Bundesverkehrswegeplan
Het Bundesverkehrswegeplan (BVWP) is een investerings- en planprogramma van de Duitse overheid inzake verkeersinfrastructuur. Het is echter geen concreet financieringsplan van projecten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het wegennet, spoorwegennet en waterwegennet. Bundesverkehrswegeplannen hebben geen vaste looptijd, maar worden om de zoveel jaar vernieuwd. Op 16 maart 2016 is het Bundesverkehrswegeplan van 2015 gepresenteerd, dat formeel het Bundesverkehrswegeplan 2030 heet en op 2 december 2016 definitief is vastgesteld.[1] Tot 2016 gold het Bundesverkehrswegeplan van 2003.[2]
Indeling
De verkeersprojecten worden geclassificeerd naar prioriteit, namelijk;
- vordringlicher bedarf (-engpassbeseitigung)
- weiterer bedarf mit planungsrecht
- weiterer bedarf
Dit omvat zowel nieuwbouw als aanpassing van de bestaande infrastructuur, bijvoorbeeld een wegverbreding. Sinds de jaren 80 ligt de nadruk meer op de aanpassing dan nieuwbouw, zoals in wel meer Europese landen het geval is.
Het BVWP omvat voor wat betreft de weginfrastructuur enkel de Autobahnen en Bundesstraßen. In het BVWP staat het projectnummer met codes aangegeven, met daarbij een bouwdoel. Bijvoorbeeld N4 betekent Neubau, 4-streifig en E6 betekent Erweiterung, 6-streifig.
Planning
Elk Bundesverkehrswegeplan vervangt het voorgaande BVWP. Hiermee kunnen ook plannen uit voorgaande BVWP's opgegeven worden. Dit kwam vroeger veelvuldig voor. Dat een plan binnen de termijn van een BVWP valt, zegt niet dat het automatisch ook in deze periode uitgevoerd wordt. De realisatie is vaak afhankelijk van de politieke kleur van de regering en de beschikbare financiering. In Duitsland is geen wegenfonds maar wordt de begroting elk jaar apart opgesteld. Eventuele negatieve of positieve saldi worden niet doorgeschoven naar het volgende jaar. In de praktijk wordt niet alle beschikbare financiering gebruikt, bijvoorbeeld als een project vanwege vertragingen niet tot aanleg over gaat.
In Duitsland zijn de staten weliswaar verantwoordelijk voor de planning, aanleg en beheer van de Autobahnen, maar ligt de financiering bij de federale overheid. Voordat een staat met de planvorming mag beginnen moet de federale regering hier toestemming voor geven. Daarom wordt in de lagere prioriteiten onderscheid gemaakt tussen 'weiterer bedarf' en 'weiterer bedarf mit planungsrecht'. In het laatste geval mogen de staten voor een project de planvorming en procedures starten.
Gezien de ervaringen met Bundesverkehrswegeplan 2003 lijkt het onrealistisch dat de plannen die niet de hoogste prioriteit hebben daadwerkelijk in uitvoering gaan. In het verkeersplan van 2003 is uiteindelijk slechts de helft van de projecten met de hoogste prioriteit in uitvoering gegaan tegen de tijd dat het plan afliep in 2015. Tenzij de zaken significant veranderen in Duitsland is de kans klein dat projecten met de status 'weiterer bedarf' en 'weiterer bedarf mit planungsrecht' daadwerkelijk in uitvoering gaan voor 2030.
Geschiedenis
Het eerste BVWP werd in 1973 gepubliceerd, en is in 1980, 1985, 1992, 2003 en 2016 opgevolgd. De looptijd van het Bundesverkehrswegeplan is daarbij telkens langer geworden.
Vanwege het wijdverbreide achterstallig onderhoud aan de Duitse infrastructuur, die met name vanaf 2010 zichtbaar werd door talloze noodreparaties, acute afsluitingen en grote hoeveelheid bruggen die vervangen moet worden, ligt de nadruk sinds het BVWP 2016 meer op onderhoud, en minder op uitbreiding en nieuwbouw. De verwachting is dat hierdoor de congestie sterk zal toenemen als het wegenbudget niet fors verhoogd wordt. Echter veel uitbreidingsprojecten zijn gedeeltelijk als onderhoud ingeboekt, omdat veel bruggen in dermate slechte conditie zijn dat ze met of zonder verbreding sowieso vervangen moeten worden.
Vanaf het Bundesverkehrswegeplan 2030 dat in 2016 gepubliceerd is konden burgers voor het eerst op het verkeersplan inspreken.[3] Het Bundesverkehrswegeplan dat in 2016 gepubliceerd werd was feitelijk een verlenging van dat van 2003, het was het eerste verkeersplan waarin nagenoeg geen nieuwe Autobahn-projecten zijn opgenomen. Het enige nieuw toegevoegde nieuwbouwproject was een nieuwe Rijnkruising tussen Köln en Bonn.
Codering
Tot en met het Bundesverkehrswegeplan van 2003 werd met codes omschreven wat de projectplannen zijn, namelijk het wegnummer, de omschrijving van het project, het bouwtype (een code met 4 karakters). De eerste twee cijfers van deze code geven het aantal rijstroken en het aantal geplande rijstroken aan, en de letters K, L, R en B geven respectievelijk geen (kein), links, rechts of beide zijden aan qua vluchtstroken. Bijvoorbeeld "46BB" betekent van 4 naar 6 rijstroken met aan beide zijden vluchtstroken. Daarna wordt de lengte van het project, de kosten en het projectnummer aangegeven met eventuele opmerkingen.
Problemen
Eén van de problemen van het Bundesverkehrswegeplan is dat het aantal ingediende projecten het beschikbare budget ruimschoots overschrijdt. Het wegenbudget in Duitsland bedraagt slechts circa € 7 miljard per jaar voor het onderhoud, uitbreiding en nieuwbouw van het hoofdwegennet (Bundesautobahnen en Bundesstraßen). In 2011 was slechts 40% van de projecten die in 2001 als vordringlicher bedarf (urgente noodzaak) geclassificeerd waren uitgevoerd.[4] In 2015 was slechts de helft van de projecten met een urgente noodzaak uitgevoerd.[5]
Een ander probleem sinds de jaren '90 is dat de looptijd van het Bundesverkehrswegeplan steeds langer is geworden, sinds 1992 zit er meer dan 10 jaar tussen elk Bundesverkehrswegeplan, waardoor onvoorziene problemen niet makkelijk op korte termijn aangepakt kunnen worden.
Zie ook
Referenties
- ↑ Bundesverkehrswegeplan 2030 | bmvi.de
- ↑ Bundesverkehrswegeplan 2003
- ↑ Dobrindt: Bürger können erstmals am BVWP mitwirken | bmvi.de
- ↑ Der Verkehrsinvestitionsbericht für das Berichtsjahr 2011 | bmvbs.de
- ↑ Von den 2200 Kilometern Autobahn, die laut Bedarfsplan zwischen 2001 und 2015 vordringlich hätten ausgebaut werden sollen, wurde bis heute nur etwa die Hälfte realisiert. | adac.de