Londen

Uit Wegenwiki
(Doorverwezen vanaf London)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
London en de River Thames.

London (Nederlands exoniem: Londen) is de hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk en één van de grootste stedelijke gebieden van Europa, gelegen in het zuidoosten van Engeland aan de River Thames. Het is één van de belangrijkste steden ter wereld. London telt 8.417.000 inwoners en heeft een agglomeratie van 13.614.000 inwoners.

Inleiding

Luchtfoto van London, kijkend richting oosten.

London is gelegen aan de River Thames, die door het centrum stroomt. Met de stad London wordt meestal Greater London bedoeld, de City of London omvat enkel het centrum met 7.400 inwoners op 2,9 km². London is opgedeeld in 32 boroughs en de City of London. Het stedelijk gebied omvat een groot deel van Zuidoost-Engeland. Greater London telt 8,4 miljoen inwoners en de stad meet 55 kilometer van oost naar west en 45 kilometer van noord naar zuid. De London Commuter Belt is een ring van voorsteden, die soms op grote afstanden van de stad liggen in verband met de London Green Belt, die een groene zone rond London moet waarborgen. De exacte definitie van de agglomeratie varieert, maar bijna de helft van de inwoners van de agglomeratie wonen buiten Greater London, in de voorsteden. De agglomeratie meet minstens 150 kilometer van oost naar west en 100 kilometer van noord naar zuid. Het centrum van London ligt circa 100 kilometer van het Nauw van Dover en 80 kilometer ten noorden van het Kanaal. Birmingham ligt 160 kilometer naar het noordwesten, Bristol 170 kilometer naar het westen en Southampton en Portsmouth circa 100 kilometer naar het zuidwesten.

London heeft een dichtbebouwd centrum, dat gelegen is op de noordoever van de River Thames. Het belangrijkste zakendistrict is Canary Wharf ten oosten van het centrum. Daarnaast kent de stad een aantal belangrijke subcentra, oude voorsteden die wijken zijn geworden, zoals Hackney, Camden, Paddington, Hammersmith, Brentford, Kingston, Southwark, Greenwich en Bromley. Het overgrote deel van de stad London bestaat uit woonwijken met rijtjeshuizen, vaak dicht op elkaar gebouwd. De bevolkingsdichtheid van Greater London bedraagt 4.978 inwoners per km². Het is relatief dunbevolkt voor een wereldstad. In de voorsteden buiten Greater London is de bevolkingsdichtheid lager en vindt men meer vrijstaande woningen. Omdat men de regulering van de Greenbelt handhaaft zijn de voorsteden lang niet overal aan elkaar gegroeid, wat zorgt voor grote afstanden en een relatief lage bevolkingsdichtheid.

Wegennet

Het motorway-net van Greater London.

London heeft een organisch wegennet, dat niet zo gestructureerd is als dat van andere grote Europese steden zoals Paris, Madrid of Berlin. Met name in het onderliggend wegennet is weinig hiërarchie, en wegnummers slaan vaak af van de hoofdroute. London heeft één van de minst ontwikkelde snelwegennetten van grote steden in de westerse wereld.

Onderliggend wegennet

Het onderliggend wegennet wordt gekenmerkt door een organisch stratenpatroon zonder significante hiërarchie. Omdat het snelwegennet binnen de Orbital grotendeels ontbreekt, heeft het onderliggend wegennet de taak om het verkeer in Greater London te verwerken. Veel doorgaande wegen hebben het karakter van een woonstraat met 1 rijstrook per richting met langsparkeren op de iets minder belangrijke wegen. Er zijn 2 tot 3 rijstroken per richting op de belangrijkere assen. Soms kennen 4-strookswegen een rijbaanscheiding. Zesstrooks wegen hebben meestal een rijbaanscheiding. Het onderliggend wegennet wordt gekenmerkt door een zeer groot aantal verkeerslichten en VRI-geregelde rotondes. De meeste rotondes zijn meerstrooks, maar turborotondes zijn nog een onbekend fenomeen. Veel rotondes hebben de kenmerk van een verkeersplein. De verkeersintensiteiten op het onderliggend wegennet in London zijn extreem hoog, 20.000 à 30.000 voertuigen op enkelbaans, tweestrooks woonstraten met een doorgaand belang en langsparkeren is eerder regel dan uitzondering. Op de vierstrooks wegen kan men regelmatig intensiteiten van 20.000 tot 50.000 voertuigen aantreffen. Op sommige plekken zijn ongelijkvloerse viaducten aangelegd over korte afstanden. De intensiteit kan hier tot wel 80.000 voertuigen bedragen. De hoogste intensiteiten op wegen met verkeerslichten bedragen zo'n 100.000 voertuigen per etmaal. Hiermee is de druk op het onderliggend wegennet in London aanzienlijk hoger dan in andere Europese steden.

Hoofdwegennet

Het hoofdwegennet van London is in het beheer van Transport for London. Dit vormt het Transport for London Road Network (TLRN). De belangrijke wegen zijn de zogenaamde 'red routes', die 5% van het wegennet vormen, maar 30% van het verkeer verwerken. Langs deze wegen is een rode markering aanwezig. Langs deze wegen mag alleen op toegewezen parkeerplaatsen en eventueel sommige tijden geparkeerd worden om de doorstroming te verbeteren. Op een dubbele rode kantstreep mag nooit gestopt worden. Op een enkele rode kantstreep mag op sommige momenten van de dag geparkeerd worden. Dit wordt aangegeven met verkeersborden.[1][2]

Motorways & dual carriageways

London wordt omcirkeld door de M25, de London Orbital genaamd, een bijna 200 kilometer lange ringweg die op veelal 20 tot 30 kilometer buiten het centrum verloopt. Binnen deze Orbital lopen enkele motorways, allen inprikkers die al ruim voor het centrum hun motorwaystatus verliezen en vaak overgaan in vierstrooks wegen met verkeerslichten. De belangrijkste snelwegen binnen de M25 zijn de M1, M4 en M11. London is één van de weinige grote steden die geen centrumring heeft die uitgebouwd is als autosnelweg.

Het gebrek aan motorways binnen de Orbital wordt deels gecompenseerd door de aanwezigheid van een aantal A-wegen die als dual carriageway met ongelijkvloerse kruisingen zijn uitgebouwd, veelal overblijfselen van snelwegplannen uit de jaren 60 en 70. De A406 vormt de noordelijke stadsring en is deels ongelijkvloers. Belangrijk is ook de A2, de belangrijkste ongelijkvloerse weg in het oosten van London. Ten oosten van het centrum zijn de A12 en A13 van belang. Van levensbelang is de A102 bij Canary Wharf, die de ongelijkvloerse A12 met de ongelijkvloerse A2 verbindt via de Blackwall Tunnel. In het zuiden van London zijn weinig ongelijkvloerse wegen, alhoewel de A3 rond Kingston ongelijkvloers is met 2x3 rijstroken. In het westen van London zijn de A4 en A40 van belang. In het noorden van London zijn geen ongelijkvloerse dual carriageways, maar hier zijn de M1 en M11 aanwezig om verkeer in en uit de stad te krijgen.

Bruggen

Bruggen over de River Thames in London

Queen Elizabeth II BridgeTower BridgeLondon BridgeSouthwark BridgeBlackfriars BridgeWaterloo BridgeWestminster BridgeLambeth BridgeVauxhall BridgeChelsea BridgeAlbert BridgeBattersea BridgeWandsworth BridgePutney BridgeHammersmith BridgeChiswick BridgeKew Bridge


Wegbeheer

Er zijn drie typen wegbeheerders in de stad London, de local councils die het stratennet beheren, Transport for London die het hoofdwegennet beheert en Highways England, die de motorways in en rond London in het beheer heeft.

De local councils zijn de lokale overheden van London. Er zijn 32 boroughs en de City of London.

Transport for London

Transport for London is verantwoordelijk voor het hoofdwegennet (het Transport for London Road Network (TLRN). Transport for London heeft alle ruim 6.000 verkeerslichten in London in beheer.[3] De verkeerscentrale heet London Streets Traffic Control Centre en heeft ruim 3.500 verkeerscamera's in beheer. Transport for London is daarnaast verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in London, de London Underground (metro), bussen, fietspaden, de Docklands Light Railway en de London Overground. Op het netwerk van Transport for London worden elke dag 24 miljoen verplaatsingen gemaakt.

Parkeren

In het centrum van London is weinig parkeerruimte. Er zijn wel tientallen parkeergarages. De parkeertarieven in het centrum liggen veelal tussen £6 en 9 per uur. Het maximale tarief is veelal £25-40 per dag. Straatparkeren is mogelijk, maar vaak beperkt op werkdagen of tijdens het spitsuur.

Geschiedenis

De geplande Ringways in de jaren 60.

Het Verenigd Koninkrijk was één van de laatste landen van West-Europa die begon met het bouwen van motorways. Hoewel het land als eerste was gaan industrialiseren, leverde die industrie kort na de Tweede Wereldoorlog meer lasten dan lusten op en het land was in de periode 1945-1960 sowieso in een veel slechtere staat dan de meeste andere West-Europese landen. Opbouw van de verzorgingsstaat was politiek belangrijker in het decennium na de Tweede Wereldoorlog en pas halverwege de jaren '50 werd gekeken naar hoogwaardiger uitbouw van het wegennet. Het eerste snelwegachtige wegvak in London was het viaduct in de A4 bij Hammersmith dat in 1959 werd geopend. De meeste snelwegachtige dual carriageways dateren uit de jaren 60 en 70. In 1965 was de M4 tussen London en Slough gereed.

In de jaren 50 werd al gekeken naar mogelijke ringsnelwegen in London, maar door de economische situatie en het bestuurlijke landschap (beperkte macht van de stadsregio, grote macht bij de kleinere boroughs) kwamen deze niet van de grond. Waar op veel plaatsen, met name in het oosten van de stad, grootschalige stadsvernieuwing plaatsvond, gebeurde dit nooit met ruimtereservering voor die ringwegen.

In de jaren 60 waren vier ringsnelwegen rond London gepland. De Ringway 1 moest de binnenste daarvan vormen. De noord- en zuidkant van deze ruitvormige weg liepen een vijf kilometer buiten het centrum, de oost- en westkanten een vergelijkbare afstand ten oosten en westen van Tower Bridge en Hyde Park. Ringway 2 volgt in het noorden van London hoofdzakelijk de A406 en was voorzien met een zuidelijke helft die ook ongeveer 12 kilometer buiten uit het centrum lag. Ringways 3 en 4 waren nog erder naar buiten gelegen ringen. Protesten tegen de bouw van de Ringways zorgden ervoor dat ze al in 1973 werden afgeblazen door de Labour Party, die er in de verkiezingen voor de stadsregio-raad een speerpunt van had gemaakt te stoppen met de aanleg. Eén van de problemen was de enorme kosten van de ringweg, want anders dan in andere Europese steden is in London nooit echt een ruimtereservering voor toekomstige infrastructuur uitgevoerd. Dit kwam mede omdat een groot deel van wat nu Greater London is uit woningbouw bestaat die al van voor het automobieltijdperk stamt, terwijl in gebieden waar in de periode 1950-1960 stadsvernieuwing met grootschalige sloop en herbouw had plaatsgevonden om allerlei redenen het oude stratenpatroon intact werd gelaten. Grote delen zouden ondergronds aangelegd moeten worden, of de grootschalige sloop van gebouwen betekenen.

Wat van de Ringways nog wel bestaat is grof gezegd het volgende:

  • Ringway 1: aan de oostkant zou de motorway box gebruik maken van de A12 en de A102 door de Blackwall Tunnel. Deze bestonden al ten tijde van de planvorming, dus zijn ook geen deel van de plannen dat is uitgevoerd.
  • Ringway 2: aan de noordkant van deze ring lag al de A406. Deze is na het afvoeren van Ringway 1 verder uitgebouwd en heeft nu een belangrijke functie om verkeer tussen wijken aan de noord- en oostkant van London en naar uitvalswegen als de M1 en M11 af te wikkelen.
  • Ringways 3 en 4 werden samengevoegd tot de M25, een route die vooral doorgaand verkeer bedient dat langs London moet.

Omdat de plannen voor Ringways 1 en 2 nooit zijn uitgevoerd vormen de verschillende wel gebouwde trajecten geen geïntegreerd geheel, waardoor de effectiviteit van deze trajecten relatief laag is. Wat er aan Ringway 2 is gerealiseerd, is ook maar heel langzaam in kleine deelprojecten tot stand gekomen. Sommige ongelijkvloerse dual carriageway-trajecten worden kortstondig onderbroken door een smaller deel met verkeerslichten.

De M25 was één van de laatste ringwegen die rond een grote Europese stad werd aangelegd. Tot midden jaren 70 moest al het doorgaande verkeer door Greater London, niet zelden dicht langs het centrum. In 1975 opende het eerste deel van de M25 aan de noordkant van London. De bouw vlotte niet echt. Pas tussen 1983 en 1986 kwamen significante delen van de ring gereed. In 1986 opende het laatste deel in het zuidoosten van London voor het verkeer. Door deze laten bouw zijn wel veel knooppunten aangelegd met grote capaciteit, zoals sterknooppunten. Aan de westzijde van London wordt de hoogste verkeersintensiteit van het land behaald, 210.000 voertuigen per etmaal op het 2x6-deel ten zuiden van de M4 bij Heathrow Airport.

De Dartford Crossing aan de oostzijde van London is in drie fases gereedgekomen. In 1963 opende de eerste tweestrooks tunnel, die al binnen 10 jaar niet toereikend bleek. In 1980 opende een tweede tunnel met 2 rijstroken. Deze bleek ook al binnen 10 jaar overbelast. In 1991 opende de derde verbinding, dit keer een vierstrooks brug die in één richting wordt gebruikt. Dagelijks maken zo'n 150.000 voertuigen van de Dartford Crossing gebruikt. Bijna alle delen van de M25 verwerken meer dan 100.000 voertuigen per etmaal, meest doorgaand verkeer. Voor verkeer binnen London heeft de M25 weinig nut omdat hij zo ver buiten het centrum ligt, op 20 à 30 kilometer afstand.

Congestie

Omdat in Londen het snelwegennet nooit van de grond is gekomen is de verkeersdruk op het onderliggend wegennet gigantisch. Dit wordt verergerd omdat het onderliggend wegennet onhandig is ingedeeld, zonder hiërarchie. Op veel routes van de M25 naar het centrum moet men vaak afslaan om de hoofdweg te volgen en komt men langs tientallen verkeerslichten. De intensiteiten op het onderliggend wegennet zijn zeer hoog, met 20.000 à 30.000 voertuigen op enkelbaans wegen tot wel 100.000 voertuigen op 2x3-wegen met verkeerslichten. Files zijn dan ook zeer frequent, maar worden mede omdat er geen autosnelwegen zijn wat minder goed geregistreerd dan in andere landen, zodat het fileprobleem lastiger in kaart te brengen is dan in bijvoorbeeld Parijs of Madrid.

Uitgedrukt in travel time index (vertraging ten opzichte van free-flow) lijkt Londen mee te vallen omdat er bijna geen verschil is tussen reistijd tijdens de spits en buiten de spits, de gemiddelde rijsnelheid ligt in beide gevallen uitzonderlijk laag. In 2013 had Londen de op 9 na hoogste travel time index van Europa.[4] Dit is echter een understatement omdat de gemiddelde snelheid ook buiten de spits zeer laag ligt (<30 km/h). In 2023 had Londen met grote marge de langste reistijd per 10 kilometer in de wereld, met ruim 37 minuten, een stuk langer dan de nummer twee.

In 2022 had het centrum van Londen ondanks de congestion charge de laagste gemiddelde snelheden van Europa, met gemiddeld slechts 14 km/h tijdens de spitsuren.[5] Naast de congestie liggen de maximumsnelheden overwegend laag, zodat de gemiddelde snelheid veel lager ligt dan in andere grote Europese steden, ook als er geen sprake is van congestie. De reistijden binnen Greater London zijn erg lang, een gemiddelde van 20 tot 30 km/h binnen de M25 is meer regel dan uitzondering. Vanwege de enorme omvang van de stad kost het erg veel tijd om ergens te komen, reistijden van 1 of 1,5 uur tussen bestemmingen binnen Londen zijn ook buiten de spitsuren geen uitzondering.

Congestion Charge

Aanduidingen van de Congestion Charge Zone.

In London moeten voertuigen die in de Congestion Charge Zone (CCZ) willen rijden tol betalen. Het doel is om daarmee het aantal voertuigen en daarmee de filedruk in het centrum te verlagen. Het systeem is op 17 februari 2003 van start gegaan en in 2007 uitgebreid in het westen van London, maar in 2011 weer verkleind. De tol bedraagt £15 per dag tussen 07.00 en 18.00 uur op werkdagen, ongeacht hoe vaak men in en uit de CCZ rijdt. Voor gebruikers van AutoPay geldt een korting van £1. Buiten deze tijden hoeft geen tol betaald te worden. Het systeem wordt gehandhaafd met automatische kentekenherkenning. Eigenaren van voertuigen kunnen de dag van te voren, op de dag zelf, of de dag erna betalen. Men kan betalen via een aantal mogelijkheden. Voor veelgebruikers is Autopay het handigst, waarbij men automatisch elke maand een rekening krijgt. Men moet wel van te voren registreren. Tevens kan men online, per SMS of telefoon betalen.[6] Sinds 2013 is het nergens meer mogelijk om de Congestion Charge contant te betalen. Destijds werd nog slechts 6% van de tol in winkels of bij tankstations betaald.

Effecten

Na invoering nam het verkeer in de congestiezone tot wel 30% af. Het verkeersreducerend effect was het grootste in de periode 2006-2010. Het verkeer in Central London nam tot 2013 af, maar groeit sindsdien weer. Echter voordat de congestion charge werd ingevoerd was in Inner London al een reductie van autoverkeer geregistreerd, al vanaf 1995 nam het aantal voertuigpassages in Inner London af, wat in 2003 door de invoering van de congestion charge accelereerde. Sinds 2010 is er echter geen verdere reductie meer opgetreden, en het verkeer in Inner London groeide vanaf 2012 voor het eerst sinds 1995, een trend die zich daarna voortzette. In 2022 had het verkeer in het centrum van Londen ondanks de congestion charge de laagste gemiddelde snelheid van alle steden in Europa.

Opbrengst

In de eerste 10 jaar bracht de Congestion Charge £1,2 miljard op. Het overgrote deel ervan vloeit niet terug naar het wegennet, maar wordt geïnvesteerd in het busnet, ongeveer £960 miljoen. £102 miljoen werd in het onderhoud van de wegen en bruggen gestoken, £70 miljoen in verkeersveiligheid en £51 miljoen in 'lokaal transport'.

(Ultra) Low Emission Zone

In Central London is een Ultra Low Emission Zone (ULEZ) van kracht en in Greater London is een Low Emission Zone (LEZ) van kracht, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar.[7] Voertuigen die niet voldoen moeten £12,5 extra betalen bovenop de congestion charge.[8] Voertuigen met een benzinemotor van de euroklasse euro 4 of een dieselmotor met euro 6 of beter worden hier niet door getroffen. Buitenlandse weggebruikers dienen vooraf hun voertuigen te registreren voordat men de ULEZ inrijdt.

Geschiedenis

De Low Emission Zone is in 2008 geïntroduceerd om de luchtkwaliteit te verbeteren en met name het gebruik van oude dieselvoertuigen te verminderen. Bijna de gehele stad valt eronder, behalve de M25. Delen van de M1 en M4 vallen er echter wel onder. De Low Emission Zone gold alleen voor bedrijfswagens, inclusief bestelauto's en pickup trucks. Het gold dus niet voor personenauto's die op diesel rijden. Bedrijfswagens die niet voldeden aan de emissiegrens moesten een belasting betalen. Dit wordt gehandhaafd met camera's. Er zijn dus geen tolstations.

Oorspronkelijk gold de Low Emission Zone alleen voor vrachtwagens vanaf 12 ton met een motor van minder dan de euroklasse 3. Vanaf juli 2008 werd het verplicht voor alle bedrijfswagens. In januari 2012 zijn de eisen voor vrachtwagens en bedrijfswagens van meer dan 3,5 ton aangescherpt tot euroklasse 4. De belasting voor kleine bedrijfswagens (waaronder bestelauto's) is £100 per dag. Voor vrachtwagens vanaf 3,5 ton is de belasting £200 per dag.[9]

Vanaf 23 oktober 2017 gold een 'T-Charge' van £10 per dag voor auto's (zowel diesel als benzine) met een euronorm euro 3 of lager.[10][11] De T-charge gold tot de Ultra Low Emission Zone werd geïntroduceerd in september 2020.[12] Sindsdien mogen voertuigen met euro 3 of lager Central London helemaal niet meer in.

Op 8 april 2019 is een Ultra Low Emission Zone geïntroduceerd in Central London, globaal hetzelfde gebied als de Congestion Charge.[13] Sinds 25 oktober 2021 is de Ultra Low Emission Zone uitgebreid tot het deel van London binnen de North en South Circular Road.[14] Vanaf 29 augustus 2023 geldt de ULEZ in heel Greater London.[15]

Statistieken

In London (binnen de M25) worden jaarlijks 31,4 miljard voertuigkilometers afgelegd, evenveel als het halve Nederlandse snelwegennet. Hiervan wordt 30% afgelegd op het 1.780 kilometer lange hoofdwegennet (alle M- en A-wegen). Het aantal voertuigkilometers steeg tot 2006, toen het piekte op 33 miljard voertuigkilometers.[16]

Statistische regio's

Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit de rapportage 'Travel in London'.[17][18]

London wordt statistisch opgedeeld in meerdere zones. Inner London omvat 319 km² met 3,2 miljoen inwoners. Dit is het centrum en de stedelijke kern daaromheen. Inner London omvat ook Central London, dat het historische centrum omvat. Dit valt grotendeels samen met de zone voor de Congestion Charge. Inner London en Central Londen worden soms apart beschouwd. Outer London omvat de boroughs aan de buitenkant van de stad, grotendeels het gebied tussen Inner London en de M25. Outer London omvat zo'n 60% van alle inwoners, met 4,9 miljoen inwoners op 1.253 km². De bevolkingsdichtheid ligt op circa 40% van dat van Inner London. Outer London omvat de buitenste gebieden van de stad London, maar omvat niet de buitenkant van de agglomeratie London, die zich tot buiten de M25 uitstrekt.

Afname autoverkeer

Het autoverkeer in London is tussen 2000 en 2013 gedaald van 32,4 miljard voertuigkilometer tot 28,8 miljard voertuigkilometer. Dit komt door de Congestion Charge en de extreem lange reistijden vergeleken met andere grote steden, waardoor het openbaar vervoer qua reistijd beter kan concurreren dan in andere grote steden waar de gemiddelde snelheid op het wegennet hoger ligt. Na het invoeren van de Congestion Charge nam het verkeer in deze zone met 21% af (tijdens de heffingsuren) tussen 2002 en 2007. In de regio Inner London nam het verkeer met 5% af, echter sinds 2009 neemt het verkeer niet meer af. Het verkeer in Outer London bleef gelijk. Ondanks de afname van het verkeer nam de congestie toe. Sinds 2013 neemt het autoverkeer in London weer toe, tussen 2013 en 2016 groeide het aantal afgelegde voertuigkilometers van 28,8 naar 29,7 miljard.

Congestie

Ondanks een afname van het autoverkeer nam de congestie in de gehele stad toe. Op het wegennet van Hammersmith en Fulham heeft men de meeste vertraging per kilometer weg, in Bromley het minste. De gemiddelde snelheid is 23,7 km/h in de spits en 29,3 km/h buiten de spits gemiddeld over geheel London. Na het invoeren van de Congestion Charge nam het verkeer in Central London met 18% af en de congestie daalde tijdelijk met 30% in 2003. Sindsdien nam de congestie in Central London echter weer toe ondanks het verminderde verkeer. Dit komt door een afname van de wegcapaciteit door overmatig afwaarderen van wegen. Transport for London ging het beleid aanpassen zodat de afname van het verkeer benut kon worden voor een betere in plaats van slechtere doorstroming.

Modal split

De modal split in London is 40% openbaar vervoer, 38% auto, 2% fiets en 20% voetganger in 2007. Zonder fietsers en voetgangers is het aandeel openbaar vervoer 51% en auto 49%. Het aandeel openbaar vervoer is ten noorden van de River Thames hoger dan ten zuiden van de rivier, wat komt door de grotere concentratie van metrolijnen ten noorden van de rivier. Alhoewel het openbaar vervoer dominant is in en rond het centrum, maken ook in de minst auto-afhankelijke boroughs van Inner London toch nog 1 op de 5 inwoners frequent gebruik van de auto.

Verkeer naar regio

Ongeveer 48% van de verplaatsingen in London start of eindigt in de regio Outer London. Van de verplaatsingen in Outer London is 77% per auto en 23% per openbaar vervoer, voornamelijk de bus (exclusief verplaatsingen als voetganger). Van de verplaatsingen van Outer London naar Central London gaat 81% per openbaar vervoer (40% underground en 36% trein, 5% bus) en 16% per auto. De modal split van de verplaatsingen is in Outer London vergelijkbaar met andere Britse steden, verplaatsingen in Inner London en Central London hebben een veel hoger aandeel openbaar vervoer.

De gemiddelde afstand per reiziger varieert van 8 tot 18 kilometer in de regio Inner London en meer dan 19 kilometer in Outer London. Het aandeel openbaar vervoer daalt naarmate men verder van het centrum komt. Verplaatsingen van de periferie naar het centrum hebben een hoog aandeel openbaar vervoer, maar verplaatsingen binnen de periferie en Outer London hebben een laag aandeel openbaar vervoer. De traditionele kracht van openbaar vervoer, namelijk verplaatsingen van en naar de centra, en de traditionele zwakte van openbaar vervoer, tangentiële verplaatsingen in de buitenwijken en periferie, is ook in London van toepassing.

Referenties

Snelwegen in Greater London

M1M2M3M4M11M20M23M25M26M40

A1A2A3A4A10A12A13A20A21A40A102A127A282A329A404A406