Luxemburg

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Luxembourg
Hoofdstad Luxembourg
Oppervlakte 2.586 km²
Inwonertal 645.000
Lengte wegennet 2.837 km
Lengte snelwegennet 156 km[1]
Eerste snelweg 1969
Benaming snelweg Autobunn
Verkeer rijdt rechts
Nummerplaatcode L

Voor het artikel over de Waalse provincie, zie Luxembourg.

Luxemburg (Frans: Luxembourg, Luxemburgs: Lëtzebuerg), formeel het Groothertogdom Luxemburg (Frans: Grand-Duché de Luxembourg, Duits: Großherzogtum Luxemburg, Luxemburgs: Groussherzogtum Lëtzebuerg) is een klein land in West-Europa. Het land telt 645.000 inwoners en heeft een oppervlakte van slechts 2.586 km². Het land is een ministaat, maar het is geen stadsstaat, grote delen van Luxemburg bestaat uit platteland met kleine dorpen. Het heeft daardoor ook een plattelandseconomie. De hoofdstad is het gelijknamige Luxembourg.

Inleiding

Geografie

Luxemburg is een klein land en ligt niet aan zee. Het grenst in het westen en noorden aan België, in het oosten aan Duitsland en in het zuiden van Frankrijk. Luxemburg is het grootste van de Europese ministaten en meet 80 kilometer van noord naar zuid en 50 kilometer van oost naar west. Luxemburg is een overwegend heuvelachtig land, dat echter niet zo dicht bebost is als de aangrenzende regio's in België en Duitsland. Het noordelijk deel van Luxemburg valt onder de Ardennen en wordt ook wel de Oesling genoemd. Het zuidelijk deel van Luxemburg wordt wel het Gutland genoemd en is dichter bevolkt. De 560 meter hoge Kneiff is het hoogste punt van Luxemburg. Er zijn diverse rivieren in Luxemburg, waarvan de Mosel / Moselle (Moezel) het belangrijkste is en een deel van de grens met Duitsland vormt. De grens met Duitsland wordt verder gevormd door de Sauer/Sûre en de Our. De Sûre is de grootste rivier die meer dan alleen een grensrivier in Luxemburg vormt. Luxemburg heeft enkele stuwmeren maar geen grote natuurlijke meren.

Luxemburg heeft een mild zeeklimaat, met koele tot koude winters en gematigde zomers. De gemiddelde maximumtemperatuur in Luxemburg varieert van 3°C in januari tot 23°C in juli. Er valt bijna 900 mm neerslag per jaar, evenwichtig verdeeld over het jaar. Sneeuw valt geregeld in de winter, maar blijft in de lager gelegen delen meestal niet erg lang liggen.

Demografie

Luxemburg groeide van circa 230.000 inwoners in 1900 naar circa 440.000 inwoners in 2000. De groei is sindsdien geaccelereerd, het land overschreed in 2018 de grens van 600.000 inwoners. Slechts 55% van de bevolking heeft de Luxemburgse nationaliteit. Van de 45% buitenlanders komt een groot deel uit vier landen: Frankrijk, België, Portugal en Italië. Er wonen circa 100.000 Portugezen in Luxemburg, vanaf de jaren '60 kwamen veel Portugezen naar Luxemburg om in de industrie in het zuiden van het land te werken.

Luxemburg heeft één echte stad, het gelijknamige Luxembourg, vaak ook wel Luxemburg-stad of Ville de Luxembourg genoemd om het te onderscheiden van het land. De stad telt ruim 130.000 inwoners maar andere steden zijn aanzienlijk kleiner, alleen Esch-sur-Alzette, Differdange en Dudelange tellen meer dan 10.000 inwoners.

In Luxemburg zijn drie officiële talen; het Duits, Frans en Luxemburgs. Het Luxemburgs wordt wel gesproken maar niet vaak geschreven; dan gebruikt men het Frans. Duits wordt vooral op scholen als eerste taal gegeven.

Economie

Luxemburg is het rijkste land ter wereld, met een nominaal BBP van $ 135.000 per inwoner. De Luxemburgse economie is sterk geïntegreerd met die van de buurlanden en in de regio vindt veel internationaal forensisme plaats, in het Frans de 'frontaliers' genoemd. Mensen werken in Luxemburg maar wonen bijvoorbeeld in Frankrijk. Vanwege de lage belastingtarieven staat het land te boek als belastingparadijs. De mediaan salaris lag in 2020 op € 3.154 per maand.[2]

Geschiedenis

In 963 kocht graaf Siegfried van Luxemburg een kasteel in Trier. Zijn nazaten breidden hun territorium uit . Eind 13e eeuw regeerden de graven van Luxemburg over een aanzienlijk territorium. Het Huis Luxemburg bracht vier keizers van het Heilige Roomse Rijk voort. In 1354 kreeg het gebied de status van een hertogdom. In 1482 kwam het hertogdom in handen van het Huis Habsburg, het was daarna onderdeel van de Zeventien Provinciën van de Habsburgse Nederlanden. Gedurende de eeuwen werd de stad Luxemburg uitgebreid tot één van de beste vestingsteden in Europa. In 1795 werd het bezet door Frankrijk onder Napoleon.

In 1815 werd Luxemburg een onafhankelijke staat in het persoonlijk eigendom van Willem I der Nederlanden. In 1839 werd Luxemburg afgestaan aan België, waarna het gevormd werd als een onafhankelijk land, waarbij het westen een onderdeel van België bleef, de huidige provincie Luxembourg. De mijnen leidden tot een grootschalige industrialisering in de eerste helft van de 20e eeuw. In 1914 werd Luxemburg bezet door Duitsland, als onderdeel van de invasie van Frankrijk. De Duitsers hadden vooral interesse in de spoorlijnen naar Frankrijk en minder in Luxemburg zelf, dat een bepaalde mate van zelfstandigheid behield tijdens de bezetting. In 1940 volgde een herhaling hiervan in de Tweede Wereldoorlog, maar dit keer werd Luxemburg beschouwd als Duits territorium. Luxemburg werd in september 1944 bevrijd. In 1949 werd het land één van de oprichters van de NAVO en in 1951 was het één van de oprichters van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, dat uiteindelijk de Europese Unie zou worden.

Wegennet

De A7 bij Luxembourg (stad).

Zie ook autobunn en nationalstrooss.

Luxemburg heeft een vrij dicht wegennet, maar de meeste snelwegen liggen in het zuiden van het land. Er zijn zes snelwegen, de A1 van Luxembourg naar Trier in Duitsland, de A3 van Luxembourg richting Metz in Frankrijk, de A4 van Luxembourg naar Esch-sur-Alzette, de A6 van Luxembourg richting Arlon in België, de A7 van Luxembourg naar het noorden en de A13 als oost-westroute langs de Franse grens van Pétange tot Schengen. Luxemburg heeft de hoogste dichtheid van snelwegen in Europa met 60,3 kilometer per 1000 km². De stad Luxembourg heeft een halve ringweg. De rest van het wegennet bestaat uit hoofdwegen, waarvan de meeste door alle dorpen gaan. De maximumsnelheid op snelwegen is 130 km/uur. De kwaliteit van de snelwegen is over het algemeen uitstekend.

Het secundaire wegennet bestaat uit 798 kilometer nationalstroossen en 2.022 kilometer chemins repris. Ten noorden van Ettelbrück moet men van N- en CR-wegen gebruikmaken om te reizen, omdat hier geen autosnelwegen zijn. De belangrijkste verkeersader in het noorden is de N7. De N7 richting Sankt Vith en Vielsalm is goed uitgebouwd met slechts enkele dorpspassages en langere stukken in een 2+1-configuratie. Vanwege de geringe verkeersintensiteit op deze weg is de 40 km tussen Ettelbrück en de Belgische grens bij Wemperhardt vrij vlot af te leggen.

Sinds 16 maart 2016 zijn er in Luxemburg circa 25 flitspalen geïnstalleerd, voornamelijk op de N-wegen. Voorheen waren er geen vaste snelheidscontroles, maar wel regelmatig lasercontroles, die overigens altijd aangekondigd worden door de politie. Het aantal verkeersdoden in Luxembourg is met 65 doden per miljoen inwoners hoger dan het Europese gemiddelde van 55 (2012).

Wegen in Luxemburg

Autobunnen:

A1A3A4A6A7A13

Schnellstroossen:

B3 B4B7B31B40

Nationalstroossen:

N1N2N3N4N5N6N7N8N10N11N12N13N14N15N16N17N18N19N20N21N22N23N24N25N26N27N28N31N32N33N34N35N37N38N39N40N50N51N52N53N55N56N57N90


Europese wegen in Luxemburg

E25E29E44E421


Geschiedenis

Nadat Luxemburg onafhankelijk werd van België was er 210 kilometer weg die als nationale weg beschouwd werd, ze werden initieel routes de l’état genoemd. Vanaf 1843 werd het netwerk beheerd door de Administration des Ponts et Chaussées. Het netwerk van nationale wegen groeide in de tweede helft van de 19e eeuw. Rond 1900 was er 707 kilometer nationale weg. Het wegennet werd in 1958 heringedeeld waarbij de nummering van de nationaalstroossen is aangepast. Het netwerk groeide toen naar 840 kilometer. In 1995 werden een aantal nationaalstroossen lager geclassificeerd en kromp het netwerk naar 798 kilometer.

Voor de bouw van de autosnelwegen waren er al enkele wegverbeteringen doorgevoerd, met name op de verbinding van Esch-sur-Alzette naar Luxembourg, van Pétange naar Luxembourg en van Luxembourg naar Echternach. Dit waren in die tijd de belangrijkste doorgaande wegen, en de enige waar voor de bouw van autosnelwegen al upgrades waren uitgevoerd. Ter hoogte van Pontpierre is eind jaren '30 een ongelijkvloerse kruising tussen de N4 en N13 aangelegd, dit was waarschijnlijk de eerste ongelijkvloerse kruising van het land. In de jaren '60 is een ongelijkvloerse kruising op de N11 bij Gonderange aangelegd.

De best uitgebouwde wegen voordat de autosnelwegen waren aangelegd waren de N4 Luxembourg - Esch, de N5 Luxembourg - Pétange en de N11 Luxembourg - Echternach. Dit waren indertijd belangrijke transitroutes voor industrieel verkeer en waren ook al E-wegen. In 1966 opende in de stad Luxembourg de Pont Grande-Duchesse Charlotte van de N51, de eerste grote brug van het land. De eerste autosnelweg van Luxemburg was een stuk van de A1 ten oosten van Kirchberg dat in 1969 opende. De N51 en A1 liepen in die tijd in elkaar over, waarmee de stad Luxembourg als eerste richting Duitsland hoogwaardig ontsloten was.

In 1969 opende ook het eerste stuk A4, indertijd was de zware industrie in het zuidwesten van Luxemburg een belangrijke economische pijler, meer dan internationaal verkeer naar de buurlanden, waardoor de bouw van de A4 begin jaren '70 de hoogste prioriteit had en in 1976 al vrijwel voltooid was tussen Luxembourg en Esch-sur-Alzette. Vanwege de Europese integratie kreeg kort daarna ook de A3-A6 corridor belang, dat grotendeels in de tweede helft van de jaren '70 en begin jaren '80 is aangelegd. Vanaf 1982 was deze route doorgaand te berijden van de Belgische grens naar de Franse grens.

In de jaren '90 zijn grote delen van de A13 aangelegd, in eerste instantie het westelijk deel dat ook wel de 'Collectrice Sud' heet en de door vele bebouwing verlopende N31 moest bypassen, ondanks dat er toen al wel deïndustrialisatie in deze streek plaats vond. In de jaren '90 is ook de A1 als oostelijke bypass van Luxembourg aangelegd, waarmee doorgaand verkeer ook oost-west niet meer dwars door de stad hoefde te rijden vanaf 1996.

Na 2000 werd gebouwd aan nog twee autosnelwegen, de A7 en A13. In 2003 kwam een groot deel van de A13 tot de Duitse grens bij Schengen gereed, met uitzondering van een kort stukje bij Hellange waar een rechtszaak over grondverwerving het project jarenlang vertraagde, uiteindelijk opende dit deel pas in 2016. De A7 is in fases tussen 2001 en 2015 geopend. Nadien zijn geen nieuwe autosnelwegen meer uitgevoerd of gepland geweest in Luxemburg. Wel zijn daarna diverse kleinere projecten uitgevoerd zoals rondwegen, meest prominent wellicht de bypass van Clervaux van de N18 in het noorden van het land.

Wegbeheer

De Luxemburgse wegbeheerder is de administration des ponts et chaussées,[3] dat in 1843 werd opgericht. In 2016 beheerde de administration des ponts et chaussées 165 kilometer autoroute, 837 kilometer routes nationales en 1.891 kilometer chemins repris. De administration des ponts et chaussées beheert alle staatswegen, maar voert ook gemeentelijke wegenprojecten uit.

Het ministère de la Mobilité et des Travaux publics heeft de politieke verantwoording van verkeer en mobiliteit.[4]

Tolwegen

In Luxemburg zijn geen tolwegen. Vrachtverkeer moet wel het Eurovignet hebben.

Bewegwijzering

Complexe rotonde-bewegwijzering op de aansluiting Sandweiler van de A1/N2 bij Luxembourg.

De Luxemburgse bewegwijzering is een mix van Franse, Belgische en Duitse bewegwijzering en consistentie is vaak ver te zoeken. Met name wegnummers willen nogal eens ontbreken. Op autosnelwegen wordt het Belgische lettertype SNV gebruikt op oudere wegwijzers; nieuwere wegwijzers zijn in Helvetica.

Autosnelwegen hebben blauwe borden, maar afslagen gele of witte borden. De pijlen zijn Belgisch, maar de vooraankondiging van afslagen, onder andere het afritsymbool, is weer Frans. De nationalstroossen worden in een rood schildje met witte letters aangegeven, soms met prefix, maar vaak niet. CR-nummers worden in een geel vlak met zwarte letters op witte borden weergegeven. Snelwegnummers hebben een wit kader met een blauw vlak en witte letters. Soms wordt alleen het E-nummer aangegeven en soms helemaal geen nummer. Verschillende typen pijlen worden gebruikt in zowel de Belgische als Franse stijl. Het lettertype is doorgaans niet in hoofdletters, zoals in Frankrijk. De Franse cursieve letters worden gebruikt voor lokale doelen.

Voor de wegwijzers op de N- en CR-wegen gebruikt men meestal een eigen lettertype, dat ook op komborden wordt gebruikt.

De Belgische stijl bewegwijzering wordt uitgefaseerd, op de A13 was als laatste nog veel van dit soort bewegwijzering te vinden.

Maximumsnelheden

Op de N7 geldt op trajecten met een inhaalstrook een maximumsnelheid van 110 km/h.
wegtype Vmax

De maximumsnelheid in Luxemburg is vastgelegd in artikel 139 van de Code de la Route.[5][6] De algemene maximumsnelheid in Luxemburg bedraagt 130 km/h op autosnelwegen, 90 km/h buiten de bebouwde kom en 50 km/h binnen de bebouwde kom. In de praktijk komt 70 km/h buiten de bebouwde kom ook vrij veel voor. Bij neerslag geldt er op autosnelwegen een limiet van 110 km/h. In tunnels geldt een limiet van 90 km/h en het westelijke deel van de A13 tussen Esch-sur-Alzette en Pétange is wat smaller en bochtiger en daardoor begrensd op 110 km/h.

Luxemburg kent wel een verkeersbord voor autowegen, maar in de praktijk bestaan ze niet. Op de schnellstrooss B7 is de maximumsnelheid nergens hoger dan 90 km/h, ondanks de 2+1 rijstroken. De andere schnellstroossen B3 en B4 liggen binnen de bebouwde kom.

De N7 heeft als enige weg in Luxemburg met inhaalstroken, een maximumsnelheid van 110 km/h op de richting met twee rijstroken. Elders in Luxemburg bedraagt de maximumsnelheid op zulke wegen 90 km/h. Op 2+1 trajecten geldt wel 90 km/h als het regent.

Wegnummering

Het komt vaak voor dat alleen E-nummers worden aangegeven op N-wegen. Dit is Boulevard Royal in Luxembourg.
E-nummers in plaats van N-nummers op het Place de Bruxelles in Luxembourg.

In Luxemburg zijn vier wegnummersystemen. De autosnelwegen hebben de prefix A, de schnellstroossen de prefix B, de nationalstroossen de prefix N en de chemins repris de prefix CR. Deze nummering gaat terug tot begin 20e eeuw, mogelijk deels al eind 19e eeuw. In 1958 en 1995 is de nummering aangepast, maar in basis is de nummering van tegenwoordig nog steeds grotendeels gebaseerd op dat van voor 1958. In recentere jaren zijn een aantal nummers toegevoegd vanwege nieuw aangelegde wegen, veelal korte wegen.

De nationalstroossen zijn genummerd in een radiaal en gezoneerd systeem. De N1 t/m N7 vormen invalswegen van de stad Luxembourg. Hogere nummers zijn gezoneerd, met veelal de serie N10 t/m N29 in het midden en noorden van het land. De serie N30 t/m N39 vormen kortere routes, veelal in het zuiden, alhoewel enkele verbindingen langer zijn. De N40 serie is vrijgelaten. De N50 serie zijn stadswegen in de hoofdstad Luxembourg, alhoewel veel van deze nummers niet worden bewegwijzerd. Soms worden ook tijdelijke nummers toegekend, zoals de N40 in Luxembourg en de N90 bij Clervaux. Dit is doorgaans een fasering waarbij een nieuw tracé niet in één keer gereed is.

De A- en B-wegen worden met hun prefix bewegwijzerd. De N-wegen in de regel niet (alleen met nummer), en de CR-wegen ook niet (alleen met nummer). De A- en B-wegen hebben een blauw wegnummerschild met witte letters. De N-wegen hebben een rood schild met witte letters en de CR-wegen hebben een geel schild met zwarte letters.

Voor een dermate klein land is het wegnummerstelsel betrekkelijk uitgebreid, vrijwel elke weg van enige betekenis heeft een wegnummer. De functie van de chemins repris is vaak beperkt tot lokale of interlokale ontsluiting, maar deze wegnummers worden wel aangegeven.

Het is gebruikelijk dat N-wegen en CR-wegen ook wegnummers met een suffix hebben, zoals N1A, N1B, etc. Dit soort suffixes zijn vaak heel korte routes, veelal aftakkingen of tangenten van de primaire route. Ze worden vaak ook bewegwijzerd.

Congestie

De stad Luxemburg trekt veel internationale forenzen uit België, Duitsland en Frankrijk. Dagelijks steken circa 210.000 mensen de grens over om in Luxemburg te werken, bijna de helft van alle banen in Luxemburg worden ingevuld door buitenlanders.[7] Dit zorgt in toenemende mate voor congestie op met name de A1, A3 en A6. Deze autosnelwegen zijn veel filegevoeliger dan men op basis van het inwonertal van Luxemburg zou verwachten. In 2019 is getest met een maximumsnelheid van 90 km/h op de A1 en A6 tijdens de ochtendspits om hard remmen te verminderen.[8] In 2018 was Luxemburg (stad) de 28e meest filegevoelige stad van Europa in de TomTom Traffic Index.[9] Sinds 2020 is het openbaar vervoer gratis, maar dit heeft nauwelijks effect gehad op de congestie op de autosnelwegen.

Verkeersveiligheid

jaar verkeersdoden
2010 32
2011 33
2012 34
2013 45
2014 35
2015 36
2016 32
2017 25
2018 36
2019 22
2020 26
2021 24
2022 36

In 2010 vielen in Luxemburg 64 verkeersdoden per 1 miljoen inwoners. Het land heeft daarmee in vergelijking met het jaar 2001 één van de grotere procentuele reducties behaald in de Europese Unie, een daling van 54 procent. Desondanks is de verkeersveiligheid iets minder dan in de meeste andere landen in de regio, afgezien van België.[10] Het relatief hoge aantal verkeersdoden wordt toegeschreven aan de grote hoeveelheid buitenlandse weggebruikers; dit getal ligt in verhouding veel hoger dan in andere landen. In 2015 vielen 64 verkeersdoden per 1 miljoen inwoners, waardoor Luxemburg een bovengemiddeld aantal verkeersdoden heeft in de Europese Unie.[11] Gezien het grote aantal buitenlandse voertuigkilometers in Luxemburg is het echter niet goed vergelijkbaar met grotere landen, waar buitenlandse voertuigen doorgaans niet meer dan 5% van alle voertuigkilometers afleggen.

Referenties

Wegen van Europa

AlbaniëAndorraArmeniëAzerbeidzjanBelarusBelgiëBosnië-HerzegovinaBulgarijeCyprusDenemarkenDuitslandEstlandFinlandFrankrijkGeorgiëGriekenlandHongarijeIerlandIJslandItaliëKazachstanKosovoKroatiëLetlandLiechtensteinLitouwenLuxemburgNoord-MacedoniëMaltaMoldaviëMonacoMontenegroNederlandNoorwegenOekraïneOostenrijkPolenPortugalRoemeniëRuslandSan MarinoServiëSloveniëSlowakijeSpanjeTsjechiëTurkijeVaticaanstadVerenigd KoninkrijkZwedenZwitserland

in cursief landen die deels in Europa liggen of met Europa geassocieerd worden