Rijkswegennet 1821
HISTORIE VAN DE NEDERLANDSE WEGEN |
Tijdsbeelden |
Tot 1800 | 19e eeuw | 1900-1950 | 1950-1970 | 1970-2000 | na 2000 |
Thema-artikelen |
Voor 1800: Romeinse weg | Hanzeweg | Hessenweg |
19e eeuw: Rijkswegennet 1816 | Rijkswegennet 1821 |
1900-1950: Wegenvraagstuk | Eerste autosnelwegen | Tweede Wereldoorlog |
1950-1970: Verklaring van Genève | Rijkswegenfonds | Deltawerken |
1970-2000: Amelisweerd | Verkeerssignalering | Routenummers 1976 |
na 2000: Luchtkwaliteit | Spoedwet wegverbreding | Stikstofcrisis |
Lijst van openingen Nederlandse rijkswegen |
De vaststelling van het Rijkswegennet van 1821 was feitelijk een nadere uitwerking van het Rijkswegennet 1816. De hoofdverbindingen van dat plan werden gehandhaafd; het kwam tot een nadere indeling in klassen die gevolgen had voor wegbeheer en financiering.
Splitsing in Rijkswegen van eerste en tweede klassse
In 1821 ontstond de wegenverdeling tussen de wegbeheerders die feitelijk tot het eind van de 19e eeuw onveranderd bleef. Wegen van de 1e klasse vielen daarbij onder het rechtstreeks beheer van het Rijk, bij wegen van de 2e klasse gingen beheer en onderhoud naar de provincies.[1] Dit was in sterke mate een vorm van prioritering, financiering en verdeling van taken tussen de centrale overheid en de decentrale overheden. Men kan de splitsing dan ook duiden als een verfijning van de al ingeslagen weg en minder als een trendbreuk.
Als basis voor de indeling van de twee klassen was genomen dat de eerste klasse zou bestaan uit de verbindingen tussen de hoofdstad en de beide residenties (oftewel Amsterdam, Den Haag en Brussel), die met de buurlanden en die tussen de vestingssteden langs de zuidgrens.[2]. Alle andere wegen zouden van tweede klasse zijn, zij het dat iedere provinciehoofdstad verbonden diende te zijn met tenminste één weg van eerste klasse. Bij deze gelegenheid is ook een aantal wegen gedeklasseerd: onderhoud van de weg diende voortaan voor rekening te komen van de belanghebbenden, zo heette het in het Koninklijk Besluit.
Opvallende gevolgen van de splitsing
Hoewel elf routes met zijtakken waren geduid als wegen van eerste klasse, liftten de rijkswegen op behoorlijke stukken met elkaar mee. Weg 5 van Den Haag naar Denekamp bijvoorbeeld verliep van Den Haag naar Leiden over weg 4, en van Amersfoort tot aan de grens over weg 1. Weg 6 volgde deze zelfde weg 5 (en dus ook weg 4) tot aan Zeist, om vervolgens vanaf Arnhem weer over weg 2 mee te liften. Soortgelijke constructies golden op veel andere wegen.
De eerste klasse gaf duidelijk een focus op noord-zuid-verbindingen door de westelijke helft van het Verenigd Koninkrijk. Via de zijtakken werden ook andere landsdelen bediend, maar dit gebeurde feitelijk maar mondjesmaat. Tekenend is dat een provincie als Drenthe het nog zeer lang met maar één verharde rijksweg moest doen. Van de huidige grote Nederlandse routes valt het vooral op dat een voorloper van de A2 tussen Utrecht en 's-Hertogenbosch ontbreekt. Deze viel duidelijk niet binnen de hoofdcriteria om binnen een weg van de eerste klasse te vallen en kon ook niet meeliften in de hoedanigheid van zijtak. Overigens is deze route wel in de 19e eeuw met enige voortvarendheid verhard.
Ondanks ministeriële teksten over grensoverschrijdend verkeer, werden alle verbindingen naar Duitsland op drie na in de tweede klasse gebracht of zelfs volledig uit het bestel gehaald. Frankrijk was kennelijk belangrijker: zoniet voor de handel, dan ook wel vanwege mogelijke militaire dreiging. Bedacht moet worden dat het Verenigd Koninkrijk op het Weense Congres de functie toegedeeld had gekregen van grote bufferstaat bij mogelijke nieuwe Franse agressie. Naar Duitsland toe werd kennelijk sterk vertrouwd op de Rijn, zeker in het noordelijke rijksdeel. Na de splitsing tussen Nederland en België van 1830-1839 bleef er maar één grensovergang met Duitsland over in de wegen van eerste klasse.
Nummering
Eerste klasse
Nummer | Weg | Zijtakken |
---|---|---|
1 | van Amsterdam naar de Hannoverse Grenzen, over Naarden, Amersfoort, Hoevelaken, Voorthuizen, Apeldoorn, Deventer, Holten, Goor, Delden, Oldenzaal. |
|
2 | van Amsterdam naar de Pruisische Grenzen, over Naarden, Amersfoort, Lunteren, Arnhem, Nijmegen, Boxmeer, Venlo, Maastricht, Luik en Theux | |
3 | Van Amsterdam naar Franse grenzen, over over Abcoude, Loenen, Breukelen, Utrecht, Vianen, Gorinchem, Steenwijksche veer, Oosterhout, Breda, Antwerpen, Mechelen, Brussel, Halle, Soigies, Bergen & Quievrain. |
|
4 | Van Amsterdam naar Hellevoetsluis, over Haarlem, Haagsche Schouw, 's Gravenhage, Delft, Maassluis, Rozenburg en Brielle. | Amsterdam tot het Nieuwediep |
5 | Van 's Gravenhage naar de Hannoverse grenzen, over Leiden, Woerden, Utrecht, Amersfoort, Hoevelaken, Apeldoorn, Deventer, Holten, Delden en Oldenzaal | |
6 | Van 's Gravenhage naar de Pruissische Grenzen, over Haagsche Schouw, Leiden, Woerden, Utrecht, De Bilt, Zeist, Rhenen, Wageningen, Arnhem, Nijmegen, Venlo, Maastricht, Luik en Theux | |
7 | Van 's Gravenhage naar de Franse Grenzen, over Delft, Rotterdam, Dordrecht, Moerdijk, Breda, Antwerpen, Mechelen, Brussel, Halle, Mons en Quiévrain |
|
8 | Van Brussel naar de Hannoverse Grenzen, over Mechelen, Antwerpen, Tilburg, 's-Hertogenbosch, Grave, Nijmegen, Arnhem, Dieren, Zutphen, Deventer, Holten, Delden en Oldenzaal | Brussel naar Franse grenzen, over Halle, Soignies, Bergen, Quiévrain |
9 | Van Brussel naar Pruisische Grenzen, over Leuven, Tienen, Sint Truiden en Luik | Sint Truiden naar Maastricht over Tongeren |
10 | Van Brussel naar Oostende, over Asse, Aalst, Gent, Eeklo en Brugge | |
11 | Van Oostende naar Luxembourg, over Nieuwpoort, Veurne, Ieper, Menen, Kortrijk, Tournai, Mons, Beaument, Philippeville, Neufchateau en Arlon |
Van de wegen van tweede klasse was geen landelijke nummering, maar alleen een nummering per provincie.
Externe links
Referenties
- ↑ Koninklijk Besluit 13 Maart 1821 N° 73, https://wiki.hisgis.nl/wiki/Koninklijk_Besluit_13_Maart_1821_N%C2%B0_73
- ↑ Rapport van de Minister van Binnenlandse Zaken en Waterstaat, 30 januari 1821, No. 22 W, https://wiki.hisgis.nl/wiki/Rapport_N%C2%B0_22_W.
Chronologie van Nederlandse nationale wegenplannen |
---|
Vaststelling (historische) rijkswegennetten: 1816 - 1821 Rijkswegenplannen: 1915 - 1927 - 1932 - 1938 - 1948 - 1958 - 1968 - 1984 Tussentijdse wegenplannen: 1200 km-plan (1959) - Structuurschema Hoofdwegennet 1966 Planologische kernbeslissingen: Structuurschema Verkeer en Vervoer (1977-1981) - Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer (1988-1991) - Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (2000-2002) - Nota Mobiliteit (2004-2006) Rijksstructuurvisies: Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2011-2012) |