Montenegro

Uit Wegenwiki
(Doorverwezen vanaf MNE)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Црна Гора - Crna Gora
Hoofdstad Podgorica
Oppervlakte 13.812 km²
Inwonertal 622.000
Lengte wegennet 9.759 km
Lengte snelwegennet 42 km[1]
Eerste snelweg 2022
Benaming snelweg Autoput
Verkeer rijdt rechts
Nummerplaatcode MNE

Montenegro (Montenegrijns: Crna Gora / Црна Гора) is een klein land in Zuidoost-Europa. Het land telt 622.000 inwoners en heeft een oppervlakte van 13.812 km². De hoofdstad is Podgorica.

Inleiding

Geografie

Montenegro ligt op de westelijke Balkan, aan de Adriatische Zee. Het grenst aan Kroatië en Bosnië-Herzegovina in het westen, Servië in het noorden en Kosovo en Albanië in het oosten. Het kleine land meet circa 120 bij 120 kilometer. Montenegro is een zeer bergachtig land, gelegen in de Dinarische Alpen. Alleen rond de hoofdstad Podgorica zijn vlaktes, elders liggen complexe bergketens met canyons, karst en mediterraanse fjorden. De 2.534 meter hoge Zla Kolata op de grens met Albanië is het hoogste punt van Montenegro. Het gebergte Durmitor in het noordwesten van Montenegro bereikt met de 2.522 meter hoge Bobotuv Kuk vrijwel dezelfde hoogte. Bekende canyons zijn die van de Tara en Piva. Het meer van Skadar op de grens met Albanië is het grootste meer van het land. Beroemd is de baai van Kotor die als UNESCO werelderfgoed wordt aangemerkt.

Montenegro heeft een variabel klimaat, van een mediterraans tot subtropisch klimaat in het zuiden tot een landklimaat en alpien klimaat in het binnenland. De gemiddelde maximumtemperatuur in Podgorica varieert van 10°C in januari tot 32°C in juli. De hoge bergen aan de kust zorgen ervoor dat maritieme invloeden alleen direct aan de kust gelden. In Podgorica valt bijna 1.700 mm regen per jaar, erg veel voor Europese begrippen maar deze neerslag valt grotendeels in de herfst en winter, de zomers zijn droger.

Demografie

Het inwonertal van Montenegro verdubbelde van 310.000 in 1920 tot 620.000 in 2000. De bevolkingsgroei kwam vanaf dat moment tot stilstand vanwege een lager geboortecijfer. Het grootste deel van de bevolking van Montenegro is Slavisch, maar geen etnische groep vormt een meerderheid. De Montenegrijnen vormen 45% van de bevolking en Serviërs nog eens 29%. Bosniakken en moslims vormen 10% van de bevolking en Albanezen circa 5%.

De officiële taal van Montenegro is het Montenegrijns, een vorm van Servo-Kroatisch en is uitwisselbaar met het Kroatisch en Servisch. Het Albanees wordt hoofdzakelijk in de grensstreek van Albanië gesproken, het Bosnisch vooral in het oosten, in de grensregio met Kosovo. Het Montenegrijns kan net zoals het Servisch geschreven worden in zowel het Latijnse als Cyrillische alfabet, maar er is een toenemend gebruik om het vooral in het Latijnse alfabet te schrijven.

In Montenegro is maar één stad met meer dan 100.000 inwoners, namelijk de hoofdstad Podgorica die 185.000 inwoners telt. De enige andere stad met meer dan 50.000 inwoners is Nikšić. In totaal zijn er 14 plaatsen die meer dan 10.000 inwoners tellen, waarvan 10 plaatsen minder dan 30.000 inwoners tellen.

Economie

Montenegro heeft voornamelijk een diensteneconomie met weinig zware industrie. Het welvaartsniveau in Montenegro ligt nog relatief laag, op ongeveer de helft van het EU-gemiddelde. Montenegro is echter welvarender dan buurlanden Albanië, Kosovo en Bosnië-Herzegovina, vooral omdat het geen conflicten heeft gekend. Montenegro was in de jaren '80 een populaire toeristenbestemming, maar de oorlogen in de buurlanden in de jaren '90 hadden een negatieve impact op het imago van Montenegro. Het land heeft vanwege het aantrekkelijke klimaat en spectaculaire landschappen veel potentie als toeristenbestemming. Het meeste toerisme is momenteel in de kustregio, met name in plaatsen als Budva en Kotor. In Montenegro betaalt men met de euro, ondanks dat het land niet tot de Europese Unie of de Eurozone behoort.

Geschiedenis

In de middeleeuwen bestonden er diverse prinsdommen in het gebied, het Huis van Crnojević gaf vanaf midden 15e eeuw naam aan de regio: Crna Gora. Het viel daarna onder Ottomaans bestuur. In tegenstelling tot andere landen in de Westelijke Balkan was Montenegro de-facto onafhankelijk van het Ottomaanse Rijk vanaf eind 17e eeuw. De onafhankelijkheid van Montenegro werd in 1878 erkend door de grote Europese machten. In 1905 werd het een koninkrijk en na de Eerste Wereldoorlog werd het een onderdeel van het Koninkrijk Joegoslavië.

In 1941 werd Joegoslavië binnengevallen door Nazi-Duitsland, vervolgens werd het onder Italiaanse controle geplaatst. Montenegro was de plaats van de eerste gewapende opstand tegen de Duitse bezetting in Europa gedurende 1941. Het gebied werd in 1944 bevrijd door de Joegoslavische partizanen. Vervolgens werd het één van de zes republieken binnen de federatie Joegoslavië. De hoofdstad Podgorica werd hernoemd naar Titograd, als eer naar de Joegoslavische leider Tito. Na het uiteenvallen van Joegoslavië in 1992 bleef Montenegro tot Joegoslavië behoren, samen met Servië, aangezien in een referendum werd gekozen voor een unie met Servië, in tegenstelling tot de 4 andere Joegoslavische republieken, die onafhankelijk werden. Montenegro werd zelf niet direct getroffen door de Joegoslavische oorlogen in de jaren '90, maar Montenegrijnse strijdkrachten speelden wel een rol in de belegering van Dubrovnik. In 2003 werd het resterende deel van Joegoslavië gedecentraliseerd en hernoemd naar het land Servië en Montenegro. In 2006 werd een referendum gehouden of Montenegro onafhankelijk moest worden, waarin 55% voor stemde bij een opkomst van 86%. Servië en de andere Europese landen erkenden vervolgens de onafhankelijkheid van Montenegro. Samen met Macedonië was Montenegro de enige voormalige Joegoslavische republiek die zich geweldloos afscheidde van Belgrado. In 2017 werd Montenegro lid van de NAVO.

Wegennet

Het hoofdwegennet van Montenegro, met in groen de A1.

Montenegro heeft een netwerk van 9.759 kilometer weg, waarvan 6.536 kilometer verhard, 1.917 kilometer gravel en 1.306 kilometer zandweg en ongecategoriseerde wegen.[2]

Montenegro heeft een redelijk dicht netwerk van wegen, maar reizen is een tijdrovende zaak vanwege het bergachtige karakter van het land. Het wegennet bestaat uit veelal bochtige tweestrooks wegen die soms grote hoogteverschillen overwinnen. In Montenegro ligt één autosnelweg ten noordoosten van Podgorica. Daarna is de best uitgebouwde weg de M3 tussen Podgorica en Nikšić, dit is een semi-ongelijkvloerse autoweg die bebouwde kommen bypasst. De M2 telt ten zuiden van Podgorica deels 2x2 rijstroken. Een andere relatief moderne weg is de M8 vanuit Vilusi naar de Baai van Kotor. De Sozina Tunnel is een 4,2 kilometer lange tunnel van de M1.1 voor verkeer naar de havenstad Bar.

Autosnelwegen en hoofdwegen in Montenegro


Autosnelwegen

Er zijn twee autosnelwegen gepland in Montenegro. De A1 moet de noord-zuidroute gaan vormen die de havenstad Bar via Podgorica met Servië moet gaan verbinden. Hiervan is ruim 41 kilometer opengesteld tussen Podgorica en Mateševo. De rest van de route is wel vastgelegd maar nog gepland. Ook is gepland dat de Adriatisch-Ionische snelweg die van Trieste naar Athene moet verlopen door Montenegro zal gaan. Deze plannen zijn weinig concreet en gezien de financiële last die gepaard gaat met aanleggen van het eerste deel van de A1 is het onwaarschijnlijk dat er snel andere snelwegtrajecten in aanbouw zullen gaan.

Europese wegen

Europese wegen in Montenegro

E65E80E762E763E851


Regionale wegen

Zie regionalni put (Montenegro).

Regionale wegen in Montenegro


Wegbeheer

Het ministerie dat over de wegen gaat is het Ministarstvo saobraćaja i pomorstva (MSP).[3] De uitvoering wordt gedaan vanuit de directie verkeer (Direkcija za saobraćaj).[4] Na onafhankelijkheid in 2006 werd er flink meer geïnvesteerd in het Montenegrijnse wegennet dan daarvoor. Tussen 2002 en 2005 werd er jaarlijks slechts € 3 - 9 miljoen uitgegeven. In 2007 en 2008 lag dat op € 57 en 64 miljoen,[5] waarmee wegen daadwerkelijk gemoderniseerd konden worden, maar voor grote wegenprojecten zoals tunnels en autosnelwegen is dit budget onvoldoende en zijn tolheffing en andere vormen van financiering noodzakelijk.

Maximumsnelheid

wegtype Vmax
expressweg (brzi put)
snelweg (autoput)

Bewegwijzering

De bewegwijzering kan opgedeeld worden in oud en nieuw. Het oude omvat de Joegoslavische bewegwijzering en is gebrekkig. De nieuwe bewegwijzering is echter stukken beter en wordt uitgevoerd met gele borden met zwarte letters, vergelijkbaar met Kroatië. Toeristische doelen worden aangegeven op bruine borden met witte letters. De bewegwijzering is in het Latijnse schrift, ondanks dat het Montenegrijns en Servisch zowel in het Cyrillisch en Latijns geschreven kan worden. Cyrillisch wordt in principe nooit gebruikt op de bewegwijzering. Wegnummers zijn administratief en worden zeer spaarzaam op de bewegwijzering vermeld. In het zuidoosten van het land, rondom Ulcinj, zijn de opschriften tweetalig Montenegrijns-Albanees.

Grenzen & bereikbaarheid

Montenegro ligt behoorlijk geïsoleerd van de rest van Europa, met name de toeristische kust. De meest logische route om naar Montenegro te rijden is via Kroatië. De wachttijden voor de grens bij Herceg Novi kunnen vooral in de zomer flink oplopen. De grenzen met Albanië en Bosnië-Herzegovina zijn rustiger. Men kan ook vanuit Servië het land bereiken, maar de meeste toeristische gebieden liggen aan de andere kant van het land, waardoor men grote stukken over bochtige enkelbaans bergwegen moet afleggen. Daardoor is de route via Kroatië aantrekkelijker. Er leiden ook geen grote doorgaande routes naar Kosovo, er is slechts 1 grensovergang (Kula). Albanië is vanaf Podgorica eenvoudig te bereiken.

Tol

In Montenegro was geruime tijd één tolweg, de Sozina Tunnel tussen Podgorica en Bar. Tot 2021 moest ook tol betaald worden op de M12 van de kustplaats Herceg Novi naar de grens met Bosnië-Herzegovina. Voor het gebruik van de A1 dient eveneens tol betaald te worden. Zowel de Sozina Tunnel als de A1 zijn in het beheer van Monteput Podgarica.[6]

De in 2008 ingevoerde ecotax van € 10 voor personenauto's is per 1 januari 2012 geschrapt.

Voor wegen met een zuiver toeristisch-recreatief karakter kan de beheerder entreegelden heffen. Zo geldt er voor bijvoorbeeld Durmitor Nationale Park en het Piva Park een entree van enkele euro's per passant.

Zie ook

Referenties

Wegen van Europa

AlbaniëAndorraArmeniëAzerbeidzjanBelarusBelgiëBosnië-HerzegovinaBulgarijeCyprusDenemarkenDuitslandEstlandFinlandFrankrijkGeorgiëGriekenlandHongarijeIerlandIJslandItaliëKazachstanKosovoKroatiëLetlandLiechtensteinLitouwenLuxemburgNoord-MacedoniëMaltaMoldaviëMonacoMontenegroNederlandNoorwegenOekraïneOostenrijkPolenPortugalRoemeniëRuslandSan MarinoServiëSloveniëSlowakijeSpanjeTsjechiëTurkijeVaticaanstadVerenigd KoninkrijkZwedenZwitserland

in cursief landen die deels in Europa liggen of met Europa geassocieerd worden