Highway 3 in British Columbia

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Highway 3
Begin Hope
Einde Sparwood
Lengte 830 km
Route

Hope

Princeton

Osoyoos

Grand Forks

Castlegar

Salmo

Creston

Yakh

Cranbrook

Fernie

Sparwood

Alberta

De Highway 3 is een highway in de provincie British Columbia in Canada. De weg vormt een oost-westroute door het zuidoosten van de provincie, vanaf Hope tot aan de grens met Alberta. De route loopt veelal op korte afstand van de grens met de Verenigde Staten. De weg staat ook wel bekend als de Interprovincial en de Crowsnest Highway. Highway 3 is in British Columbia 830 kilometer lang.

Routebeschrijving

Highway 3 nabij Sunday Summit ten westen van Princeton.

Hope - Princeton

De Highway 3 begint bij het dorp Hope op een ongelijkvloerse aansluiting met de Highway 5 (Coquihalla Highway). Dit knooppunt bevindt zich op 250 meter boven zeeniveau in een nauwe vallei. Er volgt dan een 130 kilometer lang traject naar Princeton. Op dit traject gaat men van de Fraser Valley naar de wat drogere valleien in het binnenland van British Columbia. De Highway 3 is in eerste instantie relatief hoogwaardig uitgebouwd, met rechte stukken en inhaalstroken. De weg stijgt voortdurend en wordt later smaller en bochtiger, met steile afgronden. De weg stijgt naar de 1.342 meter hoge Allison Pass. Bij Manning Park bereikt de weg zijn eerste zuidelijkste punt en buigt dan af naar het noordoosten. Dit traject is bochtig en vrij smal, het voert door afgelegen gebied met slechts een paar gehuchten. De weg kent daarna een tweede bergpas, de 1.284 meter hoge Sunday Summit. Daarna volgt een afdaling langs een mijnbouwgebied tot het plaatsje Princeton, dat op 600 meter hoogte ligt. Hier sluit de Highway 5A naar Merritt aan.

Princeton - Osoyoos

Oostelijk van Princeton voert de Highway 3 door de vallei van de Similkameen River. Dit traject is minder bergachtig en kent maar beperkt hoogteverschillen, alhoewel rondom hoge bergen zijn. De weg daalt geleidelijk naar het op 400 meter hoogte gelegen dorp Keremeos, waar de Highway 3A naar Penticon afslaat, dit is een afsnijding naar de grote vallei rond Kelowna. Bij Keremeos is de vallei wat breder en heeft landbouw. Dit gebied is droger dan westelijker op de route. Men bereikt hier de grens met de Verenigde Staten tot op 2 kilometer afstand, een zijweg geeft toegang naar een weinig gebruikte grensovergang naar Washington state. De weg voert hier over een bijna 700 meter hoge bergpas voordat men weer afdaalt naar de vallei van de Okanogan River. In het kleine stadje Osoyoos kruist men de Highway 97, de belangrijkste noord-zuidroute van het binnenland van British Columbia.

Osoyoos - Castlegar

Vervolgens legt de Highway 3 ruim 200 kilometer af van Osoyoos naar Castlegar. Dit traject voert over meerdere bergpassen en verloopt op een aantal plekken zeer dicht langs de grens met de Verenigde Staten. Direct ten oosten van Osoyoos volgt een steile helling naar een ruim 1.100 meter hoge bergpas. Daarna volgt een wat meer geleidelijke afdaling naar de vallei van de Kettle River. In het dorp Rock Creek kruist men de Highway 33. De weg voert hier door de vallei van de Kettle River op 600 meter hoogte.

Oostelijker maakt de Highway 3 een sterke slinger naar het noorden, tussen Midway en Grand Forks komt de weg tot op zichtafstand van de Amerikaanse grens, maar daartussen maakt de weg een slinger van bijna 20 kilometer naar het noorden om over een circa 1.000 meter hoge bergpas te komen. Grand Forks ligt op 500 meter hoogte aan de Kettle River. Bij Billing sluit de Highway 395 aan die een korte zijtak vormt naar de US 395 in Washington, een vrij belangrijke weg die uiteindelijk naar de grotere stad Spokane voert.

Vanaf hier buigt de Highway 3 naar het noordoosten af en voert door de bergen op aanzienlijk grotere afstand van de Amerikaanse grens. De weg voert hier na een steile helling over de hooglanden op circa 1.400 - 1.500 meter boven zeeniveau, voordat men afdaalt naar de vallei van de grote Columbia River. Dit is de belangrijkste rivier van oostelijk British Columbia. De stad Castlegar ligt er aan, Highway 3 is door Castlegar zelfs ongelijkvloers en kent een hogere brug over de Columbia River. Ook kruist men hier de Highway 3A naar Crescent Valley.

Castlegar - Creston

Oostelijk van Castlegar volgt weer een bergpas, de weg stijgt van 400 naar ruim 1000 meter hoogte en voert door de hooglanden naar Salmo, waar de Highway 6 aansluit. De Highway 3B vormt hier een alternatieve zuidelijker route via Montrose die minder hoogteverschillen kent. Highway 3 en 6 zijn ten zuiden van Salmo een stukje dubbelgenummerd, men bereikt hier weer dicht de grens met de Verenigde Staten.

De bergen zijn oostelijker wat hoger, met kale toppen tot 2300 meter. De weg stijgt hier stevig naar de 1775 meter hoge Kootenay Pass, de hoogste bergpas van Highway 3. Dit deel van Highway 3 is echter relatief goed uitgebouwd, met een brede, rechte rijbaan die weinig scherpe bochten kent en bovendien zijn hier geen dorpen op een langer stuk van de route. Highway 3 begint daarna aan een lange afdaling naar de vallei van de Kootenay River op 500 meter hoogte. Dit is een grote, weidse vallei waarin het stadje Creston ligt. In Creston kruist men de Highway 21.

Creston - Crowsnest Pass

Na Creston volgt Highway 3 een serie valleien die eerst oostwaarts, later noordwaarts naar Cranbrook voeren. De weg bereikt hier opnieuw bijna 1000 meter boven zeeniveau maar kent geen uitgesproken bergpas. Dit deel van Highway 3 valt voor een wat langer deel samen met de Highway 95. Men bereikt dan het stadje Cranbrook, de laatste grotere plaats op de route in British Columbia. Cranbrook ligt op meer dan 900 meter hoogte en is één van de hoogstgelegen grotere plaatsen in Canada.

Oostelijk van Cranbrook sluit de Highway 93 ongelijkvloers aan. De weg voert dan weer door de vallei van de Kootenay River en verloopt samen met Highway 93 in zuidoostelijke richting tot het dorp Elko. Highway 93 slaat hier af naar het westen van Montana, terwijl Highway 3 in noordelijke richting door de Rocky Mountains voert. Dit deel van de route wordt geflankeerd door hoge bergen met toppen tot 2700 meter. Highway 3 zelf kent echter geen abrupte hoogteverschillen en voert door de vallei van de Elk River.

Het laatste deel van Highway 3 voert oostwaarts, via een vrij geleidelijke stijging bereikt men de 1.358 meter hoge Crowsnest Pass op de grens met de provincie Alberta. Dit is tevens de Continental Divide van Noord-Amerika. Dit is de zuidelijkste bergpas tussen oost en west in Canada, alhoewel de grens met de Verenigde Staten 80 kilometer zuidelijker ligt. De Highway 3 in Alberta voert dan oostwaarts de Rocky Mountains uit richting Lethbridge.

Geschiedenis

Een wildwaarschuwingssysteem op de Highway 3.

De Crowsnest Highway werd in 1932 gecreëerd en volgde een 19e-eeuwse route die goudzoekers volgden. Highway 3 is de kortste route tussen Vancouver en het zuiden van Alberta. De naam van de weg komt van de Crowsnest Pass op de grens met Alberta die in 1917 opengesteld werd voor wegverkeer. Al eerder, in 1898, opende de Canadian Pacific Railway over de bergpas.

Op 2 november 1949 opende de weg tussen Hope en Princeton voor het verkeer.[1] Deze route maakte de verbinding tussen het zuiden van de regio Okanagan en Vancouver ongeveer 150 kilometer korter. Voor de jaren '60 was verkeer over Highway 3 onpraktisch, diverse trajecten over bergpassen ontbraken zodat grote omwegen noodzakelijk waren.

In oktober 1962 opende een 74 kilometer lang stuk van de Highway 3 parallel aan de Amerikaanse grens tussen Christina Lake en Castlegar. Dit deel verving een smalle gravelweg door de bergen. In de jaren '60 is ook het westelijk deel tussen Hope en Princeton opgewaardeerd. Deels moest de weg nog geasfalteerd worden, ook zijn klimstroken aangelegd op enkele hellingen.

In 1964 opende de 67 kilometer lange route tussen Salmo en Creston. Deze route verloopt over de 1.769 meter hoge Kootenay Pass, en is de hoogstgelegen hoofdweg in Canada. Deze route was 100 kilometer korter dan de oude route via Nelson, die ook nog een veerdienst over Kootenay Lake vereiste. In 1965 opende de weg over de Richter Pass tussen Keremeos en Osoyoos. Alhoewel deze bergpas lang niet zo hoog is als andere bergpassen op Highway 3 kon verkeer er een flinke omweg via Okanagan Falls mee besparen.

In 1999 opende een ongelijkvloerse aansluiting met Highway 22 in Castlegar. Dit is één van de weinige ongelijkvloerse elementen van Highway 3. In 2016 is de Highway 3 rond Sunday Summit verbreed naar drie rijstroken.

Hope Slide

Op 9 januari 1965 ontstond een massieve aardverschuiving in de Nicoleum Valley ten oosten van Hope. 47 miljoen kubieke meter rots kwam vanaf Johnson Peak en bedekte de hele vallei, waaronder de Highway 3. Er vielen 4 doden. De weg was onderbroken, wat betekende dat verkeer tussen de Fraser Valley en Princeton een omweg van 180 kilometer moest maken via Merritt, destijds bestond de Coquihalla Highway niet en Highway 1 door de Fraser Canyon was nog maar enkele jaren daarvoor geschikt gemaakt voor zwaar vrachtverkeer, waardoor er anders alleen nog een route via de Verenigde Staten beschikbaar zou zijn. Over een periode van 21 dagen werd een tijdelijke wegverbinding over de Hope Slide aangelegd. Later is een permanente omlegging van Highway 3 aangelegd. Tegenwoordig is er een uitzichtspunt.

Kootenay Pass

De Kootenay River Bridge bij Creston, opengesteld in 1961.

Kootenay Pass is een 1.775 meter hoge bergpas tussen Salmo en Creston, enkele kilometers ten noorden van de grens met de Verenigde Staten. Toen de Highway 3 door dit gebied werd aangelegd, werd gekozen om de weg over de zuidhellingen van de bergen rond Kootenay Pass aan te leggen. Het idee was dat de sneeuw hier sneller zou smelten waardoor de weg makkelijker berijdbaar zou zijn. De smeltende sneeuw verhoogde echter ook significant het lawinegevaar. Men poogt het lawinegevaar te beheersen door geïmproviseerde explosieven vanuit helikopters op hellingen te gooien, in tegenstelling tot Rogers Pass (Highway 1) waar men artillerie van het Canadese leger gebruikt. Sinds 2010 zijn ook kanonnen op de hellingen geplaatst zodat men ook lawines kan opwekken als het weer te slecht is om met helikopters te vliegen. Deze kanonnen kunnen op afstand geopereerd worden en werken met compressiegolven om lawines op te wekken.

Andere bergpassen

Vanuit Hope is de eerste hoge bergpas de 1342 meter hoge Allison Pass. Dit is het hoogste punt tussen Hope en Princeton. Dit is een lange stijging vanuit Hope. Oostelijker ligt er ook nog de Sunday Summit (1284 meter).

Westelijk van Osoyoos gaat de Highway 3 over een circa 680 meter hoge bergpas. Deze is weinig bijzonder, maar vanaf de pashoogte is er een zijweg die naar ruim 1800 meter stijgt, waar in het verleden het Mount Kobau National Observatory gepland was, een astronomisch observatorium bovenop Mount Kobau. In 1966 opende Mount Kobau Road. Het observatorium ging in aanbouw maar werd in 1968 geschrapt na protesten.

Ten oosten van Osoyoos bevindt zich een ongenaamde circa 1130 meter hoge bergpas. Het hoogteverschil aan de westzijde bedraagt bijna 900 meter. De Highway 3 benadert hier de grens met de Verenigde Staten tot op slechts 0,5 kilometer. Iets oostelijker bevindt zich de 1233 meter hoge Anarchist Summit. Even voorbij Anarchist Summit is een zijweg naar het op ruim 1700 meter hoogte gelegen Mount Baldy Ski Area.

Tussen Christina Lake en Castlegar bevindt zich de 1535 meter hoge Blueberry-Paulson Summit, ook wel bekend als de Bonanza Pass. Tussen Salmo en Creston bevindt zich de 1775 meter hoge Kootenay Pass, de hoogste pas van Highway 3 in British Columbia.

Op de grens met Alberta bevindt zich de 1358 meter hoge Crowsnest Pass. Alhoewel dit niet de hoogste bergpas van Highway 3 is, is dit wel één van de bekendste passen, omdat het gelegen is op een provinciegrens en bovendien de zuidelijkste pasroute in de Canadese Rocky Mountains is. In de periode 1897-1898 werd een spoorlijn over de bergpas aangelegd, voornamelijk voor de mijnbouw. De weg over Crowsnest Pass werd in 1917 aangelegd.

Verkeersintensiteiten

Dagelijks rijden 2.300 voertuigen tussen Hope en Princeton en 1.700 voertuigen ten westen van Osoyoos. Bij Grand Forks reden 2.800 voertuigen en 2.600 voertuigen tussen Grand Forks en Castlegar. Westelijk van Creston reden 2.300 voertuigen en 3.000 voertuigen op de dubbelnummering met Highway 95 tot Cranbrook. De bergroute tussen Fernie en Sparwood telt 5.900 voertuigen en 4.500 voertuigen op de Crowsnest Pass.

Referenties

Highways & freeways in British Columbia

1233A455A67891011121314151617181920212223242627282930313335373941434952779191A93959797C99101113118395