Bewegwijzering in Oostenrijk

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Dit artikel gaat over bewegwijzering in Oostenrijk.

Systeem

Kleuren

In Oostenrijk worden drie kleuren gebruikt, namelijk blauwe wegwijzers met witte letters op Autobahnen en Schnellstraßen en witte wegwijzers met zwarte letters voor het onderliggend wegennet. In aanvulling worden groene deelvlakken gebruikt met witte letters, voornamelijk voor toeristische bestemmingen. Bij afritbewegwijzering van autosnelwegen komen meerkleurige borden voor, zoals blauw met wit en blauw met groen.

Doelen

De keuze van de bestemmingen ("doelen") op de bewegwijzering is over het algemeen redelijk voorspelbaar en consistent. Er wordt onderscheid gemaakt tussen Fernziele op afstand, Bereichsziele op middellange afstand en Nahziele dichtbij. Fernziele zijn de Oostenrijkse hoofdstad (Wenen) of hoofdsteden van staten of belangrijke steden in het buitenland. Bereichsziele zijn bestemmingen met een bovenregionaal belang, zoals middelgrote steden. Nahziele zijn plaatsen met enig belang als knooppunt of bestemming.

Opvallend is het grote aantal landcodes in ovalen (Nationalitätenzeichen), dit wordt in Centraal-Europa relatief veel gebruikt, maar Oostenrijk en Hongarije spannen hier wel de kroon. De praktijk om alleen grensplaatsjes aan te geven met sommige buurlanden als Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Slovenië is grotendeels losgelaten, maar men treft soms nog oude wegwijzers. Richting Slovenië zijn dan bestemmingen als Karawanken en Spielfeld prominent weergegeven.

Er wordt voorgeschreven dat de bestemmingen in een bewegwijzeringsketen (Wegweisungskette) altijd op dezelfde volgorde staan. Er is daarbij sprake van de continuïteitsregel (Kontinuitätsregel). Tevens geldt het zogenaamde "omklapprincipe" (Umklappregel), waarbij een wegwijzer omgeklapt (naar achteren) in de juiste volgorde de bestemmingen aangeeft. De onderste bestemming moet men dus als eerste tegenkomen. De Fernziele en Bereichsziele zijn bij de ASFiNAG in een handboek vastgelegd.

Afstanden

Net zoals in Duitsland staat op afstandenborden ook de toevoeging "km". Op afstandenborden worden wegnummers soms vermeld. Afstanden worden afgerond op de hele kilometer, bij keuzemomenten (zoals kruispunten en afslagen) worden bij afstanden van minder dan 2000 meter afgerond op 100 meter.

Symbolen

In Oostenrijk wordt het afritsymbool gebruikt. Op sommige oudere wegwijzers staat het woord "EXIT" vergelijkbaar met wat men vroeger in Tsjechië had. Dit soort wegwijzers zijn inmiddels zeldzaam geworden.

Lettertype

Tot en met 2010 was het standaard lettertype in Oostenrijk het lettertype Austria, een afgeleide van DIN 1451 wat in Duitsland gebruikt wordt. Sinds 2010 worden wegwijzers met het lettertype TERN ingevoerd. De vervanging van de wegwijzers gaat vermoedelijk meer dan 20 jaar duren omdat men niet van plan is wegwijzers voor het einde van de levensduur te vervangen.

Het lettertype Austria bestaat in Eng- en Mittelschrift. Het Engschrift wordt relatief veel gebruikt in Oostenrijk. Anders dan in veel andere landen heeft Oostenrijk ervoor gekozen om een combinatie van uitvoeringen op één wegwijzer in te voeren. Zo kan men op een wegwijzer Mittelschrift en Engschrift tegenkomen, al dan niet cursief. Bovendien worden tot 5 verschillende kapitaalgroottes op dezelfde wegwijzers gebruikt. Dit geheel zorgt ervoor dat Oostenrijk zeer rommelig ogende wegwijzers heeft, zeker in combinatie met meerdere kleuren.

Steden worden doorgaans in normaal Eng- of Mittelschrift aangegeven, maar stadsdelen en straatnamen van de stad waarin of waarlangs men rijdt worden cursief aangegeven.

Lettergrootte

Onderstaande tabel gaat uit van portaalwegwijzers (Überkopfwegweisern).

Toelaatbare snelheid: > 80 km/h < 80 km/h
Hoofddoelen 50 cm 40 cm
bij uitzondering 60 cm -
Volgende afrit 40 cm 32 cm
bij uitzondering 45 cm -
Afstandsaanduiding 30 cm 25 cm

Pijlgrootte

Pijlen zijn als hartkoppijl (Herzpfeil) uitgevoerd. De pijl heeft bij bermwegwijzers een breedte van 3 maal de schacht en bij portaalwegwijzers 3,5 maal de schacht. Bij voorwegwijzers en afritwegwijzers bedraagt de schachtbreedte 160 mm, bij portaalwegwijzers 170 mm. De hoek van de pijl is bij voorwegwijzers 60 graden en bij portaalwegwijzers 65 graden.

Wegwijzerformaten

Op autosnelwegen worden wegwijzers in de berm met een grootte van 150 x 200 cm tot 200 x 250 cm uitgevoerd. Deze hebben een kader (Tafelrand) van 6 centimeter. Bij grotere formaten van 250 x 250 cm tot 400 x 500 cm wordt een kader van 7 centimeter aangehouden. Bij portaalwegwijzers is het kader altijd 8 centimeter breed. Portaalwegwijzers zijn 250 tot 350 cm hoog.

Autosnelwegen

Op de Autobahnen en Schnellstraßen[1] in Oostenrijk worden blauwe wegwijzers met witte letters gebruikt. Een aansluiting wordt doorgaans 1000 meter van te voren aangekondigd met een vorkbord met daarop de afslaande bestemming met eventueel wegnummer, en de rechtdoorbestemming met A/S-nummer en eventueel E-nummer. Dit wordt gevolgd door een zogenaamd servicebord, waarop additionele bestemmingen staan. Deze wijkt in kleurstelling af, alleen de afritnaam staat in een blauw vak, met daaronder een wit vak met overige bestemmingen met zwarte letters en eventueel gevolgd door een tweede servicebord met toeristische bestemmingen, wederom met de afritnaam in een blauw vlak met daaronder een groen vlak met de toeristische bestemmingen in witte letters. Bij het divergentiepunt volgt dan een bord met een pijl naar rechts en daarop de naam van de afrit en eventueel een portaalwegwijzer met rechtdoorbestemmingen, afhankelijk van de belangrijkheid van de afrit. De afslaande bestemmingen worden dus maar één keer aangegeven, met uitzondering van de naam van de afrit, die tot 4 keer aangegeven kan staan. Het afritnummer staat meestal op een ruiter met het afritsymbool. Na de afrit volgt een afstandenbord.

Rond sommige steden, met name in de regio Wien zijn zeer rommelige wegwijzers te vinden met tal van bestemmingen, wegnummers en landencodes, vaak ook met Engschrift, Mittelschrift én cursief op één bord, soms nog gecombineerd met verschillende kapitaalgroottes. Sommige wegnummers en landencodes staan 3 keer op hetzelfde bord.[2]

De formele volgorde is;

  • Knooppuntaankondiging (Knotenankündigung) op 2000 meter (alleen bij snelweg-tot-snelwegknooppunten)
  • Voorwegwijzer (Vorwegweiser) op 1000 meter
  • Bestemmingenbord(en) (Orientierungstafel)
  • Eerste afritbord (Erster Ausfahrtswegweiser) op 200 meter van het divergentiepunt
  • Tweede afritbord (Zweiter Ausfahrtswegweiser) direct na het divergentiepunt
  • Afstandsbord (Entfernungstafel)

Portaalwegwijzers moeten volgens de richtlijnen geplaatst worden bij rijbanen met 3 of meer rijstroken, bij een vermindering van het aantal rijstroken, wanneer het zicht op de berm beperkt is (bijvoorbeeld bij grote hoeveelheden vrachtverkeer) en wanneer een bermplaatsing niet mogelijk is, bijvoorbeeld in tunnels of bij geluidsschermen.

Op het tweede bestemmingenbord worden toeristische bestemmingen opgenomen, mits deze niet meer dan 15 kilometer van de aansluiting liggen, tenzij ze een bovenregionaal belang hebben. Het gebruik van pictogrammen is toegestaan. Bij toeristische bestemmingen kan men denken aan specifieke objecten, maar in de praktijk gaat het vaak om meren of dalen.

Op afstandsborden staan minimaal twee bestemmingen, namelijk het hoofddoel en de eerstvolgende aansluiting of knooppunt. Bij het naderen van knooppunten staan aanvullende bestemmingen van kruisende wegen, gescheiden door een horizontale streep. Een afstandenbord dient maximaal 500 meter na de invoegstrook te staan. Bij situaties waar aansluitingen minder dan 3 kilometer uit elkaar liggen mag het afstandenbord komen te vervallen. Dit is veelal in stedelijke gebieden.

Niet-snelwegen

De kleurstelling van bewegwijzering op niet-snelweg wijkt significant af. De wegwijzers zijn hier wit met een blauw kader en zwarte letters.

Export

De Oostenrijkse bewegwijzering wordt voor zover bekend niet elders gebruikt. Wel zijn elementen gekopieerd, met name Hongarije heeft de vele landencodes als richtinggevende bestemmingen overgenomen. Elders in Centraal-Europa worden landencodes voornamelijk gebruikt om grensovergangen mee aan te duiden.

Referenties

Bewegwijzering in Europa

BelgiëBulgarijeDenemarkenDuitslandEstlandFinlandFrankrijkItaliëNederlandNoorwegenOekraïneOostenrijkPolenRoemeniëServiëSloveniëSpanjeVerenigd KoninkrijkZwedenZwitserland