Faeröer

Uit Wegenwiki
(Doorverwezen vanaf Faeroer)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hoofdstad Tórshavn
Grootste stad Tórshavn
Oppervlakte 1.399 km²
Inwonertal 49.000
Lengte snelwegennet 0 km
Eerste snelweg nvt
Afkorting FO

De Faeröer (Faeröers: Føroyar, Deens: Færøerne) is een land van het Koninkrijk Denemarken, gelegen in de Atlantische Oceaan. Het land bestaat uit 18 grotere eilanden en de hoofdstad is Tórshavn. De Faeröer telt ongeveer 50.000 inwoners.

Inleiding

De Faeröer liggen in het noorden van de Atlantische Oceaan, in de driehoek tussen Schotland, Noorwegen en IJsland. De eilanden liggen circa 400 kilometer ten noorden van Schotland, 450 kilometer ten zuidoosten van IJsland, en bijna 600 kilometer van de Noorse westkust. De afstand tot Denemarken bedraagt circa 1.000 kilometer. De Faeröer liggen behoorlijk afgelegen en geïsoleerd. De eilanden zijn bergachtig met kliffen en het hoogste punt is de 880 meter hoge Slættaratindur. De oppervlakte bedraagt circa 1.400 km², vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Nederlandse provincie Flevoland. Het land telt 49.000 inwoners, waarvan er 19.000 in de hoofdstad Tórshavn wonen. De eilanden hebben een aantal meren, waarvan het Sørvágsvatn het grootste is, er zijn geen rivieren. Het land heeft een subarctisch zeeklimaat met lange milde en natte winters en korte koele zomers. De eilanden zijn winderig en regenachtig. Zonnige dagen zijn zeldzaam.

Wegennet

Het wegennet van de Faeröer bestaat uit merendeels enkelbaans wegen en op minder drukke trajecten enkele enkelstrooks wegen. Er zijn geen autosnelwegen of iets wat daarop lijkt. Oorspronkelijk waren de eilanden geïsoleerd en slechts verbonden met veerdiensten die onderhevig waren aan weersinvloeden en defecten. Sinds de jaren '60 zijn er een groot aantal landtunnels en sinds 2002 ook zeetunnels gebouwd op de Faeröer, waarvan de langste meer dan 6 kilometer is. Tevens zijn er twee dammen en één brug. Sommige tunnels vervangen lastige berg- en klifwegen, terwijl andere veerdiensten vervangen. Deze veerdiensten verbonden niet alleen eilanden, maar ook op sommige eilanden valleien onderling, zoals tussen Tórshavn en Noord-Streymoy. Het wegennet is van relatief goede kwaliteit. Twee tunnels zijn tolwegen, de andere zijn tolvrij. Er is 960 kilometer verharde weg, waarvan 460 kilometer aan hoofdwegen en 500 kilometer aan lokale wegen. Anders dan op IJsland zijn onverharde openbare wegen zeer schaars, waardoor 4x4-voertuigen overbodig zijn.

Tunnels

Tunnel[1] Lengte (m) Opening Opmerking
Eysturoyartunnel 11200 2020 Langste tunnel van de Faeröer
Sandoyartunnel 10600 2023
Norðoyatunnilin 6186 2006
Vágatunnilin 4940 2002
Sumbiartunnilin 3240 1997 onverlicht
Kunoyartunnilin 3031 1988 enkelstrooks, onverlicht
Kollfjarðartunnilin 2816 1992
Hvalbiartunnilin II 2540 2021 verving de tunnel uit 1963
Norðskálatunnilin 2520 1976
Hovstunnilin 2435 2007
Trøllanestunnilin 2248 1985 enkelstrooks, onverlicht
Leirvíkartunnilin 2238 1985
Dalstunnilin 2200 2024
Hvannasundstunnilin 2120 1967 enkelstrooks, onverlicht
Árnafjarðartunnilin 1680 1965 enkelstrooks, onverlicht
Sandvíkstunnilin 1500 1969 enkelstrooks, onverlicht
Hvalbiartunnilin 1450 1963 enkelstrooks, onverlicht (oudste tunnel van de Faeröer)
Gásadalstunnilin 1445 2006 enkelstrooks
Villingardalstunnilin 1193 1979 enkelstrooks, onverlicht
Mikladalstunnilin 1082 1980 enkelstrooks, onverlicht
Leynatunnilin 760 1977
Ritudalstunnilin 683 1980 enkelstrooks, onverlicht
Teymur í Djúpadal 220 1980 zij-ingang van de Villingardalstunnilin bedoeld voor schapenhouderij

Geschiedenis

De Faeroër was oorspronkelijk een samenleving die op de zee gericht was. Transport ging over zee, een groot deel van het voedsel kwam van zee en de economie was gebaseerd op de zee. Transport over land had daardoor lange tijd weinig betekenis. In 1896 had de Faeroër slechts een netwerk van 96 kilometer weg die 5 voet breed was. In 1903 werd een eerste wegenplan voor de Faeroër opgesteld door de Noorse wegbeheerder. In 1916 opende de eerste wegverbinding tussen twee plaatsen, van Skopun tot Sand.

Na de Tweede Wereldoorlog werden plannen voor een moderner wegennet concreter. In 1954-1955 werd politieke overeenstemming bereikt dat elk dorp over de weg bereikbaar zou moeten zijn. Moderne infrastructuur begon echter pas in de jaren '60 aangelegd te worden. In 1963 opende de eerste tunnel en in 1964 de eerste geasfalteerde weg. In de tweede helft van de jaren '60 openden meerdere tunnels, hiermee begon transport over land zich steeds meer te ontwikkelen in de Faeroër. Vanaf de jaren '70 kwam steeds meer een geïntegreerd wegennet tot stand met de bouw van tunnels en enkele bruggen.

In 2020 opende een Y-vormige tunnel (Eysturoyartunnel) ten noorden van Tórshavn naar twee schiereilanden op het eiland Eystoroy. Hiermee werd de afstand van Tórshavn naar Toftir verkort van ruim 60 kilometer naar minder dan 17 kilometer. Ook werd de reistijd naar de noordoostelijke eilanden fors verkort. In 2023 opende de 10,7 kilometer lange Sandoyartunnel tussen het eiland Streymoy (Tórshavn) en het eiland Sandoy ten zuiden daarvan.

Toekomst

In de toekomst wordt ingezet op vaste oeververbindingen tussen de eilanden om de reistijden te verkorten en minder van invloed te laten zijn door weersomstandigheden. Het volgende grote project is de Suðuroyartunnel.

Wegbeheer

Het wegbeheer in de Faeroër ligt bij Landsverk, een agentschap dat alle publieke gebouwen en wegen in de eilandengroep bouwt, onderhoud en beheert.[2] Landsverk werk in 1948 opgericht en heette aanvankelijk Landsverkfrøðingurin, in 2004 werd dit ingekort tot Landsverk.

Bereikbaarheid

De Faeröer is per auto te bereiken met de veerdienst die van Hirtshals in Denemarken naar Seyðisfjörður in IJsland vaart. De overtocht van Hirtshals naar Tórshavn duurt circa 37 uur. De veerdienst gaat één keer per week, met in het hoogseizoen een extra overtocht tussen alleen de Faeröer en Hirtshals. Als men naar IJsland wil met de veerdienst moet men ook via Tórshavn.[3] De prijzen zijn afhankelijk van het type voertuig, aantal personen en het type hut op de veerboot.

Tol

In de Faeröer moet voor de onderzeetunnels tol betaald worden. Dit zijn de Eysturoytunnel, de Vágatunnel en de Norðoyatunnel. De tolheffing is volledig elektronisch met kentekenherkenning. De tol kan online betaald worden.[4]

Bewegwijzering

De bewegwijzering komt grotendeels overeen met de bewegwijzering in IJsland en in mindere mate met het Deense systeem.[5] Onder meer komborden zijn anders dan in Denemarken.[6]

Wegnummering

Er is een apart wegnummeringssysteem op de Faeröer. De wegnummering is gezoneerd per eiland. Wegnummer 10 is de belangrijkste route tussen de twee grootste steden Tórshavn en Klaksvík. Wegnummers duiden rijkswegen aan, die qua inrichting en verkeersintensiteit niet per se hoofdwegen genoemd kunnen worden. Geen van deze landsvegir heeft een prefix.[7]

Verkeersintensiteiten

De verkeersintensiteiten in de Faeröer liggen niet hoog, de drukste corridor verloopt vanaf Tórshávn tot Runavík en een aftakking naar Leirvík.[8] Deze route verwerkt veelal 3.500 tot 5.500 voertuigen per dag. Het drukste punt ligt in Tórshavn met 8.000 voertuigen per dag. Op overige wegen rijden op de meeste plekken dagelijks minder dan 1.000 voertuigen.[9]

Externe links

Referenties