Kan-etsu Expressway (Japan)
![]() | |||
---|---|---|---|
![]() | |||
E17 | |||
Begin | Tokyo | ||
Einde | Nagaoka | ||
Lengte | 246 km | ||
|
De Kan-etsu Expressway (Japans: 関越自動車道, Kan'etsu Jidōsha-dō), genummerd als de E17, is een expressway in Japan. De snelweg vormt een noord-zuidroute op het eiland Honshu, vanaf de hoofdstad Tokyo tot Nagaoka, niet ver ten zuiden van de stad Niigata. De naam "Kan-etsu" is een acronym van de namen Kanto en Echigo, waarbij Kanto de regio rond Tokyo is en Echigo een voormalige provincie is, nu de prefectuur Niigata. Halverwege de route ligt een 11 kilometer lange tunnel. De snelweg is 246 kilometer lang.
Routebeschrijving
Tokyo metropolis

De snelweg begint in de stad Nerima van Tokyo en is de enige radiale snelweg die niet voortvloeit uit een snelweg van het Shuto Expressway netwerk. Vlak na het begint komt men bij knooppunt Oizumi, waar men de Tokyo-Gaikan Expressway kruist die een noordelijke randweg van Tokyo vormt. De snelweg telt dan 2x3 rijstroken en passeert door de noordelijke voorsteden van Tokyo die vooral uit vrijstaande huizen bestaan. In de stad Niiza volgt het eerste tolstation. Men gaat dan ook de prefectuur Saitama binnen, waar de vele noordelijke voorsteden van Tokyo zijn gelegen. De prefectuur Saitama is niet zo heel dichtbebouwd en de agglomeratie kent hier nog een aantal open stukken met landbouwgronden. Men passeert langs diverse grote steden van Saitama, waarvan de 336.000 inwoners tellende stad Kawagoe één van de grotere van is. Bij knooppunt Tsurugashima kruist men de Ken-O Expressway, die in de toekomst een zeer grote ring om Tokyo moet vormen van 300 kilometer moet vormen en mogelijk de langste ringweg ter wereld wordt. Men komt dan langs de stad Sakado en de snelweg telt nog steeds 2x3 rijstroken. De agglomeratie Tokyo bestaat hier vooral uit aan elkaar gegroeide steden die ver naar het noorden doorlopen. Na Higashimatsuyama is de agglomeratie even onderbroken omdat die via een bocht oostelijker naar het noorden loopt en de Kan-etsu Expressway door een natuurgebied gaat. Het stedelijk gebied wordt wat dunner bebouwd, maar men komt nog wel om de haverklap langs grotere steden, zoals Honjo en Takasaki. Bij knooppunt Fujioka kruist men de Joshin-etsu Expressway die naar Nagano in het westen loopt. Vlak daarna, bij knooppunt Takasaki slaat de Kita-Kanto Expressway af die naar de voorsteden ten noorden van Saitama loopt. Men komt dan in de prefectuur Gunma en men bereikt de stad Maebashi, met 322.000 inwoners de verste voorstad van Tokyo op 110 kilometer van het centrum. De snelweg heeft dan ook al de helft van de totale afstand afgelegd.
Centraal Honshu
De snelweg versmalt dan ook naar 2x2 rijstroken en gaat de bergen in. Dit gebergte staat bekend als de Japanse Alpen en zijn regelmatig bedekt met een dik pak sneeuw. Vanaf de snelweg heeft men goed uitzicht op de Alpen. De snelweg stijgt dan langzaam in een smaller wordend dal. Dan volgt de Kan-etsu tunnel, die tevens de grens met de prefectuur Niigata vormt en 11 kilometer lang is. Men gaat dan onder een gebergte van zo'n 2000 meter hoogte door. De snelweg is dan gestegen naar zo'n 700 meter boven zeeniveau. Hierna begint de afdaling naar de Japanse Zee. Hier liggen diverse wintersportoorden. Het dal wordt hier weer breder en de snelweg telt ook hier 2x2 rijstroken. De snelweg maakt dan een lange bocht en loopt tijdelijk naar het westen voordat hij weer naar het noorden afbuigt. Bij de 237.000 inwoners tellende stad Nagaoka volgt het gelijknamige knooppunt met de Hokuriku Expressway, waar de snelweg eindigt. De Horukiru snelweg loopt naar Niigata in het noorden en Nagano en Nagoya in het zuidwesten.
Geschiedenis
In 1971 opende het eerste deel van de Kan-etsu Expressway, en dat was meteen een vrij lang stuk vanaf Kawagoe naar Nerima in Tokyo. In 1975 werd deze naar het noorden verlengd tot Higashimatsumaya en in 1978 opende een deel van Nagaoka naar Niigata, wat momenteel geen onderdeel meer is van de Kan-etsu Expressway. In 1980 werd de snelweg in de metropool Tokyo verder naar het noorden verlengd tot Maebashi zodat alle voorsteden ten noorden van Tokyo verbonden waren via de snelweg. In 1985 opende de Kan-etsu tunnel met één tunnelbuis. In 1991 kwam een tweede tunnelbuis gereed en in de jaren 80 werden ook de laatste doorgaande stukken opgeleverd. In de jaren 90 werden nog diverse aansluitingen en knooppunten geopend. In 2004 en 2007 werd de weg gesloten na aardbevingen.
Openstellingsgeschiedenis
Van | Naar | Lengte | Datum |
---|---|---|---|
Nerima IC | Kawagoe IC | 21 km | 20-12-1971 |
Kawagoe IC | Higashimatsuyama IC | 18 km | 08-08-1975 |
Nagaoka IC | Nagaoka JCT | 2 km | 21-09-1978 |
Higashimatsuyama IC | Maebashi IC | 53 km | 17-07-1980 |
Echigo-Kawaguchi IC | Nagaoka IC | 23 km | 30-03-1982 |
Koide IC | Echigo-Kawaguchi IC | 17 km | 02-12-1982 |
Muikamachi IC | Koide IC | 17 km | 26-10-1983 |
Yuzawa IC | Muikamachi IC | 20 km | 08-11-1984 |
Maebashi IC | Yuzawa IC | 75 km | 02-10-1985 |
Kan-etsu Tunnel
De Kan-etsu Tunnel loopt door een gebied waar veel sneeuw valt en is de enige snelle verbinding tussen de regio's Tokyo en Niigata. Met sneeuwkettingen is de maximumsnelheid 50 km/uur. De tunnel is 11 kilometer lang en gevaarlijke stoffen mogen niet door de tunnel getransporteerd worden. Deze moeten via de Mikuni Pass die echter gevaar oplevert in de winter en in de zomer vanwege aardverschuivingen door stortregens.
Maximumsnelheid
Tussen Nerima in Tokyo en Niiza geldt 80 km/uur en de rest van de route heeft een maximumsnelheid van 100 km/uur met uitzondering van de Kan-etsu tunnel die een maximumsnelheid heeft van 70 km/uur.
Verkeersintensiteiten
Het inprikkertje van Tokyo telt 35.000 voertuigen per dag, maar noordelijker is de weg een stuk drukker met maximaal 102.000 voertuigen per dag bij Tsurugashima, wat afloopt tot 38.000 voertuigen bij Maebashi. 14.000 voertuigen maken dagelijks gebruik van de Kan-etsu tunnel wat oploopt tot 25.000 voertuigen aan het einde van de snelweg .
Referenties