Angola
Angola | |
---|---|
Hoofdstad | Luanda |
Oppervlakte | 1.246.700 km² |
Inwonertal | 31.128.000 |
Lengte wegennet | 20.500 km |
Lengte snelwegennet | 100 km[1] |
Eerste snelweg | 2008 |
Benaming snelweg | Auto-estrada |
Verkeer rijdt | rechts |
Nummerplaatcode | ANG |
Angola, formeel de Republiek Angola (Portugees: República de Angola), is een groot land in het zuiden van Afrika. Het land is circa 31 keer zo groot als Nederland en telt ruim 31 miljoen inwoners. De hoofdstad is Luanda.
Inleiding
Geografie
Angola heeft een lange kustlijn aan de Atlantische Oceaan en grenst in het noorden aan de Democratische Republiek Congo, in het oosten aan Zambia en in het zuiden aan Namibië. De exclave Cabina grenst ook aan de Republiek Congo. De hoofdstad Luanda ligt in het noordwesten van het land aan de kust. Andere belangrijke steden zijn Lobito, Lubango, Huambo en Benguela. Het westen van Angola is bergachtig, het oosten bestaat uit een plateau doorsneden door rivierdalen. Angola vormt de overgang tussen de tropische jungles naar de savannes en semi-woestijnen in het zuiden. Het land meet circa 1.200 kilometer van oost naar west en 1.300 kilometer van noord naar zuid. Grote delen van het land zijn erg dunbevolkt, met name langs de kust en in het oosten.
Het land ligt weliswaar in de tropische zone, maar heeft een wat afwijkend klimaat, veroorzaakt door een koude golfstroom aan de zuidkust, gebergtes in het binnenland en de invloed van de Namibische woestijn in het zuidoosten. Daardoor heeft het land meer een moessonklimaat, met regen van oktober tot april en droogte van mei tot augustus. De kustregio kent redelijk veel neerslag, afnemend van noord naar zuid. De gemiddelde maximumtemperatuur in Luanda varieert van 30 °C in januari tot 24 °C in augustus. In Luanda valt circa 400 mm neerslag per jaar.
Demografie
Angola had in 1950 slechts zo'n 4 miljoen inwoners, wat groeide naar 10 miljoen in 1990 en 25 miljoen in 2015. Er is echter slechts zeer sporadisch een census gehouden. Het land heeft verscheidene stammen, waarvan de meesten tot de Bantu-groep behoren. De grootste groepen buitenlanders zijn Congolezen, Portugezen en Chinezen.
Het land heeft maar één grote stad, de hoofdstad Luanda die 2,8 miljoen inwoners telt. Er zijn nog zes andere steden met meer dan 100.000 inwoners, verspreid over het westen en midden van het land. De bevolking van Angola is relatief ruraal, met name buiten de regio Luanda.
In Angola worden verscheidene talen gesproken, de grootste daarvan zijn inheemse talen, waarbij het Portugees als de lingua franca fungeert. Naar schatting spreekt driekwart van de bevolking het Portugees als eerste of tweede taal.
Economie
De economie van Angola heeft lange tijd geleden onder intern conflict. Een groot deel van het land is nauwelijks ontwikkeld, een uitzondering is echter de hoofdstad Luanda, dat een enigszins moderne stad is vergeleken met de rest van het land. In het decennium 2001-2010 had Angola de hoogste economische groei ter wereld. De export van Angola bestaat nagenoeg volledig uit olie, waarvan de helft naar China geëxporteerd wordt. De economie van Angola is sterk afhankelijk van de olieprijzen, waardoor periodes van enorme begrotingsoverschotten zich afwisselden met tekorten. Naar schatting leeft 40% van de bevolking onder de armoedegrens. In het verleden had Angola een grote landbouwsector, maar deze is tijdens de Angolese burgeroorlog ernstig in verval gekomen.
Geschiedenis
Vanaf de 16e eeuw werd het gebied gekoloniseerd door Portugal. De stad Luanda werd in 1575 gesticht, en heette indertijd São Paulo de Loanda. De Portugezen stichtten tal van handelsposten aan de kust, maar het binnenland werd in die tijd weinig bezocht en had grotendeels geen formeel bestuur. Portugal handelde in slaven uit Angola die gingen werken op plantages in Brazilië. In Angola werden ook plantages ontwikkeld, maar niet op de schaal van Brazilië. De slavenhandel werd in 1836 gestaakt. De Portugezen hadden lange tijd plannen om de kolonies Angola en Mozambique via het binnenland te verbinden, maar dit werd geblokkeerd door de Belgen en Britten. De grenzen van Portugees Angola werden pas in de periode 1884-1885 vastgesteld.
Angolees nationalisme groeide uit tot een onafhankelijkheidsoorlog vanaf 1961, die duurde tot onafhankelijkheid van Portugal verkregen werd in 1974-1975. De oorlog kwam ten einde door een staatsgreep in Portugal zelf, waarna men de militaire activiteiten in Angola staakte. Het land werd in 1975 onafhankelijk van Portugal. De onafhankelijkheidsoorlog ging echter over in de Angolese burgeroorlog, dat ook een proxy-oorlog tussen de communisten en het westen was ten tijde van de Koude Oorlog. Met steun van de Sovjetunie, Cuba, Zuid-Afrika en de Verenigde Staten duurde het conflict decennia voort. De oorlog duurde 27 jaar maar kende meerdere periodes van conflict en rust. Tijdens de burgeroorlog werd bijna de volledige infrastructuur van Angola verwoest.
Sinds het einde van de burgeroorlog in 2002 is Angola relatief stabiel. Dankzij olie-export kon de Angolese regering grootschalig infrastructuur ontwikkelen, vooral in de hoofdstad Luanda en de omliggende regio. Het binnenland is nog steeds onderontwikkeld.
Wegennet
In 2011 beschikte Angola over een netwerk van 62.560 kilometer weg, waarvan 36.399 kilometer formeel geclassificeerd is. Hiervan was in 2011 maar 17% (circa 6.200 kilometer) geasfalteerd.[2] In 2017 was het netwerk van verharde wegen circa 20.500 kilometer lang.[3]
Het wegennet van Angola was vroeger behoorlijk omvangrijk, maar is door decennia oorlogen verwoest. Er wordt sinds de vrede van 2002 grootschalig geïnvesteerd in het wegennet, zowel door de EU als China. Diverse wegen zijn gemoderniseerd en zijn van Europese kwaliteit.[4][5][6] Rondom de hoofdstad Luanda is een 55 kilometer lange ringsnelweg aangelegd, de eerste autosnelweg van het land, de Via Expresso genaamd. In het noordwesten van Angola is in 2017 de Autoestrada N'zeto - Soyo opengesteld.
Met name in het oosten van het land zijn veel wegen in dermate slechte toestand dat automobilisten en vrachtwagenchauffeurs door de berm parallelle zandroutes hebben gemaakt. Men moet echter oppassen met landmijnen, die nog overal voorkomen en de ontwikkeling van infrastructuur op het platteland bemoeilijken. Desondanks is het wegennet vrij beperkt, er is een oost-westas van Luanda naar Luau aan de grens met Congo in het oosten, en een noord-zuidroute vanuit Kinshasa naar de grens met Namibië. In het midden loopt een oost-westas vanaf de havenstad Lobito naar Luau en van Lubango takt een moderne weg af naar Namibië. De noord-zuidroute is grotendeels verhard, maar de oost-westroutes niet. In het zuidoosten van Angola zijn bijna helemaal geen verharde wegen.
Wegklassen
In Angola zijn drie wegcategorieën: de estradas nacionais (nationale wegen), estradas municipais (gemeentelijke wegen) en estradas especias (autosnelwegen, bypasses, autowegen).
De estradas nacionais worden opgedeeld in drie klassen: de 1e klasse is voor wegen met een verkeersintensiteit van 2.000 tot 5.000 voertuigen per dag, de 2e klasse is voor wegen met een verkeersintensiteit van 800 tot 2.000 voertuigen per dag en de 3e klasse is voor wegen met een verkeersintensiteit van 300 tot 800 voertuigen per dag.
Wegbeheer
De nationale wegbeheerder van Angola is het Instituto Nacional de Estradas de Angola (INEA).
Autosnelwegen
In Angola zijn twee snelwegachtige wegen, de bypass van Luanda (Via Expressa Fidel Castro) en de Autoestrada N'zeto - Soyo.
Er is ook een masterplan voor Angola uitgewerkt waarin de bouw van een netwerk van 3.878 kilometer aan autosnelwegen was voorzien, met twee noord-zuidroutes, drie oost-westroutes en een aantal andere routes. Autosnelwegen waren hierin voorzien tussen alle grotere steden en naar alle buurlanden.
Estradas nacionais in Angola |
---|
Geschiedenis
De koloniale periode
In de Portugese koloniale periode werd het wegennet van Angola slechts beperkt ontwikkeld. Er waren slechts een klein aantal hoofdwegen;[7]
- Luanda - Dondo - Nova Lisboa (Huambo) - Sá da Bandeira (Lubango) - Namacunde (gr. Namibië). De primaire noord-zuidroute van Angola
- Dondo - Salazar (N'dalatando) - Malanje - Henrique de Carvalho (Saurimo) - Luau (gr. D.R. Congo). De primaire oost-westroute van Angola
- Lobito - Benguela - Nova Lisboa (Huambo) - Luau. De tweede oost-westroute van Angola
- Luanda - Ambrizete (N'zeto) - Nóqui (gr. D.R. Congo). De primaire route richting Kinshasa
Elders waren wel wegen, maar deze waren secundair in karakter. Opvallend was dat er geen doorgaande kustweg was en in het uitgestrekte binnenland eigenlijk maar 3 belangrijke wegen waren. Het wegennet in het zuidoosten en noordoosten was het minst ontwikkeld, maar ook het zuidwesten had weinig wegen. In de exclave Cabinda verliepen wel een aantal wegen.
De bouw van wegen kreeg in Angola pas na de Tweede Wereldoorlog enige betekenis. Het officieel vastgestelde wegennet groeide van 35.500 kilometer in 1960 naar 72.000 kilometer in 1967.[8]
Het wegbeheer werd in de koloniale tijd uitgevoerd door de Junta Autónoma de Estradas de Angola (JAEA). Het aantal geregistreerde voertuigen in Angola lag op 32.800 in 1952 en 168.200 in 1972.[9]
Angolese burgeroorlog
Direct na de onafhankelijkheid brak een burgeroorlog uit die uiteindelijk 27 jaar zou duren (1975-2002). Dit was een voortzetting van de Angolese onafhankelijkheidsoorlog (1961-1974), waardoor er ruim 40 jaar conflict was in Angola. Dit conflict heeft de bestaande koloniale infrastructuur sterk beschadigd, maar heeft ook de verdere ontwikkeling van de infrastructuur lamgelegd. Waar de andere landen in zuidelijk Afrika in de jaren '70-80-90 hun infrastructuur ontwikkelden lag dit in Angola stil, de situatie ging vooral achteruit ten opzichte van 1960.
Het conflict was een proxy-oorlog van de grotere Koude Oorlog en zag niet alleen financiële en materiële steun, maar ook daadwerkelijk op grote schaal de inzet van buitenlandse grondtroepen. Zuid-Afrika en Cuba waarin hierin het meest betrokken. De meeste buitenlandse troepen verlieten het land in 1975 en 1976, maar de Cubanen bleven nog, met grote hoeveelheden soldaten en materieel. Angola was ook militair in conflict met buurlanden Zaïre en Namibië. Zuid-Afrika bemoeide zich van 1981 tot 1987 opnieuw met de oorlog met de inzet van duizenden militairen. De Cubanen waren in de jaren '80 met 60.000 grondtroepen en 1.000 tanks aanwezig. In 1988 trokken de Cubanen en Zuid-Afrikanen zich terug uit Angola.
Het conflict was daardoor zeer omvangrijk en anders dan in landen waar vooral rebellen in geïsoleerde gebieden actief waren. De slag om Cuito Cuanavale was de één na grootste in de Afrikaanse geschiedenis (na El Alamein in de Tweede Wereldoorlog). In de jaren '90 waren grootschalige en verwoestende belegeringen van steden in het binnenland van Angola. Het conflict eindigde in 2002, vooral nadat de leider van de rebellengroep UNITA omkwam. Tijdens de oorlog werd de meeste infrastructuur vernietigd, waaronder de drie spoorwegen en veel bruggen. Ook waren veel wegen in desastreuze toestand vanwege decennia aan oorlogsgeweld en gebrek aan onderhoud. Een bijkomend probleem was de enorme hoeveelheid landmijnen, ook langs wegen en onverharde wegen.
Uit een studie uit 2014 bleek dat er van de 4.200 bruggen in Angola in het nationale wegennet er tijdens de oorlog 1.500 vernietigd waren, waarvan er 800 tot het primaire wegennet behoren.[10] Een groot deel van de bruggen die nog wel in gebruik waren dateren van voor 1970 en verkeerden grotendeels in slechte toestand vanwege een ondergedimensioneerd ontwerp in combinatie met decennialang weinig of geen onderhoud.
Herstel en ontwikkeling
In 2002 had Angola een ernstig verwaarloosd en beschadigd wegennet, na decennia aan oorlog. Het land had een veel minder ontwikkeld wegennet dan de andere landen in zuidelijk Afrika. Het scoorde op veel indicatoren zeer laag.
Het wegennet is na het einde van de burgeroorlog in vrij hoog tempo opgeknapt. Dit was mogelijk dankzij forse opbrengsten uit de oliewinning. De hoofdstad Luanda werd getransformeerd met grootschalige reconstructies van wegen, wijken en gebouwen. Ook werden nieuwe flatwijken in de buitenwijken gebouwd. Luanda was hiermee moderner dan bijvoorbeeld Kinshasa of Brazzaville. In de periode 2002-2011 zijn vooral de bestaande asfaltwegen hersteld tussen de grootste steden, de focus lag daarbij vooral op de corridor van Luanda naar Huambo. Ook zijn in de periode tot 2014 946 bruggen hersteld of nieuw gebouwd.
Vanaf 2011 werd het Programa de Manutenção das Infraestruturas Rodoviárias (PRIR) gelanceerd, in de periode 2011-2020 is 13.232 kilometer weg verhard, waardoor het verharde wegennet van Angola in 10 jaar tijd verdrievoudigde en de meeste grotere plaatsen met een verharde weg verbonden waren.
Ook is het Plano Director Nacional do Sector dos Transportes gelanceerd waarin 5 cruciale verbindingen werden uitgebouwd tot verharde weg. Dit waren in 2020 de volgende corridors;
- corridor 1: Norte-Sul: 1812 kilometer, 95% verhard
- corridor 2: Luanda - Soyo - Cabinda: 539 kilometer, 74% verhard
- corridor 3: Lobito - grens D.R. Congo + aftakkingen naar Zambia: 1.206 kilometer, 45% verhard
- corridor 4: Luanda - Malanje - D.R. Congo: 1.155 kilometer, 97% verhard
- corridor 5: Namibe - Luiana: 1.502 kilometer, 56% verhard
De ontwikkeling was daarmee het minst ver op de oost-westroutes, met name in het zuidoosten en centrale oosten van Angola, waar ook de belangrijke internationale corridors nog onverhard waren. De Trans-Africa Highway 3 verloopt noord-zuid door Angola en is grotendeels verhard. De Trans-Africa Highway 9 voert oost-west door Angola en was voor de helft nog onverhard.
Angola kwam na 2012 in de economische problemen vanwege de krimp aan olie-inkomsten. Het land had tussen 2012 en 2021 voortdurend begrotingstekorten en bouwde een schuld van $ 20 miljard op bij Chinese banken.[11][12] Grote projecten kwamen stil te liggen. De nieuwe luchthaven van Luanda opende in 2024, 12 jaar later dan gepland.
Wegnummering
Het hoofdwegennet bestaat uit de estradas nacionais (nationale wegen), afgekort EN, soms gewoon N. Op de bewegwijzering staan ze als N, in geschreven tekst echter als EN.
De nationale wegen zijn genummerd in een systeem. De prefix is 'EN', met een 3-cijferig nummer. Het 1e nummer geeft de ligging aan: een nummer beginnend met een 1 is een noord-zuidroute (longitudinal), een nummer beginnend met een 2 is een oost-westroute (transversal) en een nummer beginnend met een 3 is een diagonale route. De tweede en derde nummers lopen van west naar oost op (longitudinale routes) en van noord naar zuid (transversale routes). De diagonale routes lopen van het noordwesten naar zuidoosten op en van het noordoosten naar het zuidwesten.
Er is dus een gridnetwerk, deels theoretisch, omdat veel EN-wegen niet meer dan zandwegen zijn. Het netwerk van genummerde wegen is echter wel zeer uitgebreid, meer dan in de meeste andere landen in zuidelijk Afrika.
Noord-zuidroutes
# | No. | Route | Lengte |
---|---|---|---|
EN 100 | Massabi - Cabinda (...) - Soyo - N'Zeto - Luanda - Sumbe - Benguela - Namibe - Foz do Cunene | 1.800 km | |
EN 101 | Sanga Mongo - Buco Zau - Dinge - Pedro Cota - Tando | 150 km | |
EN 105 | Benguela - Lubango - Techiulo | 605 km | |
EN 110 | Luanda - Catete - Quilenda - Caconda - Xangongo | 1.100 km | |
EN 120 | Noquí - M'Banza Congo - Uige - Quibaxe - Bula Atumba - N'Dalatando - Dondo - Huambo - Ondjiva - Namacunde | 1.790 km | |
EN 140 | Maquela do Zombo - Damba - Negage - Malange - Kuito - Menongue - Savate | 1.565 km | |
EN 160 | Sacandica - Quimbele - Marimba - Quela - Quirima - Longa - Cuito Cuanavale - Xamavera | 1.920 km | |
EN 165 | Muginga - Cuango | 190 km | |
EN 170 | Camaxilo - Cacolo - Cangamba - Mavinga - Dirico | 1.350 km | |
EN 180 | Dundo - Saurimo - Luena - Luiana | 1.375 km | |
EN 190 | Mucumbo - Muconda - Luacano - Lumbala Caquengue | 900 km | |
EN 195 | Caianda - Calunda - Macondo | 250 km |
Oost-westroutes
# | No. | Route | Lengte |
---|---|---|---|
EN 200 | Bitchequete - Buco Zau - Miconje | 135 km | |
EN 201 | Cabinda - Fubo - Zenze do Lucula | 65 km | |
EN 202 | Malembo - Zenze do Lucula | 40 km | |
EN 210 | N'Zeto - M'Banza Congo - Sacandica | 480 km | |
EN 220 | Ambriz - Uige - Sanza Pombo | 560 km | |
EN 223 | Cuilo - Dundo - Canzar | 360 km | |
EN 225 | Luanda - Caxito - Quibaxe - Quiculungo - Marimba - Caungula - Camissombo | 910 km | |
EN 230 | Luanda - Catete - N'Dalatando - Malange - Cacolo - Saurimo - Chiluage | 1.130 km | |
EN 240 | Sumbe - Quibala - Mussende - Quirima - Dala - Muconda - Luau | 1.110 km | |
EN 245 | Sumbe - Ucu Seles - Waco Kungo | 180 km | |
EN 250 | Lobito - Bocoio - Balombo - Kuito - Luena - Luacano - Caianda | 1.330 km | |
EN 260 | Catengue - Cubal - Huambo - Tempué - Cangamba - Lucusse - Macondo | 1.350 km | |
EN 280 | Namibe - Lubango - Matala - Cuvango - Menongue - Cuito Cuanavale - Mavinga - Rivungo | 1.160 km | |
EN 295 | EN-100 - Oncócua - Ondjiva - Savate - Cuangar - Dirico - Luiana | 1.350 km |
Diagonale routes
# | No. | Route | Lengte |
---|---|---|---|
EN 311 | Onzo - Muxaluando - Quibaxe | 75 km | |
EN 312 | Caxita - Canacassala - Onzo | 110 km | |
EN 313 | Dange - Camabatela - Tango - Cangola | 140 km | |
EN 321 | Maria Teresa - Dondo | 65 km | |
EN 322 | Dondo - Cacuso - Calandula | 230 km | |
EN 323 | Micanda - Caombo - Malange | 150 km | |
EN 346 | Cuangula - Cuango | 115 km | |
EN 350 | Chivaulo - Mungo - Bailundo - Huambo | 180 km | |
EN 352 | Huambo - Catchiungo | 50 km | |
EN 354 | Cuima - Caconda - Caluquembe - Cacula | 245 km | |
EN 358 | Huambo - Gandavira - Chipessa - Calombo | 145 km | |
EN 372 | Caiundo - Ondjiva - Naulila | 395 km | |
EN 380 | Catoca - Saurimo | 40 km |
Bewegwijzering
De bewegwijzering in Angola is identiek aan die van Portugal, met witte borden met zwarte letters.[13][14][15] Er komen echter ook blauwe borden met witte letters voor.[16][17] Ook worden bruine (toeristische?) doelen gebruikt.[18] Horizontale verkeerslichten met aftellers zijn ook gebruikelijk in Luanda.[19]
Maximumsnelheid
In de wegcode van 2008 zijn de volgende maximumsnelheden voor personenauto's vastgesteld;[20]
wegtype | Vmax |
---|---|
Referenties
- ↑ stand 01-01-2023
- ↑ As Infra-estruturas em Angola: Uma Perspectiva Continental | pppknowledgelab.org
- ↑ 6 – INFRAESTRUTURAS RODOVIÁRIAS EM ANGOLA | eaglestone.eu
- ↑ gemoderniseerde weg
- ↑ hoofdweg van Luanda naar Huambo
- ↑ hoofdweg in de hooglanden
- ↑ Carta de Angola 1966 | gpixel.org
- ↑ Relatos do passado de Angola: A construção de estradas angolanas no tempo colonial (Do livro Mukulo, 259 páginas) | novafrica.co.ao
- ↑ Colonialismo, classe e nação na história do automobilismo angolano (1957-1975) | ul.pt
- ↑ PROGRAMA DE REABILITAÇÃO DE INFRA-ESTRUTURAS RODOVIÁRIAS | adso.pt
- ↑ Angola gets breathing space from Chinese creditors, says finance minister | reuters.com
- ↑ Mounting Economic Challenges Threaten the Basis of MPLA Rule in Angola - A new debt management strategy also sought to reduce the weight of oil-backed loans, most of which had been contracted from Chinese entities, in the country’s debt stock. These loans are claimed to represent over 50 percent of external debt-servicing costs. | carnegieendowment.org
- ↑ afstandenbord N120 in Angola
- ↑ hoofdweg in Luanda
- ↑ rotondebord in het centrum van Luanda
- ↑ ring van Luanda
- ↑ blauwe borden op de Via Expresso
- ↑ bruin bord in Luanda
- ↑ verkeerslicht in Luanda
- ↑ Código de Estrada | stac.co.ao
Wegen van Afrika |
---|
Algerije • Angola • Benin • Botswana • Burkina Faso • Burundi • Centraal-Afrikaanse Republiek • Comoren • Democratische Republiek Congo • Republiek Congo • Djibouti • Egypte • Equatoriaal Guinea • Eritrea • Ethiopië • Gabon • Gambia • Ghana • Guinea • Guinea-Bissau • Ivoorkust • Kaapverdië • Kameroen • Kenia • Lesotho • Liberia • Libië • Madagaskar • Malawi • Mali • Marokko • Mauritanië • Mauritius • Mozambique • Namibië • Niger • Nigeria • Rwanda • São Tomé en Príncipe • Senegal • Seychellen • Sierra Leone • Somalië • Sudan • Swaziland • Tanzania • Togo • Tsjaad • Tunesië • Uganda • Westelijke Sahara • Zambia • Zimbabwe • Zuid-Afrika • Zuid-Sudan |