Geschiedenis van de snelwegen in de agglomeratie Philadelphia

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De geschiedenis van de autosnelwegen in en rond Philadelphia, Pennsylvania kende een valse start in de jaren '30, waarvan het uiteindelijk nooit helemaal bekomen is.

Beginjaren

Philadelphia was één van de eerste grote steden in de Verenigde Staten. In 1890 brak men door de grens van één miljoen inwoners, wat groeide tot 2 miljoen in 1950. Om deze bevolkingsgroei op te vangen werd in 1932 een plan uitgerold voor een uitgebreid systeem van parkways in en rond de stad, gemodelleerd naar de parkways in New York City die vanaf midden jaren '20 door Robert Moses gebouwd werden. De ontwerpstandaarden waren dan ook ontleend uit de tweede generatie parkways uit begin jaren '30 in New York, met ongelijkvloerse kruisingen, een parkachtige omgeving en klassieke natuurstenen viaducten over de autosnelweg. Destijds werd dit gezien als vooral een wegennet voor de recreatie, omdat Philadelphia destijds vrij compact was en het langeafstandsforenzen nog niet op grote schaal voor kwam.

Het ontbrak de Delaware Valley, zoals de agglomeratie ook wel genoemd wordt, aan een krachtig en machtig persoon zoals New York had met Robert Moses. Geen enkele van de voorgestelde parkways werd in de jaren '30 gebouwd, terwijl New York City eind jaren '30 al een snelwegennet had van 340 kilometer. Ook een netwerk van expressways voor gemixt verkeer kwam niet van de grond, met als gevolg dat de regio tot aan de Tweede Wereldoorlog nog geen enkele autosnelweg had. De economische depressie droeg hier aan bij, alhoewel deze New York minder leek te deren dan Philadelphia. Gedurende de Tweede Wereldoorlog lagen de prioriteiten elders, ook in New York, en werden er ook geen autosnelwegen gebouwd.

De eerste autosnelwegen

Direct na de Tweede Wereldoorlog werd er een begin gemaakt met een netwerk van autosnelwegen. Hierbij liet men de parkway-ontwerpen echter achter zich, omdat deze na de Tweede Wereldoorlog in New York City verouderd bleken, met name door de toename van het forenzenverkeer en vrachtverkeer, waar de parkways niet op ontworpen waren. De eerste autosnelweg die opende was buiten Philadelphia, in het toen nog grotendeels plattelandsgebied aan de overzijde van de Delaware River. De US 130 in New Jersey werd in 1948 over een lengte van 10 kilometer uitgebouwd tot autosnelweg. Dit zou later de Interstate 295 worden. Dit korte stukje autosnelweg zou echter het enige deel blijven wat in de jaren '40 opgeleverd werd. Wel begon men met een ander belangrijk project, de New Jersey Turnpike, die door New Jersey ten zuiden en oosten van Philadelphia langs zou verlopen. Gemodelleerd naar de Duitse Autobahn en de Pennsylvania Turnpike werd in 1951 71 kilometer van de snelweg opgeleverd van Pennsville naar Mount Holly, direct een doorgaande bypass van Philadelphia vormend. Nog datzelfde jaar reikte de New Jersey Turnpike tot aan de agglomeratie New York City.

In de jaren '50 begon tevens het snelwegennet rond Philadelphia zijn eerste vormen aan te nemen, de sterke bevolkingsgroei in Montgomery County, Bucks County en de regio rond Camden in New Jersey maakte de aanleg van een snelwegennet noodzakelijk. In 1954 opende de Pennsylvania Turnpike Extension, later I-276 die de Pennsylvania Turnpike ten noorden van Philadelphia langs verlengde. In 1956 sloot deze tolweg aan op de New Jersey Turnpike. Ook in 1954 opende het eerste deel van de Schuylkill Expressway, later onderdeel van I-76. Dit was echter buiten Philadelphia, in een gebied dat Valley Forge heet, rondom King of Prussia en Consohocken, twee industriestadjes ten noorden van de stad.

De eerste autosnelweg binnen de stadsgrenzen van Philadelphia opende echter pas in 1959, toen de Schuylkill Expressway over de oevers van de gelijknamige rivier nar het zuiden werd doorgetrokken. Een jaar eerder, in 1958 opende de eerste 11 kilometer van de Fort Washington Bypass, ooit bedoeld om naar het centrum van Philadelphia door te trekken. In 1958 en 1959 werd de State Route 42 in New Jersey in twee fases opgeleverd, die later de belangrijke Atlantic City Expressway met de bruggen over de Delaware naar Philadelphia zou vormen.

Desondanks was het eerste gedeelte van het snelwegennet ongeordend en gefragmenteerd, waarbij de belangrijkste projecten vooral buiten de stad Philadelphia lagen. Rondom Trenton, de hoofdstad van New Jersey, verschenen eind jaren '50 ook de eerste autosnelwegen.

Interstate Highways

In de jaren '60 nam de bouw van de Interstate Highways een vlucht, ook in en rond Philadelphia. Deze autosnelwegen kwamen voor 90% federale financiering in aanmerking en waren dus niet meer afhankelijk van de grillen van de lokale overheden. In 1961 werd een begin gemaakt met de Roosevelt Expressway (US 1), een oost-westsnelweg door het noorden van de stad. Meer dan 4 kilometer zou er echter nooit gebouwd worden. De jaren '60 zagen tevens de flinke uitbreiding van de Interstate 295 in New Jersey om de snelle bevolkingsgroei daar op te vangen. In 1962 opende het eerste deel van de Interstate 95 in Pennsylvania in de stad Philadelphia, die in de jaren erna aangelegd zou worden als de belangrijkste autosnelweg van de stad, over de oevers van de Delaware River. In 1964 opende de Atlantic City Expressway, zodat een doorgaande autosnelweg ontstond tussen Philadelphia en de kustresorts rond Atlantic City aan de Atlantische kust van New Jersey.

In 1963 en 1966 werd alles van wat nu de State Route 63 in Pennsylvania is opgeleverd, een zes kilometer lange autosnelweg in het noorden van de stad. Deze zou echter voor altijd een korte snelweg naar nergens blijven, bedoeld om aan te sluiten op de nooit gebouwde Roosevelt Expressway en verder naar het noorden. In 1967 opende een deel van de US 202 in Pennsylvania rondom West Chester. Deze autosnelweg was bedoeld als buitenste bypass ten westen en noorden van de stad langs. Ook dit bleek uiteindelijk één van de vele projecten in Pennsylvania die maar gedeeltelijk werd gebouwd. In 1967 openden ook twee delen van de US 422 in Pennsylvania, een nieuwe autosnelweg van Philadelphia naar Reading. In 1967 en 1968 werd het tolvrije deel van de Interstate 95 in Delaware gebouwd, zodat de regio ook vanuit het zuidwesten ontsloten werd, nadat in 1963 de Delaware Turnpike opende. Het laatste wapenfeit van de jaren '60 was de opening van het eerste deel van de State Route 55 in New Jersey, die vanaf Philadelphia pal naar het zuiden verloopt. Het eerste deel opende echter juist het verst van Philadelphia af, bij Port Elizabeth.

Verdere uitbouw & keerpunt

De jaren '70 zagen het moeizame begin van de Interstate 476 in Pennsylvania, die een westelijke bypass van Philadelphia moest vormen, richting Scranton. Slechts 4 kilometer werd opgeleverd, om er de twee decennia erna nutteloos bij te blijven liggen. Begin jaren '70 werd de State Route 55 in New Jersey in fases verder naar Philadelphia verlengd, in 1973 liep deze tot Malaga. Midden jaren '70 werd tevens besloten dat de Somerset Freeway, onderdeel van de Interstate 95 in New Jersey, niet tussen Trenton en New Brunswick aangelegd zou worden. Als reactie hierop werd de ring rond Trenton gesloten aan de noordzijde en kreeg men compensatiegeld van de federale overheid voor het niet bouwen van de autosnelweg. In 1974 werd het eerste deel van de Interstate 195 in New Jersey opgeleverd, die vanaf Trenton naar de oostkust rond Neptune ging lopen.

Midden en eind jaren '70 werden ook fragmenten van I-95 door Philadelphia opgeleverd, echter met lange tijd een ontbrekende schakel tussen Philadelphia en de luchthaven van de stad. Eén van de belangrijkste keerpunten in de aanleg van de autosnelwegen rond de stad was 1 juli 1977 toen het Pennsylvania Department of Transportation alle financiering voor geplande snelwegen bevroor. Voor talloze projecten in en rond Philadelphia bleek dit de doodsteek, waarvan de gevolgen zich tot op de dag van vandaag nog zichtbaar maken. De stad leed onder het inefficiënte snelwegennet, vaak substandaard en met veel te weinig capaciteit. Vanaf het noorden en noordwesten, een voorstedelijk gebied met 1 miljoen inwoners bleef de Schuylkill Expressway met 2x2 rijstroken de enige autosnelweg de stad in. Als reactie van de slechte bereikbaarheid van de stad ontwikkelden zich een aantal subcentra ten noorden van de stad, met name King of Prussia en Norristown. Philadelphia leed ook onder achteruitgang, waarbij de stad tussen 1960 en 1980 400.000 inwoners verloor, een trend die zich daarna lange tijd voortzette. In 2008 telde de stad 600.000 inwoners minder dan in 1960, met daarna weer een voorzichtige groei. Tevens gingen steden als Trenton en Camden teloor, samen met Philadelphia torenhoge criminaliteit en grootschalige leegstand. Hierdoor verloor Philadelphia een fors deel van haar belastingbasis, waardoor het financieren van infrastructuurprojecten nog lastiger werd dan ze al was.

Moeizame verderbouw

Doordat de meeste geplande autosnelwegen in 1977 afgeblazen werden nam de congestie op de beperkte hoeveelheid bestaande autosnelwegen en het onderliggend wegennet draconische vormen aan. In 1980 werd de Interstate 676 doorgetrokken van het centrum naar de Benjamin Franklin Bridge naar Camden. Een typisch voorbeeld van de compromissen die toen gesloten moesten worden, het doorgaande verkeer op deze verbinding moet via een serie verkeerslichten. In 1984 en 1985 werd de US 422 voltooid, zodat een alternatief voor de Pennsylvania Turnpike ontstond tussen King of Prussia en Reading. In 1986 en 1989 werd de State Route 55 in New Jersey voltooid en in 1989 opende het laatste stuk van de Interstate 95 in Pennsylvania, na drie decennia bouw had de stad eindelijk haar doorgaande levensader die het noordoosten met het zuidwesten verbindt.

In 1987 werd na 17 jaar een heel kort stukje van de Interstate 476 in Pennsylvania opgeleverd. De rest moest echter wachten tot 1991, toen er voor het eerst een westelijke bypass van de stad ontstond, na 4 decennia plannen en procederen. In 1991 werd ook het eerste gedeelte van de State Route 1 in Delaware opgeleverd, de nieuwe tolweg die de hoofdstad Dover met de voorsteden van Wilmington (en Philadelphia) moest verbinden. Gedurende de jaren 90 werd deze snelweg in fases opgeleverd, tot het laatste deel in 2003 opende. In 1995 werd de ontbrekende schakel in de US 30 in Pennsylvania opgeleverd, zodat een oost-westsnelweg door het noordwesten van het voorstedelijk gebied werd voltooid.

In 2014 begon de bouw van een knooppunt tussen I-95 en de Pennsylvania Turnpike (I-276) in Bristol.[1] Dit zorgde ervoor dat I-95 doorgaand van Maine naar Florida te berijden was, aangezien I-95 oorspronkelijk in Trenton doodliep op I-295 die weer zuidwaarts terug loopt. De bouw van het knooppunt duurde maar liefst 8 jaar, alhoewel er maar weinig gebouwen geamoveerd hoeven te worden. De eerste fase van het project is op 24 september 2018 geopend,[2] waarmee I-95 eindelijk een doorgaande route vormde door de regio.[3] De kosten bedroegen $ 650 miljoen.[4] Al voordat het project gereed kwam kreeg I-95 een rerouting via de zuidkant van Trenton. De oude route langs de westkant van Trenton is omgenummerd tot I-295.[5][6]

Referenties