Verkeersregelinstallatie

Uit Wegenwiki
(Doorverwezen vanaf Verkeerslicht)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een verkeersregelinstallatie, afgekort tot VRI, is een verzameling van losse elementen die nodig zijn om één of meerdere verkeersstromen te regelen middels het geven van optische signalen aan weggebruikers. De VRI moet zorgdragen voor een zo goed mogelijke afwikkeling van het verkeer op conflictvlakken. De VRI bestaat sinds 1868.

VRI is de officiële technische benaming van wat onder de bevolking bekend staat onder de naam stoplichten (Nederland) en/of rode lichten (Vlaanderen). Ook de term verkeerslichten wordt vaak gebruikt, zowel door burgers als door technici.

NB. Deze pagina beschrijft de technische onderdelen met betrekking tot VRI's, voor het programma die de afwikkeling bepaalt op het kruispunt zie de pagina verkeersregeling.

Geschiedenis

Voor de verschijning van de verkeersregelinstallatie regelde de politie handmatig het verkeer. Dit deden zij met behulp van een zogenaamd prentenboek of klapbord. De allereerste VRI in de wereld werd in 1868 in Londen in gebruik genomen. Deze regelde een veilige oversteek voor de militaire politie.

De allereerste verkeersregelinstallatie in Nederland stamt uit de jaren 1930. De meningen zijn verdeeld over welke stad het eerste was. Een bron gaat uit van Amsterdam als eerste verkeerslichtstad. Een andere bron spreekt over Den Haag, over het jaar 1936 en weer een andere bron heeft het over Eindhoven in het jaar 1928. Zeker is dat in de beginperiode er weinig consensus was over de volgorde van de lichten. Er zijn plaatsen geweest waar alleen het groene en rode licht aanwezig waren, plaatsen met groen, geel en rood licht en plaatsen met oranje licht die ook samen met het groene licht kon branden. In de begintijd gaven vri's een belsignaal wanneer het licht rood was, omdat de wegbeheerder niet vertrouwde dat men voor rood zou stoppen. Na klachten over geluidsoverlast is dit signaal verdwenen uit de installaties.

Intussen zijn er in Nederland zo'n 5500 verkeersregelinstallaties te vinden. Opmerkelijk dat het aantal nog toeneemt, als men bedenkt dat de rotonde nog in opmars is.

Criteria voor het plaatsen van een verkeersregelinstallatie

Een verkeersregelinstallatie kan om diverse redenen geplaatst worden. Veelgebruikte criteria zijn verkeersveiligheid, capaciteit, inpasbaarheid en budget en minder gebruikte criteria zijn prioritering voor bepaalde doelgroepen, comfort en milieu.

Een van de meestgebruikte criteria om een verkeersregelinstallatie te plaatsen is de verkeersveiligheid. Dit kan komen doordat de wachttijd in een ongeregelde situatie te hoog oploopt of omdat er slecht zicht is op de op te rijden weg. Bij ongeregelde kruisingen leidt de aanpak met een civieltechnische maatregel in veel gevallen tot een daling in de verkeersonveiligheid. In steeds grotere mate wordt sinds de jaren 1990 gekozen voor de toepassing van een rotonde. Bij de toepassing van een rotonde daalt de verkeersonveiligheid dan ook het sterkst.[1] Maar ook de VRI zorgt voor een daling van de verkeersonveiligheid, weliswaar is de daling hier wat minder sterk dan bij de rotonde. Dit is ook afhankelijk van de geloofwaardigheid van de toegepaste verkeersregeling, waar de roodlichtnegatie van afhankelijk is. Ondanks de grote winst in verkeersveiligheid bij de toepassing van een rotonde wordt de verkeersregelinstallatie nog toegepast vanwege meerdere criteria naast verkeersveiligheid.

Een tweede criterium is die van de capaciteit. De hoeveelheid verkeer en de verdeling van verkeer heeft de grootste invloed in de toe te passen maatregel en configuratie. Te denken valt aan het afrijden van een ongelijkvloerse kruising waarbij verkeer vanaf de afrit voorrang moet verlenen aan ander (kruisend) verkeer. In diverse gevallen kan een rotonde op zo'n locatie volstaan, maar door de voorrangssituatie ter plaatse - waarbij het gebruikelijk is dat oprijdend verkeer voorrang dient te verlenen aan verkeer op de rotonde - is het mogelijk dat ook een rotonde niet zorgt voor de gewenste doorstroming. Een installatie verbetert hierbij de doorstroming door voldoende groentijd te geven aan alle richtingen, zodat een optredende file niet terugslaat tot op de doorgaande rijbaan. Een voordeel van een VRI ten opzichte van een rotonde is dat bij exclusieve linksaffers de linksafslaande stromen voor elkaar langs kunnen rijden, terwijl men elkaar bij rotondes op twee locaties hindert door kruisende stromen.

Een derde veelgebruikt criterium is de inpasbaarheid. Op diverse locaties is de ruimte beperkt of zijn er mogelijkheden of onmogelijkheden voor maar één enkele oplossing. In diverse gevallen kan een verkeersregelinstallatie dan de enige oplossing zijn.

Een vierde en veelgebruikt criterium is het beschikbare budget. Vanzelfsprekend is een verkeersdrempel een goedkopere oplossing dan een VRI en een ongelijkvloerse kruising een duurdere oplossing dan een VRI. Het beschikbare budget is in grote mate afhankelijk van de wil om de meest effectieve doorstroming te bewerkstelligen in combinatie met de meest kosteneffectieve maatregel, maar zoals hiervoor en hierna is uiteengezet, kunnen meerdere criteria dan capaciteit (naast financiën) bepalend zijn voor de toepassing van verkeerslichten.

Prioritering voor bepaalde doelgroepen kan ook een reden zijn om een VRI te plaatsen. Beleidstechnisch is het mogelijk dat overheden kiezen voor bijvoorbeeld mobiliteit pro-fiets, pro-openbaar vervoer of pro-vrachtverkeer. Met een verkeersregelinstallatie is het mogelijk extra voordelen voor deze doelgroepen te bewerkstelligen, waaronder twee keer groen in één cyclus, absolute prioriteit (passeren van het kruispunt zonder stop), eerder groen in een cyclus of het vasthouden van groen. Voor hulpdiensten zijn zelfs mogelijkheden beschikbaar om kruispunttakken vrij te maken voor aankomende voertuigen zodat aanrijtijden verbeterd kunnen worden.

Een zesde reden kan zijn het verbeteren van het comfort. Andere verkeerstechnische maatregelen zoals drempels, rotondes, chicanes kunnen hinderlijk zijn voor de weggebruiker en mogelijk tot irritatie leiden. Een VRI kan - indien niet oververzadigd en geloofwaardig geregeld - zorgen voor een comfortabele verplaatsing. Gekoppelde VRI's in de vorm van een groene golf kunnen zelfs voor een zeer comfortabele verplaatsing zorgen waarin weinig irritatie voor kan komen. Maar comfort is subjectief, wat voor de één als voordeel gezien kan worden, is voor de ander wellicht een nadeel.

Als zevende en laatste criterium kan het milieu een reden zijn voor de plaatsing van een VRI. Niet alleen zaken als emissie, maar ook geluid, stank en leefbaarheid vallen onder het criterium milieu. Een rotonde kan een grote emissiegenerator zijn, maar een slecht afgestelde VRI kan dit ook zijn. Er zijn voor zover bekend weinig grondige onderzoeken geweest waarbij eensluidend een bepaalde verkeertechnische oplossing als de beste voor het milieu kan worden aangemerkt. Van groene golven wordt wel eens aangemerkt dat zij goed voor het milieu zijn, doch het zijverkeer en het verkeer aan de start van de groene golf kan de positieve effecten voor het milieu negatief beinvloeden.

Onderdelen van een verkeersregelinstallatie

Een verkeersregeltoestel geopend, met alle benodigde onderdelen.

De losse elementen van een verkeersregelinstallatie bevatten alle voor het regelen noodzakelijke componenten, zoals:

  • de regelcomputer en de behuizing daarvan, ook wel verkeersregeltoestel of -automaat genoemd;
  • de masten, zweepmasten en portalen;
  • de verkeerslantaarns;
  • detectoren (meestal lussen in het wegdek);
  • kabels en leidingen.

Verkeersregeltoestel

Een bedieningspaneel met diverse bedieningsmogelijkheden voor de installatie en met kruispuntplaatje met daarin de toestand van de detectoren en fasecycli.

Het verkeersregeltoestel, of kortweg een automaat of VRI-kast, is de centrale plaats van een verkeersregelinstallatie waarin alle apparatuur is verwerkt. Het toestel wordt geplaatst in de buurt van het bewuste kruispunt op zo een manier dat een persoon die het toestel ter plekke bedient het kruispunt kan overzien. Het toestel bestaat normaliter uit een behuizing in de vorm van een kast met daarin alle benodigde componenten. Deze componenten zijn onder meer:

  • electriciteitsvoorziening en noodstroomvoorziening;
  • communicatievoorziening;
  • aansluitklemmen voor kabels;
  • bedieningspaneel;
  • de regelcomputer;
  • diverse systeembewakingen zoals detectiebewaking en roodlichtbewaking

Masten, zweepmasten en portalen

Voorbeeld van verkeerslichten die geïntegreerd zijn in de bewegwijzering, op Weena in Rotterdam.

Een mast is een ondersteuningsconstructie, die ervoor zorgt dat de verkeerslantaarns op de gewenste hoogte en de gewenste positie boven de weg kunnen worden bevestigd. Er kan hierbij onderscheid worden gemaakt tussen de volgende typen masten:

  • drukknopmast,
  • universeel- of montagemast,
  • voorwaarschuwingsseinmast,
  • combimast (voor openbare verlichting, bewegwijzering en/of verkeerslantaarns),
  • uithoudercombinatie (synoniem: uitlegger of zweepmast)
  • portaal

Een uithoudercombinatie is een combinatie van één staander en één uithouder. Een portaal is een combinatie van twee staanders en één ligger. Uithoudercombinaties en portalen kunnen ook worden gecombineerd met openbare verlichting en/of bewegwijzering. In Nederland worden vooral cilindrisch verjongende masten toegepast, waarbij de diameter van de mast verjongt. De masten worden berekend volgens de constructienormen TGB 1990 (NEN 6702) of de Eurocode, waarbij wordt getoetst op de maximale materiaalspanning en de horizontale verplaatsing (6% van de bovengrondse lengte). Het overgrote merendeel van verkeerslichtmasten is geproduceerd van staal. Om het staal te beschermen tegen roestvorming wordt het gehele mastlichaam ondergedompeld in een zinkbad (thermisch verzinken). Daarna wordt het mastmateriaal voorzien van een coating, waarbij tevens de zwart/wit-banden (tot 2,1 meter boven maaiveld volgens NEN 3322) worden aangebracht. De normen, die van toepassing zijn op dit type masten, zijn: ASOV 2010 (Algemene Specificaties Ondersteuningsconstructies voor Verkeersregelinstallaties 2010), Eisen Verkeersregelinstallaties 1997 of RAW-hoofdstuk 35 en de Regeling Verkeerslichten. Hierbij moet worden opgemerkt dat de ASOV 2010 qua specificaties het meest compleet is en aansluit bij de dagelijkse praktijk.

Een mast is voor fundatiedoeleinden veelal voorzien van een grondstuk met grondvleugels of van een voetplaat, zodat de mast kan worden geplaatst op een betonfundatie. Iedere mast is voorzien van een montageluik, waarachter het montageluik kan worden gemonteerd. Indien de mast wordt gecombineerd met openbare verlichting en/of bewegwijzering, dan wordt er een tweede montageluik aangebracht. Voor het bevestigen van de verkeerslantaarns wordt veelal gebruikgemaakt van een knieopzetstuk (voor op-mast-bevestiging aan een staander, die onderdeel uitmaakt van een portaal, combimast of een uithoudercombinatie), een opzetstuk (voor bevestiging op de mast) en een neiginrichting (voor bevestiging aan de ligger).

De maximale zweeplengte van een zweepmast is circa 12 meter. De maximale overspanning van een buisportaal is 32 meter.

De neiginrichting is bedoeld om verkeerslantaarns in een bepaalde positie te kunnen draaien ten opzichte van de weg. Daarmee is het mogelijk om de verkeerslantaarn horizontaal of verticaal te positioneren zodat een optimaal zicht mogelijk is voor de weggebruiker.

Hoe de ondersteuningsconstructie eruit komt te zien qua coating en kleuren, is afhankelijk van de wegbeheerder en is vaak vastgelegd in zogenaamde klantspecifieke eisen.

Verkeerslantaarn

Een voorwaarschuwingssein.

Een verkeerslantaarn is de armatuur die één of meer verkeerslichten bevat. Een voorwaarschuwingssein is daarmee ook een verkeerslantaarn. De verkeerslantaarn bevat naast één of meerdere verkeerslichten de vereiste zonnekappen en de eventueel verplichte achtergrondschilden.

Verkeerslicht

Een verkeerslicht is bedoeld om het verkeer te regelen, in de vorm van een lamp met een bepaalde kleur en eventueel een bepaald symbool, ook wel sjabloon genoemd, bevestigd in een verkeerslantaarn.

In de spreektaal wordt de term verkeerslicht vaak verkeerd aangeduid als stoplicht.

In Nederland is de gebruikelijke volgorde van driekleurige verkeerslichten groen, geel, rood, groen, etc. Qua kleurcombinaties zijn er landen buiten Nederland die ook de combinatie rood-geel gebruiken (gereedmaken voor groen) en/of de combinatie groen-geel.

Achtergrondschild

Een achtergrondschild is een verticaal metalen vlak, bevestigd rondom twee- of driekleurige verkeerslichten. De boven- en onderzijde zijn meestal afgerond, hoewel er ook achtergrondschilden bekend zijn die rechthoekig zijn. Het achtergrondschild is meestal in het zwart uitgevoerd en heeft reflecterende witte randen om de zichtbaarheid te vergroten. In Nederland zijn achtergrondschilden verplicht gesteld bij twee- en driekleurige verkeerslichten. Enkel op fiets- en voetgangerslantaarns en tram- en buslantaarns zijn achtergrondschilden niet verplicht, maar daarop mogen ze wel toegepast worden. Ook wanneer de situatie onvoldoende ruimte biedt voor een schild, is toepassing uitgezonderd. Hierbij gaat men ervan uit dat er in het ontwerp geen mogelijkheden meer voorhanden zijn om schilden toe te passen en alle opties grondig afgewogen zijn.

Uit onderzoek van TNO instituut voor zintuigfysiologie is gebleken dat de zichtbaarheid van een verkeerslichtinstallatie met maar liefst met een factor 2 toeneemt door het toepassen van een achtergrondschild. Tevens heeft dit onderzoek nog een aantal interessante feiten naar boven gebracht. Voor mensen die kleurenblind zijn is een achtergrondschild zeer belangrijk aangezien zij de lichtbron op deze manier kunnen identificeren (herkenbaarheid). Bovendien werkt het achtergrondschild als afscherming tegen verblindend hemellicht. Mede daarom zijn achtergrondschilden verplicht gesteld in de Regeling Verkeerslichten die onder het BABW valt. [2]

Zonnekap

Een zonnekap is een horizontaal gebogen metalen vlak dat boven elk verkeerslicht wordt toegepast. De zonnekap vermindert het indringen van direct zonlicht op het verkeerslicht waardoor beter zichtbaar is welk verkeerslicht brandt (het zogenaamde fantoomeffect) en voorkomt tevens dat diverse soorten neerslag op de lampen terecht kunnen komen en blijven zitten.

Het toepassen van nieuwe ledtechniek leek het weglaten van zonnekappen mogelijk te maken. Nadeel is dat bij sneeuwval de lens volledig dicht blijkt te sneeuwen. Door de kleine warmte-ontwikkeling smelt deze sneeuw ook niet en wordt het verkeerslicht volledig bedekt. Dit heeft bij de spoorwegen in het verleden tot grote problemen geleid, daarom wordt in sterke mate aanbevolen altijd zonnekappen toe te passen. [3]

Detectoren

Zie detector voor het hoofdonderwerp.

Kabels en leidingen

De VRI kabels verlopen veelal langs de weg naar de VRI-kast. Wanneer deze wegen of fietspaden kruisen liggen ze doorgaans in een mantelbuis. De locatie van VRI kabels is voor aannemers middels een KLIC melding opvraagbaar bij het kadaster. De wegbeheerder heeft tevens een plicht om de ligging van de kabels binnen een bepaalde tijd bij het kadaster te melden in het kader van de WIBON (Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken).[4]

In andere talen

Verkeersregelinstallatie:

  • Afrikaans: robot
  • Engels (English): traffic regulation installation
  • Duits (Deutsch): Ampelanlage, Lichtsignalanlage (LSA)
  • Spaans (Español): dador de seňales de tráfico
  • Frans (Français): feux de signalisation
  • Italiaans (Italiano): semaforo
  • Pools (Polski): sygnalizacja świetina

Verkeerslicht:

  • Afrikaans: robot, verkeersligt
  • Engels (English): traffic signal, traffic light, stop light, traffic lamps, stop-and-go lights, robots, semaphore
  • Duits (Deutsch): Ampel, Verkehrssignalgeber
  • Spaans (Español): semáforo, seňal de tráfico
  • Frans (Français): feu de signalisation
  • Italiaans (Italiano): lanterna semaforica
  • Kroatisch (Hrvatski): semafor
  • Slowaaks (Slovenčina): brzdové svetlo

Referenties