EN110 (Angola)
![]() | |||
---|---|---|---|
EN110 / N110 | |||
Begin | Luanda | ||
Einde | Xangongo | ||
Lengte | 1.100 km | ||
|
De EN110 of N110, voluit de Estrada Nacional nº 110, is een estrada nacional in Angola. De weg vormt een noord-zuidroute vanaf de hoofdstad Luanda tot aan Xangongo in het zuiden van het land. De weg doet buiten Luanda geen andere grotere steden aan en is deels nog incompleet. Grote delen van de weg zijn onverhard. De EN110 is bij benadering 1.100 kilometer lang.
Routebeschrijving
Regio Luanda
De EN110 begint in het oosten van Luanda op de EN100. De weg voert dan door de periferie van Luanda, door een gebied met wat verre voorsteden. De weg voert minder dan de andere hoofdwegen door bebouwd gebied en vormt min of meer de scheidslijn tussen de landbouw in de periferie van Luanda en het tropisch regenwoud ten oosten daarvan. Bij Catete kruist men de EN230. De weg voert dan zuidwaarts als een verharde weg en steekt de rivier de Cuanza over.
Zuidelijk Angola
De weg verloopt daarna door dunbevolkt bosgebied en bereikt in Muxima nogmaals de vallei van de rivier de Cuanza. Zuidelijk van Muxima is de EN110 onverhard. Dit is een zeer eenvoudige zandweg door de jungle. Het gebied is vlak tot licht heuvelachtig en overwegend dicht bebost. De zandweg loopt in Mumbondo dood, vlak voor de rivier de Longa, waar geen brug of veerdienst overheen is.
De weg begint hemelsbreed 55 kilometer zuidelijker bij Quilenda weer en is vanaf hier een verharde weg naar het stadje Gabela, waar men de EN240 kruist. De weg voert hier door de hooglanden op circa 1.000 meter boven zeeniveau. De weg verloopt hier evenwijdig aan een markante bergrug tot aan Uku. Zuidelijk van Uku is de weg weer een weinig verbeterde zandweg.
Het onverharde deel is circa 180 kilometer lang, grote delen zijn een zeer eenvoudig pad en haast niet een weg te noemen. De verharde weg begint 25 kilometer ten noorden van Cubal weer. Vanaf Cubal volgt de route de EN260 oostwaarts tot Ganda, dit deel is verhard.
Vanaf Ganda zuidwaarts tot Caconda is de EN110 over circa 100 kilometer een zandweg, dit deel is iets verbeterd, maar voert ook door bergachtig terrein. De weg bereikt hier circa 1.700 meter boven zeeniveau. Alleen de passage door de regio Caconda is kortstondig geasfalteerd, zuidelijk van Caconda is de EN110 weer over grote afstanden een zandweg, dit maal op het langste traject van bijna 350 kilometer tot vlak voor Xangongo. Alleen het laatste deel vanaf de EN105 tot in Xangongo is weer een verharde weg.
Geschiedenis
Ondanks dat de EN110 in de hoofdstad Luanda begint heeft de weg van oudsher een stuk minder betekenis dan de andere nationale wegen die in of door Luanda verlopen. Dit komt vooral omdat de weg geen echt belangrijke steden aandoet buiten de hoofdstad Luanda. Grote delen van de route waren in 2020-2021 nog een zandweg, met een ontbrekende schakel van circa 55 kilometer tussen Mumbondo en Quilenda, waar helemaal geen wegverbinding bestaat. In 2021 was slechts zo'n 275 van de 1.100 kilometer van de EN110 geasfalteerd.
Het oudste verharde deel is vermoedelijk het traject van Luanda tot Catete, dat al minimaal in de jaren '90 verhard was en vermoedelijk al tijdens de Portugese koloniale periode. Dit is later zuidwaarts verlengd van Catete naar Muxima, waar vermoedelijk circa 2010 een vaste brug over de rivier de Cuenza is aangelegd, mogelijk is destijds ook de weg verder tot aan Muxima als een moderne asfaltweg aangelegd.
Omstreeks 2011-2012 is het 77 kilometer lange deel tussen Gabela en Uke als een verharde weg aangelegd. In 2019 is de weg tussen Quilenda en Gabela over een lengte van 35 kilometer verhard.[1]
Omstreeks 2010 is ook de passage door het plaatsje Caconda geasfalteerd, als enig stuk asfalt op een bijna 500 kilometer lang traject. Circa 2013-2014 is het zuidelijkste deel van 30 kilometer tussen de EN105 bij Techiulo en Xangongo verhard. Bij Xangongo is vanaf 2005 een 880 meter lange brug over de rivier de Cunene aangelegd. De bouw liep vertraging op en de brug is in juni 2009 geopend.[2]