Cohesion Fund

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Cohesion Fund is één van de financiële instrumenten van de Europese Unie. Het Cohesion Fund is gericht op regio's waar het BNP per inwoner minder dan 90% van het EU-gemiddelde bedraagt. Deze regio's liggen voornamelijk in het oosten en zuiden van de Europese Unie. In de periode 2007-2013 bedroeg het budget € 70 miljard, in de periode 2014-2020 gaat het om € 63,4 miljard.[1] Het doel van het Cohesion Fund is om economische en sociale ongelijkheden in de Europese Unie te verminderen. Het Cohesion Fund beslaat in de periode 2014-2020 5,8% van de totale EU-begroting van € 1082 miljard.[2] De EU-begroting op zijn beurt bedraagt ongeveer 1% van het bruto nationaal product (BNP) van de Europese Unie.

Financiering

Het Cohesion Fund is bedoeld voor milieu-doelstellingen, waaronder het faciliteren van openbaar vervoer, en voor het Trans-European Transport Network. Via het Cohesion Fund kunnen onder andere wegen- en spoorprojecten gefinancierd worden. De maximale co-financiering vanuit de Europese Unie bedraagt 85% van de projectkosten. Het doel is dat het Cohesion Fund nationaal beleid aanvult en niet (financieel) volledig vervangt.

Er zijn enkele beperkingen aan wat het Cohesion Fund bij wegenprojecten financiert. Zo wordt te innen btw niet meegerekend, evenals verschuldigde rente en als grondverwerving meer dan 10% van de totale kosten bedraagt. Dit limiteert bijvoorbeeld financiering van aanleg van wegen in stedelijk gebied waarvoor veel onteigend moet worden. Daarnaast kan de Europese Commissie besluiten om geen of minder financiering toe te kennen aan landen met een excessief begrotingstekort.

Wegenprojecten komen (exclusief btw) in aanmerking tot een co-financiering van maximaal 85%. Dit betreffen wegen die onder het Trans-European Transport Network vallen, en dan met name autosnelwegen en andere hoogwaardige wegen. Het gaat hierbij zowel om nieuwbouw als reconstructie.[3]

2014 - 2020

Vanwege bezuinigingen tijdens en na de financiële crisis vanaf 2009 is besloten om de uitgaven van de Europese Unie ook te verminderen, waaronder die van het Cohesion Fund, die daarom 10% lager ligt dan in de periode 2006-2013. In de periode 2014-2020 komen regio's in de zuidelijke en oostelijke EU in aanmerking, namelijk in Bulgarije, Cyprus, Estland, Griekenland, Hongarije Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië.

Veruit de grootste ontvanger van het Cohesion Fund in de periode 2014-2020 is Polen, dat € 23,2 miljard toegekend heeft gekregen. Als gevolg kon Polen in zeer hoog tempo nieuwe autosnelwegen aanleggen. Andere grote ontvangers zijn Roemenië (€ 6,9 miljard), Tsjechië (€ 6,2 miljard) en Hongarije (€ 6,0 miljard). De kleinste ontvangers zijn Cyprus en Malta.[4] De landen die in 2007 lid zijn geworden van de Europese Unie (Bulgarije & Roemenië) ontvangen naar verhouding beduidend minder dan de landen die in 2004 lid werden. Het toegekende Cohesion Fund in Polen is per inwoner twee keer zo hoog als in Bulgarije.

2007 - 2013

Sinds 2007 valt het Cohesion Fund samen met het European Regional Development Fund (ERDF) en European Social Fund (ESF), die samen met de Common Agricultural Policy (CAP) het overgrote deel van het EU-budget beslaan. Hiermee hoeft de Europese Commissie niet meer elk project apart te beoordelen, wat de efficiëntie verhoogt en meer verantwoordelijkheid bij de lidstaten legt.

In de periode 2007 - 2013 is € 70 miljard toegekend aan het Cohesion Fund. Door de uitbreiding van de EU met Bulgarije en Roemenië, evenals de voorgaande grote uitbreiding van 2004 is het Cohesion Fund ruim verdubbeld ten opzichte van de periode 2000-2006. Door de uitbreiding van de Europese Unie daalde het gemiddelde BNP in de EU. Daardoor zijn er enkele regio's waar het BNP per inwoner in 2007 minder dan 90% van het EU-gemiddelde bedroeg, na 2007 boven die grens uitgekomen. Voor deze regio's is toen een overgangsregeling ingesteld. Deze regio's liggen met name in Zuid-Europa.[5] Spanje kwam vanaf 2007 alleen nog als overgangsperiode in aanmerking voor het Cohesion Fund.

2000 - 2006

In de periode 2000 - 2006 is € 28,2 miljard toegekend aan het Cohesion Fund (prijsniveau 2004).[6] Voor 2004 ging het alleen om de landen Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje. Ierland kwam vanaf 2004 niet meer in aanmerking voor het Cohesion Fund. Bij de grote uitbreiding van de EU in 2004 kwamen daar Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië bij. Deze landen ontvingen tot het einde van de budgettaire periode in 2006 een relatief klein bedrag van in totaal € 8,5 miljard.

Referenties