Hessenweg

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Hessenwegen zijn historische wegen in Oost-Nederland, grotendeels ontstaan vanaf 1600. De routes lopen grofweg van west naar oost, want het waren achterlandverbindingen naar gebieden in Noord- en Midden-Duitsland. Sommige hessenwegen werden in de 19e eeuw uitgebouwd tot straatweg. Deze vormen nu nog onderdeel van het onderliggend wegennet. Andere zijn min of meer in de vergetelheid geraakt. Dit zijn nu vaak achterafweggetjes door buitengebied, vaak voorzien van de straatnaam Hessenweg.

Context

Hoewel de internationale handel van rond 1600 in zijn volumes niet te vergelijken was met die van nu, was er toch een levendige handel tussen de landen rondom Noordzee en Oostzee, en daarbuiten. Die liep grotendeels over zee, en vervolgens was het zaak producten het achterland in te krijgen. Uiteraard gingen ook producten uit die achterlanden terug naar de kustplaatsen om vanaf daar geëxporteerd te worden. Die goederenstromen gingen tot aan de opkomst van de trein hoofdzakelijk over water. Sommige delen van Noordwest-Europa waren echter slecht over water te bereiken. Van en naar die streken ging transport hoofdzakelijk over land.

De delen van Nederland en Duitsland tussen grofweg de IJssel en de Elbe zijn maar matig ontsloten over het water - zeker wanneer men moderne middelen om de scheepvaart te vergemakkelijken als kanalen en stuwen wegdenkt, want die waren er rond 1600 nog niet. Transport tussen zeehavens en deze streken vond dan ook vaak plaats over land. Een belangrijke markt in deze regio was het toenmalige graafschap Hessen, dat het noorden van de huidige deelstaat Hessen omvat. De Hessenwegen dienden het achterlandverkeer van en naar onder meer dat deel van Duitsland. Tekenend is dat er in Kassel een stadspoort was met de naam Holländisches Tor.[1]

In de late middeleeuwen liep dat achterlandverkeer hoofdzakelijk via de haven van Antwerpen. Door de val van Antwerpen in 1585, en de daaropvolgende blokkade van de haven, verplaatste de handel zich echter naar de Noordelijke Nederlanden. Belangrijke toevoerhavens werden Amsterdam, maar ook havens aan de oostkant van de Zuiderzee. Ook werden goederen vanuit Amsterdam regelmatig per beurtschip naar Zwolle vervoerd om van daaruit de reis richting Duitsland te beginnen.

Voor vervoer van en naar deze havens werden de zogenaamde Hessenkarren gebruikt. Dit waren karren met een bredere as dan wat gangbaar was in Nederland (in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was die maat geharmoniseerd tussen de gewesten). Die bredere as was mogelijk praktisch voor het vervoer naar het achterland, maar funest voor de Nederlandse zandwegen van toen. Op de zandwegen lagen namelijk karresporen op de standaard Nederlandse breedte, en het was ongewenst dat deze zouden worden bedorven door sporen van andere breedte. Ook op de weinige bestrate wegen van toen waren de Hessenkarren niet gewenst.

Gevolg hiervan was dat de Hessenkarren op de reguliere doorgaande wegen van toen niet welkom waren. De transporteurs van toen resteerde weinig anders dan de karren dan maar door het open landschap te verplaatsen, buiten alle steden en dorpen om. De grondbezitters zaten echter evenmin te wachten op karresporen overal op hun landen, dus zij wezen de transporteurs specifieke delen van hun landen toe die zij konden gebruiken. Dit werden de Hessenwegen.

Hoe een Hessenweg eruit zag

Door het slepen met zware karren over zandgrond ontstond vanzelf een zandpad met karrespoor. Wanneer een karrespoor op de een of andere manier niet meer bruikbaar was, reden de transporteurs simpelweg naast het oude karrespoor en zo vormde zich een nieuw karrespoor. De gang van zaken laat zich vergelijken met moderne pistes door bijvoorbeeld woestijnen.

Voor de transporteurs was het niet problematisch om buiten de dorpen te blijven, aangezien zij hun handelswaar niet in de dorpen hoefden te verkopen. Wel bestond behoefte aan pleisterplaatsen. Dit is hoe sommige nog steeds bestaande uitspanningen in het niets op de Veluwe ontstonden, zoals Planken Wambuis langs de N224.

Door de ontstaansgeschiedenis waren de Hessenwegen meestal over langere stukken kaarsrecht. De relatieve leegte van Oost-Nederland uit die tijd leent zich daar ook wel voor. Het zorgde echter wel voor een duidelijk verschil met andere wegen uit die tijd, waarvan de voornaamste functie was om dorpen met elkaar te verbinden en die daardoor een heel ander karakter hadden. Het maakte Hessenwegen in latere tijden ook geschikt als basis om het straatwegennet van de 19e eeuw op neer te leggen. (Voormalige) rijkswegen met een Hessenweg-verleden kenmerken zich dan ook regelmatig door lange rechtstanden.

Bekende Hessenwegen

De Hessenwegen vanuit Amsterdam liepen naar Amersfoort. Vanaf daar ging men hetzij langs de Zuiderzee-kust naar Zwolle, om daar noordelijk langs de Veluwe naar het oosten te gaan, hetzij direct over de Veluwe naar het oosten. De route noordelijk van de Veluwe stond bekend als veiliger en was dus meestal populairder.

  • Vanaf Amersfoort verliep een Hessenweg richting Lunteren en Planken Wambuis
  • Vanuit Deelen verliep een Hessenweg richting Doesburg, Genderen en verder richting Wesel[2]
  • Een Hessenweg die rijksweg werd vindt men langs de voorloper van de A1, Groote Weg 1. Delen van de N344 en N350 waren Hessenweg.[3]
  • Ook de route Zwolle-Almelo, de N35 volgt een oude Hessenweg.
  • Ten oosten van Zwolle is de naam van de N340 de Hessenweg.

Verdere literatuur

Referenties

  1. Overigens bestaat onder wetenschappers geen concensus of Hessenwegen en Hessenkarren wel naar dit graafschap zijn genoemd, of dat deze woorden een andere herkomst kennen.
  2. Hessenwegen, Hanzewegen en Koningswegen (RdH004: 27-2-2007), https://www.hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/rondom-de-hessenweg/565-hessenwegen-hanzewegen-en-koningswegen-rdh004-27-2-2007.html
  3. https://www.rijksstraatwegen.nl/1-2/