Albulapass
| |
|---|---|
| Albulapass | |
| |
| Hoogte | 2.312 m |
| Weg | K749 |
| Hellingspercentage | 12% |
| Verboden voor aanhangers? | ja |
| Wintersluiting | november - juni |
| Opengesteld | 1865 |
| Kaart | kaart |
De Albulapass (Reto-Romaans: Pass da l'Alvra) is een bergpas in Zwitserland, gelegen in het kanton Graubünden. De bergpas is 2.312 meter hoog en is van secundair karakter. De Kantonstrasse 749 loopt eroverheen.
Kenmerken
De Albulapass is een noord-zuid georiënteerde bergpas, alhoewel de pashoogte meer oost-west ligt. De pas is gelegen in de Albula-Alpen. De pashoogte is de waterscheiding tussen de Rijn en Donau, de noordzijde watert af naar de Rijn, de zuidzijde naar de Inn en uiteindelijk de Donau.
De pasroute begint bij Tiefencastel op de Hauptstrasse 3 op 900 meter boven zeeniveau en voert eerst oostwaarts door de vallei van de rivier de Albula. Vlakbij Filisur kan men wandelen naar het beroemde Landwasserviaduct van de Rhätische Bahn. Vanaf Filisur voert de weg zuidoostwaarts naar Bergün, dat op 1350 meter hoogte ligt. De vallei is hier een stuk nauwer en vrij dichtbebost. Na Bergün wordt de weg smaller en bochtiger en kruist de Rhätische Bahn enkele malen. Bij het gehucht Preda gaat de spoorlijn door de 5,9 kilometer lange Albulatunnel.
Preda ligt op 1800 meter hoogte en men stijgt hierna vrij snel boven de boomgrens uit. De weg voert langs het Lai da Palpuogna, een klein bergmeer, waarna de laatste stijging tot de pashoogte volgt. Op dit traject heeft men goed uitzicht over een hele rij bergen met toppen tot ongeveer 3000 meter. De pashoogte kent een klein restaurant en een parkeerplaats maar geen grootschalige toeristische voorzieningen. Aan weerszijden torenen tot 3200 meter hoge bergen boven de pasroute uit.
Richting oosten voert de weg dan door een weidse vallei op circa 2200 meter hoogte, die in eerste instantie weinig grote hoogteverschillen kent. Vlak voor La Punt-Chamues-ch bevindt zich de steile afdaling naar het Engadin, de vallei van de rivier de Inn. Het dorp La Punt-Chamues-ch ligt op 1700 meter hoogte, de pasroute eindigt hier op de Hauptstrasse 27.
Panorama noordzijde
Geschiedenis
In 1695 werd voor het eerst gebruikgemaakt van de Albulapass en tussen 1855 en 1865 is de Albulapass als verharde weg aangelegd. De pas werd op hetzelfde moment voltooid als de Berninapass. De Albulapass is vrij smal en heeft geen belangrijke functie en wordt vooral door toeristen gebruikt. De bergpas is vanwege lawinegevaar tot in juni gesloten.
In 1904 opende de Albulabahn, die met een 5,9 kilometer lange tunnel onder de Albulapass heen gaat. Tot en met het winterseizoen 2010/2011 reden over de Albulabahn in de winter autotreinen, maar die zijn opgeheven omdat het niet meer rendabel bleek. Verkeer kan 's winters gebruikmaken van de westelijker gelegen Julierpass die het hele jaar door sneeuwvrij wordt gehouden. Daarnaast zijn er de autotreinen die sinds 1999 door de Vereinatunnel rijden, iets ten oosten van de Flüelapass.
Panorama pashoogte
Referenties
