Modal split
Definitie
Verdeling van zich verplaatsende personen (of goederen) over de gebruikte modaliteiten/vervoerswijzen.
Toelichting
Vervoerswijzeverdeling is de Nederlandse term voor Modal split (waarvan in het Engels de term Modal share een synoniem is).
De modal split geeft de verhouding van het aantal reizigers(kilometers) tussen de verschillende modaliteiten (vervoerwijzes) aan, meestal gerekend in de auto (bestuurder), auto (passagier), trein, bus/metro/tram, fiets, bromfiets/scooter en lopen. De modal split kan op diverse manieren berekend worden: gebruikelijk zijn het aantal reizigerkilometers, vervoersprestatie, het absolute aantal reizigers en het aantal verplaatsingen.
Bij het bepalen van de cijfers wordt hoofdzakelijk gebruikgemaakt van enquêtes en mobiliteitsonderzoeken. Daarbij geldt dat alleen de hoofdverplaatsing wordt meegerekend. Wanneer mensen voor een verplaatsing meerdere modaliteiten gebruiken (bv eerst fiets, dan trein, dan bus) dan wordt alleen de trein als verplaatsing meegerekend. Evenzo is dit het geval wanneer mensen eerst naar de auto moeten lopen. Het lopen wordt in dit geval niet als verplaatsing meegerekend.
Een ander probleem doet zich voor bij zogenaamde ketenverplaatsingen. Een ketenverplaatsing is dat men op één rit meerdere motieven heeft. Dit zijn bijvoorbeeld verplaatsingen waarbij eerst het kind naar school wordt gebracht, men daarna naar het werk doorrijdt en onderweg boodschappen doet. Problemen kunnen hierbij voorkomen in de betrouwbaarheid van de gegevens. In 2017 was 3,9% van de verplaatsingen een ketenverplaatsing, grotendeels een combinatie van openbaar vervoer en fiets of lopen.[1]
In acht genomen moet worden dat voorzichtigheid is geboden met het interpreteren van dit soort gegevens. Deze kunnen een vertekend beeld geven. Een hoog aandeel in het aantal gemaakte kilometers houdt niet gelijk in een hoog aandeel in het aantal verplaatsingen.
Statistieken
De modal split kan op verschillende manieren worden uitgedrukt. De meest gangbare vorm is in reizigerskilometers of verplaatsingen. Daarnaast kunnen statistieken verfijnd worden naar motief of tijd. Bijvoorbeeld het U.S. Census Bureau publiceert alleen cijfers over de modal split in het woon-werkverkeer. Dit is echter een incomplete statistiek, omdat slechts zo'n 35% van alle voertuigkilometers de motief woon-werk heeft. En woon-werkverkeer gaat vaker per openbaar vervoer dan andere motieven. Daardoor geven deze statistieken geen zuiver beeld van de werkelijke modal split.
Een probleem met een modal split uitgedrukt in verplaatsingen is dat sommige modaliteiten te zwaar worden meegewogen. Iemand die de hond uitlaat telt even zwaar mee in het percentage als iemand die 100 kilometer per trein of auto reist. Voor vervoerssystemen als de weg en het spoor telt de afgelegde afstand zwaarder dan het aantal verplaatsingen. Iemand die 100 kilometer op een traject reist legt een groter beslag op de zitplaatscapaciteit dan iemand die het volgende station alweer uitstapt.
Vervoersprestatie Nederland
Jaar | Totaal | Autobestuurder | Autopassagier | Trein | Bus/tram/metro | Brom/snorfiets | Fiets | Lopen | Overig |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 192,5 | 97,3 | 42,2 | 15,8 | 5,8 | 1,1 | 15,0 | 5,4 | 10,0 |
2007 | 197,2 | 97,5 | 52,0 | 15,7 | 5,8 | 0,9 | 14,2 | 4,5 | 6,7 |
Tabel 1: Vervoersprestatie Nederland, 2007, hele bevolking, in miljarden kilometers[2] en Totale reizigerskilometers in Nederland per jaar; vervoerwijzen.[3]
In percentages naar aantallen kilometers betekent dat voor de belangrijkste modaliteiten dat 75,8% van de auto gebruikmaakt, 10,9% met het OV gaat en 7,2% met de fiets gaat.
Trend
De vervoersprestatie wordt sinds 1985 door het CBS berekend. In die tijd is de modaliteit trein procentueel het meeste gegroeid, met zo'n 50%. Uit onderzoek is gebleken dat dit voornamelijk komt door de invoering van de OV-studentenkaart in 1990. De bus/tram/metro hebben sindsdien licht verloren en ook de brom- en snorfiets heeft ingeboet in reizigerskilometers. Het gebruik van de fiets is licht gegroeid en het gebruik van de auto is in totaal met zo'n 40% gegroeid. De totale vervoersprestatie groeide met 37%. Tussen 2007 en 2015 was er geen stijging van het aantal reizigerskilometers vanwege de recessie. Op lokale corridors kon wel een stijging afgetekend worden, met name de verkeersprestatie op rijkswegen groeide in die periode snel.
Verplaatsingen in Nederland
Kijken we naar het aantal verplaatsingen in 2007 per persoon per dag, dan komen er hele andere getallen uit:
Totaal | Autobestuurder | Autopassagier | Trein | Bus/tram/metro | Brom/snorfiets | Fiets | Lopen | Overig | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplaatsingen per dag | 2,99 | 0,99 | 0,46 | 0,06 | 0,08 | 0,02 | 0,78 | 0,56 | 0,05 |
Verplaatsingen in % | 100 | 33 | 15 | 2 | 3 | 1 | 26 | 19 | 2 |
Tabel 2: Aantal verplaatsingen per persoon per dag, 2007, hele bevolking. [4]
Uit tabel 2 valt af te leiden dat met de auto de meeste verplaatsingen per dag worden gemaakt, in circa 50% van de gevallen. Hierbij valt op dat de fiets en lopen bij elkaar meer verplaatsingen tellen dan trein, bus, tram en metro bij elkaar. Zo bezien kan er gesteld worden dat het openbaar vervoer vaak geen concurrent is van de auto. Eerder vormen verplaatsingen per fiets of te voet een concurrent van het OV.
Op stedelijk niveau zijn er grote verschillen waarneembaar. Steden met een consistent mobiliteitsbeleid kennen een groter aandeel verplaatsingen fiets dan steden met een wisselend mobiliteitsbeleid. In steden als Groningen, Leeuwarden en Zwolle ligt het aandeel verplaatsingen van de fiets in de modal split boven de 35% (37% resp. 36% resp. 35%). Dit is fors hoger dan het landelijk gemiddelde van 26%. Daarentegen ligt het aandeel verplaatsingen voor de fiets in Heerlen op het laagste niveau van Nederland, met een schamele 10,7%. [5]
Het openbaar vervoer heeft op veel plaatsen een beperkte modal share. Maar ook hier komen grote verschillen voor. Zo wordt er op het platteland nauwelijks van het openbaar vervoer gebruikgemaakt, terwijl het aandeel openbaar vervoer in sommige stedelijke kernen stijgt tot circa 40%. Dit is het geval in de 4 grote steden in de spits.
Europa
Het aandeel auto in het totale aantal personenkilometers in 2015.[6]
Land | aandeel auto (pkm) |
---|---|
Portugal | 89,4% |
Noorwegen | 89,4% |
Litouwen | 89,2% |
IJsland | 88,6% |
Nederland | 86,1% |
Slovenië | 86,1% |
Verenigd Koninkrijk | 86,0% |
Kroatië | 85,9% |
Duitsland | 85,6% |
Finland | 85,0% |
Frankrijk | 84,8% |
Bulgarije | 83,2% |
Zweden | 83,2% |
Europese Unie | 83,1% |
Noord-Macedonië | 83,1% |
Luxemburg | 82,9% |
Letland | 82,3% |
Malta | 82,3% |
Griekenland | 81,4% |
Spanje | 81,4% |
Cyprus | 81,3% |
België | 80,8% |
Denemarken | 80,8% |
Italië | 80,8% |
Ierland | 80,4% |
Roemenië | 79,9% |
Polen | 78,5% |
Estland | 78,2% |
Oostenrijk | 77,8% |
Slowakije | 75,8% |
Zwitserland | 75,2% |
Tsjechië | 74,1% |
Hongarije | 68,2% |
Turkije | 67,6% |
Verenigde Staten
In de Verenigde Staten gebruikt het U.S. Census Bureau voornamelijk statistieken voor openbaar vervoer als aandeel van het verkeer met het motief 'woon-werk' (commuting to work).[7][8] Woon-werkverkeer is echter maar een deel van het totale transport, waardoor het werkelijke aandeel OV aanzienlijk lager ligt dan wanneer alleen naar woon-werkverkeer wordt gekeken. Bijvoorbeeld in de agglomeratie New York City bedraagt het aandeel openbaar vervoer op woon-werkverkeer 31,5%, terwijl het aandeel openbaar vervoer op alle reismotieven slechts 11,5% bedraagt.[9]
Tabel: Het aandeel openbaar vervoer voor woon-werk en alle reismotieven (reizigerskilometers)[10]
agglomeratie (MSA) | aandeel woon-werk | aandeel totaal |
---|---|---|
New York | 31,5% | 11,5% |
San Francisco | 17,2% | 6,6% |
Chicago | 12,0% | 3,4% |
Seattle | 9,3% | 3,4% |
Washington | 13,7% | 3,2% |
Boston | 13,6% | 2,7% |
Philadelphia | 9,7% | 2,4% |
Baltimore | 6,5% | 2,3% |
Portland | 6,9% | 2,3% |
Goederenvervoer
Onderstaande tabel toont de verdeling van het totale goederenvervoer naar afstandsklasse.
afstandsklasse | aandeel |
---|---|
0-50 km | 30,2% |
50-100 km | 17,3% |
100-300 km | 34,3% |
300-500 km | 7,8% |
> 500 km | 10,4% |
Modal split containers naar afstandsklasse
In onderstaande grafiek staat de modal split voor het vervoer van containers, binnen, vanuit en naar Nederland, uitgesplitst naar afstandsklassen. Het wegvervoer is dominant in het transport van containers tot 300 kilometer afstand. Er is een modal shift gerealiseerd van weg naar binnenvaart op afstanden van 50 tot 500 kilometer, en een kleinere modal shift van weg naar spoor op afstanden van meer dan 500 kilometer. Echter afstandsklassen van 300 tot meer dan 500 kilometer hebben een kleiner aandeel binnen het totale goederenvervoer. 81% van het goederenvervoer is over een afstand van minder dan 300 kilometer.[11]
Zie ook
De modal split verandert constant door processen als de
- Modal shift,
- Tidal shift en de
- Latente vraag.
Referenties
- ↑ Kenmerken van veelbelovende ketens | kimnet.nl
- ↑ Vervoersprestatie Nederland, 2007, hele bevolking, in miljarden kilometers | cbs.nl
- ↑ Totale reizigerskilometers in Nederland per jaar; vervoerwijzen | cbs.nl
- ↑ CBS
- ↑ Fietsberaad
- ↑ Eurostat Transport Data Main tables | ec.europa.eu
- ↑ Percent Commuting by Public Transportation in Metro Areas: 2010–2014 | bts.gov
- ↑ Commuting (Journey to Work) | census.gov
- ↑ American Fact Finder (ACS) | census.gov
- ↑ Transit’s Declining Importance | ti.org
- ↑ Ontwikkeling van de modal split in het goederenvervoer | rijksoverheid.nl