Namibië
Namibia | |
---|---|
Hoofdstad | Windhoek |
Oppervlakte | 825.418 km² |
Inwonertal | 2.550.000 |
Lengte wegennet | 5.378 km |
Lengte snelwegennet | 104 km[1] |
Eerste snelweg | 1979[2] |
Benaming snelweg | freeway |
Verkeer rijdt | links |
Nummerplaatcode | NAM |
Namibië, formeel de Republiek Namibië, is een groot land in het zuiden van Afrika. Het land is circa 20 keer zo groot als Nederland en telt 2,5 miljoen inwoners, wat het tot één van de dunst bevolkte landen ter wereld maakt. De hoofdstad is Windhoek.
Inleiding
Geografie
Namibië beslaat een fors deel van de westkust van zuidelijk Afrika, aan de Atlantische Oceaan. Het land grenst aan Angola en Zambia in het noorden, Botswana in het oosten en Zuid-Afrika in het zuiden. De Caprivi Strip is een smalle strip land van Namibië die veel verder oostwaarts strekt dan de rest van het land. Namibië meet maximaal 1300 kilometer van noord naar zuid en bijna 1000 kilometer van oost naar west (exclusief Caprivi).
Het land bestaat uit plateaus, bergruggen en woestijnen. De Namibische woestijn ligt aan de westkust en is grotendeels een rots/zandwoestijn. De Kalahari Desert ligt landinwaarts en is meer een zanderige savanne en hooggelegen plateau. Een groot deel van het binnenland ligt op 1200 tot 1600 meter boven zeeniveau, met enigszins landinwaarts een noord-zuid georiënteerde bergrug. De 2573 meter hoge Brandberg is het hoogste punt van Namibië. In het noorden ligt de Etosha Pan, een zoutvlakte die na regen soms gevuld wordt met water.
Namibië heeft grotendeels een droog subtropisch klimaat, met een woestijnklimaat in het westen en zuiden. De temperatuur wordt echter getemperd door de hoge ligging van een groot deel van het land. De neerslag varieert van bijna nul in het westen tot circa 600 mm in de Caprivi Strip. De gemiddelde maximumtemperatuur in de hoofdstad Windhoek varieert van 20 °C in de winter tot 30 °C in de zomer. In de bergen is vorst niet ongebruikelijk.
Demografie
Namibië geldt als één van de dunst bevolkte landen ter wereld. In 1950 had het land slechts 500.000 inwoners, wat groeide naar 2,5 miljoen in 2016. De bevolkingsdichtheid is het hoogst in het noorden en het laagst in het zuiden. Het land heeft één grotere stad, de hoofdstad Windhoek die circa 430.000 inwoners telt. Daarnaast zijn er 9 regionale stadjes die tussen 20.000 en 60.000 inwoners tellen.
De bevolking van Namibië bestaat grotendeels uit Bantu-stammen. Namibië heeft het grootste aandeel blanken in Sub-Saharan Afrika na Zuid-Afrika, met 4-7%, veelal van Afrikaanse, Duitse, Britse of Portugese afkomst. De meeste blanken spreken Afrikaans. Er zijn nog traditioneel Duitse gemeenschappen in Namibië.
De oorspronkelijke officiële talen waren het Engels, Duits en Afrikaans. Later is besloten om het Engels de officiële taal te maken, alhoewel dit maar door een zeer klein deel van de bevolking als moedertaal gesproken wordt. De meestgesproken taal is het Ovambo, dat vooral in het noorden gesproken wordt.
Economie
Namibië geldt als één van de meer ontwikkelde landen van Afrika, maar met een grote inkomensongelijkheid. De levensstandaard verschilt sterk tussen de steden en het platteland. Op het platteland is de economie grotendeels informeel en gebaseerd op zelfvoorzieningslandbouw. De grootste economische sectoren zijn de mijnbouw, landbouw en toerisme, maar de dienstensector is goed voor de meeste werkgelegenheid. Voor een dermate dunbevolkt land heeft het een relatief ontwikkelde infrastructuur. De economie van Namibië is sterk verweven met die van Zuid-Afrika. Het toerisme is goed voor 18% van de werkgelegenheid in Namibië, toeristen komen vooral voor de natuur en safari's.
Geschiedenis
In de 14e eeuw begonnen de Bantu-stammen vanuit Centraal-Afrika naar het zuiden te migreren, onder meer naar het gebied wat nu Namibië is. De eerste Europeanen in het gebied waren Portugezen eind 15e eeuw, maar zij deden geen poging het gebied te bevolken. De regio werd weinig bezocht door Europeanen tot midden 19e eeuw. In 1884 werd het gebied een Duitse kolonie, bekend als Deutsch-Südwestafrika. Dit was in oppervlakte groter dan het Duitse Rijk in Europa in die tijd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1915 werd het gebied bezet door de Britten. Het stond daarna onder het bestuur van Zuid-Afrika onder de naam South West Africa. Tot 1978 stond het direct onder Zuid-Afrikaans bestuur, daarna had het autonomie tot Namibië in 1990 onafhankelijk werd.
De onafhankelijkheidsstrijd van Namibië begon in 1966 met een rebellie, echter het grootste deel van het conflict vond buiten Namibië zelf plaats en was sterk verweven met de Angolese burgeroorlog. Dit staat bekend als de South African Border War, waarbij Zuid-Afrikaanse troepen de noordgrens van Namibië beschermden tegen infiltratie van rebellen vanuit Angola en ook offensieve acties uitvoerden tot diep in Angola. Uiteindelijk kwam Zuid-Afrika hier tegenover Cuba te staan, dat de marxistische regering van Angola steunde met grootschalige troepenopbouw. Met het 'Tripartite Accord' van 1988 kwam men overeen dat buitenlandse troepen zich terug zouden trekken uit Angola en Namibië onafhankelijkheid van Zuid-Afrika verkreeg.
De strategische haven van Walvis Bay stond nog onder Zuid-Afrikaans bestuur tot 1994. Namibië is sindsdien een stabiele democratie. In 1999 vond nog wel het Caprivi conflict plaats, waarin rebellen in de Caprivi Strip zich poogden af te scheiden van Namibië. Dit werd echter snel de kop in gedrukt. Vanwege de stabiele situatie werd Namibië een belangrijke toeristenbestemming.
Wegennet
Namibië had in 2018 een geclassificeerd wegennet van 47.555 kilometer, waarvan 7.893 kilometer is verhard. Het verharde wegennet is vrij basaal, maar adequaat gezien de zeer lage bevolkingsdichtheid van Namibië. Alle plaatsen van enige betekenis zijn verbonden door verharde wegen. Het Namibische wegennet wordt beschouwd als het beste in Afrika.[3][4] Het verkeer in Namibië rijdt links.
Het wegennet wordt opgedeeld in trunk roads, main roads en district roads. De trunk roads omvatten 5.007 kilometer weg, dat 100% is verhard. De main roads omvatten 11.357 kilometer weg, dat voor 22% is verhard. De district roads omvatten 31.191 kilometer, dat voor slechts 1% is verhard.[5]
Er is één belangrijke noord-zuidas, de B1, die diverse oost-westaftakkingen heeft. Er verloopt één hoofdweg helemaal naar het oosten van de Caprivi Strip. Er is een kleine grensovergang met Angola en één met Zambia, één van de weinige bruggen over de Zambezi. Er zijn diverse grensovergangen met Botswana, zoals bij Bagani en Buitepos. Met Zuid-Afrika zijn twee grensovergangen, de B3 bij Nakop die overgaat in de N10 naar Upington en de B1 die bij Noordoewer overgaat in de N7 naar Cape Town. Het wegennet van Windhoek is goed ontwikkeld en bijna alle straten zijn verhard en hoofdwegen zijn voorzien van wegmarkeringen. Meerstrooks wegen doorkruisen de stad, met een enkele ongelijkvloerse kruising.
In Namibië zijn geen tolwegen.[6] Namibië is daarmee één van de weinige landen in zuidelijk Afrika zonder tolheffing. Tolheffing is wel eens voorgesteld als financieringsmethode.[7][8]
Hoofdwegen in Namibië |
---|
freeways: National roads: |
Freeways
Namibië heeft twee autosnelwegen, de A1 van Windhoek naar Okahandja en de A2 tussen Walvis Bay en Swakopmund. De autosnelwegen in Namibië zijn moderner dan in veel andere landen in Sub Sahara Afrika. Autosnelwegen worden in Namibië freeways genoemd, alhoewel de term dual carriageway ook wordt gebruikt. De maximumsnelheid op de autosnelweg is 120 km/uur.
Er zijn meerdere freeways gepland in Namibië. In uitvoering is de A1 van Windhoek naar Okahandja over 50 kilometer. Er is ook een freeway gepland tussen Windhoek en het Windhoek Hosea Kutako International Airport (circa 45 kilometer), ten zuiden van Windhoek naar Rehoboth (92 kilometer) en tussen Omuthiya en Ongwediva noordelijk van het Etosha National Park (circa 80 kilometer).
Wegbeheer
De nationale wegbeheerder is de Roads Authority.[9] De Roads Authority werd in 1999 opgericht, met de missie "To manage the national road network of Namibia and to provide for matters incidental thereto."
Geschiedenis van de wegenbouw in Namibië
Voorgeschiedenis
Het eerste transport over land vond vanaf midden 19e eeuw plaats in de vorm van paden die geschikt waren voor ossenkarren. In de pre-koloniale tijd werden deze paden gebruikt door individuen en bedrijven die mijnen exploiteerden, met name in het midden en zuiden van het latere Namibië. Al in de jaren 1840 was er een verbeterde verbinding tussen Walvis Bay en Windhoek. Al in deze periode ontstonden noord-zuidroutes van de Cape Colony naar Namibië, een trend die zich later zou voortzetten in de moderne tijd.
De Duitse koloniale wegen (1884-1915)
Nadat de Duitsers vanaf 1884 Namibië koloniseerden werden de wegen in eerste instantie niet verder ontwikkeld dan de routes geschikt voor ossenkarren. In de latere jaren van de 19e eeuw werden meer van dit soort wegen ontwikkeld naar het noorden van Namibië. In 1897 duurde de reis van Walvis Bay naar Windhoek (382 kilometer) twee tot drie weken. Tussen 1897 en 1902 werd de spoorweg van Walvis Bay naar Windhoek aangelegd. Tijdens de Duitse koloniale periode lag de focus van transport vooral op de ontwikkeling van spoorwegen, er werd gezien de zeer lage bevolkingsdichtheid en het gebrek aan steden van enig statuut toch wel een redelijk uitgebreid netwerk van spoorwegen aangelegd. Er woonden slechts 2.600 Duitsers in Namibië.
In 1902 werd door de Duitsers een netwerk van wegen gedocumenteerd. Er werden 116 verschillende wegen vastgesteld, met een lengte van 18.826 kilometer. De eerste gemotoriseerde voertuigen arriveerden in Namibië in 1904, de eerste personenauto in 1909. Vanaf 1907 werd bewegwijzering geïnstalleerd op de wegen. De meeste wegen waren indertijd nog nauwelijks verbeterde zandwegen of sporen, er werd begin 20e eeuw nog weinig gedaan aan het bouwen van verbeterde zandwegen met drainage. Tot aan de Eerste Wereldoorlog werd geen poging ondernomen om kunstwerken zoals duikers en bruggen aan te leggen in het Namibische wegennet.[10]
Eerste wegenbouw in Zuidwest-Afrika (1915-1945)
Nadat Zuid-Afrika in 1915 het gebied veroverde op de Duitsers werd het een mandaatgebied dat langdurig onder Zuid-Afrikaans bestuur zou staan, maar nooit formeel geannexeerd werd, alhoewel het de-facto wel bestuurd werd alsof het een integraal onderdeel van Zuid-Afrika was. In 1923 werd de Zuid-Afrikaanse Road Ordinance vastgesteld voor Zuidwest-Afrika, waarin de publieke wegen werden vastgesteld. Vanaf 1927 werden Road Boards opgericht die het onderhoud van de wegen exploiteerden en hiervoor belasting inden. Vanaf 1933 werd de wegenbouw gemechaniseerd met de introductie van graders. De wegenbouw viel vanaf de jaren '30 onder de Works Branch van South West Africa Administration.
In 1937 werden de Road Boards weer afgeschaft. Het Department of Works was vanaf dat moment verantwoordelijk voor de wegenbouw. Vanaf dit moment begon er enige modernisatie in de wegenbouw plaats te vinden, met name door het plannen van de eerste vaste bruggen over rivieren. Tussen 1937 en 1945 werden 23 bruggen gebouwd, waaronder twee grotere bruggen en twee ongelijkvloerse spoorkruisingen, de meesten in de omgeving van Windhoek.
Modernisatie en grootschalige wegenbouw (1945-1990)
Vanaf 1945 had men de beschikking over grotere aantallen voertuigen voor de wegenbouw, die daarmee significant gemechaniseerd werd. Na de oorlog werd ook meer geld en personeel beschikbaar gesteld voor het plannen en ontwerpen van de wegen. Hiermee begon de modernisatie van de wegenbouw in Zuidwest-Afrika. In 1946 begon de bouw van een modernere weg tussen Walvis Bay en Windhoek. In 1950 werd voor het eerst serieus gesproken over de bouw van geasfalteerde wegen, in plaats van de verbeterde zandwegen en gravelwegen tot die periode. Het netwerk van 'wegen' was in 1949 34.100 kilometer, waarvan nog geen weg verhard was.
De prioriteit ging in de eerste naoorlogse jaren vooral naar de bouw van bruggen, in 1952 had Zuidwest-Afrika 60 bruggen van enig statuut, veelal over rivieren en een aantal spoorkruisingen. In 1951 werd een Roads Department opgericht. In 1953 werd het wegennet opgedeeld in vier klassen: trunk, main, district en public roads. Het netwerk werd vastgesteld als 3.020 kilometer trunk roads, 7.354 kilometer main roads, 14.413 kilometer district roads en 24.569 kilometer public roads. Deze laatste wegklasse werd niet actief door de overheid gefinancierd en onderhouden.
Tussen 1952 en 1955 werd een gravelweg aangelegd naar Ondangwa, dit wordt beschouwd als de eerste wegverbinding in Zuidwest-Afrika die niet uitsluitend de belangen van de blanke bevolking behartigde. Het noorden van Namibië was indertijd een achtergestelde regio qua wegenbouw. In 1956 werd gestart met het verharden van de eerste wegen in Zuidwest-Afrika, namelijk drie invalswegen van Windhoek. In 1960 had Zuidwest-Afrika 100 kilometer geasfalteerde weg.
De ontwikkeling van het verharde wegennet ging in de jaren '60 een stuk sneller, prioriteit hadden vooral de B1 en B2, de belangrijkste economische corridors van Namibië. Als onderdeel hiervan werd ook een groot aantal bruggen gerealiseerd. Op dat moment was er sprake van een gestandaardiseerd brugontwerp dat het ontwerpen en bouwen van bruggen een stuk sneller maakte. De focus van de wegenbouw lag vooral op de verbinding vanuit Zuid-Afrika naar de steden die vooral door blanken bevolkt werden. Er werd weinig aandacht gegeven aan integratie richting Angola en Botswana, of het ontsluiten van streken die vooral door de inheemse bevolking bewoond werd. De focus van de wegenbouw lag vooral op het verbinden van geïsoleerde steden in het zuiden en midden maar veel minder op de ontwikkeling van het veel dichter bevolkte noorden van Namibië, maar waar weinig blanken woonden.
Begin jaren '70 waren de meeste trunk roads van Namibië geasfalteerd, evenals sommige main roads en een klein aantal district roads. De ontwerpeisen uit die tijd voorzagen in hoge rijsnelheden. De focus lag nog steeds op het midden en zuiden van het land, het Ovamboland in het noorden van Zuidwest-Afrika was de dichtstbevolkte regio, maar kreeg vrijwel geen geld voor de ontwikkeling van wegen. De ontwikkeling van de wegenbouw stagneerde na 1980. Het militaire conflict dat Zuid-Afrika vocht in Angola en de grensstreek vereiste een groter deel van de budgetten op. Ook was het verkeer in het noorden van Zuidwest-Afrika onveilig, met name in de Caprivi Strip en langs de grens met Angola, zodat daar geen wegen werden aangelegd. Daarnaast was het wegennet al relatief ontwikkeld gezien de zeer geringe bevolking in het midden en zuiden van Zuidwest-Afrika. Verkeerstellingen in 1986 lieten zien dat op vrijwel alle trunk roads niet meer dan 500 tot 1.000 voertuigen per dag reden, alleen bij Windhoek lagen de verkeersintensiteiten op 1.000 tot 2.000 voertuigen per dag. In dat jaar waren er in heel Zuidwest-Afrika slechts 120.000 motorvoertuigen.[11]
Onafhankelijk Namibië (1990-heden)
Na onafhankelijkheid erfde Namibië één van de meest moderne wegennetten in Afrika, met een adequaat wegennet van verharde wegen die veelal in goede staat verkeerden en waar hoge rijsnelheden mogelijk waren. De focus lag na onafhankelijkheid vooral op de wegenbouw in het noorden van Namibië, een van oudsher achtergebleven gebied, dat echter de hoogste bevolkingsdichtheid van het land had. In de jaren '90 werden de B6 en B8 tot aan de grens met Botswana aangelegd. Hiermee ontstonden twee wegverbindingen door de Kalahari Desert. Ook werd een brugverbinding over de Zambezi naar Zambia gebouwd en werd in 2013 een verbeterde weg naar Angola aangelegd. Hiermee werd de regionale integratie bevorderd, iets waar Zuid-Afrika voor 1990 geen interesse in had.
Na 2010 begon Namibië met de bouw van meer autosnelwegen. Oorspronkelijk was er alleen een korte autosnelweg van Windhoek naar Brakwater, opengesteld in de periode 1979-1981. Er werd een plan gemaakt om de autosnelweg te verlengen naar de nabijgelegen stad Okahandja. In 2017 opende hiervan het eerste deel, dit was de eerste nieuwe autosnelweg die aangelegd werd in 40 jaar tijd en de eerste sinds onafhankelijkheid. In 2020 werd deze autosnelweg nog wat verder verlengd tot even ten zuiden van Okahandja. Ook opende in 2020 een nieuwe autosnelweg tussen Walvis Bay en Swakopmund, die vooral dient als bypass van Swakopmund. Veel investeringen worden sinds 2010 door China gefinancierd en uitgevoerd. In 2022 werd gesproken over de invoering van tolheffing op hoofdwegen.[12][13]
Wegnummering
De wegnummering in Namibië is onderverdeeld in A, B, C en D-wegen. Ze hebben in schrijftaal voluit echter een andere naam, de B-wegen worden meestal 'trunk roads' genoemd met de prefix 'TR' en de C-wegen veelal 'main roads' met de prefix 'MR'. A-wegen zijn freeways. B-wegen zijn geasfalteerde hoofdwegen, een D-weg is meestal een zandpad en C-wegen zitten daar tussenin. In 2017 werd A-nummering voor freeways geïntroduceerd.[14]
De belangrijkste assen van Namibië zijn uitgebouwd als B-weg.
Trunk Roads
Bewegwijzering
Zie ook de SADC Road Traffic Signs Manual.
De bewegwijzering in Namibië is op Zuid-Afrikaanse leest geschoeid. Alle richtinggevende bewegwijzering uitgevoerd in witte letters tegen een groene achtergrond. Wegnummers staan in platte tekst op de borden vermeld, en wel in goudgele letters. Het lettertype is het Duitse DIN1451.
Freeways zijn sinds 2017 bewegwijzerd met blauwe wegwijzers.
Maximumsnelheid
De maximumsnelheid in Namibië is vergelijkbaar met die van andere zuidelijk Afrikaanse landen, namelijk 60 km/h in de bebouwde kom en 120 km/h op verharde wegen buiten de bebouwde kom, ongeacht of dit een enkelbaans weg met tegenverkeer of een autosnelweg is. Op gravelwegen geldt maximaal 100 km/h.
Referenties
- ↑ 31-12-2023
- ↑ A1
- ↑ Namibia again tops list of best quality roads in Africa | neweralive.na
- ↑ Roads Authority notices Namibian roads ranking in World Economic Forum’s Global Competitiveness Report | economist.com.na
- ↑ Road Network Summary | ra.org.na
- ↑ Toll roads will not work in Namibia | observer24.com.na
- ↑ Proposed toll roads raise concerns over road-user affordability | economist.com.na
- ↑ Govt eyes road toll money | namibian.com.na
- ↑ www.ra.org.na
- ↑ 3. THE HISTORY OF NAMIBIAN ROADS IN THE GERMAN ERA | klausdierks.com
- ↑ 4. THE HISTORY OF ROADS IN THE SOUTH AFRICAN ERA | klausdierks.com
- ↑ Toll roads ahead…pay to drive proposed on 23 roads | neweralive.na
- ↑ Toll roads on the cards | we.com.na
- ↑ The completed section was renamed from B1 to A1. This was done in accordance with the RA/Ministry of Works and Transport standards (manuals) that state that all freeways should be A, the colour change of road signs from green to blue is also the requirement for freeways. The public can expect more A roads like the Windhoek-Hosea Kutako road, Walvis-Bay-Swakopmund road and Omuthiya-Ongwediva. These roads will all be upgraded to freeway standards. | TALKING POINTS BY THE CHIEF EXECUTIVE OFFICER, MR CONRAD M. LUTOMBI, ON THE OCCASION OF THE MEDIA BRIEFING FOR THE COMPLETION OF SECTION 3 OF THE WINDHOEK –OKAHANDJA ROAD UPGRADE PROJECT (19 April 2017) | www.ra.org.na
Wegen van Afrika |
---|
Algerije • Angola • Benin • Botswana • Burkina Faso • Burundi • Centraal-Afrikaanse Republiek • Comoren • Democratische Republiek Congo • Republiek Congo • Djibouti • Egypte • Equatoriaal Guinea • Eritrea • Ethiopië • Gabon • Gambia • Ghana • Guinea • Guinea-Bissau • Ivoorkust • Kaapverdië • Kameroen • Kenia • Lesotho • Liberia • Libië • Madagaskar • Malawi • Mali • Marokko • Mauritanië • Mauritius • Mozambique • Namibië • Niger • Nigeria • Rwanda • São Tomé en Príncipe • Senegal • Seychellen • Sierra Leone • Somalië • Sudan • Swaziland • Tanzania • Togo • Tsjaad • Tunesië • Uganda • Westelijke Sahara • Zambia • Zimbabwe • Zuid-Afrika • Zuid-Sudan |