andere Amerikaanse steden. Er is een grote achterstand in het onderhoud van de troittoirs.

Snelwegennet

Zie ook Los Angeles HOV system.

   12 en meer rijstroken
   10 rijstroken
   8 rijstroken
   6 rijstroken
   4 rijstroken

Het snelwegennet is gebouwd in een gridpatroon, waarbij de Interstate 5 en Interstate 10 doorgaande verbindingen naar buiten de agglomeratie vormen. Interstate 15 in California vormt een noord-zuidroute door het Inland Empire, en is de voornaamste verbinding naar Las Vegas. De I-5 is de doorgaande diagonale snelweg vanaf San Diego richting Sacramento. De I-10 begint aan de Pacifische oceaan en loopt via het centrum en het Inland Empire richting Phoenix. De US 101 vormt de kustroute richting Ventura, Santa Barbara en uiteindelijk San Francisco. Voor een agglomeratie van deze omvang zijn er relatief weinig radiale snelwegen die naar buiten de agglomeratie lopen. Dit komt omdat Los Angeles relatief geïsoleerd ligt, en omgeven wordt door dunbevolkte woestijnen.

State Routes en driecijferige Interstate Highways vullen het snelwegennet aan. De Interstate 405 was ooit bedoeld als bypass voor doorgaand verkeer, maar is voornamelijk een forenzenroute en loopt over de gehele afstand door bebouwd gebied. De Interstate 210 vormt de noordelijke bypass van Los Angeles en het Inland Empire. De Interstate 605 vormt de oostelijkste noord-zuid Interstate in het Los Angeles Basin, en is samen met de Interstate 710 een belangrijke route voor vrachtverkeer vanaf de havens van Los Angeles en Long Beach naar de industrieën in het Inland Empire. De Interstate 110 verbindt de havens met het centrum van Los Angeles. De State Route 118 vormt samen met de US 101 één van de twee oost-westsnelwegen door de San Fernando Valley. De State Route 60 vormt een oost-westsnelweg parallel aan de I-10. Zuidelijker loopt de State Route 91 als oost-westsnelweg tussen de zuidelijke voorsteden en het Inland Empire.

Het netwerk van hoofdroutes wordt aangevuld door wat minder belangrijke routes die vooral lokaal en regionaal verkeer bedienen. De State Route 14 vormt een verbinding tussen de woestijnsteden Palmdale en Lancaster met Los Angeles. De State Route 170 vormt samen met de US 101 een alternatief voor de I-5 tussen het noorden en het centrum van de stad. De State Route 2 verbindt Glendale met het centrum van de stad. Een oost-westroute vormt de State Route 134 naar Pasadena. Deze vormt een schakel tussen de US 101 en de I-210, en geeft zodoende een doorgaande oost-westverbinding door het noorden van de agglomeratie.

In Orange County lopen de State Route 55 en State Route 57 als parallelle noord-zuidroutes tussen de economische centra in dat gebied, namelijk Santa Ana en Anaheim. De State Route 22 verbindt de havens van Long Beach met Santa Ana. Zuidelijker vormt de State Route 73 een tolwegalternatief voor de I-405 ten zuiden van Irvine, met name interessant voor doorgaand verkeer. De State Route 241 is een tolweg van de zuidoostelijke voorsteden naar Anaheim en heeft geen doorgaande functie. In het Inland Empire vormt de State Route 71 een verbinding vanaf Corona naar Pomona, twee grotere subcentra. De Interstate 215 vormt de meest oostelijke noord-zuidroute door het Inland Empire en verbindt het verkeer vanaf San Diego met Riverside en San Bernardino.

Overzicht freeways

weg wegnaam lengte[10] eerste opening laatste opening max AADT 2016
San Diego Freeway 35 km 1958 1960 355.000
Santa Ana Freeway 64 km 1947 1958 366.000
Golden State Freeway 61 km 1957 1963 307.000
Santa Monica Freeway 27 km 1961 1966 355.000
San Bernardino Freeway 87 km 1952 1962 278.000
Corona Freeway/Ontario Freeway 95 km 1969 1989 219.000
Glen Anderson Freeway 30 km 1993 1993 271.000
Harbor Freeway 32 km 1956 1970 313.000
Foothill Freeway 138 km 1968 2007 331.000
Escondido Freeway/Barstow Freeway 88 km 1953 1994 184.000
San Diego Freeway 117 km 1957 1968 378.000
San Gabriel River Freeway 44 km 1964 1971 301.000
Long Beach Freeway 37 km 1954 1958 241.000
Hollywood Freeway 21 km 1940 1968 269.000
Ventura Freeway 113 km 1957 1965 305.000
Glendale Freeway 14 km 1958 1978 161.000
Antelope Valley Freeway 111 km 1963 1990 181.000
Garden Grove Freeway 19 km 1963 1967 236.000
Moorpark Freeway 14 km 1970 1993 116.000
Terminal Island Freeway 5 km 1948 1970 53.000
Costa Mesa Freeway 26 km 1961 1992 304.000
Orange Freeway 39 km 1969 1976 279.000
Pomona Freeway 76 km 1961 1976 370.000
Moreno Valley Freeway 37 km 143.000
Chino Valley Freeway 26 km 1998 105.000
Corona del Mar Freeway 29 km 1978 1996 175.000
Marina Freeway 3 km 93.000
Artesia Freeway 19 km 1968 1970 288.000
Gardena Freeway 8 km 1970 1985 221.000
Riverside Freeway 64 km 1957 1971 323.000
Pasadena Freeway 14 km 1931 1956 291.000
Ronald Reagan Freeway 45 km 1968 1982 252.000
Santa Paula Freeway 19 km 51.000
Laguna Freeway 10 km 1975 1998 47.000
Ventura Freeway 21 km 1962 1975 240.000
Hollywood Freeway 12 km 1962 1968 214.000
Eastern Tollway 37 km 1993 1999 48.000
Tollway Extension 10 km 1999 1999 82.000

Stratennet

Los Angeles is over het algemeen in een gridsysteem aangelegd, met noord-zuid en oost-westroutes. Straatnamen lopen vaak door meerdere gemeenten en zijn dus continu van begin tot eind. Vanaf Downtown Los Angeles tot aan de havens van Los Angeles en Long Beach zijn de straten genummerd die oost-west lopen. De nummering loopt zuidwaarts op van 1st Street tot 266th Street. Belangrijke oost-westwegen hebben een naam, het nummer wordt dan overgeslagen. De meeste aansluitingen van freeways zijn op deze belangrijke oost-westroutes.

De noord-zuidwegen hebben over het algemeen een naam, en kunnen een Street, Boulevard of Avenue zijn. Uitzonderingen op het gridsysteem vindt men in de berggebieden en in sommige voorsteden, bijvoorbeeld Inglewood. In de noordwestelijke San Fernando Valley zijn de wegen ook in een grid opgebouwd, deze straten hebben uitsluitend namen en geen nummers. Straatnamen zijn over het algemeen goed bekend en komen ook op de bewegwijzering van de freeways terug. De stad Los Angeles heeft 11.600 kilometer weg in het beheer.

Het onderliggend wegennet wordt bijzonder goed gemonitord door detectielussen in het wegdek, waarmee verkeerslichten afgesteld worden. 85% van de kruispunten met een VRI is gesynchroniseerd met andere kruispunten, het grootste netwerk van de Verenigde Staten. Tijdens spitsuren geldt op belangrijke straten een parkeerverbod, om extra capaciteit vrij te maken. Normaliter mag er langs de meeste wegen langs geparkeerd worden. Op prioritaire wegen worden voertuigen direct weggesleept. Jaarlijks worden er in de stad Los Angeles 3,2 miljoen parkeerboetes uitgedeeld.[11] De maximumsnelheid is veelal 25 mph op woonstraten, op grote wegen geldt vaak een hogere maximumsnelheid. De drukste niet-snelweg in Los Angeles is Wilshire Boulevard ter hoogte van Veteran Avenue met 123.000 voertuigen per etmaal.[12]

In de jaren 1920-30 zijn 221 voetgangerstunnels onder belangrijke stadswegen aangelegd. Al vanaf 1968 zijn veel van deze voetgangerstunnels afgesloten vanwege de sociale onveiligheid.[13]

Geschiedenis

1870 - 1940: Eerste groei

Tegen het einde van de 19e eeuw was Los Angeles een onbeduidend stadje aan de Los Angeles River. De eerste groei van de stad vond plaats na 1880, door de komst van de eerste spoorlijnen. In 1869 opende de eerste spoorlijn tussen Los Angeles en het havenplaatsje San Pedro in het zuiden, wat later een wijk van Los Angeles zou worden. Belangrijker was de opening van de Central Pacific Railroad in 1876 en California Southern Railroad in 1885. In 1892 werd olie gevonden op de plek waar nu het Dodger Stadium staat. In het begin van de 20e eeuw werden vele oliebronnen in het Los Angeles Basin gevonden en in 1923 produceerde Los Angeles een kwart van de olie in de wereld. Het begin van de 20e eeuw zag ook een snelle industrialisatie van het Los Angeles Basin, tussen 1900 en 1920 groeide de stad van 102.000 naar 577.000 inwoners. Deze groei hield tot de Tweede Wereldoorlog aan. In 1909 werden de steden San Pedro en Wilmington in het zuiden onderdeel van de stad Los Angeles en in 1910 volgde Hollywood. In 1915 werd de San Fernando Valley een onderdeel van de stad Los Angeles, die daardoor verdrievoudigde in omvang.

In 1926 werd het systeem van US Highways gecreëerd, en de US 66, internationaal bekend als de Route 66, werd een bekende hoofdweg. Vanaf die tijd werden de lange-afstandswegen massaal verhard, waardoor met name het westen van de Verenigde Staten beter ontsloten werd. Voor die tijd lag het geïsoleerd, met lange reizen door de woestijnen van California, Nevada, Utah, Arizona en New Mexico. In 1911 opende het Los Angeles Aqueduct, dat de stad rijkelijk van water voorzag. Hierdoor werd met irrigatie grootschalige landbouw mogelijk, met name ten oosten van de stad, rondom de dorpen San Bernardino en Riverside. In 1940 groeide de stad naar 1,5 miljoen inwoners. Echt sprake van grootschalige suburbanisatie was er echter nog niet.

In 1935 opende de eerste ongelijkvloerse weg van de regio, de Ramona Parkway, onderdeel van de huidige Interstate 10 ten oosten van het centrum. Toch werd voor de Tweede Wereldoorlog geen plan gemaakt voor een groot snelwegennet, zoals Robert Moses dat in New York City deed. De regio lag wel bezaaid met spoorlijnen, die voornamelijk een industriële functie hadden.

1940 - 1956: Voorzichtig begin

Het voorgestelde Interstate Highway netwerk in Los Angeles in 1955.

De Tweede Wereldoorlog brak voor de Verenigde Staten in in december 1941 uit en Los Angeles groeide snel uit naar een industrieel centrum voor de productie van oorlogsmaterialen. Het was de tweede grootste producent van auto's na Detroit, en één van de grootste bandenproducten van het land. De eerste autosnelweg opende in 1940 voor het verkeer, de Arroyo Seco Parkway, tussen Pasadena en Downtown Los Angeles, tegenwoordig onderdeel van de State Route 110. In 1940 opende ook de eerste 2 kilometer van de Hollywood Freeway (US 101). In 1944 werd de Ramona Parkway richting Alhambra en El Monte verbreed. Reeds eind jaren '30 werden plannen gemaakt voor een autosnelweg tussen Los Angeles en Santa Ana, wat uiteindelijk de Santa Ana Freeway (I-5) zou worden. In die tijd waren Anaheim en Santa Ana nog duidelijk losliggende plaatsen in de regio, met een eigen centrumfunctie. De bouw van de autosnelweg begon in 1947 en was in 1956 voltooid, destijds een onderdeel van de US 101. In diezelfde tijd is ook de Golden State Freeway (I-5) aangelegd, als voortvloeisel van de Santa Ana Freeway door de noordelijke wijken van de stad. In 1953 begon de bouw en in 1956 was deze autosnelweg voltooid. Omdat dit gebied toen al sterk stedelijk was, moesten veel gebouwen gesloopt worden om de aanleg mogelijk te maken.

Na de Tweede Wereldoorlog nam de suburbanisatie van Los Angeles County een snelle vlucht, en het Los Angeles Basin was één van de eerste gebieden die significant verstedelijkt was buiten de stadsgrenzen van Los Angeles zelf. In het zuidoosten liggen de Gateway Cities, een collectie industriestadjes. De rivieren door de regio werden gekanaliseerd om seizoensoverstromingen in te perken. Tussen het centrum van Los Angeles en Anaheim ontwikkelde zich een corridor van grootschalige industrie. Hetzelfde gebeurde in de San Gabriel Valley en tevens nam de gedeelde haven van Los Angeles en Long Beach sterk in belangrijkheid toe. In de jaren '50 groeide ook het Los Angeles International Airport sterk. Begin jaren '50 telde de stad 2 miljoen inwoners en had toen al een groot suburbaan gebied. De groei van Los Angeles County zette in 1930 in, toen nog voornamelijk door de stad Los Angeles en overschreed in de jaren '50 de grens van 5 miljoen inwoners.

Toch kwam een echt snelwegenplan niet van de grond. De stad werd al snel geplaagd door files, omdat de stad maar over een klein aantal snelle verbindingen beschikte. In de jaren '50 werd de San Bernardino Freeway langzaam naar het oosten verlengd, om het agrarische gebied van het Inland Empire te ontsluiten. In de eerste helft van de jaren '50 werd tevens de Interstate 110 langs het centrum van Los Angeles geopend.

Het standaard ontwerp voor autosnelwegen tot in de jaren '50 was een dwarsprofiel met 2x3 rijstroken en vluchtstroken. Vanaf eind jaren '50 was duidelijk dat vanwege de razendsnelle verkeersgroei een dergelijk dwarsprofiel onvoldoende was. Vanaf pakweg 1960 zijn autosnelwegen standaard aangelegd met 2x4 rijstroken en linker vluchtstroken.

1956 - 1975: Interstate Highways

Nadat het Interstate Highwaysysteem werd gecreëerd in 1956 nam de bouw van de autosnelwegen een vlucht. Bijna alle autosnelwegen van Los Angeles zijn over een periode van 20 jaar gebouwd. Het standaard wegontwerp was vanaf dat moment 2x4 rijstroken, met linker vluchtstroken. Eind jaren '50 en begin jaren '60 bereikte I-110 de havens van Los Angeles en werd de Interstate 405 door het noorden en westen van de stad gebouwd. De meeste infrastructuur uit die tijd werd echter in Los Angeles County aangelegd. De Santa Monica Freeway (I-10) opende in de eerste helft van de jaren '60. Vanaf midden jaren '50 tot 1965 werd de Interstate 710 geopend, die het vrachtverkeer vanaf de havens naar de overslagstations in de San Gabriel Valley en het Inland Empire bediende.

Vanaf 1960 begon Orange County sterk te groeien, omdat Los Angeles County steeds verder verzadigd raakte. Tussen 1960 en 1970 verdubbelde het inwonertal naar 1,4 miljoen inwoners. In eerste instantie werd voornamelijk rond Anaheim en Santa Ana gebouwd, en langs de kust tot aan Costa Mesa. Irvine was lange tijd de zuidelijke begrenzing van de agglomeratie. Ook de San Fernando Valley was rond die tijd grotendeels volgebouwd. In 1967 opende de Garden Grove Freeway (SR-22), die de havens van Long Beach met Santa Ana verbindt, en was de eerste tangentiële verbinding die niet richting Los Angeles verliep. Vanaf eind jaren '60 werd de State Route 57 geopend, die in 1972 werd verlengd tot San Dimas. In die tijd kreeg ook de Interstate 210 in het noorden van de stad vorm. In 1969 was de Interstate 405 door Orange County voltooid. I-405 was oorspronkelijk voorzien als bypass van Los Angeles, maar ligt volledig in verstedelijkt gebied en functioneert vooral als extreem drukke forenzenroute.

Eind jaren '60 werd begonnen met de noordelijke oost-westroute State Route 118 door de San Fernando Valley, die in 1979 voltooid was. Midden jaren '70 waren de meeste autosnelwegen voltooid en werden de resterende geplande autosnelwegen geschrapt uit de plannen. Alleen in de verdere periferie ging de bouw van autosnelwegen nog door.

1975 - heden: Congestie

In de eerste helft van de jaren '70 waren bijna alle autosnelwegen voltooid zoals men die nu kent. De suburbanisatie ging echter steeds sneller, wat al snel een enorme druk op het wegennet gaf. Orange County groeide naar 3 miljoen inwoners, waarbij sommige voorsteden meer dan 80 kilometer van het centrum van Los Angeles liggen. Daarom werden vanaf de jaren '90 een aantal tolwegen aangelegd in Orange County, zoals de State Route 73, State Route 241 en de tolstroken op de State Route 91. Deze hadden echter overall gezien weinig nut voor het verkeer in het stedelijk gebied, de meesten waren niet meer dan korte bypasses zonder echt een verlichting te brengen op de autosnelwegen.

Reeds in de jaren '70 waren kilometerslange files en torenhoge verkeersintensiteiten gemeengoed in het stedelijk gebied. Met het vol raken van Orange County eind jaren '80 stopte de groei echter niet. Reeds begin jaren '80 begon het westen van San Bernardino en Riverside County snel te groeien, wat zich in de jaren '90 en het begin van de 21e eeuw steeds verder naar het oosten voortzette. De ooit dunbevolkte agrarische gebieden van het Inland Empire ontwikkelde zich tot een subagglomeratie van 4 miljoen inwoners, met voorsteden die meer dan 100 kilometer van Los Angeles liggen. De regio bleef echter voornamelijk industrieel, met veel low-tech banen. Vanaf de jaren '90 begon een massamigratie in het gebied, de huizenprijzen rondom Los Angeles verdriedubbelden in 10 jaar, waarmee een grootschalige zoektocht naar betaalbare huisvesting begon. Die vond men vooral in het Inland Empire, maar de banen bleven in Los Angeles en Orange County, wat onbeheersbare verkeersstromen op gang bracht.

Het inwonertal van de agglomeratie nam toe van 10 miljoen in 1970 naar 18 miljoen in 2010. Het Inland Empire raakte vol, en een vierde vloedgolf van woningzoekenden vond zijn weg ten noorden van de San Gabriel Mountains, in de woestijnen ten noorden van de stad, vanaf 2000 begonnen afgelegen woestijnstadjes als Palmdale en Apple Valley sterk te groeien. Ook in Ventura County groeit de bevolking, doch nog niet zo snel als in andere gebieden. Deze plaatsen liggen 100 tot 130 kilometer van het centrum van Los Angeles, wat lange reistijden veroorzaakte voor forenzen, die hun reistijd zagen toenemen tot 2 uur of zelfs meer, enkele reis.

De laatste grote snelwegopening was de Interstate 105 in 1993. Deze vormt een extra oost-westroute door het Los Angeles Basin. Tevens zijn begin jaren 90 enkele tolwegen geopend in Orange County, waarvan de toegevoegde waarde echter relatief beperkt is. In 2007 werd de Interstate 210 bij San Bernardino gecompleteerd.

De autosnelwegen van Los Angeles zijn maar op beperkte schaal verbreed na de oorspronkelijke aanleg. Vanaf de jaren '80 begon men met de realisatie van HOV lanes (carpoolstroken), in de meeste gevallen door op het bestaande dwarsprofiel van 2x4 rijstroken, de linker vluchtstrook om te vormen tot carpoolstrook en de overige 4 rijstroken op te schuiven, zodat het totale dwarsprofiel van de autosnelweg niet of slechts minimaal werd verbreed. Een uitzondering hierop was de verbreding van I-5 tussen Los Angeles en Santa Ana. Deze autosnelweg was al eind jaren '40 en begin jaren '50 aangelegd, op een dwarsprofiel van 2x3 rijstroken. Hiertoe was een grootschaliger verbreding nodig, die pas in 2022 helemaal voltooid was.

Oorzaken

Er zijn een aantal oorzaken aan te wijzen waardoor het snelwegennet van Los Angeles nauwelijks meer is uitgebreid sinds de jaren '70. De 1971 San Fernando Earthquake veroorzaakte circa $ 500 miljoen in schade (1971 dollars) en de verwoesting van een aantal snelwegsegmenten, zoals het net opengestelde Newhall Interchange in het noorden van Los Angeles. Daarna kwamen de oliecrises die de kijk op snelwegaanleg veranderden. Eind jaren '70 werden daarnaast nog wetsvoorstellen door kiezers goedgekeurd die de belastingen verlaagden. De brandstofaccijns is maar een fractie van dat in West-Europa en de inkomsten daaruit dekken de kosten voor onderhoud al amper. Hierdoor wordt er te weinig geld binnen gehaald voor grote bouwprojecten.

Vrijwel alle snelwegplannen van na 1975 zijn afgeblazen en alleen de reeds in aanleg zijnde snelwegen werden nog voltooid. Eén van de weinige uitzonderingen was de voltooiing van I-105 in 1993 en de voltooiing van I-210 in 2007. Daarnaast zijn er in de periferie enkele tolwegen gebouwd in Orange County, die echter voor het grootste deel van het stedelijk gebied geen verlichting kunnen brengen. Sinds het einde van de snelwegbouw in de jaren '70 is de bevolking echter met 8 miljoen inwoners gegroeid, waardoor de problemen elk jaar toenemen. Uiteindelijk is slechts 61% van de rijstrookkilometers van het masterplan uit 1954 aangelegd, terwijl het inwonertal sneller is gestegen dan destijds voorzien kon worden.

Toekomst

Het fileprobleem is feitelijk constant gebleven gedurende de jaren 80, 90 en 2000. Wel breidde het fileprobleem zich steeds verder van de stad uit. Files beginnen nu al 60 à 70 kilometer buiten Downtown Los Angeles, wat ervoor gezorgd heeft dat verschillende subcentra begonnen te ontstaan, met name in Orange County. Langzaam begint dit ook vorm te krijgen in het Inland Empire. De agglomeraties Los Angeles en San Diego worden gescheiden door een grote marinebasis, Camp Pendleton. Maar het Inland Empire en San Diego groeien wel in toenemende mate aan elkaar. Het zuiden van het Inland Empire ligt feitelijk zelfs dichter bij het centrum van San Diego dan dat van Los Angeles. Het toenemende bevolkingsaantal legt een steeds grotere druk op het functioneren van de stad. Huizenprijzen vliegen omhoog en reistijden worden onacceptabel.

Files zijn echter een geaccepteerd gegeven in en rond Los Angeles. Alle uitbreidingen van het snelwegennet worden snel geabsorbeerd doordat de spitsperiodes bijzonder breed zijn en 8 uur per dag duren. Desondanks wordt het uitbreiden van het snelwegennet niet als zinloos gezien door Caltrans, die diverse ambitieuze plannen heeft. Van tijd tot tijd duiken visies en plannen over het dubbeldeks maken van snelwegen op, alhoewel deze zelden uitgroeien tot serieuze plannen. Geldgebrek is een groot probleem, evenals achterstallig onderhoud. Veel snelwegen hebben nog het originele wegdek uit de jaren 60 en 70 en zijn in beton uitgevoerd. Recente plannen voorzien de verbreding van een aantal snelwegen, waaronder de Santa Ana Freeway en het boren van tunnels onder de Santa Ana Mountains die het Inland Empire van Orange County scheiden. De bergen naar het noorden vormen een obstakel van formaat, steile bergen tot 3.000 meter en een breedte van 30 kilometer, waardoor wegtunnels geen realistische opties zijn. Vandaag de dag ontsluiten slechts twee snelwegen het snelgroeiende gebied ten noorden van de agglomeratie. De verste voorstad is Banning, op 140 kilometer van het centrum via de I-10.

Statistiek

De ontwikkeling van het snelwegennet in de agglomeratie Los Angeles.
Snelwegopeningen per jaar in de agglomeratie Los Angeles.
De ontwikkeling van het inwonertal van de agglomeratie Los Angeles.

Referenties

Freeways in de metropool Los Angeles

Santa Ana FreewayGolden State Freeway Santa Monica FreewaySan Bernardino FreewayInterstate 15Interstate 105Interstate 110Interstate 210Interstate 215Interstate 405Interstate 605Interstate 710

Glendale Freeway Antelope Valley Freeway Garden Grove Freeway Moorpark Freeway Terminal Island Freeway Costa Mesa Freeway Orange Freeway Pomona Freeway Chino Valley Freeway Corona del Mar Freeway Marina Freeway Riverside Freeway Hollywood FreewayVentura Freeway Terminal Island Freeway Arroyo Seco Parkway Ronald Reagan Freeway Santa Paula Freeway Laguna Freeway Ventura Freeway Hollywood Freeway Eastern Tollway Eastern Tollway Extension