New York City
Voor de staat New York zie New York (staat)
New York of voluit New York City is de grootste stad van de Verenigde Staten, gelegen in de staat New York. De agglomeratie New York behoort tot de grootste stedelijke gebieden ter wereld. De stad telt 8.257.000 inwoners, en heeft een agglomeratie van 19.498.000 inwoners (2023). De stad bestaat uit 5 zogenaamde boroughs, welke allemaal uit een county bestaan. De 5 boroughs zijn The Bronx, Brooklyn, Manhattan, Queens en Staten Island. De stad is tevens de meest dichtbevolkte van het land, met 11.313 inwoners per vierkante kilometer. New York City wordt vaak gezien als de belangrijkste wereldstad.
Inleiding
Geografie
New York City is gelegen op een serie eilanden en kustgebieden aan de Atlantische Oceaan. De samenkomst van wateren vormt de New York Harbor. De Hudson River mondt hier in uit. Het stedelijk gebied strekt zich uit over drie staten: New York, New Jersey en Connecticut. Dit wordt samen wel de 'Tri-State Area' genoemd. De belangrijkste eilanden van de regio zijn Manhattan, Long Island en Staten Island. De stad zelf ligt op al deze eilanden, maar ook deels op het vasteland.
De verstedelijkte regio is vlak tot glooiend, deels ook licht heuvelachtig. Delen van de oevers van de Hudson River hebben kliffen. De kustgebieden kennen zowel stranden als wetlands en barrier islands. De kust van New Jersey is sterk geïndustrialiseerd, hier liggen ook de voornaamste havengebieden. De meeste logistiek en bedrijvigheid is in New Jersey gelegen, in New York City zelf is minder industrie. Op Long Island zijn ook bedrijventerreinen. Long Island is vrij vlak en sterk verstedelijkt.
Het hoogste natuurlijke punt in de stad zelf is 122 meter, Todt Hill op Staten Island. Dit is de hoogste verheffing langs de Atlantische kust tussen Florida en Cape Cod. In de suburbs in New Jersey liggen hogere heuvels, in Morris County is het hoogste punt 425 meter.
New York City heeft een vochtig subtropisch klimaat en is de noordelijkste grote stad in Noord-Amerika met een dergelijk klimaat. New York heeft relatief koude winters en warme zomers. In de winter valt vaak enige sneeuw, soms veel sneeuw tijdens blizzards. Temperaturen van 30 tot 35°C zijn niet ongebruikelijk in de zomer. New York City is vergeleken met Europa relatief zonnig, maar het is gelijktijdig ook een stad waar redelijk veel regen valt, gemiddeld ruim 1.250 mm per jaar. De neerslag is evenredig over het jaar verspreid. Orkanen en tropische stormen doen New York bijna nooit direct aan.
Demografie
New York City is de grootste stad van de Verenigde Staten, en het metropolitan statistical area (MSA) is het grootste stedelijke gebied van het land. Het inwonertal van de stad groeide sterk in de 19e eeuw en accelereerde in de eerste helft van de 20e eeuw, met een eerste piek van 7,9 miljoen inwoners in 1950, om daarna te krimpen naar 7 miljoen inwoners in 1980. Tussen 2010 en 2020 groeide New York opnieuw snel, tot een piek van 8,8 miljoen inwoners, maar zag nadien opnieuw een forse krimp.
De stad heeft een diverse bevolking, het is van oudsher de belangrijkste stad voor immigranten naar de Verenigde Staten. In 2020 was de bevolking 31% blank, 29% hispanic, 23% zwart en 15% aziatisch. Meer dan een derde van de bevolking is in het buitenland geboren. De bevolking van buitenlandse afkomst is zeer divers, zowel van Europese, Aziatische, Afrikaanse, Caribische en Latijns-Amerikaanse afkomst.
New York is de meest dichtbevolkte grote stad van de Verenigde Staten. Het stedelijk gebied is echter niet de meest dichtbevolkte van het land. Dit komt omdat de suburbs dunner bevolkt zijn dan de suburbs van Los Angeles.
Bestuurlijke indeling
De stad New York bestaat uit vijf boroughs, die ook samenvallen met vijf county's. Manhattan wordt gevormd door New York County, Brooklyn door Kings County, the Bronx door Bronx County, Queens door Queens County en Staten Island door Richmond County.
De suburbs van New York zijn gelegen in een groot aantal county's in de omliggende regio, met name in New Jersey en op Long Island, maar strekt zich uit tot in Connecticut. Het metropolitan statistical area (MSA) wordt opgedeeld in verschillende 'divisions', grotendeels gebaseerd op functioneel gebied.
De New York–Jersey City–White Plains, NY–NJ Metropolitan Division bestaat hoofdzakelijk uit de stad zelf en de oudere voorsteden in New Jersey en New York. De Nassau County–Suffolk County, NY Metropolitan Division omvat de suburbs van Long Island die buiten de stad New York vallen. De New Brunswick–Lakewood, NJ Metropolitan Division omvat suburbs in het midden van New Jersey en de Newark, NJ–PA Metropolitan Division omvat suburbs die meer westelijk in New Jersey liggen, volgens sommige definities zelfs tot in Pennsylvania.
Het combined statistical area (CSA) omvat in aanvulling daarop nog gebieden die daar omheen liggen, maar binnen het invloedsgebied of de arbeidsmarkt van New York vallen. Dit omvat plaatsen in Connecticut tot de regio New Haven, in New Jersey tot en met de hoofdstad Trenton en enkele regionale steden verder noordelijk in New York State.
Economie
New York wordt vanwege het financiële belang van Wall Street vaak gezien als de financiële hoofdstad van de wereld. De agglomeratie heeft de grootste stedelijke economie ter wereld, met in 2022 een nominaal BBP van $ 2100 miljard, vergelijkbaar met landen als Canada, Brazilië of Italië.
De economie van New York is voornamelijk gebaseerd op kantoorwerk, zoals banken, financiële instellingen, hoofdkantoren van grote bedrijven, media, juridische dienstverlening en vastgoed. Werkgelegenheid in de suburbs is meer divers, met ook veel bedrijvigheid in logistiek en industrie, alhoewel de regio relatief weinig traditionele zware industrie heeft. De haven van New York bevindt zich hoofdzakelijk in New Jersey. Het toerisme speelt een grote rol in New York.
De stad heeft te maken met exorbitante kosten voor levensonderhoud, het gemiddelde salaris ligt ver boven het Amerikaans gemiddelde, maar met name de kosten voor huisvesting zijn extreem hoog. Ook huisvesting in de suburbs is duur vergeleken met veel andere Amerikaanse steden. New York City heeft het grootste aantal miljardairs ter wereld. Inwoners van New York City moeten een inkomstenbelasting aan de gemeente betalen, wat zeldzaam is in de Verenigde Staten.
Geschiedenis
In 1624 werd een Nederlandse nederzetting gesticht aan de New York Harbor, waarmee de stad één van de oudste permanent bewoonde plaatsen in de Verenigde Staten is. De Nederlandse kolonie Nieuw Amsterdam werd gesticht op wat nu Lower Manhattan is. In 1664 werd Nieuw Amsterdam ingenomen door de Engelsen en later uitgeruild voor Suriname, dat in die tijd gezien werd als meer waardevol. De stad werd toen New York genaamd. Na de Amerikaanse revolutionaire oorlog werd New York in 1785 de hoofdstad van het nieuwe land de Verenigde Staten. Het was indertijd nog niet de grootste stad, dat was Philadelphia, tot dit in 1790 werd ingehaald. Dat jaar werd de Amerikaanse hoofdstad echter wel verplaatst naar Philadelphia.
In de 19e eeuw groeide New York razendsnel, vooral vanwege migratie vanuit Europa naar de Verenigde Staten, waarbij velen in New York het land binnenkwamen. Vanaf 1811 werd Manhattan als een grid aangelegd. Met de voltooiing van het Erie Canal werd New York een belangrijke haven voor transport dieper het continent in. In 1886 werd de Statue of Liberty, het Vrijheidsbeeld, in de New York Harbor geplaatst, dit was een gift van Frankrijk. In 1898 gingen diverse steden op in wat nu de stad New York is. In 1904 opende de eerste metrolijn van New York.
In de jaren '20 van de 20e eeuw werd New York het grootste stedelijke gebied ter wereld, nadat het Londen had ingehaald. Begin jaren '30 overschreed de stedelijke regio de grens van 10 miljoen inwoners, de eerste stad in de wereldgeschiedenis van deze omvang. New York werd na de Tweede Wereldoorlog nog prominenter in de wereldhandel, financiën en diplomatie. Het hoofdkantoor van de Verenigde Naties werd in 1952 op Manhattan gebouwd. In de tweede helft van de 20e eeuw begon de omgeving van New York sterk te suburbaniseren, waarbij ook veel inwoners de stad verlieten voor een huis in de suburbs. De bevolking van New York kromp in die tijd en de stad raakte enigszins in verval. De agglomeratie als geheel groeide echter sterk en bleef de dominante wereldstad die het was geworden. De stad zelf herstelde vanaf de jaren '90, toen ook de criminaliteit sterk begon te dalen. Het World Trade Center stortte in bij de aanslagen van 11 september 2001. Nadien onderging New York een renaissance, met een snelle uitbreiding van de al imposante skyline, met name tussen 2010 en 2020. De snelle ontwikkeling van die tijd spoelde ook over in het westen van Brooklyn en Queens. Vanaf 2020 begon echter een wat onzekerder periode waarin de bevolking van New York voor het eerst in decennia weer sterk begon te krimpen.
Indeling van de regio
New York
New York City ligt in de staat New York en is afgezien van The Bronx voornamelijk gelegen op eilanden. Het grootste eiland is Long Island, waar Queens en Brooklyn op liggen. Het bekendste eiland is Manhattan, in het zuidwesten ligt nog Staten Island, wat voornamelijk suburbaan is. De stad zelf meet ongeveer 40 bij 50 kilometer, maar grote delen bestaan uit wateroppervlakten, zoals de brede Hudson en East Rivers, de Upper en Lower Bay en het Long Island Sound.
Buiten de stad New York strekt de agglomeratie zich over 150 kilometer uit over Long Island, een langwerpig eiland dat oost-west gelegen is. Dit eiland bevat naast Brooklyn en Queens nog Nassau en Suffolk County. Deze counties bestaan uit honderden kleine voorsteden, waarvan er vrijwel geen groter is dan 50.000 inwoners. In totaal wonen er op Long Island 7,5 miljoen mensen.
Verder strekt de agglomeratie zich nog ten noorden van New York uit, in Westchester County en Rockland County. De voorsteden die het dichtst bij New York liggen, zoals Yonkers en Mount Vernon zijn het dichtst bebouwd, maar verder naar het noorden neemt de bebouwingsdichtheid af. Over het algemeen hebben de voorsteden een zeer goed leefklimaat.
New Jersey
Het suburbaan gebied in New Jersey bestaat deels ook uit oudere centrumsteden met een eigen verzorgingsgebied, zoals Newark en Jersey City. Het stedelijk gebied in New Jersey is immens en strekt zich ook uit langs de kust van New Jersey, tot 200 kilometer ten zuiden van New York. Deze bebouwde kuststrook is echter vrij smal. Over het algemeen zijn de voorsteden in New Jersey wat groter dan die op Long Island. De agglomeratie New York bestaat in New Jersey uit Ocean County, Monmouth County, Middlesex County, Somerset County, Union County, Essex County, Morris County, Passaic County en Bergen County. Bijna geheel Noord-New Jersey behoort tot de agglomeratie New York. In totaal wonen ongeveer 5,9 miljoen inwoners van New Jersey in de agglomeratie New York.
Connecticut
Het zuidwesten van Connecticut is dermate verstedelijkt en vastgegroeid aan New York, dat het onderdeel genoemd kan worden tot de agglomeratie New York. Dit bestaat voornamelijk uit Fairfield County, maar feitelijk is New Haven County ook onderdeel van het stedelijk gebied. Vrijwel heel westelijk en centraal Connecticut is min of meer verstedelijkt, maar de regio Hartford wordt doorgaans niet tot de agglomeratie New York gerekend.
Bevolkingscijfers
New York City
New York City bestaat uit 5 counties, waarvan de namen beter bekend zijn onder andere namen. New York County is Manhattan, Kings County is Brooklyn, The Bronx is Bronx en Richmond is Staten Island.
Jaartal | New York | Queens | Kings | The Bronx | Richmond | New York City | agglomeratie |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1920 | 2.284.000 | 469.000 | 2.018.000 | 732.000 | 117.000 | 5.620.000 | 8.693.000 |
1930 | 1.867.000 | 1.079.000 | 2.560.000 | 1.265.000 | 158.000 | 6.929.000 | 11.124.000 |
1940 | 1.890.000 | 1.298.000 | 2.698.000 | 1.395.000 | 174.000 | 7.455.000 | 11.950.000 |
1950 | 1.960.000 | 1.551.000 | 2.738.000 | 1.451.000 | 192.000 | 7.892.000 | 13.300.000 |
1960 | 1.698.000 | 1.810.000 | 2.627.000 | 1.425.000 | 222.000 | 7.782.000 | 15.346.000 |
1970 | 1.539.000 | 1.986.000 | 2.602.000 | 1.472.000 | 295.000 | 7.894.000 | 17.065.000 |
1980 | 1.428.000 | 1.891.000 | 2.231.000 | 1.169.000 | 352.000 | 7.071.000 | 16.364.000 |
1990 | 1.488.000 | 1.952.000 | 2.301.000 | 1.204.000 | 379.000 | 7.324.000 | 16.846.000 |
2000 | 1.537.000 | 2.229.000 | 2.465.000 | 1.333.000 | 444.000 | 8.008.000 | 18.323.000 |
2010 | 1.586.000 | 2.230.000 | 2.505.000 | 1.385.000 | 469.000 | 8.175.000 | 18.897.000 |
2020 | 1.688.000 | 2.396.000 | 2.727.000 | 1.466.000 | 496.000 | 8.773.000 | 20.096.000 |
2023 | 1.597.000 | 2.252.000 | 2.561.000 | 1.356.000 | 491.000 | 8.257.000 | 19.498.000 |
Manhattan verloor tussen 1920 en 1980 meer dan 800.000 inwoners, waarna een nieuwe langzame groei begon. De stad in geheel heeft zijn groei vooral te danken aan Queens en Kings County, waarbij een eerste piek in 1950 werd bereikt, waarna het bevolkingsaantal afnam tot de jaren 80, waarna een tweede, bescheidener groeiperiode begon, die tot 2017 aanhield, waarna een krimp inzette, die in 2020-2022 accelereerde. Wel is het aandeel van de stad New York ten opzichte van de totale agglomeratie sinds de jaren 20 sterk afgenomen.
Suburban New York
Het voorstedelijk gebied van New York bestaat uit Nassau en Suffolk County op Long Island, en Westchester en Rockland County ten noorden van de stad in de Hudson Valley.
Jaartal | Nassau | Suffolk | Westchester | Rockland | voorstedelijk NY | agglomeratie |
---|---|---|---|---|---|---|
1920 | 126.000 | 110.000 | 344.000 | 46.000 | 626.000 | 8.693.000 |
1930 | 303.000 | 161.000 | 521.000 | 60.000 | 1.045.000 | 11.124.000 |
1940 | 407.000 | 197.000 | 574.000 | 74.000 | 1.252.000 | 11.950.000 |
1950 | 673.000 | 276.000 | 626.000 | 89.000 | 1.664.000 | 13.300.000 |
1960 | 1.300.000 | 667.000 | 809.000 | 137.000 | 2.913.000 | 15.346.000 |
1970 | 1.428.000 | 1.125.000 | 894.000 | 230.000 | 3.677.000 | 17.065.000 |
1980 | 1.322.000 | 1.284.000 | 867.000 | 260.000 | 3.733.000 | 16.364.000 |
1990 | 1.287.000 | 1.322.000 | 874.000 | 265.000 | 3.748.000 | 16.846.000 |
2000 | 1.335.000 | 1.419.000 | 923.000 | 287.000 | 3.964.000 | 18.323.000 |
2010 | 1.340.000 | 1.493.000 | 949.000 | 312.000 | 4.094.000 | 18.897.000 |
2020 | 1.394.000 | 1.524.000 | 1.003.000 | 338.000 | 4.259.000 | 20.096.000 |
2023 | 1.382.000 | 1.523.000 | 991.000 | 341.000 | 4.237.000 | 19.498.000 |
In 1920 was de suburbanisatie beperkt tot Westchester County, en was het aandeel suburban New York op de totale agglomeratie minder dan 10%. Vanaf de jaren 40 begon dat snel te stijgen, naar een aandeel van bijna 24% in 2008. De groei in Nassau County stagneert reeds sinds de jaren 60, maar groeit nog gestaag in Suffolk County, dat inmiddels groter is. Westchester County kent een geleidelijke groei sinds de jaren 60, en Rockland County werd pas vanaf de jaren 70 een voorstedelijk gebied van enige omvang, maar groeit slechts beperkt. Na 2020 kromp het volledige suburbane gebied in de staat New York.
New Jersey
Voorstedelijk New Jersey bestaat uit twee lagen; Union, Essex en Hudson County waar de oudere steden liggen, en de overige counties die voornamelijk suburbaan in karakter zijn.
Jaartal | Bergen | Passaic | Essex | Morris | Hudson | Union | Middlesex | Somerset | voorstedelijk NJ | agglomeratie |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1920 | 211.000 | 259.000 | 652.000 | 83.000 | 629.000 | 200.000 | 162.000 | 48.000 | 2.244.000 | 8.693.000 |
1930 | 365.000 | 302.000 | 834.000 | 110.000 | 691.000 | 305.000 | 212.000 | 65.000 | 2.884.000 | 11.124.000 |
1940 | 410.000 | 309.000 | 837.000 | 126.000 | 652.000 | 328.000 | 217.000 | 74.000 | 2.953.000 | 11.950.000 |
1950 | 539.000 | 337.000 | 906.000 | 164.000 | 647.000 | 398.000 | 265.000 | 99.000 | 3.355.000 | 13.300.000 |
1960 | 780.000 | 407.000 | 924.000 | 262.000 | 611.000 | 504.000 | 434.000 | 144.000 | 4.066.000 | 15.346.000 |
1970 | 897.000 | 461.000 | 933.000 | 383.000 | 608.000 | 543.000 | 584.000 | 198.000 | 4.607.000 | 17.065.000 |
1980 | 845.000 | 448.000 | 851.000 | 408.000 | 557.000 | 504.000 | 596.000 | 203.000 | 4.412.000 | 16.364.000 |
1990 | 825.000 | 453.000 | 778.000 | 421.000 | 553.000 | 494.000 | 672.000 | 240.000 | 4.436.000 | 16.846.000 |
2000 | 884.000 | 489.000 | 794.000 | 470.000 | 609.000 | 523.000 | 750.000 | 297.000 | 4.816.000 | 18.323.000 |
2010 | 905.000 | 501.000 | 784.000 | 492.000 | 634.000 | 536.000 | 810.000 | 323.000 | 4.985.000 | 18.897.000 |
2020 | 955.000 | 523.000 | 862.000 | 509.000 | 723.000 | 574.000 | 862.000 | 345.000 | 5.353.000 | 20.096.000 |
2023 | 958.000 | 513.000 | 851.000 | 514.000 | 705.000 | 573.000 | 864.000 | 349.000 | 5.327.000 | 19.498.000 |
Door de jaren heen is het aandeel van voorstedelijk New Jersey op de totale agglomeratie vrij constant gebleven. Wel kende het oudere deel van het gebied, met name rondom de grotere steden die van vroeger uit losliggende kernen waren, een sterke achteruitgang in inwonertal, waarbij de meer suburbane counties sterk in inwonertal toenamen. Over het algemeen geldt dat de groei sinds de jaren 70 stagneert, met kleine fluctuaties.
Totale agglomeratie
De totale agglomeratie omvat het continu bebouwde gebied, alhoewel het gecombineerd statistisch stedelijk gebied nog groter is, en zich uitstrekt tot in Connecticut en Pennsylvania. Deze gebieden hadden in 2019 samen 23,9 miljoen inwoners, waarvan er feitelijk 17.572.000 in het continu bebouwde gebied wonen.
Jaartal | Greater New York |
---|---|
1920 | 8.693.000 |
1930 | 11.124.000 |
1940 | 11.950.000 |
1950 | 13.300.000 |
1960 | 15.346.000 |
1970 | 17.065.000 |
1980 | 16.364.000 |
1990 | 16.846.000 |
2000 | 18.323.000 |
2010 | 18.897.000 |
2020 | 20.096.000 |
2023 | 19.498.000 |
In de eerste helft van de 20e eeuw groeide het stedelijk gebied sterk, waarna vanaf de jaren 60 een stagnatie optreedt, waarbij de grootste groei na 2010 enige tijd vooral van de stad New York City zelf kwam. Verder vertoonde het voorstedelijk gebied groei, met name in New Jersey. Vergeleken met steden in het zuiden van de Verenigde Staten is de groei zeer mager en de groei viel in de periode 2015-2019 in bijna de gehele agglomeratie stil. Sinds 2020 krimpt de agglomeratie als geheel. In 2023 was het inwonertal van het metropolitan statistical area met bijna 600.000 gekrompen sinds 2020.
Geschiedenis van de autosnelwegen in New York
zie lijst van openstellingen in de agglomeratie New York en geschiedenis van de autosnelwegen in de agglomeratie New York.
De oudste ongelijkvloerse weg ter wereld, de Long Island Motor Parkway ligt net buiten New York en opende in 1908 voor het verkeer. De regio wordt gekenmerkt door enkele grote bruggen, waarvan sommigen de-facto een autosnelweg waren voordat de aansluitende infrastructuur ook als autosnelwegen werd ontwikkeld. De Bronx River Parkway was de eerste ongelijkvloerse weg met 4 rijstroken, waarvan het eerste deel in 1922 opende. In de jaren '20 en '30 werden parkways buiten New York aangelegd, met name in Westchester County en op Long Island. De ontwerpeisen daarvan evolueerden gedurende die tijd, waarbij men geleidelijk ging van 1x4 rijstroken naar gescheiden rijbanen, naar ongelijkvloerse aansluitingen en uiteindelijk de eliminatie van linksaffers, waardoor de parkways gedurende de jaren '30 meer volwassener werden in ontwerp en uiteindelijk evolueerden in de eerste moderne autosnelwegen in de tweede helft van de jaren '30. Wat exact de eerste moderne autosnelweg was is lastig te zeggen, vaak wordt de Merritt Parkway genoemd.
In de jaren '30 werden enkele grote bruggen en tunnels aangelegd, evenals een omvangrijk netwerk van parkways op met name Long Island en de Hudson Valley. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stagneerde de bouw van snelwegen, met name in de periode 1941-1945. Maar enkele snelwegen openden in de jaren '40. Begin jaren '50 nam het vrachtverkeer dermate toe dat de parkways met hun geringe doorrijhoogte en beoogd gebruik hier niet geschikt voor waren, waardoor een nieuwe golf van expressways werd aangelegd, die vanaf 1956 deels Interstate Highways waren. De hoogtijdagen van de New Yorkse snelwegenbouw was in de jaren '50 en '60. De aanleg nam in de jaren '70 sterk af tot bijna stilstand. Alleen in New Jersey werd vanaf die tijd nog op enige schaal nieuwe autosnelwegen aangelegd, vaak als Interstate Highways.
Hoofdwegen en autosnelwegen
De regio New York beschikt over een zeer uitgebreid snelwegennet, dat echter wel verouderd is. Er is sprake van parkways en expressways, die beiden uitgevoerd zijn als autosnelweg. De parkways vormen een netwerk van autosnelwegen die uitsluitend toegankelijk zijn voor autoverkeer vanwege lage bruggen. De expressways vormen grotendeels de Interstate Highways en zijn wel opengesteld voor vrachtverkeer.
De parkways tellen veelal 2x2 of 2x3 rijstroken, er is een groot netwerk op Long Island, in de Bronx en in Westchester County ten noorden van New York. Ook komen ze voor in Connecticut en New Jersey. De expressways zijn veelal wat later aangelegd en moderner ontworpen, veelal met 2x3 en soms 2x4 rijstroken. In New Jersey zijn de autosnelwegen vaak breder dan in New York.
De regio is sterk afhankelijk van grote bruggen en tunnels, met name over en onder de Hudson River en de East River. De agglomeratie ligt grotendeels op eilanden. Vrijwel al deze verbindingen zijn tolwegen. De regio New York beschikt over 58 verschillende autosnelwegen, verspreid over drie staten.
De belangrijkste doorgaande route van de regio is de Interstate 95, die in New Jersey de grootschalig uitgevoerde New Jersey Turnpike vormt. I-78, I-80 en I-87 beginnen of eindigen in New York. Een netwerk van auxiliary routes vult dit aan. De grote regionale bypass is I-287, gelegen ten westen en noorden van New York. I-495 vormt een oost-westverbinding over Long Island. I-278 vormt de verbinding tussen Staten Island, Brooklyn, Queens en Bronx en is daardoor één van de belangrijkste autosnelwegen voor verkeer in New York City zelf.
Belangrijke invalswegen
Alhoewel de regio ontzettend veel verschillende autosnelwegen telt, zijn er wel een aantal routes te identificeren die een duidelijk doorgaand karakter hebben. De belangrijkste hiervan is de Interstate 95, die vanuit de regio Washington/Philadelphia richting Providence/Boston verloopt. Naar het noorden gaat de Interstate 87, die Albany en Montréal verloopt. Richting het westen verlopen twee doorgaande autosnelwegen, de Interstate 80 die door het noorden van de staat Pennsylvania richting Cleveland/Chicago verloopt, en de parallelle Interstate 78, die iets zuidelijker de stad Allentown en Harrisburg in midden Pennsylvania met New York verbindt.
Als tangentiële verbinding verloopt de Garden State Parkway langs de westkant van de agglomeratie van zuid naar noord, maar vervult wat minder een doorgaande functie, maar verbindt de verstedelijkte kust van de staat New Jersey met de westelijke voorsteden van New York. Alhoewel Long Island excentrisch ligt vanaf de rest van de regio en feitelijk tot de agglomeratie New York behoort, kan er toch een duidelijke hoofdverbinding worden onderscheiden, dit is de Interstate 495.
Parkways
Het concept van parkways is niet geheel uniek, maar is nergens zo uitgebreid toegepast als in de omgeving van New York City. Een parkway kan een autosnelweg zijn, maar is dat niet altijd. In dit artikel wordt met parkways meestal een autosnelweg bedoeld. Een parkway die als autosnelweg is uitgevoerd heeft dezelfde kenmerken als expressways of freeways, zoals gescheiden rijbanen, uitsluitend ongelijkvloerse kruisingen en vluchtstroken. Een onderscheidend verschil is dat parkways vaak lage viaducten hebben, veelal esthetisch ontworpen bruggen die het jaren '30 idee van een state park moesten accentueren. Daardoor zijn parkways vrijwel nooit toegankelijk voor vrachtverkeer.
De eerste parkways zijn al in de 19e eeuw aangelegd om langzaam verkeer van snelverkeer te scheiden, waarvan bekende de hedendaagse hoofdwegen zijn in Brooklyn, New York. Ze zijn getypeerd door de bomen die langs de weg staan. Langs deze eerste parkways stonden vaak ook huizen, en ook kwamen er langzame en snelle rijstroken voor.
In het begin van de 20e eeuw werden ook ongelijkvloerse wegen in het begrip opgenomen, ontworpen voor recreatief rijden, als routes naar de State Parks rond New York City. Deze wegen werden later ook gebruikt om nieuwe woonwijken te ontslutien, waardoor in de loop der tijd het recreatieve karakter kwam te vervallen. Sommige van deze wegen zijn drukke en belangrijke wegen en autosnelwegen geworden, sommige zelfs Interstate Highways. De parkways waren in feite de voorlopers van de Duitse Autobahnen en het Interstate Highway System.
De parkways met snelwegkarakteristieken zijn grotendeels vanaf midden jaren '30 tot midden jaren '50 aangelegd. Enkele parkways worden ook wel een 'Drive' genoemd, zoals FDR Drive en de Harlem River Drive. De enige parkway waar vrachtverkeer wel is toegestaan is de Grand Central Parkway in Queens.
Expressways
In antwoord op de parkways is de expressway ontwikkeld. Een expressway in en rond New York is vergelijkbaar met wat in veel andere staten een freeway wordt genoemd, in veel gevallen zijn dit ook Interstate Highways. In de jaren '50 nam het vrachtverkeer dermate toe dat er een noodzaak was om autosnelwegen te bouwen die een doorrijhoogte had die geschikt was voor vrachtverkeer. Voorheen moest vrachtverkeer grotendeels nog via het onderliggend wegennet om door New York te reizen. Bijna alle autosnelwegen die vanaf midden jaren '50 tot midden jaren '70 zijn aangelegd, betreffen expressways.
Overzicht Expressways
New York City
weg | wegnaam | lengte[1] | eerste opening | laatste opening | max AADT 2008 |
---|---|---|---|---|---|
Major Deegan Expressway | 13 km | 1939 | 1956 | 134.000 | |
Trans-Manhattan Expressway | 1 km | 1962 | 1962 | 289.000 | |
Cross-Bronx Expressway | 11 km | 1955 | 1963 | 184.000 | |
Staten Island Expressway | 12 km | 1964 | 1964 | 190.000 | |
Gowanus Expressway | 9 km | 1941 | 1964 | 190.000 | |
Brooklyn-Queens Expressway | 17 km | 1950 | 1964 | 168.000 | |
Bruckner Expressway | 7 km | 1962 | 1972 | 166.000 | |
Clearview Expressway | 15 km | 1960 | 1963 | 111.000 | |
Brooklyn-Battery Tunnel | 3 km | 1950 | 1950 | 52.000 | |
Long Island Expressway | 114 km | 1940 | 1960 | 184.000 | |
Van Wyck Expressway | 23 km | 1939 | 1963 | 155.000 | |
Throgs Neck Expressway | 2 km | 1961 | 1961 | ||
Sheridan Expressway | 2 km | 1962 | 1962 | ||
Prospect Expressway | 3 km | 1960 | 1962 | 106.000 | |
Nassau Expressway | 9 km | 1971 | 1990 | 51.000 |
Long Island
weg | wegnaam | lengte[2] | eerste opening | laatste opening | max AADT 2008 |
---|---|---|---|---|---|
Long Island Expressway | 114 km | 1958 | 1972 | 223.000 | |
Sunrise Highway | 140 km | 145.000 | |||
Seaford-Oyster Bay Expressway | 17 km | 1962 | 1969 | 104.000 | |
Babylon-Northport Expressway | 3 km | 1970 | 1970 | 29.000 |
Hudson Valley
weg | wegnaam | lengte | eerste opening | laatste opening | max AADT 2008 |
---|---|---|---|---|---|
New York State Thruway | 58 km | 1954 | 1956 | 138.000 | |
New England Thruway | 24 km | 1958 | 1958 | 140.000 | |
Interstate 287 | 50 km | 1955 | 1960 | 147.000 | |
Interstate 684 | 46 km | 1968 | 1974 | 85.000 |
New Jersey
weg | wegnaam | lengte | eerste opening | laatste opening | max AADT 2008 |
---|---|---|---|---|---|
Interstate 78 | 109 km | 1927 | 1977 | 147.000 | |
Interstate 80 | 110 km | 1961 | 1971 | 145.000 | |
New Jersey Turnpike | 125 km | 1951 | 1952 | 297.000 | |
Interstate 280 | 28 km | 1949 | 1980 | 118.000 | |
Interstate 287 | 109 km | 1960 | 1993 | 176.000 | |
Garden State Parkway | 277 km | 1950 | 1957 | 240.000 | |
State Route 3 | 17 km | 1949 | 1949 | 151.000 | |
State Route 4 | 17 km | 1930 | 1933 | 135.000 | |
State Route 19 | 5 km | 1969 | 1971 | 43.000 | |
State Route 21 | 23 km | 1958 | 2000 | 60.000 | |
State Route 81 | 2 km | 1979 | 1982 | 33.000 | |
State Route 208 | 16 km | 1969 | 1980 | 85.000 | |
State Route 495 | 6 km | 1937 | 1957 | 121.000 |
Overzicht parkways
New York City
weg | wegnaam | lengte[3] | eerste opening | laatste opening | max AADT 2008 |
---|---|---|---|---|---|
Belt Parkway | 41 km | 1940 | 1941 | 188.000 | |
Bronx River Parkway | 31 km | 1922 | 1951 | 136.000 | |
Franklin D. Roosevelt Drive | 15 km | 1934 | 1966 | 180.000 | |
Grand Central Parkway | 24 km | 1933 | 1936 | 263.000 | |
Harlem River Drive | 7 km | 1947 | 1964 | 98.000 | |
Henry Hudson Parkway | 18 km | 1936 | 1937 | 138.000 | |
Hutchinson River Parkway | 30 km | 1928 | 1941 | 116.000 | |
Jackie Robinson Parkway | 8 km | 1935 | 1935 | 94.000 | |
Korean War Veterans Parkway | 7 km | 1972 | 1972 | 81.000 | |
Mosholu Parkway | 5 km | 1937 | 1937 | 49.000 |
Long Island
weg | wegnaam | lengte | eerste opening | laatste opening | max AADT 2008 |
---|---|---|---|---|---|
Heckscher State Parkway | 13 km | 1961 | 1962 | 136.000 | |
Loop Parkway | 4 km | 27.000 | |||
Meadowbrook State Parkway | 20 km | 1934 | 1956 | 144.000 | |
Northern State Parkway | 46 km | 1933 | 1965 | 190.000 | |
Robert Moses Causeway | 13 km | 1953 | 1964 | 43.000 | |
Sagtikos State Parkway | 8 km | 1952 | 1952 | 85.000 | |
Southern State Parkway | 41 km | 1927 | 1949 | 223.000 | |
Sunken Meadow State Parkway | 10 km | 1957 | 1957 | 66.000 | |
Wantagh State Parkway | 21 km | 1929 | 1938 | 73.000 |
Hudson Valley
weg | wegnaam | lengte | eerste opening | laatste opening | max AADT 2008 |
---|---|---|---|---|---|
Briarcliff-Peekskill Parkway | 29 km | 1933 | 1933 | 56.000 | |
Cross County Parkway | 7 km | 1932 | 1932 | 147.000 | |
Merritt Parkway | 60 km | 1938 | 1940 | 70.000 | |
Palisades Interstate Parkway | 62 km | 1947 | 1957 | 83.000 | |
Saw Mill River Parkway | 48 km | 1926 | 1954 | 89.000 | |
Sprain Brook Parkway | 20 km | 1961 | 1980 | 105.000 | |
Taconic State Parkway | 168 km | 1932 | 1963 | 113.000 |
Lokale wegennet
Manhattan
zie Manhattan voor het hoofdonderwerp.
Manhattan is beroemd vanwege zijn grid, met avenues die noord-zuid verlopen en streets die oost-west lopen, waarbij de nummering van zuid naar noord oploopt. 220th Street is het hoogste nummer op het eiland, maar in de enclave Marble Hill in the Bronx, die bestuurlijk tot Manhattan behoort, gaat de nummering verder tot 228th Street. Er zijn in totaal 214 genummerde straten in Manhattan, maar het nummeringssysteem zet zich voort in de Bronx, waar het hoogste nummer 263rd Street is.
De nummering van straten is opgedeeld in East en West, opgedeeld door Broadway ten zuiden van 8th Street en Fifth Avenue ten noorden daarvan. In het algemeen zijn de streets éénrichtingswegen, waarbij even nummers richting oosten gaan en oneven nummers richting westen, maar er zijn veel uitzonderingen op.
De zuidkant van Central Park wordt gevormd door 59th Street en vormt de grens tussen Midtown Manhattan en Upper Manhattan. 110th Street ligt aan de noordkant van Central Park en vormt de scheiding tussen Upper Manhattan en Harlem. Tussen 178th en 179th Street ligt de grotendeels ondergrondse Trans-Manhattan Expressway (I-95).
Omdat Manhattan in de lengterichting veel verder is uitgestrekt hebben de noord-zuid gelegen avenues meer belang voor het verkeer. Ten noorden van 59th Street veranderen de avenues van nummer naar een naam in de Upper West Side. De avenues zijn vaak breder. Vanwege het grid dat in rechthoeken is ingetekend, hebben avenues veel kruispunten. Binnen het grid vormt Broadway een uitzondering, die diagonaal door het grid voert in Midtown Manhattan. Op de kruising met 7th Avenue ligt het beroemde Times Square. Met name in de Upper West Side doet Broadway zijn naam eer aan, aangezien de weg breder is dan bijna alle andere straten in Manhattan.
In Lower Manhattan zijn de wegen in de regel genaamd en niet genummerd. 1st Street ligt net ten noorden van Houston Street, een belangrijke oost-westverbinding. De wijk Soho is hier naar vernoemd (South of Houston Street). Canal Street vormt één van de belangrijkste doorgaande wegen aangezien dit de Manhattan Bridge rechtstreeks met de Holland Tunnel verbindt.
De belangrijkste noord-zuidwegen aan de randen van Manhattan zijn de FDR Drive aan de oostkant van Manhattan, gelegen op de oever van de East River. Dit is over bijna de gehele lengte van Manhattan een autosnelweg. Langs de Hudson River aan de westkant van Manhattan verloopt de Westside Highway, State Route 9A, dat voorheen een elevated highway was maar waar het zuidelijk deel van gesloopt is.
De toegangen van de Lincoln Tunnel en de Queens-Midtown Tunnel liggen tegenover elkaar, maar er is geen directe doorgaande wegverbinding tussen, de verbindingswegen naar deze tunnels komen op verschillende straten uit.
Parkeren is op Manhattan kostbaar. Er is sprake van straatparkeren (metered parking) en er zijn gemeentelijke parkeergarages, waarvan er echter maar één in Manhattan is. Er zijn ook privaat uitgebate parkeergarages. In Harlem is straatparkeren goedkoper en buiten retail districts zelfs gratis.
Brooklyn
zie Brooklyn voor het hoofdonderwerp.
Ook in Brooklyn is sprake van een grid, dat bestaat uit verschillende subgrids. Het primaire grid is genummerd, oplopende van 1st Street tot 101st Street. Dit zijn net als in Manhattan oost-west georiënteerde straten. De noord-zuidroutes zijn avenues genummerd van 1st Avenue tot 28th Avenue. Er zijn ook geletterde avenues in het centrale zuiden van Brooklyn, waarvan de lettering van noord naar zuid oploopt. Een groot deel van de straten zijn echter conventioneel genaamde straten.
Brooklyn beschikt over een kleiner aantal belangrijke stadswegen. Bredere wegen zijn Flatbush Avenue, Atlantic Avenue, Eastern Parkway en Ocean Parkway.
Straatparkeren is in Brooklyn aanzienlijk minder duur dan in Manhattan. Er zijn ook een aantal gemeentelijke parkeergarages. Op veel woonstraten in Brooklyn buiten de retail districts is gratis parkeren.
Queens
zie Queens voor het hoofdonderwerp.
In Queens is ook een systeem van grids, waarbij de avenues van west naar oost verlopen, waarbij de nummering van noord naar zuid oploopt. De hoogste is 165th Avenue. De straten lopen van west naar oost op, tot 271st Street op de grens met Nassau County. Dit ook de hoogst genummerde straat in de hele stad.
De nummering is soms verwarrend aangezien in sommige gebieden een genummerde Street, Road, Place, Drive en Avenue met hetzelfde nummer voorkomen, soms zelfs opvolgend door elkaar. In Queens komen ook reguliere straatnamen voor.
Het wegennet van Queens is wat hoogwaardiger dan in Brooklyn, er zijn aanzienlijk meer autosnelwegen en daarnaast zijn de stadswegen veelal wat breder. Queens is ook meer suburbaan dan Brooklyn, maar heeft diverse subcentra. Eén van de belangrijkste stadswegen is Queens Boulevard. Daarnaast vormen Northern Boulevard, Woodhaven Boulevard, Hillside Avenue, Cross Bay Boulevard en Rockaway Boulevard belangrijke wegen.
Straatparkeren is in Queens aanzienlijk minder duur dan in Manhattan. Er zijn ook een aantal gemeentelijke parkeergarages. Op veel woonstraten in Queens buiten de retail districts is gratis parkeren.
The Bronx
zie The Bronx voor het hoofdonderwerp.
Het patroon van genummerde straten van Manhattan wordt in de Bronx voortgezet, het loopt op tot 263rd Street aan de noordgrens van de stad. Noord-zuid verlopende wegen zijn veelal avenues met een naam. The Bronx wordt doorkruist door een groot aantal expressways en parkways, waardoor het onderliggend wegennet hier wat minder een rol speelt dan in Queens of Brooklyn. Eén van de belangrijkste stadswegen van de Bronx is Grand Concourse. Fordham Road en in het verlengde Pelham Parkway vormt een belangrijke oost-westroute. Third Avenue van Manhattan zet zich voort tot in de Bronx, tot aan Fordham University. In het noordoosten van de Bronx vormt Boston Road (US 1) een belangrijke historische doorgaande weg.
Rikers Island is een gevangenis op een eiland in de East River, het behoort bestuurlijk tot the Bronx, maar is alleen vanaf Queens te bereiken via een brug. Een serie bruggen verbindt de Bronx met Manhattan, ook van het lokale stratennet. De bruggen naar Queens zijn allemaal onderdeel van een Interstate Highway.
Parkeren in de Bronx is grotendeels gratis behalve rond retail districts, waar straatparkeren met parkeerautomaten is. De tarieven liggen wel een stuk lager dan in Manhattan.
Staten Island
zie Staten Island voor het hoofdonderwerp.
Het wegennet op Staten Island is meer organisch en minder geïntegreerd, alhoewel er wel lokale grids zijn toegepast. Straten hebben een naam en zijn niet genummerd. Het wegennet is meer lokaal in karakter, Staten Island is aanzienlijk minder dichtbebouwd en meer suburbaan in karakter.
Een aantal autosnelwegen doorkruist Staten Island. Er zijn geen brugverbindingen van en naar Staten Island die geen onderdeel van een autosnelweg zijn en op al deze bruggen moet tol betaald worden. De Staten Island Ferry is populair als alternatieve verbinding naar Lower Manhattan.
Op enkele retail districts na is parkeren op Staten Island gratis.
Long Island
zie Long Island voor het hoofdonderwerp.
Long Island heeft een decentraal beheerd stratennet, met wegen in het beheer van Nassau County en Suffolk County, en van de lokale gemeenten. Vrijwel het gehele eiland is gesuburbaniseerd en dus stedelijk gebied, waarbij de noordrand dunner bebouwd is dan het midden en de zuidkant, en het uiterste oosten van Long Island kent ook minder verstedelijking.
Vanwege de langwerpige geografie van het eiland verlopen de belangrijkste wegen oost-west en dit zijn veelal autosnelwegen. Een belangrijke historische wegverbinding is de Hempstead Turnpike in Nassau County, een oost-westverbinding vanaf de grens met Queens door Hempstead en Levittown tot Farmingdale. Iets noordelijker vormt de Jericho Turnpike een historische oost-westroute over Long Island. Over de zuidkant van Long Island vormt de Sunrise Highway een belangrijke oost-westroute.
Op Long Island zijn geen tolwegen, maar om van Long Island af te komen moet men via tolbruggen in New York City, of met een veerdienst. Er zijn twee veerdiensten over het Long Island Sound naar Connecticut, van Orient Point naar New London, Connecticut en van Port Jefferson naar Bridgeport, Connecticut.
Westchester County
zie Westchester County voor het hoofdonderwerp.
Westchester County heeft een dicht netwerk van noord-zuid gelegen autosnelwegen, voornamelijk parkways, maar ook I-87 en I-95. Het zuidelijk deel van Westchester County heeft een stedelijke structuur die een voortzetting is van het lokale stratennet van de Bronx. Naar het noorden toe wordt het gebied meer suburbaan en het onderliggend wegennet meer organisch. Diverse state routes vormen noord-zuidroutes in aanvulling op de parkways en expressways, meest prominent de State Route 100 naar White Plains. Het noorden van Westchester County heeft een meer landelijk wegennet.
Rockland County
Rockland County is een verstedelijkte County op de westoever van de Hudson die in de staat New York ligt. Het is het enige verstedelijkte gebied op de westoever binnen de staat, het grootste gedeelte ligt in New Jersey. Rockland County is een overloop gebied van het dichtbevolkte noorden van New Jersey en in mindere mate Westchester County. De regio bestaat grotendeels uit ruime percelen met grote huizen en een lage bebouwingsdichtheid. Een echt centrum is niet aan te wijzen, maar New City is één van de belangrijkere centra. Langs I-87 bevindt zich enige suburbane werkgelegenheid. I-87 verloopt oost-west door Rockland County en valt hier grotendeels samen met I-287. De Palisades Interstate Parkway verloopt noord-zuid en de Garden State Parkway eindigt net 2 kilometer in Rockland County.
Fairfield County
Fairfield County omvat het uiterste zuidwesten van de staat Connecticut. Alhoewel een groot deel van de staat verstedelijkt is wordt doorgaans alleen Fairfield County tot de agglomeratie New York gerekend. De rest wordt als voorstedelijk van New Haven en Hartford beschouwd. De grootste centra in Fairfield County zijn Greenwich, Stamford, Fairfield en Bridgeport, alhoewel die laatste ook een centrum op zichzelf is. De kust van Fairfield County wordt ook wel de Gold Coast genoemd vanwege de zeer welvarende suburbs. Het verkeer verloopt hier door de twee parallel aan de kust lopende snelwegen, de I-95 en de Merritt Parkway. In het noorden van Fairfield County, bij het stadje Danbury verloopt nog de I-84, maar die wordt doorgaans niet tot de agglomeratie New York gerekend. Bij Bridgeport en Norwalk zijn nog enkele korte snelwegen, maar die vervullen binnen de metropool New York geen belangrijke functie.
Bergen County
Bergen County omvat het uiterste noordoosten van de staat New Jersey. Hier liggen verschillende oudere voorsteden, zoals Paramus en Hackensack, maar ook wat verdere voorsteden met veel welvarende buurten aan de rand van Bergen County. Door Bergen County verlopen verschillende autosnelwegen, waarvan I-80 en de Garden State Parkway de belangrijkste zijn. Daarnaast zijn er forenzensnelwegen zoals de SR-4 en de SR-208. In het zuiden van Bergen County komt I-95 via de George Washington Bridge Manhattan binnen. Dit is het belangrijkste knoop- en knelpunt van voorstedelijk New Jersey.
Passaic County
Passaic County ligt ten zuiden en westen van Bergen County in New Jersey en is half verstedelijkt en half platteland. Er liggen een aantal grote centra zoals Paterson, Passaic en Clifton, en verder duurdere en kleinere suburbs naar het noordwesten. I-80 en de Garden State Parkway lopen door Passiac County, evenals de forenzensnelwegen SR-3 en de SR-21. Door het midden van Passaic County loopt de ringweg I-287.
Hudson County
Hudson County omvat diverse voorsteden direct aan de Hudson River tegenover Manhattan. Dit zijn de oudere voorsteden en zijn vaak dichtbebouwd. De stad Hoboken is één van de meest dichtbevolkte steden van de Verenigde Staten. Belangrijke centra zijn Bayonne, Jersey City en Union City. Door Hudson County lopen kriskras enkele autosnelwegen, waaronder I-78, I-95 en twee tunnels naar Manhattan, de Lincoln Tunnel en de Holland Tunnel. De Bayonne Bridge verbindt Hudson County met Staten Island.
Essex County
Essex County is een iets inland gelegen voorstedelijke county. De belangrijkste stad is hier Newark, één van de grootste voorsteden van New York City. Op de grens met Union County ligt Newark Airport, het op één na belangrijkste vliegveld van de agglomeratie New York, na JFK Airport. In het oosten van Essex County liggen de oudere, dichtbevolkte voorsteden, in het westen meer de nieuwere voorsteden met een lage bebouwingsdichtheid. Diverse grote autosnelwegen verlopen door Essex County, waaronder I-78 en I-95 in het oosten en I-80 in het noorden. Tevens verloopt de Garden State Parkway noord-zuid door Essex County. De SR-24 is een belangrijke forenzensnelweg richting Newark. De Interstate 280 is een belangrijke oost-westroute vanuit de westelijke voorsteden naar Newark en het zuiden van Manhattan.
Union County
Union County ligt ten zuiden van Essex County en omvat onder andere het belangrijke centrum Elizabeth. Het ligt ten noordwesten van Staten Island en kent vrij veel kleinere voorsteden die nog vrij dichtbebouwd zijn. De belangrijkste autosnelwegen zijn I-78, I-95 en de Garden State Parkway. I-278 begint hier en verloopt via de Goethals Bridge naar Staten Island.
Morris County
Morris County ligt verder naar het westen en omvat voornamelijk dure suburbs op 30 tot 70 kilometer van Manhattan. Er liggen geen belangrijke centra in Morris County, maar er lopen wel belangrijke autosnelwegen door, zoals de oost-west I-80 en de ringweg I-287 die ten westen van New York langs loopt. De SR-24 verloopt richting Newark en I-280 doet dat ook.
Somerset County
Somerset County is de overgang van de agglomeratie New York naar de agglomeratie Philadelphia. Het ligt zo'n 50 kilometer ten zuidwesten van Manhattan en 80 kilometer ten noordoosten van Philadelphia. Hier liggen vooral voorsteden, alhoewel Somerset County ook landelijk van aard is. Er lopen twee autosnelwegen doorheen, de oost-west gelegen I-78 en de ringweg I-287 die hier vanaf het oosten naar het noorden draait.
Middlesex County
Een belangrijk voorstedelijk gebied ligt in Middlesex County, de overgang van de oude voorsteden in New Jersey naar de verstedelijkte kust van de staat ten zuiden van New York. Hier liggen centra als Edison, Perth Amboy en New Brunswick. Het ligt ongeveer even ver van Manhattan als van Philadelphia. I-95 en de Garden State Parkway zijn de belangrijkste autosnelwegen, evenals de ringweg I-287. De Outerbridge Crossing verbindt Middlesex County met het zuiden van Staten Island. Rondom de stad Fords verknopen al deze autosnelwegen zich met elkaar met één van de grootste knooppuntcomplexen in de wijde regio.
Monmouth County
Monmouth County is een verstedelijkt gebied met dure suburbs langs de oostkust van New Jersey. Monmouth ligt het dichtste bij New York, en feitelijk maar net ten zuiden van Staten Island. Over de weg is het echter een behoorlijk eind naar Manhattan. Belangrijke centra zijn Long Branch en Neptune City, maar de meeste suburbs zijn vrij klein. De Garden State Parkway is de belangrijkste en enige ontsluitingsroute naar New York. I-195 vormt een oost-westroute en loopt naar Trenton, de hoofdstad van New Jersey. De SR-18 en de SR-33 zijn lokale autosnelwegen.
Ocean County
Ocean County begint net ten noorden van Atlantic City en loopt tot Monmouth County. Het ligt behoorlijk ver van Manhattan, zo'n 60 tot 110 kilometer. De belangrijkste plaats is Toms River. De Garden State Parkway en I-195 ontsluiten het gebied. Vooral het noorden van Ocean County en de kuststrip zijn verstedelijkt, het binnenland bestaat uit ondoordringbare bossen.
Wegbeheer
De wegbeheerder van de stad New York is het New York City Department of Transportation (NYC DOT).[4] NYC DOT beheert 10.100 kilometer weg, circa 800 bruggen en tunnels, 13.250 verkeersregelinstallaties, 315.000 lichtmasten. NYC DOT opereert ook de Staten Island Ferry.
De Metropolitan Transportation Authority (MTA) beheert 7 bruggen en 2 tunnels in New York City.[5] Dit zijn tolbruggen. De MTA is verder hoofdzakelijk het openbaar vervoer van New York.
De Port Authority of New York and New Jersey (PANYNJ) beheert alle bruggen en tunnels op de grens van New York en New Jersey.[6]
Het New York State Department of Transportation (NYSDOT) beheert alle Interstate Highways, U.S. Highways en State Routes in de staat New York.[7] Vergelijkbaar beheren het New Jersey Department of Transportation en het Connecticut Department of Transportation dit soort wegen in die staten.
De county's beheren ook wegen, waarbij Westchester County ook enkele parkways beheert. Enkele parkways op Long Island zijn in het eigendom van het New York State Office of Parks, Recreation and Historic Preservation (NYS OPRHP), maar ligt het daadwerkelijk beheer bij NYS DOT.
In New Jersey zijn de New Jersey Turnpike en de Garden State Parkway in het beheer van de New Jersey Turnpike Authority.[8] De bruggen over de Hudson River ten noorden van New York zijn in het beheer van de New York State Bridge Authority.[9] De New York State Thruway (I-87) is in het beheer van de New York State Thruway Authority.[10]
Tolwegen
Een automobilist in de agglomeratie New York ontkomt niet aan (forse) tolbedragen. Vrijwel alle bruggen en tunnels kennen tolheffing, en het is onmogelijk om van Long Island af te komen zonder tol te betalen. Er is sprake van volledig elektronische tolheffing op alle tolbruggen en toltunnels in New York.
Naam | Verbindt |
---|---|
Henry Hudson Bridge (Henry Hudson Parkway) | Manhattan - The Bronx |
George Washington Bridge (Interstate 95) | Manhattan - Fort Lee |
Lincoln Tunnel (SR-495) | Manhattan - Union City |
Holland Tunnel (Interstate 78) | Manhattan - Jersey City |
Bayonne Bridge (SR-440) | Staten Island - Bayonne |
Goethals Bridge (Interstate 278) | Staten Island - Elizabeth |
Outerbridge Crossing (SR-440) | Staten Island - Perth Amboy |
Verrazano Narrows Bridge (Interstate 278) | Staten Island - Brooklyn |
Brooklyn-Battery Tunnel (Interstate 478) | Manhattan - Brooklyn |
Queens-Midtown Tunnel (Interstate 495) | Manhattan - Queens |
Robert F. Kennedy Bridge (Interstate 278) | Manhattan - The Bronx - Queens |
Bronx-Whitestone Bridge (Interstate 678) | Queens - The Bronx |
Throgs Neck Bridge (Interstate 295) | Queens - The Bronx |
Tappan Zee Bridge (Interstate 87) | Tarrytown - Nyack |
De tol werd traditioneel in één richting geheven, maar is met de introductie van elektronische tolheffing vaak in twee richtingen geheven.
Verder zijn er nog twee tolwegen in New Jersey:
Overige oeververbindingen
Naam | Van | Naar |
---|---|---|
Broadway Bridge | Manhattan | Bronx |
207th Street Bridge | Manhattan | Bronx |
Washington Bridge | Manhattan | Bronx |
Alexander Hamilton Bridge (I-95) | Manhattan | Bronx |
Macombs Dam Bridge | Manhattan | Bronx |
145th Street Bridge | Manhattan | Bronx |
Madison Avenue Bridge | Manhattan | Bronx |
3rd Avenue Bridge | Manhattan | Bronx |
Willis Avenue Bridge | Manhattan | Bronx |
Queensboro Bridge | Manhattan | Queens |
Williamsburg Bridge | Manhattan | Brooklyn |
Manhattan Bridge | Manhattan | Brooklyn |
Brooklyn Bridge | Manhattan | Brooklyn |
Kosciuszko Bridge (I-278) | Brooklyn | Queens |
J.J. Bryne Memorial Bridge | Brooklyn | Queens |
Pulaski Bridge | Brooklyn | Queens |
Newark Bay Bridge (I-78) | Newark | Jersey City |
Openbaar vervoer
Het netwerk van openbaar vervoer is veruit het grootste en meestgebruikte van de Verenigde Staten. In lengte had New York lange tijd het grootste metronetwerk ter wereld en het heeft ook nog steeds het netwerk met de meeste metrostations. Het netwerk is qua drukte het op drie na drukste ter wereld. 5,5 miljoen reizen worden dagelijks gemaakt op het metronetwerk. Er zijn 28 metrolijnen. Het metrosysteem is onderdeel van de Metropolitan Transportation Authority (MTA). Ongeveer 39% van alle transport per openbaar vervoer in de Verenigde Staten speelt zich af in New York City.
In de stad New York City maakt 53,7% van de inwoners gebruik van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer. In de suburbs is dit 12,5%, hoger dan alle andere Amerikaanse "core cities". Van het gehele stedelijke gebied maakt 31% van de inwoners gebruik van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer. Ondanks de hoge bevolkingsdichtheid en het hoge OV-gebruik ligt de reistijd voor woon-werkverkeer in New York City het hoogste in de Verenigde Staten, met gemiddeld 48,5 minuten per OV en 31,7 minuten per auto enkele reis.[11][12]
Daarnaast is er PATH, de Port Authority Trans-Hudson, die Manhattan met de diverse steden in New Jersey verbindt, met name de eerste steden aan de overkant van de rivier de Hudson. 187.000 reizigers maken dagelijks gebruik van deze metro. PATH opereert onafhankelijk van het metrosysteem van New York zelf.
Het metronetwerk wordt voor de middellange en langere afstanden aangevuld door een forenzenrailverbinding, bestaande uit 20 lijnen en 250 stations. Dit bestaat uit de LIRR (Long Island Rail Road), Metro-North Railroad en New Jersey transit. Deze lijnen komen samen op de drukste stations van de Verenigde Staten, Penn Station en Grand Central Terminal, beide in Manhattan. Het LIRR verwerkt 254.000 reizen per dag, wat niet erg veel is gezien de bevolking van Long Island (7,5 miljoen). Een intercity spoornet van AMTRAK-treinen verbindt de grotere steden in de regio, zoals Boston, Albany en Philadelphia. Tot afstanden van 800 kilometer is die sneller dan het vliegtuig op gunstige routes.
Zo'n 325 busroutes vullen het grote rail-OV netwerk aan, met een vloot van 5.800 bussen. Een veerdienst verbindt Staten Island met Manhattan, een reistijd van 25 minuten, sneller dan via de files op I-278. Op het totaal heeft de veerdienst maar een marginaal aandeel.
De MTA, de Metropolitan Transport Authority, is de primaire exploitant van het openbaar vervoer en het onderhoud van de tolbruggen. 42% van de inkomsten worden gedekt door tickets, 13% uit tol, 31% uit belastingen en 9% uit lokale subsidies. Slechts 37% van de uitgaven werd in 2008 gedekt door kaartverkoop.[13]
New York congestion pricing
zie New York City congestion pricing voor het hoofdartikel.
Het is gepland om een congestieheffing in te voeren op Manhattan ten zuiden van 60th Street.
Congestie
New York heeft de meeste congestie van alle Amerikaanse steden, zowel in de stad zelf als in de grotere stedelijke regio.[14] Er zijn echter wel verschillen, de autosnelwegen in de stad zelf zijn filegevoeliger dan autosnelwegen buiten New York City. De stad zelf was in 2023 de 20e meest filegevoelige stad ter wereld, maar de gehele agglomeratie was slechts de 248e meest filegevoelige ter wereld.
Vrijwel alle autosnelwegen in New York City hebben te maken met hevige congestie. Het meest berucht zijn de Cross-Bronx Expressway (I-95), de George Washington Bridge, de Brooklyn-Queens Expressway (I-278), I-678 door Queens en I-495 door Queens. FDR Drive is ook filegevoelig omdat dit de enige snelle verbinding noord-zuid over Manhattan is. Ondanks de congestie kiest veel verkeer toch voor de FDR Drive. De congestie is verder op Long Island, in de noordelijke suburbs en in New Jersey minder intensief dan in New York City zelf.
Binnen de stad New York zelf is het openbaar vervoer de dominante manier van reizen, maar dit neemt snel af buiten de stad zelf. De grote afstanden en lange reistijden spelen hier een rol. Een andere oorzaak van de vele files is de ernstig verouderde staat waarin het snelwegennet verkeert, met name in de staat New York. Vele parkways zijn nog volgens de ontwerpeisen die in de jaren '20 golden, met korte of geen invoegstroken, scherpe bochten en smalle rijstroken. Bovendien zijn de autosnelwegen vrijwel nergens breder dan 2x3 rijstroken, wat hoe dichter men bij de stad zelf komt, meer congestie veroorzaakt. De gemiddelde reistijd voor het woon-werkverkeer is voor een New Yorker de langste van de Verenigde Staten, zelfs langer dan andere steden met ernstige congestie, zoals Los Angeles.
De woon-werk reistijd voor inwoners van de stad New York is gemiddeld 39,1 minuten, in Manhattan (60 km²) is dat 30,1 minuten, langer dan Los Angeles County (12.310 km²).[15] Binnen de agglomeratie New York is de auto de dominante modaliteit voor woon-werkverkeer, ongeveer 65% van de reizen naar het werk gaat met de auto en 25% per openbaar vervoer. Ongeveer 22% van alle stedelijke werkgelegenheid is in Manhattan.[16]
Verder varieert de congestie ook per staat. De meeste congestie komt voor in de staat New York. In New Jersey heeft men een andere aanpak van het fileprobleem voorzien dan in New York. In plaats van zich alleen te richten op het openbaar vervoer heeft New Jersey ook aanzienlijk geïnvesteerd in de autosnelwegen. Dit resulteert in een groot aantal vrij brede autosnelwegen. Dit heeft er wel toe geleid dat in New Jersey aanzienlijk minder files staan dan in New York. De grootste vertraging kent men op de toegangswegen naar de bruggen en tunnels naar Manhattan.
Een derde probleem is de geografie van de agglomeratie, de vele wateroppervlakten zorgen ervoor dat het verkeer gebundeld wordt op de bruggen en tunnels, die ook zeer verouderd zijn, en ook nog eens allemaal tol kennen. Om vanaf Long Island te reizen moet men via de stad New York.
Vrijwel alle autosnelwegen opereren tegen hun maximale capaciteit of daar overheen. Mogelijkheden tot uitbreiding van het snelwegennet ontbreekt hem voornamelijk in de stad New York zelf, omdat de stad zo dichtbebouwd is, kan een verbreding alleen door massale sloop van gebouwen. Bovendien zijn veel autosnelwegen verhoogd (elevated), waardoor fysieke verbreding onhaalbaar is. Buiten dat hebben de afritten in Manhattan te weinig capaciteit. Binnen Manhattan zelf is de congestie minder intensief, maar zijn de reistijden lang vanwege de vele verkeerslichten, dit komt voornamelijk door het gridpatroon. Dit functioneert echter betrekkelijk effficiënt, waardoor de wachtrijen niet zo snel uitgroeien tot eindeloze files. 75% van de huishoudens in Manhattan heeft geen auto. Dit betekent echter dat er nog steeds 250.000 private motorvoertuigen een thuis hebben in Manhattan. Er is echter wel sprake van grote aantallen taxi's en ride-share voertuigen.
Long Island Sound verbinding
zie Long Island Sound verbinding voor het hoofdartikel.
Het Long Island Sound is een langgerekt water tussen Long Island en Connecticut. Al lang geleden zijn er bruggen of tunnels voorgesteld om Long Island met Connecticut te verbinden. Het water is tussen 10 en 30 kilometer breed en strekt zich over een afstand van 150 kilometer uit. Vooralsnog zijn er twee veerdiensten en is het van een brug of tunnel nooit gekomen.
Verkeersveiligheid
In 2018 vielen 200 verkeersdoden in New York City, het laagste aantal in 100 jaar.[17] Dit komt neer op een ratio van 23 per 1 miljoen inwoners, vergelijkbaar met de veiligste landen ter wereld, alhoewel cijfers van steden niet 1-op-1 te vergelijken zijn met die van hele landen.
Het grootste aandeel verkeersdoden zijn voetgangers, die in 2018 57% van alle verkeersdoden uitmaakten. Inzittenden van motorvoertuigen maken 18,5% van de verkeersdoden in New York City uit.
Het hoogste aantal verkeersdoden in New York City werd in 1929 geregistreerd: met 1360 doden. Indertijd was het autoverkeer sterk in opkomst terwijl de wegen weinig verbeterd waren ten opzichte van de 19e eeuw, waardoor voetgangers en auto's vaak met elkaar in conflict kwamen. In 1990 vielen nog 701 doden in New York City.
Zie ook
Referenties
- ↑ lengte binnen het stedelijk gebied
- ↑ lengte binnen het stedelijk gebied
- ↑ lengte binnen het stedelijk gebied
- ↑ nyc.gov
- ↑ MTA Bridges and Tunnels | mta.info
- ↑ Bridges & Tunnels | panynj.gov
- ↑ dot.ny.gov
- ↑ www.njta.com
- ↑ nysba.ny.gov
- ↑ thruway.ny.gov
- ↑ Transit Utilization and Traffic Congestion: Is There a Connection? | reason.org
- ↑ Transit Utilization and Traffic Congestion: Is There a Connection? | reason.org
- ↑ MTA 2009 Final Proposed Budget | mta.info
- ↑ TomTom Traffic Index | tomtom.com
- ↑ QuickFacts | census.gov
- ↑ New Central Business District Employment and Transit Commuting Data | newgeography.com
- ↑ Traffic Deaths in New York City Drop to 200, a Record Low | nytimes.com