N1 (Togo)

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
N1
Begin Lomé
Einde Cinkassé (BF)
Lengte 660 km
Route

Lomé

Tsévié

Notsé

Atakpamé

Blitta

Sokodé

Kara

Niamtougou

Kandé

Mango

Dapaong

Cinkassé

De N1 of RN1 is een route nationale in Togo. De weg vormt de primaire noord-zuidroute van het land, vanaf de havenstad Lomé via Atakpamé, Kara en Dapaong naar de grens met Burkina Faso bij Cinkassé. Het is veruit de belangrijkste weg van Togo en verbindt bijna alle grotere plaatsen van het land met elkaar. Het is ook de enige doorgaande verharde weg die noord-zuid door Togo verloopt. De weg is van groot belang als exportroute vanaf het binnenland van West-Afrika naar de haven van Lomé. De N1 is 660 kilometer lang, waarmee het met afstand de langste genummerde weg van Togo is.

Routebeschrijving

De N1 in Lomé.

De N1 verloopt van zuid naar noord door geheel Togo. Het is de enige doorgaande noord-zuidroute en is in de meeste gebieden ook de enige doorgaande geasfalteerde weg. De gehele N1 is verhard. De weg begint in de hoofdstad Lomé, gelegen aan de Atlantische Oceaan, waar een belangrijke haven is. De N1 telt in Lomé 2x2 rijstroken maar is elders een enkelbaans weg waarvan de kwaliteit varieert. De N1 verloopt door bijna alle grotere plaatsen van Togo, het is daardoor veruit de belangrijkste weg van het land. De N1 verloopt grotendeels door vlak terrein en kruist niet veel rivieren. Een uitzondering is een plateau in het midden van het land en een aantal kleine rivieren in het noorden van Togo. De grootste plaatsen op de route buiten Lomé zijn Notsé, Atakpamé, Blitta, Sokodé, Kara, Dapaong en Cinkassé. Bij Cinkassé is de grensovergang met Burkina Faso, waar de Burkinese N16 aansluit, in de richting van Ouagadougou.

Geschiedenis

Voorgeschiedenis en eerste bouw van de N1

Tijdens de Duitse koloniale periode is een aanvang gemaakt met de bouw van de Hinterlandbahn, een spoorlijn die vanaf Lomé landinwaarts werd aangelegd. Onder Duits bestuur reikte deze in 1913 tot Atakpamé. Het was gepland om de spoorlijn verder landinwaarts te verlengen maar deze plannen werden vertraagd vanwege de Eerste Wereldoorlog, waarna Togo onder Frans bestuur kwam te staan. De spoorlijn is begin jaren '30 door de Fransen verlengd tot Blitta en werd in 1934 in gebruik genomen.

De brug over de rivier de Kara is in 1923 opengesteld en was een belangrijke mijlpaal voor de regionale integratie van Noord-Togo. Het zou echter nog decennia duren tot de N1 als verharde weg tot Kara zou reiken. Dit was indertijd de langste brug in Togo.

Blitta werd in de Franse koloniale periode een belangrijke railhead. Producten vanuit het binnenland kwamen over destijds zeer slechte wegen naar Blitta en werden dan overgeslagen op de trein en daarmee vervoerd naar Lomé. In de Franse koloniale tijd werd de N1 daardoor alleen in het stedelijk gebied van Lomé als verharde weg aangelegd, vanaf de jaren 1920. In 1958 werd de N1 tussen Blitta en Sokodé als verharde weg aangelegd in het midden van Togo.[1]

Grootschalige aanleg na onafhankelijkheid

Na onafhankelijkheid kreeg de bouw van de N1 als verharde weg naar Noord-Togo een hoge prioriteit. In 1960 was het voornaamste verharde deel tussen Blitta en Sokodé en in de regio Lomé, maar daartussen was de weg nog onverhard omdat de spoorlijn de primaire vorm van vervoer was in die periode. In de jaren '70 en '80 heeft de Togolese regering fors geïnvesteerd in het wegennet en de bouw van de N1 als verharde weg had daarbij de hoogste prioriteit. In 1971 was 240 kilometer van de N1 geasfalteerd. Midden jaren '70 werd het deel tussen Atakpamé en Blitta geasfalteerd, evenals tussen Sokodé en Kara. Als laatste volgde het noordelijkste deel tussen Kara en de grens met Burkina Faso. Tegen 1980 was de N1 over de volledige lengte verhard.

Met de verharde N1 was het mogelijk voor producten die verbouwd of gewonnen werden in het binnenland van Togo naar de haven van Lomé te vervoeren voor export. Het werd tegens een belangrijke exportroute voor het landinwaarts gelegen Burkina Faso, en in mindere mate Niger.

Upgrades in de regio Lomé

Het dubbelbaans deel van de N1 in Lomé was voor 2000 ongeveer 7 kilometer lang, vanaf het centrum noordwaarts. Vanwege de groei van het stedelijk gebied is het dubbelbaans deel van de N1 in de jaren 2000 met ongeveer 7 kilometer verlengd. In 2014-2015 was dit nog 3 kilometer verlengd tot de toenmalige komgrens van Lomé. In 2017-2018 is er een modernere tweede rijbaan naast gebouwd tussen Lomé en Davié, waar ook een tolstation is. Dit deel was 10 kilometer lang. Hiermee was 27 kilometer van de N1 tussen Lomé en Davié naar 2x2 rijstroken verbreed.

Upgrade over het plateau

Bijzonder is het traject tussen Aléhéridé en Bafilo, waar de N1 over een 750 meter hoog plateau gaat. Aan de zuidkant en noordkant daarvan is een tweede rijbaan over een ander tracé aangelegd om stijgend verkeer van een 2-strooks traject te voorzien. Dit betreft 8 kilometer nieuwe rijbaan aan de zuidkant en 9 kilometer aan de noordkant, inclusief een bypass van Bafilo. Dit is op 23 december 2015 in gebruik genomen.[2][3][4] Dit deel is door een Chinees bouwbedrijf aangelegd en was in 2013 al bijna gereed maar er waren kwaliteitsproblemen.[5]

Upgrade in Noord-Togo

Rond de grensplaats Cinkassé is tussen 2010 en 2012 een rondweg aangelegd die bijna op de grens met Burkina Faso ligt. Hiermee hoeft doorgaand verkeer naar Burkina Faso niet meer door Cinkassé. Bij de noordelijke stad Dapaong ligt een rondweg met 2x2 rijstroken. In 2014 is een 12 kilometer lang deel van de N1 rond Dapaong naar 2x2 rijstroken verbreed. In 2016 is een tweede grensbrug op de grens met Burkina Faso aangelegd.

Referenties

Routes nationales in Togo