Motorvej
De Motorvej is het equivalent van een autosnelweg in Denemarken. In Denemarken is een omvangrijk netwerk van autosnelwegen, dat nog steeds verder ontwikkeld wordt. Er is een administratieve M-nummering, die echter in de praktijk nooit gebruikt wordt. Men gebruikt de nummers van de E-wegen of van de primærruter en sekundærruter, die geen prefix hebben. Het Deense snelwegennet was op 1 januari 2019 1.284 kilometer lang.[1][2]
Netwerk
Het Deense snelwegennet bestaat uit een aantal hoofdassen in de vorm van E-wegen, voornamelijk de E20, E39, E45, E47 en E55. Daarnaast zijn er snelwegen met een regionale functie die een nummer van een primærrute of zelfs sekundærrute hebben. Deze routes kunnen als snelweg of als reguliere hoofdweg uitgebouwd zijn en hebben geen aparte prefix maar wel afwijkende bewegwijzering, namelijk groene bewegwijzering, in tegenstelling tot de blauwe of witte bewegwijzering op niet-autosnelwegen.
Het netwerk bestaat uit een "H", bestaande uit de E20, E45 en E47/E55. In het noorden van Jylland bestaat er de zogenaamde "Y", bestaande uit de E39 en E45 vanuit Aalborg. Rondom Kopenhagen, Aarhus en centraal-Jylland ligt een groter netwerk van autosnelwegen die geen E-nummer hebben. Tevens bestaan er her en der primærruter die als snelweg zijn uitgebouwd, zoals de primærrute 9 van Odense naar Svendborg en de primærrute 8 tussen de E45 en Sønderborg.
Autosnelwegen in Denemarken |
---|
Geschiedenis
zie ook Lijst van wegopeningen in Denemarken.
Eerste aanzet
Zoals meer landen in Europa, begonnen ook in Denemarken vanaf de jaren '30 van de 20e eeuw ideeën te ontstaan voor een snelwegennet. Dit moest vooral het langeafstandverkeer vergemakkelijken. Van grootschalig forenzen naar het werk met de auto was destijds nog amper sprake. In 1936 werd een plan gepresenteerd door Deense en Zweedse ingenieursbedrijven om een landelijk snelwegennet in de vorm van een "h" aan te leggen. Dit komt goed overeen met het huidige snelwegennet, met uitzondering van de route naar Helsingør. De Tweede Wereldoorlog gooide roet in het eten. Alhoewel Denemarken het minst van alle Europese landen werd getroffen door de Duitse bezetting en het oorlogsgeweld, werden geen snelwegen gebouwd. Wel werden plannen gesmeed om een spoorverbinding over de Fehmarnbelt te leggen met Duitse hulp. Hiervoor moest ook een snelweg van Rødbyhavn naar Sakskøbing op Lolland aangelegd worden. De aanleg van deze snelweg begon op 14 september 1941. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog waren de grondwerken min of meer voltooid.
Eerste snelwegen
In 1942 werd een plan opgesteld voor een snelweg van Kopenhagen richting Helsingør. De aanleg ging in 1946 van start maar kwam niet echt van de grond tot 1954. Hierbij werd ook het originele "h" plan aangepast naar een "H" met de tak naar Helsingør. Deze weg werd op 23 januari 1956 opengesteld als de eerste autosnelweg van Denemarken. De kruising van de Grote Belt (Deens: Store Bælt) verliep in eerste instantie via treinveerdiensten. In 1957 werd een autoveerdienst opengesteld, waarbij op zowel Fyn als Sjælland twee stukken snelweg werden opengesteld van de huidige E20.
Begin jaren '60 werden diverse kortere snelwegen opengesteld, met name rond de hoofdstad Kopenhagen. Het autobezit en -gebruik namen snel toe en snelwegen waren nodig om dit in goede banen te leiden. In 1963 opende 29 kilometer van de huidige E47 tussen Rødbyhavn en Sakskøbing, het eerste langere stuk autosnelweg buiten de hoofdstad Kopenhagen. Gedurende de jaren '60 kreeg de bypass van Kopenhagen vorm, evenals de snelweg tussen Køge en Kopenhagen. Buiten Sjælland werden echter nauwelijks snelwegen opengesteld.
Expansie
In 1970 werd de Kleine Beltbrug (Deens: Lillebæltsbro) opengesteld bij Fredericia. Tegelijkertijd werd een groot deel van de E20 aansluitend rond Kolding opengesteld; dit was de eerste langere snelweg buiten het eiland Sjælland. Tevens werd dat jaar de Limfjordtunnel geopend bij Aalborg. In de eerste helft van de jaren '70 werd de bypass van Kopenhagen gecompleteerd en werden delen van de E45 tussen Aarhus en Aalborg opengesteld. In 1974 opende het eerste deel van de E45 ten zuiden van Kolding, waarmee een aanzet werd gemaakt naar de eerste grensoverschrijdende snelweg, naar Duitsland. Deze snelweg was in 1978 voltooid in het Duitse grensgebied. Tevens werd gedurende de jaren '70 het grootste deel van de E20 opengesteld op Fyn en grotendeels op Sjælland. In 1980 opende de Vejlefjordbro over de Vejlefjord voor het verkeer, waardoor een belangrijke barrière wegviel voor het noord-zuidverkeer door Jylland.
Stagnatie
Vanaf 1982 raakte Denemarken in een diepe crisis, met als gevolg dat de snelwegbouw bijna stil kwam te liggen. Er kwamen twijfels of de geplande "H" wel ooit af zou komen. Toch waren er enkele significante wapenfeiten, zoals de laatste delen van de E45 tussen Flensburg en Kolding. Daarnaast werd een flink deel van de E47 opengesteld tussen Køge en Maribo, inclusief de Farøbruggen van Sjælland naar Falster via het eilandje Farø. Ook de E20 aan de zuidkant van Kopenhagen werd voltooid.
De stagnatie in de wegenbouw hield tot halverwege de jaren '90 aan, alhoewel langzaam meer delen werden opengesteld. In 1993 opende de laatste schakel van de E20 op Sjælland, Falster en Lolland en in 1994 opende de bypass van Aarhus. Tevens werden begin jaren '90 de laatste delen van de E45 tussen Aarhus en Aalborg opengesteld. In 1998 opende de Grote Beltbrug (Deens: Storebæltsbro). Dit was het grootste publieke project ooit in Denemarken. De 18 kilometer lange verbinding over zee verbond eindelijk de twee delen van Denemarken.
Heropleving
Vanaf eind jaren '90 leefde de snelwegbouw weer op, met name in de dunner bevolkte gebieden die geïsoleerd dreigden te raken ten opzichte van de rest van Denemarken. Tussen 2000 en 2004 werd de E39 opengesteld tussen Aalborg en Hirtshals. In diezelfde tijd werd de E45 aangelegd van Aalborg naar Frederikshavn. Deze projecten vormen de zogenaamde Noord-Jyllandse "Y". Tevens werd begin jaren 2000 een begin gemaakt met een snelwegennet in centraal Jylland, dat voornamelijk samenkomt rond de stad Herning. Dit betreffen voornamelijk de Primærrute 15 en 18. Ook werd gedurende de eerste decade van de jaren 2000 de Primærrute 9 van Odense naar Svendborg opengesteld voor het verkeer. In 2000 opende de Øresundbrug tussen Denemarken en Zweden. Sindsdien is het mogelijk ononderbroken over snelwegen naar Zweden te reizen.
Na 2000 werd de wegenbouw in Denemarken sterk cyclisch, waarbij periodes van grote aantallen bouwprojecten elkaar afwisselden met periodes waarbij helemaal geen grote werkzaamheden aan het snelwegennet werden uitgevoerd. In de periode 2010-2017 is 145 kilometer nieuwe autosnelweg opengesteld, een toename van de snelweglengte van bijna 15%.
Statistieken
Motorvej ontwikkeling in Denemarken |
---|
Motorvej openingen in Denemarken |
---|
Toekomst
Het Deense snelwegennet is relatief compleet. Er zijn nog enkele projecten in uitvoering of gepland, zoals de Primærrute 16 van Allerød naar Hillerød, de primærrute 17 naar Frederikssund, de primærrute 18 naar Holstebro, een verdere uitbouw van de primærrute 23 naar Kalundborg, de primærrute 54 naar Næstved. Het grootste project qua kilometers is de bouw van de Midtjysk motorvej op Jylland (Jutland). Tevens moet de Fehmarnbeltverbinding naar Duitsland worden aangelegd. In de toekomst wordt mogelijk motorring 5 als buitenste bypass van de regio Kopenhagen aangelegd.
Verder moeten autosnelwegen verbreed worden, met name de E20 op Fyn (Funen) en de E45 tussen Vejle en Aarhus. Ook zijn er plannen geweest om de Vejlefjordbroen te vervangen.
Verkeersintensiteiten
De verkeersintensiteiten zijn in Denemarken wat lager dan men in Nederland gewend is, met name rondom de grote steden. De E20 bij Ishøj is met 141.000 voertuigen per dag het drukste punt van Denemarken. Tussen de grote steden liggen de intensiteiten doorgaans tussen 30.000 en 50.000 voertuigen per etmaal, met uitschieters naar 60.000 à 70.000 voertuigen rondom de grote steden. Filevorming komt voor rond Kopenhagen en soms rondom andere grote steden, maar is van beperkte omvang. Stagnatie is lang niet zo structureel als in Nederland of België. Rondom de weekenden zijn niet-stedelijke snelwegen doorgaans drukker dan doordeweeks. Op enkele assen rijdt zeer veel vrachtverkeer, met name op de E45 rond Vejle.
In recente jaren is het verkeer op de Deense autosnelwegen sterk gegroeid, tussen 2010 en 2017 nam het aantal voertuigkilometers op de autosnelwegen met 31,5% toe.[3] Dit is gedeeltelijk toe te schrijven aan de ingebruikname van nieuwe autosnelwegen, met name op centraal Jylland. In de periode 2010-2017 is 145 kilometer nieuwe autosnelweg opengesteld, een toename van de snelweglengte van bijna 15%.
Maximumsnelheid
De maximumsnelheid op Deense snelwegen is 130 km/uur. In april 2004 is de algemene maximumsnelheid verhoogd van 110 naar 130 km/uur. Desondanks zijn er nog relatief veel trajecten waar 110 geldt. Het aantal verkeersdoden daalde hierna met 25%. Er zijn geen trajectcontroles in Denemarken, en ook snelheidscontroles zijn niet heel frequent, het aantal vaste flitspalen langs autosnelwegen is zeer beperkt.
Zie ook
Referenties
Autosnelwegnamen in de wereld |
---|
Autobahn • Autobunn • Autocesta • Autoestrada • Autokinetodromos • Automagistralė • Autópálya • Autopista • Autoput • Autoroute • Autosnelweg • Autostrada (Italië) • Autostrada (Polen) • Autostradă (Roemenië) • Autostradë • Autovía • Avtocesta • Avtomagistral • Avtomagistrala • Avtopat • Diaľnica • Dálnice • Expressway • Freeway • Kiirtee • Moottoritie • Motorvei • Motorvej • Motorväg • Motorway • Otoyol |