Matrixsignaalgever

Uit Wegenwiki
(Doorverwezen vanaf Matrixbord)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Zie ook Verkeerssignalering voor het algemene systeem.

Definitie

Elektronisch signaleringsbord waarop afhankelijk van de situatie verkeerstekens kunnen worden getoond.


Toelichting

Een matrixsignaalgever of kortweg signaalgever is een elektronisch bord boven een rijstrook of langs de rijbaan, dat een aanwijzing kan geven aan de weggebruiker. Deze aanwijzingen bestaan uit borden die in het RVV zijn opgenomen.

De matrixsignaalgever, in de volksmond matrixbord genoemd en in het vakjargon afgekort tot MSI, staat in verbinding met een wegkantstation. Verreweg de meeste matrixsignaalgevers langs de autosnelwegen maken onderdeel uit van het MTM-systeem. In 2011 waren 14.196 matrixborden boven de snelwegen in gebruik.[1]

Typen

De alleroudste signaalgevers (1e generatie) stammen uit de jaren 70 en zijn gemakkelijk te herkennen aan hun uitwendige flashers. Flashers zijn de vier oranje lampen op de hoeken van de MSI, die in de nieuwere modellen zijn geïntegreerd. De oude signaalgevers met 48 Volt halogeenlampen hebben zich in de loop der jaren geëvolueerd tot nieuwere modellen. Dit betreft de 2e tot en met 4e generatie signaalgevers. De nieuwste ontwikkeling is de toepassing van leds in signaalgevers. In 2020 was 60% van de signaalgevers voorzien van LED en 40% van halogeen.

Beelden MTM

Binnenzijde LED matrixsignaalgever

Een MTM-matrixsignaalgever kan normaliter de volgende beelden tonen:

Overige beelden en opmerkingen (halogeensignaalgevers):

  • Het rode kruis bestaat uit tenminste 2 rode lampen
  • 30 snelheid; meestal is deze lamp niet aanwezig (m.u.v. één signaalgever bij het Kleinpolderplein en in de Westerscheldetunnel en Sluiskiltunnel)
  • *50* snelheid met flashers, door het systeem gebruikt ten behoeve van filestaartbeveiliging in geval van automatische incidentdetectie (AID)
  • 60 snelheid; meestal is deze lamp niet aanwezig
  • *70* snelheid met flashers, door het systeem gebruikt ten behoeve van filestaartbeveiliging in geval van automatische incidentdetectie (AID)
  • 80 snelheid; meestal is deze lamp niet aanwezig; wordt in 80-zones vaak gebruikt in combinatie met rode rand
  • 100 snelheid; kan nog niet door centraal systeem worden aangestuurd, beeld enkel in nieuwere generatie signaalgevers aanwezig
  • 120 snelheid; kan nog niet door centraal systeem worden aangestuurd, beeld enkel in nieuwere generatie signaalgevers aanwezig
  • pijl links, een witte verdrijfpijl naar links met flashers
  • pijl rechts, een witte verdrijfpijl naar rechts met flashers
  • groene pijl; wordt door het wegkantstation als 80 gezien. In een 80-zone met spitsstroken, kan dus geen 80 worden getoond indien op het wegkantstation de mogelijkheid tot het aansturen van groene pijlen is ingeschakeld; beeld niet aanwezig in eerste generaties signaalgevers
  • overruling blank, een blank die sterker is dan alle snelheden
  • blank; geen beeld
  • rode rand; een deel van de signaalgevers kan de rode rand tonen middels een aanpassing in het wegkantstation.

Daarnaast kunnen bij het kapotgaan van een essentiële lamp tijdens bedrijf restrictievere beelden worden getoond, met als gevolg vreemde combinaties, zoals het kruis met flashers. Dat ontstaat als een verdrijfpijllamp defect raakt.

LED-signaalgevers werken uiteraard niet met losse lampen waarvan het licht via gestoken glasvezels één beeld vormt naar de weggebruiker, maar met losse pixels die elektronisch worden aangestuurd.

Een hardnekkig misverstand is dat de getoonde snelheid een adviessnelheid zou zijn. Oorspronkelijk was dit ook zo, maar met de invoering van het RVV1990 tonen de signaalgevers de maximumsnelheid. Deze verwarring wordt extra gevoed door het feit dat er soms wel, en soms geen rode rand wordt getoond. Ook het feit dat bij oplossende files de getoonde snelheid overschreden moet worden om de signaalgevers te laten doven, helpt daarbij niet. Tot slot is het voor sommige weggebruikers verwarrend welke snelheid nu aangehouden moet worden, bijvoorbeeld als er langs de weg een bord '70' staat en op de signaalgever wordt '80' getoond. Inmiddels is wettelijk bepaald dat de laagst aangegeven snelheid leidend is.

Andere beelden

Naast de signaalgevers met de standaardbeelden zijn er ook signaalgevers die andere beelden, zoals een RVV-bord kunnen tonen. Deze worden binnen MTM aangestuurd als MUS (Multisign) of als LIB (Lokale Ingreep Brugbediening). Denk daarbij aan een vrachtwageninhaalverbod, of aan een waarschuwingsbord voor een VRI of een beweegbare brug.

Maximaal weer te geven snelheid

WKS = Wegkantstation

WKS aandeel (2020) Weer te geven snelheid
WKS 1.0 (PL) 36% maximaal 90 km/h
WKS 1.0 (UDP) 31% maximaal 90 km/h met halogeen, maximaal 100 km/h met LED
WKS 1.2 17% maximaal 120 km/h
WKS 1.3 15% maximaal 130 km/h

Referenties