Rijkswegenplan 1984

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Rijkswegenplan 1984 was het zevende en laatste rijkswegenplan van Nederland. Het kwam 16 jaar na het voorgaande rijkswegenplan, de langste periode in de geschiedenis van de wegenplannen.

Geschiedenis

Rijkswegenplan 1984

Vanaf het beslechten van het Wegenvraagstuk in de jaren ‘20 tot in de jaren ‘70 waren de rijkswegenplannen leidend in de financiering en in de planning van de uitvoering van de aanleg van het rijkswegennet. Deze plannen werden iedere tien jaar opnieuw tegen het licht gehouden (waarbij het Rijkswegenplan 1932 de uitzondering werd vanwege de grote tijdsdruk waaronder het oorspronkelijke plan van 1927/28 tot stand was gekomen).

In de jaren ‘70 ging deze methode op de helling en dit was een van de redenen dat het geplande Rijkswegenplan 1978 niet van de grond kwam. Dat betekende niet dat de planning stilstond. In de jaren ‘70 was gewerkt aan het Structuurschema Verkeer en Vervoer (SVV), dat in 1981 uiteindelijk definitief werd. Hiermee was sprake van vaststaand beleid en van duidelijke planning van de uitvoering.

Toen in 1984 dan uiteindelijk het nieuwe Rijkswegenplan uitkwam, had dat document niet de rol die eerdere Rijkswegenplannen hadden gehad. Het plan was eerder pro-forma en op uitvoering gericht, waarbij de inhoud feitelijk was gebaseerd op beleid dat al in het SVV uiteen was gezet.

Van de in het SVV opgenomen verbindingen waren overigens alleen die verbindingen opgenomen die in de eerste fase van het SVV, tot in de jaren ‘90, zouden worden gerealiseerd. De fase 2-plannen voor daarná bleven buiten beeld, wat consistent was met het feit dat puur sprake was van een uitvoeringsprogramma. Op de plankaart die behoorde bij het Koninklijk Besluit stonden die fase 2-routes overigens wel ingetekend, met de opmerking dat ze nog niet behoorden tot het Rijkswegenplan.

Het Rijkswegenplan 1984 zou het laatste Rijkswegenplan worden. Vanaf 1990 zou met het MIT (later MIRT), het Meerjarenplan Infrastructuur en Transport, definitief afscheid worden genomen van het tijdperk van de rijkswegenplannen. De Wet Uitkeringen Wegen, waarin financiering op basis van rijkswegenplannen was voorzien, vond in 1993 zijn definitieve einde als onderdeel van de Wet Herverdeling Wegenbeheer.

Wijzigingen ten opzichte van Rijkswegenplan 1968 en SVV

Het plan viel vooral op door het hoge aantal administratieve omnummeringen ten opzichte van het Rijkswegenplan 1968. Voor een groot deel werd daar gelijk getrokken met de routenummering die in 1976 van kracht was geworden. Routes uit het Rijkswegenplan 1968 die niet waren teruggekomen in het SVV kwamen in de regel ook niet terug in het Rijkswegenplan 1984, terwijl de "tweede fase"-routes in het SVV als genoemd niet terugkwamen in het Rijkswegenplan 1984. Ten opzichte van de "eerste fase"-routes van het SVV is het aantal wijzigingen beperkt.

Geschrapt

Nummer (SVV) Traject Opmerking
3 Ouderkerk-Papendrecht Nog wel geduid als SVV fase 2-project
7 Amsterdam-Purmerend Route via Zaanstad wordt rijksweg 7
14 Leidschendam-Nootdorp
22 Nieuw Vennep-Leiden Nog wel geduid als SVV fase 2-project
59 Zonzeel-Noordhoek Nog wel geduid als SVV fase 2-project

Naslag

Staatsblad 1984, 239.

Referenties


Chronologie van Nederlandse nationale wegenplannen

Vaststelling (historische) rijkswegennetten: 1816 - 1821

Rijkswegenplannen: 1915 - 1927 - 1932 - 1938 - 1948 - 1958 - 1968 - 1984

Tussentijdse wegenplannen: 1200 km-plan (1959) - Structuurschema Hoofdwegennet 1966

Planologische kernbeslissingen: Structuurschema Verkeer en Vervoer (1977-1981) - Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer (1988-1991) - Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (2000-2002) - Nota Mobiliteit (2004-2006)

Rijksstructuurvisies: Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2011-2012)