Dominicaanse Republiek

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
República Dominicana
Hoofdstad Santo Domingo
Oppervlakte 48.442 km²
Inwonertal 10.790.000
Lengte wegennet 9.872 km
Lengte snelwegennet 524 km[1]
Eerste snelweg c. 1997[2]
Benaming snelweg Autopista
Verkeer rijdt rechts
Nummerplaatcode DOM

Niet te verwarren met Dominica.

De Dominicaanse Republiek (Spaans: República Dominicana) is een eilandnatie in het Caribisch gebied, gelegen op het eiland Hispaniola. Het land is iets groter dan Nederland en telt 10,8 miljoen inwoners. De hoofdstad is Santo Domingo.

Inleiding

Naam

Het land is vernoemd naar de heilige Sint Dominicus, de stichter van de Dominicanen. In de koloniale periode stond het bekend als Santo Domingo, en de inwoners waren Dominicanos genaamd. De hoofdstad heet ook Santo Domingo. De naam Santo Domingo pars pro toto voor het hele land bleef tot begin 20e eeuw gebruikelijk, alhoewel het al vanaf 1844 bekend stond als de Republica Dominicana.

Geografie

De Dominicaanse Republiek omvat het oostelijk deel van het eiland Hispaniola en heeft een landsgrens met Haïti. Het land ligt ruim 100 kilometer ten westen van Puerto Rico en 580 kilometer ten noorden van Colombia. De Dominicaanse Republiek meet maximaal 380 kilometer van oost naar west en 250 kilometer van noord naar zuid. Tot het land behoren ook enkele kleine eilandjes voor de kust van Hispaniola. De hoofdstad Santo Domingo ligt centraal aan de zuidkust, andere grotere steden zijn Santiago, La Romana, San Pedro de Macorís en Bocacanasta.

Het eiland is sterk bergachtig, maar er zijn ook ruimschoots vlakke delen aanwezig. De Pico Duarte is met 3.098 meter het hoogste punt van de Dominicaanse Republiek. Anders dan het nagenoeg boomloze Haïti is de Dominicaanse Republiek nog sterk bebost. Delen van de Dominicaanse Republiek bestaan uit semi-woestijnen. Het laagste punt is het meer Enriquillo, dat 40 meter beneden zeeniveau ligt.

Het land heeft een tropisch klimaat, maar de neerslag verschilt sterk per regio. In de hoofdstad Santo Domingo ligt de gemiddelde maximumtemperatuur het hele jaar door rond 30°C en valt 1.500 mm regen per jaar. De neerslag is ongelijk over het jaar verdeeld, met meer regen van mei tot november dan de rest van het jaar. Het eiland is gevoelig voor orkanen, maar de impact is vaak aanzienlijk geringer dan in buurland Haïti omdat het land meer bossen heeft en minder gronderosie.

Demografie

De Dominicaanse Republiek heeft een vrijwel lineaire bevolkingsgroei gekend, het groeide van circa 1 miljoen inwoners in 1930 tot ruim 8 miljoen in 2000 en meer dan 10 miljoen na 2020. Het land is één van de meest bevolkte eilandnaties van het Caribisch gebied en groeit ook sterker dan de andere Caribische landen. Het aantal geboortes is sinds midden jaren 2000 wel afgevlakt.

Verreweg de grootste stad is de hoofdstad Santo Domingo dat bijna 3 miljoen inwoners telt en één van de grootste steden in het Caribisch gebied is. Santiago telt ruim 0,5 miljoen inwoners en La Vega, San Cristóbal en San Pedro de Macorís tellen allen iets meer dan 200.000 inwoners.

De bevolking van de Dominicaanse Republiek bestaat voor 70% uit een gemixte achtergrond, 16% zwart en 14% blank. De bevolking spreekt vrijwel universeel Spaans, alleen Haïtiaanse immigranten spreken het Frans, maar zij vormen amper meer dan 1% van de bevolking.

Economie

De Dominicaanse Republiek heeft een diverse economie met verschillende sectoren die een rol spelen. De landbouw speelt een minder grote rol dan in het verleden. De dienstensector vormt 60% van het BBP. Er is enige maakindustrie in het land. Het land heeft weinig grondstoffen maar de landbouw kan wel op enige schaal uitgevoerd worden, met name de export van bananen, koffie en suikerriet speelt een rol. Het toerisme speelt een grote rol, het eiland is bekend vanwege de mooie natuur, mooie stranden, mooi weer en heeft naam als een relatief goedkope bestemming in het Caribisch gebied.

Met een nominaal BBP van $ 11.000 per inwoner is de Dominicaanse Republiek aanzienlijk welvarender dan buurland Haïti en illegale immigratie is een groot probleem.

Geschiedenis

Voor de komst van de Spanjaarden bevolkten de Taíno het eiland Hispaniola. De Taíno werden gedecimeerd vanwege de introductie van ziektes waar ze niet immuun voor waren. Het eiland werd aanvankelijk La Española genaamd, later Hispaniola. In 1496 werd Santo Domingo gesticht als de eerste permanente Europese stad in de nieuwe wereld. Op het eiland werd een plantage-economie ontwikkeld. In de 17e eeuw namen de Fransen het westen van Hispaniola in bezit, wat in 1697 formeel werd afgestaan aan Frankrijk, dit werd later Haïti. Indertijd was Haïti een welvarende economie terwijl het Spaanse deel in verval raakte. In de 18e eeuw had het Spaanse deel aanzienlijk minder slaven dan het Franse deel van Hispaniola.

In 1821 verklaarde het oostelijk deel van Hispaniola zich onafhankelijk van Spanje, maar werd kort daarna bezet door Haïti. In 1844 werd opnieuw de onafhankelijkheid uitgeroepen, dit maal van Haïti. Er was daarna een lange periode van militair conflict tussen de Haïtianen en de Dominicanen, waarbij het oostelijk deel pseudo-onafhankelijk was en Haïtiaanse invasies weerstond. Het land stond in die periode bekend als Santo Domingo. Tussen 1863 en 1865 poogde Spanje Santo Domingo opnieuw in te lijven, wat mislukte en resulteerde in de meer permanente onafhankelijkheid van Santo Domingo.

In 1869 zond de Verenigde Staten de marine naar Santo Domingo en Haïti om piraterij in het Caribisch gebied te stoppen. Er was indertijd een poging om Santo Domingo te annexeren door de Verenigde Staten. Dit was een wens van de Amerikaanse president Grant, maar kreeg weinig steun in de Verenigde Staten. Vanaf de jaren 1880 kwam het land tijdelijk in rustiger vaarwater en begon zich te ontwikkelen. Het was echter politiek nog steeds instabiel en Santo Domingo had een hoge schuld aan Europese landen. De politieke problemen werden begin 20e eeuw steeds groter. In 1916 werd de Dominicaanse Republiek bezet door de Verenigde Staten om orde te brengen op het eiland, en om de vaarroute naar het Panamakanaal te beschermen. In 1924 trok het Amerikaanse leger zich terug van de Dominicaanse Republiek.

Nadien waren er periodes met autoritaire regimes, met name onder Rafael Trujillo tussen 1930 en 1961. Na de dood van Trujillo was er een militair regime, waartegen in 1965 een revolte uitbrak. In 1965 stuurden de Amerikanen opnieuw troepen naar de Dominicaanse Republiek om de orde te herstellen. Amerikaanse en OAS troepen bleven nog een jaar in het land om de orde te herstellen. In de jaren '70 was er nog enige onrust en conflict, maar daarna brak een rustiger periode aan in de Dominicaanse geschiedenis.

Wegennet

De autopistas van de Dominicaanse Republiek.

De Dominicaanse Republiek beschikt over 19.705 kilometer weg, waarvan 9.872 kilometer is verhard.[3] Het 'red vial' (wegennet) wordt opgedeeld in vier functionele klassen, het 'red troncal', 'red local', 'red regional' en de 'caminos vecinales'.[4] De carreteras troncales beslaan 1.395 kilometer, de carreteras terciarias 1.620 kilometer en de carreteras secundarias 3.412 kilometer.[5]

Autosnelwegen in de Dominicaanse Republiek

De Circunvalación de Santo Domingo.

Het wegennet van de Dominicaanse Republiek is relatief goed ontwikkeld, en het is één van de weinige landen in de regio met een snelwegennet. In de Dominicaanse Republiek is circa 500 kilometer autosnelweg, bestaande uit drie autosnelwegen vanaf Santo Domingo. De langste autopista is bijna 150 kilometer lang en verloopt naar Santiago in het noorden van het eiland. De autosnelwegen hebben namen als Autopista Duarte, Autopista 6 de Noviembre en Autopista del Este. Daarnaast zijn er ook autovías, die duidelijk mindere ontwerpeisen hebben, en soms enkelbaans zijn. In Santo Domingo zijn enkele Vía Expresso's.

Hoofdwegen

De hoofdwegen worden geclassificeerd als de carreteras troncales en de carreteras secundarias. In de praktijk zijn de carreteras troncales alleen de allerbelangrijkste wegen die niet alle landsdelen ontsluiten. Daardoor kunnen de carreteras secundarias ook tot het hoofdwegennet gerekend worden. De troncales vormen grotendeels een radiaal systeem van 7 routes vanuit Santo Domingo.

Alle grote steden worden met hoofdwegen verbonden, die doorgaans in redelijke tot goede staat zijn. Minder belangrijke wegen zijn vaak in mindere staat. Druk verkeer komt vooral in Santo Domingo voor, de andere steden zijn minder groot. Het wegennet is matig geïntegreerd met dat van buurland Haïti, met slechts enkele grensovergangen. Behalve in de centrale vallei tussen Santo Domingo en Santiago zijn de wegen in het binnenland bochtig en vrij smal. Hier liggen ook geen grote steden.

Autopistas in de Dominicaanse Republiek

Autopista Las AméricasAutopista DuarteAutopista del EsteAutopista del NordesteAutopista del CoralAutopista 6 de NoviembreCarretera SánchezCircunvalación de Santo Domingo


Geschiedenis

In 1917 begon de bouw van de eerste moderne weg in de Dominicaanse Republiek, 'la Duarte', de verbinding van Santo Domingo naar het noorden van het land. Al voor 1984 had een deel van de 'Autopista Duarte' ten noordwesten van Santo Domingo 2x2 rijstroken. Omstreeks 1989 werd begonnen met de bouw van de eerste hoogwaardige wegen, één van de eerste was de RD-2 tussen Santo Domingo, San Cristóbal en Baní. Tot de jaren '90 had de Dominicaanse Republiek vrijwel geen autosnelwegen, maar met name in de periode 2005-2015 zijn een groot aantal autosnelwegen geopend. Hiermee werden bijna alle steden van betekenis in het land per autosnelweg of dubbelbaans weg verbonden. Sommige upgrades, zoals de Autopista Duarte, zijn geen volwaardige autosnelwegen.

Wegbeheer

De nationale wegbeheerder is 'RDvial'.[6] RDvial wordt grotendeels met tolheffing gefinancierd.

Tolwegen

Op autosnelwegen en sommige hoofdwegen moet tol betaald worden.[7] De meeste tolstations liggen op de invalswegen van Santo Domingo, maar ook elders in het land komen tolstations voor. Er is sprake van een open tolsysteem waar men per passage betaald. Er is geen tolheffing op basis van gereden afstand.

De tolheffing werd in augustus 1999 geïntroduceerd, initieel op de grote invalswegen van Santo Domingo. Daarna is het uitgebreid naar meer locaties, veelal op opgewaardeerde of nieuw aangelegde wegen.

Wegnummering

De Dominicaanse Republiek is één van de weinige landen in het Caribisch gebied waar een wegnummering is ingevoerd, de meeste andere landen zijn te klein hiervoor. Het wegennet is radiaal genummerd vanuit Santo Domingo, met de DR-1 t/m DR-4 vanuit de hoofdstad, en de DR-5 langs de noordkust. Oneven 2- en 3-cijferige nummers zijn doorgaans noord-zuidroutes, terwijl even nummers oost-westroutes vormen. Sprake van een geordend grid is er vanwege het bergachtige karakter van het land echter niet.

Lijst van troncales

# No. Route Naam Lengte
RD-1 Santo Domingo - Santiago - Monte Cristi Autopista Duarte 270 km
RD-2 Santo Domingo - Baní - Azua - Comendador Carretera Sánchez 245 km
RD-3 Santo Domingo - San Pedro de Macorís - Punta Cana Autopista Las Américas / Autopista del Este / Autopista del Coral 185 km
RD-4 Santo Domingo - San Pedro de Macorís - Hato Mayor del Rey - El Seibo - Higuey 160 km
RD-5 Bisonó - Puerto Plata - Nagua - Samana - Las Galeras 295 km
RD-6 Santo Domingo - San Cristóbal Autopista 6 de Noviembre 19 km
RD-7 Santo Domingo - Caño Abaja Autopista del Nordeste 102 km

Bewegwijzering

Bewegwijzering in de D.R.

De bewegwijzering kent overeenkomsten met wat men elders in Latijns-Amerika vindt, met groene borden, witte letters. De doelen staan in hoofdletters. Wegnummers worden aangegeven.

In 1983 werd de 'Manual de Señalización Vial' geïntroduceerd, waarin de basis werd gelegd voor de moderne bebording in de Dominicaanse Republiek.[8] Ook werd toen een wegnummerschild geïntroduceerd, dat later gemoderniseerd is.

Maximumsnelheid

wegtype Vmax

De maximumsnelheid is vastgelegd in de Ley 63-17 de Movilidad, Transporte Terrestre, Tránsito y Seguridad Vial (artikel 268).[9][10] De maximumsnelheid in de bebouwde kom varieert van 30 km/h in woonstraten tot 60 km/h op belangrijke stadswegen. Buiten de bebouwde kom geldt 60 km/h, wat één van de laagste ter wereld is. Op autosnelwegen geldt 120 km/h.

Referenties

Wegen van Noord-Amerika

Antigua en BarbudaBahamasBarbadosBelizeCanadaCosta RicaCubaDominicaDominicaanse RepubliekEl SalvadorGrenadaGuatemalaHaïtiHondurasJamaicaMexicoNicaraguaPanamaSaint Kitts en NevisSaint LuciaSaint Vincent en de GrenadinesTrinidad en TobagoVerenigde Staten

Wegen in het Caribisch gebied

Antigua en BarbudaBahamasBarbadosCubaDominicaDominicaanse RepubliekGrenadaHaïtiJamaicaSaint Kitts en NevisSaint LuciaSaint Vincent en de GrenadinesTrinidad en Tobago

AnguillaArubaBermudaBonaireCuraçaoGuadeloupeKaaimaneilandenMartiniqueMontserratPuerto RicoSabaSaint-BarthélemySint EustatiusSaint-MartinSint MaartenTurks and Caicos IslandsBritish Virgin IslandsUnited States Virgin Islands