New York City

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Voor de staat New York zie New York (staat)

New York of voluit New York City is de grootste stad van de Verenigde Staten. De agglomeratie New York behoort tot de grootste stedelijke gebieden ter wereld. De stad telt 8.336.000 inwoners, en agglomeratie van 19.618.000 inwoners (2022). De stad bestaat uit 5 zogenaamde boroughs, welke allemaal uit een county bestaan. De 5 boroughs zijn The Bronx, Brooklyn, Manhattan, Queens en Staten Island. De stad is tevens de meest dichtbevolkte met 10.502 inwoners per vierkante kilometer. Het stedelijk gebied is echter niet de meest dichtbevolkte van het land. Dit komt omdat de suburbs dunner bevolkt zijn dan de suburbs van Los Angeles.

Inleiding

De agglomeratie ligt in het zogenaamde Tri-State Area, bestaande uit Connecticut, New Jersey en New York. Veruit de meeste inwoners van de agglomeratie wonen in New York en New Jersey. Het stedelijk gebied kent grote contrasten, de stad New York is dichtbevolkt met voornamelijk appartementengebouwen, flats en dicht op elkaar staande rijtjeshuizen, met uitzondering van Staten Island. Alle omliggende voorstedelijke gebieden, die groter zijn en meer inwoners tellen dan de stad zelf, bestaan uit ruime woonwijken die in de bossen liggen. Het uiterlijk tussen de centrale stad en de suburbs verschilt dus enorm. De afstanden in de agglomeratie zijn enorm. Het stedelijk gebied meet 200 kilometer oost-west tot 210 kilometer noord-zuid.

New York

New York City ligt in de staat New York en is afgezien van The Bronx voornamelijk gesitueerd op eilanden. Het grootste eiland is Long Island, waar Queens en Brooklyn op liggen. Het bekendste eiland is Manhattan, in het zuidwesten ligt nog Staten Island, wat voornamelijk suburbaan is. De stad zelf meet ongeveer 40 bij 50 kilometer, maar grote delen bestaan uit wateroppervlakten, zoals de brede rivieren Hudson en East, de Upper en Lower Bay en het Long Island Sound.

Buiten de stad New York strekt de agglomeratie zich over 150 kilometer uit over Long Island, een langwerpig eiland dat oost-west gesitueerd is. Dit eiland bevat naast Brooklyn en Queens nog Nassau en Suffolk County. Deze counties bestaan uit honderden kleine voorsteden, waarvan er vrijwel geen groter is dan 50.000 inwoners. In Nassau County wonen 1.384.000 inwoners en in Suffolk County 1.525.000 inwoners. In totaal wonen er op Long Island 7,5 miljoen mensen.

Verder strekt de agglomeratie zich nog ten noorden van New York uit, in Westchester en Rockland County. De voorsteden die het dichtst bij New York liggen, zoals Yonkers en Mount Vernon zijn het dichtst bebouwd, maar verder naar het noorden neemt de dichtheid af. Over het algemeen hebben de voorsteden een zeer goed leefklimaat. Westchester County telt 990.000 inwoners en Rockland County telt 339.000 inwoners.

New Jersey

Het suburbaan gebied in New Jersey bestaat deels ook uit centrumsteden met een eigen verzorgingsgebied, zoals Newark en Jersey City. Het stedelijk gebied in New Jersey is immens en strekt zich ook uit langs de kust van New Jersey, tot 200 kilometer ten zuiden van New York. Deze bebouwde kuststrook is echter vrij smal. Over het algemeen zijn de voorsteden in New Jersey wat groter dan die op Long Island. De agglomeratie New York bestaat in New Jersey uit Ocean County (656.000 inw.), Monmouth County (644.000 inw.), Middlesex County (861.000 inw.), Somerset County (347.000 inw.), Union County (570.000 inw.), Essex County (849.000 inw.), Morris County (511.000 inw.), Passaic County (514.000 inw.) en Bergen County (953.000 inw.). Bijna geheel Noord-New Jersey behoort tot de agglomeratie New York. In totaal wonen ongeveer 5,9 miljoen inwoners van New Jersey in de agglomeratie New York.

Connecticut

Het zuidwesten van Connecticut is dermate verstedelijkt en vastgegroeid aan New York, dat het onderdeel genoemd kan worden tot de agglomeratie New York. Dit bestaat voornamelijk uit Fairfield County (963.000 inw.), maar feitelijk is New Haven County (870.000 inw.) ook onderdeel van het stedelijk gebied. Vrijwel heel westelijk en centraal Connecticut is min of meer verstedelijkt, maar de regio Hartford wordt doorgaans niet tot de agglomeratie New York gerekend.

Bevolkingsgroei

New York City

New York City bestaat uit 5 counties, waarvan de namen beter bekend zijn onder andere namen. New York County is Manhattan, Kings County is Brooklyn, The Bronx is Bronx en Richmond is Staten Island.

Jaartal New York Queens Kings The Bronx Richmond New York City agglomeratie
1920 2.284.000 469.000 2.018.000 732.000 117.000 5.620.000 8.693.000
1930 1.867.000 1.079.000 2.560.000 1.265.000 158.000 6.929.000 11.124.000
1940 1.890.000 1.298.000 2.698.000 1.395.000 174.000 7.455.000 11.950.000
1950 1.960.000 1.551.000 2.738.000 1.451.000 192.000 7.892.000 13.300.000
1960 1.698.000 1.810.000 2.627.000 1.425.000 222.000 7.782.000 15.346.000
1970 1.539.000 1.986.000 2.602.000 1.472.000 295.000 7.894.000 17.065.000
1980 1.428.000 1.891.000 2.231.000 1.169.000 352.000 7.071.000 16.364.000
1990 1.488.000 1.952.000 2.301.000 1.204.000 379.000 7.324.000 16.846.000
2000 1.537.000 2.229.000 2.465.000 1.333.000 444.000 8.008.000 18.323.000
2010 1.586.000 2.230.000 2.505.000 1.385.000 469.000 8.175.000 18.897.000
2020 1.688.000 2.396.000 2.727.000 1.466.000 496.000 8.773.000 20.096.000
2022 1.596.000 2.278.000 2.591.000 1.380.000 491.000 8.336.000 19.618.000

Manhattan verloor tussen 1920 en 1980 meer dan 800.000 inwoners, waarna een nieuwe langzame groei begon. De stad in geheel heeft zijn groei vooral te danken aan Queens en Kings County, waarbij een eerste piek in 1950 werd bereikt, waarna het bevolkingsaantal afnam tot de jaren 80, waarna een tweede, bescheidener groeiperiode begon, die tot 2017 aanhield, waarna een krimp inzette, die in 2020-2022 accelereerde. Wel is het aandeel van de stad New York ten opzichte van de totale agglomeratie sinds de jaren 20 sterk afgenomen.

Suburban New York

Het voorstedelijk gebied van New York bestaat uit Nassau en Suffolk County op Long Island, en Westchester en Rockland County ten noorden van de stad in de Hudson Valley.

Jaartal Nassau Suffolk Westchester Rockland voorstedelijk NY agglomeratie
1920 126.000 110.000 344.000 46.000 626.000 8.693.000
1930 303.000 161.000 521.000 60.000 1.045.000 11.124.000
1940 407.000 197.000 574.000 74.000 1.252.000 11.950.000
1950 673.000 276.000 626.000 89.000 1.664.000 13.300.000
1960 1.300.000 667.000 809.000 137.000 2.913.000 15.346.000
1970 1.428.000 1.125.000 894.000 230.000 3.677.000 17.065.000
1980 1.322.000 1.284.000 867.000 260.000 3.733.000 16.364.000
1990 1.287.000 1.322.000 874.000 265.000 3.748.000 16.846.000
2000 1.335.000 1.419.000 923.000 287.000 3.964.000 18.323.000
2010 1.340.000 1.493.000 949.000 312.000 4.094.000 18.897.000
2020 1.394.000 1.524.000 1.003.000 338.000 4.259.000 20.096.000
2022 1.384.000 1.525.000 990.000 339.000 4.238.000 19.618.000

In 1920 was de suburbanisatie beperkt tot Westchester County, en was het aandeel suburban New York op de totale agglomeratie minder dan 10%. Vanaf de jaren 40 begon dat snel te stijgen, naar een aandeel van bijna 24% in 2008. De groei in Nassau County stagneert reeds sinds de jaren 60, maar groeit nog gestaag in Suffolk County, dat inmiddels groter is. Westchester County kent een geleidelijke groei sinds de jaren 60, en Rockland County werd pas vanaf de jaren 70 een voorstedelijk gebied van enige omvang, maar groeit slechts beperkt.

New Jersey

Voorstedelijk New Jersey bestaat uit twee lagen; Union, Essex en Hudson County waar de oudere steden liggen, en de overige counties die voornamelijk suburbaan in karakter zijn.

Jaartal Bergen Passaic Essex Morris Hudson Union Middlesex Somerset voorstedelijk NJ agglomeratie
1920 211.000 259.000 652.000 83.000 629.000 200.000 162.000 48.000 2.244.000 8.693.000
1930 365.000 302.000 834.000 110.000 691.000 305.000 212.000 65.000 2.884.000 11.124.000
1940 410.000 309.000 837.000 126.000 652.000 328.000 217.000 74.000 2.953.000 11.950.000
1950 539.000 337.000 906.000 164.000 647.000 398.000 265.000 99.000 3.355.000 13.300.000
1960 780.000 407.000 924.000 262.000 611.000 504.000 434.000 144.000 4.066.000 15.346.000
1970 897.000 461.000 933.000 383.000 608.000 543.000 584.000 198.000 4.607.000 17.065.000
1980 845.000 448.000 851.000 408.000 557.000 504.000 596.000 203.000 4.412.000 16.364.000
1990 825.000 453.000 778.000 421.000 553.000 494.000 672.000 240.000 4.436.000 16.846.000
2000 884.000 489.000 794.000 470.000 609.000 523.000 750.000 297.000 4.816.000 18.323.000
2010 905.000 501.000 784.000 492.000 634.000 536.000 810.000 323.000 4.985.000 18.897.000
2020 955.000 523.000 862.000 509.000 723.000 574.000 862.000 345.000 5.353.000 20.096.000
2022 953.000 514.000 849.000 511.000 703.000 570.000 861.000 347.000 5.308.000 19.618.000

Door de jaren heen is het aandeel van voorstedelijk New Jersey op de totale agglomeratie vrij constant gebleven. Wel kende het oudere deel van het gebied, met name rondom de grotere steden die van vroeger uit losliggende kernen waren, een sterke achteruitgang in inwonertal, waarbij de meer suburbane counties sterk in inwonertal toenamen. Over het algemeen geldt dat de groei sinds de jaren 70 stagneert, met kleine fluctuaties.

Totale agglomeratie

De totale agglomeratie omvat het continu bebouwde gebied, alhoewel het gecombineerd statistisch stedelijk gebied nog groter is, en zich uitstrekt tot in Connecticut en Pennsylvania. Deze gebieden hadden in 2019 samen 23,9 miljoen inwoners, waarvan er feitelijk 17.572.000 in het continu bebouwde gebied wonen.

Jaartal Greater New York
1920 8.693.000
1930 11.124.000
1940 11.950.000
1950 13.300.000
1960 15.346.000
1970 17.065.000
1980 16.364.000
1990 16.846.000
2000 18.323.000
2010 18.897.000
2020 20.096.000
2022 19.618.000

In de eerste helft van de 20e eeuw groeide het stedelijk gebied sterk, waarna vanaf de jaren 60 een stagnatie optreedt, waarbij de grootste groei na 2010 enige tijd vooral van de stad New York City zelf kwam. Verder vertoonde het voorstedelijk gebied groei, met name in New Jersey. Vergeleken met steden in het zuiden van de Verenigde Staten is de groei zeer mager en de groei viel in de periode 2015-2019 in bijna de gehele agglomeratie stil. Sinds 2020 krimpt de agglomeratie als geheel.

Geschiedenis van het snelwegennet

zie lijst van openstellingen in de agglomeratie New York en geschiedenis van de snelwegen in de agglomeratie New York.

De oudste ongelijkvloerse weg ter wereld, de Long Island Motor Parkway ligt net buiten New York en opende in 1908 voor het verkeer. De regio wordt gekenmerkt door enkele grote bruggen, waarvan sommigen de-facto een snelweg waren voordat de aansluitende infrastructuur ook als snelwegen werd ontwikkeld. De Bronx River Parkway was de eerste ongelijkvloerse weg met 4 rijstroken, waarvan het eerste deel in 1922 opende. In de jaren '20 en '30 werden parkways buiten New York aangelegd, met name in Westchester County en op Long Island. De ontwerpeisen daarvan evolueerden gedurende die tijd, waarbij men geleidelijk ging van 1x4 rijstroken naar gescheiden rijbanen, naar ongelijkvloerse aansluitingen en uiteindelijk de eliminatie van linksaffers, waardoor de parkways gedurende de jaren '30 meer volwassener werden in ontwerp, en uiteindelijk evolueerden in de eerste moderne autosnelwegen in de tweede helft van de jaren '30. Wat exact de eerste moderne snelweg is, is lastig te zeggen, vaak wordt de Merritt Parkway genoemd.

In de jaren '30 werden enkele grote bruggen en tunnels aangelegd, evenals een omvangrijk netwerk van parkways op met name Long Island en de Hudson Valley. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stagneerde de bouw van snelwegen, met name in de periode 1941-1945. Maar enkele snelwegen openden in de jaren '40. Begin jaren '50 nam het vrachtverkeer dermate toe dat de parkways met hun geringe doorrijhoogte en beoogd gebruik hier niet geschikt voor waren, waardoor een nieuwe golf van expressways werd aangelegd, die vanaf 1956 deels Interstate Highways waren. De hoogtijdagen van de New Yorkse snelwegenbouw was in de jaren '50 en '60. De aanleg nam in de jaren '70 sterk af tot bijna stilstand. Alleen in New Jersey werd vanaf die tijd nog op enige schaal nieuwe autosnelwegen aangelegd, vaak als Interstate Highways.

Hoofdwegennet

De agglomeratie New York City in de staten New York en New Jersey.

New York kent één van de eerste snelwegennetten van de wereld, ruim voor het Interstate Highway systeem. De eerste snelle wegen werden in de vorm van Parkways aangelegd, al rond 1910. Vanaf de jaren 20 en 30 werd dit Parkwaysysteem flink uitgebreid. De Parkways waren bedoeld voor New Yorkers om recreatief te rijden. Door de snelle groei van de voorsteden werden deze Parkways drukke forenzenroutes. Veel Parkways en Expressways in en rondom New York zijn ernstig verouderd. Op vrijwel alle Parkways is vrachtverkeer niet toegestaan door de te lage bruggen. De Parkways telden meestal 2x2 of 2x3 rijstroken, en zijn sindsdien nooit meer uitgebreid of verbeterd. Een groot contrast vormt New Jersey, dat zijn snelwegen wel heeft aangepast op de bevolkingsgroei. In New York, Long Island en de New Yorkse voorsteden is vrijwel geen snelweg breder dan 2x3 rijstroken, maar in New Jersey zijn 2x5 tot 20 rijstroken gebruikelijker, met name op de tolwegen.

In totaal telt de agglomeratie New York 58 verschillende snelwegen, waarvan veel Parkways. In New York en Long Island zijn deze niet breder dan 2x3 rijstroken. New Jersey kent een minder dicht netwerk aan Parkways. Deze zijn echter nieuwer dan in New York en Long Island.

Uitstralende snelwegen

Alhoewel de regio ontzettend veel verschillende snelwegen telt, zijn er wel een aantal snelwegen uit te halen die een duidelijk doorgaand karakter hebben. De belangrijkste hiervan is de Interstate 95, die vanuit de regio Washington/Philadelphia richting Providence/Boston loopt. Naar het noorden gaat de Interstate 87, die naar de hoofdstad van de staat, Albany, loopt en de Canadese stad Montréal. Richting het westen lopen twee doorgaande snelwegen, de Interstate 80 die door het noorden van de staat Pennsylvania richting Cleveland/Chicago loopt, en de parallelle Interstate 78, die iets zuidelijker de stad Allentown en Harrisburg in midden Pennsylvania met New York verbindt. Als tangentiële verbinding loopt de Garden State Parkway langs de westkant van de agglomeratie van zuid naar noord, maar vervult wat minder een doorgaande functie, maar verbindt de verstedelijkte kust van de staat New Jersey met de westelijke voorsteden van New York. Alhoewel Long Island excentrisch ligt vanaf de rest van de regio en feitelijk tot de agglomeratie New York behoort, kan er toch een duidelijke hoofdas worden onderscheiden, dit is de Interstate 495.

Overzicht Expressways

New York City

weg wegnaam lengte[1] eerste opening laatste opening max AADT 2008
Major Deegan Expressway 13 km 1939 1956 134.000
Trans-Manhattan Expressway 1 km 1962 1962 289.000
Cross-Bronx Expressway 11 km 1955 1963 184.000
Staten Island Expressway 12 km 1964 1964 190.000
Gowanus Expressway 9 km 1941 1964 190.000
Brooklyn-Queens Expressway 17 km 1950 1964 168.000
Bruckner Expressway 7 km 1962 1972 166.000
Clearview Expressway 15 km 1960 1963 111.000
Brooklyn-Battery Tunnel 3 km 1950 1950 52.000
Long Island Expressway 114 km 1940 1960 184.000
Van Wyck Expressway 23 km 1939 1963 155.000
Throgs Neck Expressway 2 km 1961 1961
Sheridan Expressway 2 km 1962 1962
Prospect Expressway 3 km 1960 1962 106.000
Nassau Expressway 9 km 1971 1990 51.000

Long Island

weg wegnaam lengte[2] eerste opening laatste opening max AADT 2008
Long Island Expressway 114 km 1958 1972 223.000
Sunrise Highway 140 km 145.000
Seaford-Oyster Bay Expressway 17 km 1962 1969 104.000
Babylon-Northport Expressway 3 km 1970 1970 29.000

Hudson Valley

weg wegnaam lengte eerste opening laatste opening max AADT 2008
New York State Thruway 58 km 1954 1956 138.000
New England Thruway 24 km 1958 1958 140.000
Interstate 287 50 km 1955 1960 147.000
Interstate 684 46 km 1968 1974 85.000

New Jersey

weg wegnaam lengte eerste opening laatste opening max AADT 2008
Interstate 78 109 km 1927 1977 147.000
Interstate 80 110 km 1961 1971 145.000
New Jersey Turnpike 125 km 1951 1952 297.000
Interstate 280 28 km 1949 1980 118.000
Interstate 287 109 km 1960 1993 176.000
Garden State Parkway 277 km 1950 1957 240.000
State Route 3 17 km 1949 1949 151.000
State Route 4 17 km 1930 1933 135.000
State Route 19 5 km 1969 1971 43.000
State Route 21 23 km 1958 2000 60.000
State Route 81 2 km 1979 1982 33.000
State Route 208 16 km 1969 1980 85.000
State Route 495 6 km 1937 1957 121.000

Overzicht parkways

New York City

weg wegnaam lengte[3] eerste opening laatste opening max AADT 2008
Belt Parkway 41 km 1940 1941 188.000
Bronx River Parkway 31 km 1922 1951 136.000
Franklin D. Roosevelt Drive 15 km 1934 1966 180.000
Grand Central Parkway 24 km 1933 1936 263.000
Harlem River Drive 7 km 1947 1964 98.000
Henry Hudson Parkway 18 km 1936 1937 138.000
Hutchinson River Parkway 30 km 1928 1941 116.000
Jackie Robinson Parkway 8 km 1935 1935 94.000
Korean War Veterans Parkway 7 km 1972 1972 81.000
Mosholu Parkway 5 km 1937 1937 49.000

Long Island

weg wegnaam lengte eerste opening laatste opening max AADT 2008
Heckscher State Parkway 13 km 1961 1962 136.000
Loop Parkway 4 km 27.000
Meadowbrook State Parkway 20 km 1934 1956 144.000
Northern State Parkway 46 km 1933 1965 190.000
Robert Moses Causeway 13 km 1953 1964 43.000
Sagtikos State Parkway 8 km 1952 1952 85.000
Southern State Parkway 41 km 1927 1949 223.000
Sunken Meadow State Parkway 10 km 1957 1957 66.000
Wantagh State Parkway 21 km 1929 1938 73.000

Hudson Valley

weg wegnaam lengte eerste opening laatste opening max AADT 2008
Briarcliff-Peekskill Parkway 29 km 1933 1933 56.000
Cross County Parkway 7 km 1932 1932 147.000
Merritt Parkway 60 km 1938 1940 70.000
Palisades Interstate Parkway 62 km 1947 1957 83.000
Saw Mill River Parkway 48 km 1926 1954 89.000
Sprain Brook Parkway 20 km 1961 1980 105.000
Taconic State Parkway 168 km 1932 1963 113.000

Lokale wegennet

Manhattan

Manhattan vanaf Rockefeller Center.

zie Manhattan voor het hoofdonderwerp.

Brooklyn

zie Brooklyn voor het hoofdonderwerp.

Queens

zie Queens voor het hoofdonderwerp.

The Bronx

De Alexander Hamilton Bridge in the Bronx.

zie The Bronx voor het hoofdonderwerp.

Staten Island

zie Staten Island voor het hoofdonderwerp.

Long Island

zie Long Island voor het hoofdonderwerp.

Westchester County

zie Westchester County voor het hoofdonderwerp.

Rockland County

Rockland County is een verstedelijkte County op de westoever van de Hudson die in de staat New York ligt. Het is het enige verstedelijkte gebied op de westoever binnen de staat, het grootste gedeelte ligt in New Jersey. Rockland County is een overloop gebied van het dichtbevolkte noorden van New Jersey en in mindere mate Westchester County. De regio bestaat grotendeels uit ruime percelen met grote huizen en een lage bebouwingsdichtheid. Een echt centrum is niet aan te wijzen, maar New City is één van de belangrijkere centra. Langs de I-87 zit wat werkgelegenheid, maar veel is het niet. De I-87 loopt oost-west door de County. De Palisades Interstate Parkway verloopt noord-zuid en de Garden State Parkway eindigt net 2 kilometer in Rockland County.

Fairfield County

Fairfield County omvat het uiterste zuidwesten van de staat Connecticut. Alhoewel een groot deel van de staat verstedelijkt is wordt doorgaans alleen Fairfield County tot de agglomeratie New York gerekend. De rest wordt als voorstedelijk van New Haven en Hartford beschouwd. De grootste centra in Fairfield County zijn Greenwich, Stamford, Fairfield en Bridgeport, alhoewel die laatste ook een centrum op zichzelf is. De kust van Fairfield County wordt ook wel de Gold Coast genoemd vanwege de zeer welvarende suburbs. Het verkeer verloopt hier door de twee parallel aan de kust lopende snelwegen, de I-95 en de Merritt Parkway. In het noorden van Fairfield County, bij het stadje Danbury verloopt nog de I-84, maar die wordt doorgaans niet tot de agglomeratie New York gerekend. Bij Bridgeport en Norwalk zijn nog enkele korte snelwegen, maar die vervullen binnen de metropool New York geen belangrijke functie.

Bergen County

Bergen County omvat het uiterste noordoosten van de staat New Jersey. Hier liggen verschillende oudere voorsteden, zoals Paramus en Hackensack, maar ook wat verdere voorsteden met veel welvarende buurten aan de rand van Bergen County. Door de County lopen verschillende snelwegen, waarvan de I-80 en de Garden State Parkway de belangrijkste zijn. Daarnaast zijn er forenzensnelwegen zoals de SR-4 en de SR-208. In het zuiden van de County komt de I-95 via de George Washington Bridge Manhattan binnen. Dit is het belangrijkste knoop- en knelpunt van voorstedelijk New Jersey.

Passaic County

Passaic County ligt ten zuiden en westen van Bergen County in New Jersey en is half verstedelijkt, en half platteland. Er liggen een paar grote centra zoals Paterson, Passaic en Clifton, en verder duurdere en kleinere suburbs naar het noordwesten. De I-80 en de Garden State Parkway lopen door de County, evenals de forenzensnelwegen SR-3 en de SR-21. Door het midden van de County loopt de beltway I-287.

Hudson County

Hudson County omvat diverse voorsteden direct aan de rivier de Hudson tegenover Manhattan. Dit zijn de oudere voorsteden en zijn vaak dichtbebouwd. De stad Hoboken is één van de dichtbevolkte steden van de Verenigde Staten. Belangrijke centra zijn Bayonne, Jersey City en Union City. Door de County lopen kriskras enkele snelwegen, waaronder de I-78, I-95 en twee tunnels naar Manhattan, de Lincoln Tunnel en de Holland Tunnel. De Bayonne Bridge loopt naar Staten Island.

Essex County

Essex County is een iets inland gelegen voorstedelijke County. De belangrijkste stad is hier zonder twijfel Newark, één van de grootste voorsteden van New York City. Op de grens met Union County ligt Newark Airport, het tweede belangrijkste vliegveld van de agglomeratie na JFK Airport. In het oosten van Essex County liggen de oudere, dichtbevolkte voorsteden, in het westen meer de nieuwere voorsteden met een lage bebouwingsdichtheid. Diverse grote snelwegen lopen erdoor, waaronder de I-78 en I-95 in het oosten en I-80 in het noorden. Tevens loopt de Garden State Parkway noord-zuid door de County. De SR-24 is een belangrijke forenzensnelweg richting Newark. De I-280 is een belangrijke oost-westroute vanuit de westelijke voorsteden naar Newark en het zuiden van Manhattan.

Union County

Union County ligt ten zuiden van Essex County en omvat onder andere het belangrijke centrum Elizabeth. Het ligt ten noordwesten van Staten Island en kent vrij veel kleinere voorsteden die nog vrij dichtbebouwd zijn. De belangrijkste snelwegen zijn de I-78, I-95 en de Garden State Parkway. De I-278 begint hier en loopt via de Goethals Bridge naar Staten Island.

Morris County

Morris County ligt verder naar het westen en omvat voornamelijk dure suburbs op 30 tot 70 kilometer van Manhattan. Er liggen geen belangrijke centra in Morris County, maar er lopen wel belangrijke snelwegen door, zoals de oost-west I-80 en de ringweg I-287 die ten westen van New York langs loopt. De SR-24 loopt richting Newark en de I-280 doet dat ook.

Somerset County

Somerset County is de overgang van de agglomeratie New York naar de agglomeratie Philadelphia. Het ligt zo'n 50 kilometer ten zuidwesten van Manhattan en 80 kilometer ten noordoosten van Philadelphia. Hier liggen vooral voorsteden, alhoewel Somerset County ook landelijk van aard is. Er lopen twee snelwegen doorheen, de oost-west I-78 en de I-287 die hier vanaf het oosten naar het noorden draait.

Middlesex County

Een belangrijk voorstedelijk gebied ligt in Middlesex County, de overgang van de oude voorsteden in New Jersey naar de verstedelijkte kust van de staat ten zuiden van New York. Hier liggen centra als Edison, Perth Amboy en New Brunswick. Het ligt ongeveer even ver van Manhattan als van Philadelphia. De I-95 en de Garden State Parkway zijn de belangrijkste snelwegen, evenals de ringweg I-287. De Outerbridge Crossing loopt naar het zuiden van Staten Island. Rondom de stad Fords verknopen al deze snelwegen zich met elkaar met één van de grootste knooppuntcomplexen in de wijde regio.

Monmouth County

Monmouth County is een verstedelijkt gebied met dure suburbs langs de oostkust van New Jersey. Monmouth ligt het dichtste bij New York, en feitelijk maar net ten zuiden van Staten Island. Over de weg is het echter een behoorlijk eind naar Manhattan. Belangrijke centra zijn Long Branch en Neptune City, maar de meeste suburbs zijn vrij klein. De Garden State Parkway is de belangrijkste en enige ontsluitingsroute naar New York. De I-195 vormt een oost-westroute en loopt naar de hoofdstad van New Jersey, Trenton. De SR-18 en de SR-33 zijn lokale snelwegen.

Ocean County

Ocean County begint net ten noorden van Atlantic City en loopt tot Monmouth County. Het ligt behoorlijk ver van Manhattan, zo'n 60 tot 110 kilometer. De belangrijkste plaats is Toms River. De Garden State Parkway en de I-195 ontsluiten het gebied. Vooral het noorden van Ocean County en de kuststrip zijn verstedelijkt, het binnenland bestaat uit ondoordringbare bossen.

Tolwegen

Een automobilist in de agglomeratie New York ontkomt niet aan (forse) tolbedragen. Vrijwel alle bruggen en tunnels kennen tol, en het is onmogelijk om van Long Island af te komen zonder tol te betalen. Veel bruggen zijn ernstig verouderd, en de tunnels zo mogelijk nog meer.

Tolbruggen en tunnels, toltarieven en wisselkoers augustus 2013:

Naam Verbindt Tolkosten (auto)
Henry Hudson Bridge (Henry Hudson Parkway) Manhattan - The Bronx $ 5 / € 3,75
George Washington Bridge (Interstate 95) Manhattan - Fort Lee $ 13 / € 9,80
Lincoln Tunnel (SR-495) Manhattan - Union City $ 13 / € 9,80
Holland Tunnel (Interstate 78) Manhattan - Jersey City $ 13 / € 9,80
Bayonne Bridge (SR-440) Staten Island - Bayonne $ 13 / € 9,80
Goethals Bridge (Interstate 278) Staten Island - Elizabeth $ 13 / € 9,80
Outerbridge Crossing (SR-440) Staten Island - Perth Amboy $ 13 / € 9,80
Verrazano Narrows Bridge (Interstate 278) Staten Island - Brooklyn $ 15 / € 11,30
Brooklyn-Battery Tunnel (Interstate 478) Manhattan - Brooklyn $ 7.50 / € 5,65
Queens-Midtown Tunnel (Interstate 495) Manhattan - Queens $ 7.50 / € 5,65
Robert F. Kennedy Bridge (Interstate 278) Manhattan - The Bronx - Queens $ 7.50 / € 5,65
Bronx-Whitestone Bridge (Interstate 678) Queens - The Bronx $ 7.50 / € 5,65
Throgs Neck Bridge (Interstate 295) Queens - The Bronx $ 7.50 / € 5,65
Tappan Zee Bridge (Interstate 87) Tarrytown - Nyack $ 5 / € 3,75

De tol wordt doorgaans in één richting geheven. Een typische werkdag kost een forens dus tussen de 7.50 en 13 dollar aan tolkosten. Dit is 3.000 dollar per jaar.

Verder zijn er nog twee tolwegen:

Overige oeververbindingen

De Brooklyn Bridge.
De Verrazano-Narrows Bridge.
De George Washington Bridge.
Naam Van Naar
Broadway Bridge Manhattan Bronx
207th Street Bridge Manhattan Bronx
Washington Bridge Manhattan Bronx
Alexander Hamilton Bridge (I-95) Manhattan Bronx
Macombs Dam Bridge Manhattan Bronx
145th Street Bridge Manhattan Bronx
Madison Avenue Bridge Manhattan Bronx
3rd Avenue Bridge Manhattan Bronx
Willis Avenue Bridge Manhattan Bronx
Queensboro Bridge Manhattan Queens
Williamsburg Bridge Manhattan Brooklyn
Manhattan Bridge Manhattan Brooklyn
Brooklyn Bridge Manhattan Brooklyn
Kosciuszko Bridge (I-278) Brooklyn Queens
J.J. Bryne Memorial Bridge Brooklyn Queens
Pulaski Bridge Brooklyn Queens
Newark Bay Bridge (I-78) Newark Jersey City

Openbaar vervoer

Het openbaar vervoernetwerk is veruit het grootste en meestgebruikte van de Verenigde Staten, de bevolkingsdichtheid is hoog genoeg om een dicht metronetwerk te bouwen in met name Manhattan, en delen van Brooklyn en Queens. In lengte heeft New York het grootste metronetwerk ter wereld, het netwerk is qua drukte het op drie na drukste ter wereld. 4,8 miljoen mensen maken dagelijks gebruik van het metronetwerk. Er zijn 26 metrolijnen. Ongeveer 39% van alle transport per openbaar vervoer in de Verenigde Staten speelt zich af in New York City.

In de stad New York City maakt 53,7% van de inwoners gebruik van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer. In de suburbs is dit 12,5%, hoger dan alle andere Amerikaanse "core cities". Van het gehele stedelijke gebied maakt 31% van de inwoners gebruik van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer. Ondanks de hoge bevolkingsdichtheid en het hoge OV-gebruik ligt de reistijd voor woon-werkverkeer in New York City het hoogste in de Verenigde Staten, met gemiddeld 48,5 minuten per OV en 31,7 minuten per auto enkele reis.[4][5]

Daarnaast is er PATH, de Port Authority Trans-Hudson, die Manhattan met de diverse steden in New Jersey verbindt, met name de eerste steden aan de overkant van de rivier de Hudson. 240.000 reizigers maken dagelijks gebruik van deze metro. PATH opereert onafhankelijk van het metrosysteem van New York zelf.

Het metronetwerk wordt voor de middellange en langere afstanden aangevuld door een forenzenrailverbinding, bestaande uit 20 lijnen en 250 stations. Dit bestaat uit de LIRR (Long Island RailRoad), Metro-North Railroad en New Jersey transit. Deze lijnen komen samen op de drukste stations van de Verenigde Staten, Penn Station en Grand Central Terminal, beide in Manhattan. Het LIRR vervoert zo'n 280.000 reizigers per dag, wat niet erg veel is gezien de bevolking van Long Island (7,5 miljoen). Een intercity spoornet van AMTRAK-treinen verbindt de grotere steden in de regio, zoals Boston, Albany en Philadelphia. Tot afstanden van 800 kilometer is die sneller dan het vliegtuig.

Zo'n 230 busroutes vullen het grote rail-OV netwerk aan, met een vloot van 5.800 bussen. Een veerdienst verbindt Staten Island met Manhattan, een reistijd van 25 minuten, sneller dan via de files op de I-278. Op het totaal heeft de veerdienst maar een marginaal aandeel.

De MTA, de Metropolitan Transport Authority heeft voor 2009 een uitgave van 11,4 miljard dollar staan, tegenover inkomsten van 10,1 miljard. 42% van de inkomsten worden gedekt door ticketprijzen, 13% uit tol, 31% uit belastingen en 9% uit lokale subsidies. Er is een budgettekort van 1,3 miljard dollar. Slechts 37% van de uitgaven wordt gedekt door kaartverkoop.[6]

New York congestion pricing

zie New York City congestion pricing voor het hoofdartikel.

Congestie

Ondanks dat New York een gigantisch OV-systeem kent, voornamelijk bestaand uit metrolijnen, is de congestie op de snelwegen enorm. Dit heeft een aantal oorzaken. Het metronetwerk is zeer dicht in Manhattan, en het westen van Queens en Brooklyn, maar reikt tot geen van de voorsteden. In de voorsteden ligt wel commuter rail, zoals de Long Island RailRoad, Metro-North Railroad en PATH (Port Authority Trans-Hudson), maar deze zijn niet uitgebreid genoeg, of snel genoeg om de vervoersvraag in de agglomeratie aan te kunnen.

Binnen de stad New York zelf is het OV de dominante manier van reizen, maar dit neemt snel af buiten de stad zelf. De grote afstanden en lange reistijden spelen hier een rol. Een andere oorzaak van de vele files is de ernstig verouderde staat waarin het snelwegennet verkeert, met name in de staat New York. Vele Parkways zijn nog volgens de ontwerpeisen die in de jaren 20 golden, met korte of geen invoegstroken, scherpe bochten en smalle rijstroken. Bovendien zijn de snelwegen vrijwel nergens breder dan 2x3 rijstroken, wat hoe dichter men bij de stad zelf komt, meer congestie veroorzaakt. De reistijd voor het woon-werkverkeer is voor een New Yorker de langste van de Verenigde Staten, zelfs langer dan andere steden met ernstige congestie, zoals Los Angeles.

De woon-werk reistijd voor inwoners van de stad New York is gemiddeld 39,1 minuten, in Manhattan (60 km²) is dat 30,1 minuten, langer dan Los Angeles County (12.310 km²).[7] Binnen de agglomeratie New York is de auto de dominante modaliteit voor woon-werkverkeer, ongeveer 65% van de reizen naar het werk gaat met de auto en 25% per openbaar vervoer. Ongeveer 22% van alle stedelijke werkgelegenheid is in Manhattan.[8]

Verder verschilt de congestie ook per staat. De meeste congestie komt voor in de staat New York. In New Jersey heeft men een andere aanpak van het fileprobleem voorzien dan in New York. In plaats van zich alleen te richten op het OV heeft New Jersey ook aanzienlijk geïnvesteerd in de snelwegen. Dit resulteert in een groot aantal vrij brede snelwegen. Dit heeft er wel toe geleid dat in New Jersey aanzienlijk minder files staan dan in New York. De grootste vertraging kent men op de toegangswegen naar de bruggen en tunnels naar Manhattan.

Een derde probleem is de geografie van de agglomeratie, de vele wateroppervlakten zorgen ervoor dat het verkeer gebundeld wordt op de bruggen en tunnels, die ook zeer verouderd zijn, en ook nog eens allemaal tol kennen. Om vanaf Long Island af te gaan moet men via de stad New York reizen.

Vrijwel alle wegen zitten aan hun maximale capaciteit, of daar overheen. De meest ernstige congestie doet zich voor op de BQE (I-278), I-95, FDR Drive, en I-495, waar files doorgaans er de hele dag staan. Een half uur tot een uur vertraging voor de tolpoorten is een dagelijkse issue voor veel forenzen. Mogelijkheden tot uitbreiding van het snelwegennet ontbreekt hem voornamelijk in de stad New York zelf, omdat die stad zo dichtbebouwd is, kan een verbreding alleen door massale sloop van gebouwen. Bovendien zijn veel snelwegen verhoogd (elevated), waardoor fysieke verbreding ondoenlijk is. Buiten dat hebben de afslagen in Manhattan te weinig capaciteit. Binnen Manhattan zelf valt het met de files nog wel mee, dit komt voornamelijk door het efficiënte gridpatroon in het wegennet waardoor de wachtrijen niet zo snel uitgroeien tot eindeloze files. 75% van de huishoudens in Manhattan heeft geen auto. Dit betekent echter dat er nog steeds 250.000 voertuigen een thuis hebben in Manhattan.

Long Island Sound verbinding

zie Long Island Sound verbinding voor het hoofdartikel.

Verkeersveiligheid

In 2018 vielen 200 verkeersdoden in New York City, het laagste aantal in 100 jaar.[9] Dit komt neer op een ratio van 23 per 1 miljoen inwoners, vergelijkbaar met de veiligste landen ter wereld, alhoewel cijfers van steden niet 1-op-1 te vergelijken zijn met die van hele landen.

Het grootste aandeel verkeersdoden zijn voetgangers, die in 2018 57% van alle verkeersdoden uitmaakten. Inzittenden van motorvoertuigen maken 18,5% van de verkeersdoden in New York City uit.

Het hoogste aantal verkeersdoden in New York City werd in 1929 geregistreerd: met 1360 doden. Indertijd was het autoverkeer sterk in opkomst terwijl de wegen weinig verbeterd waren ten opzichte van de 19e eeuw, waardoor voetgangers en auto's vaak met elkaar in conflict kwamen. In 1990 vielen nog 701 doden in New York City.

Zie ook

Referenties

Autosnelwegen in de metropool New York City

Interstate 78Interstate 80Interstate 87Interstate 95 (NJ) (NJ) • Interstate 95 (NY) (NY) • Interstate 95 (CT) (CT) • Interstate 195Interstate 278Interstate 280Interstate 287 (NJ) (NJ) • Interstate 287 (NY) (NY) • Interstate 295Interstate 478Interstate 495Interstate 678Interstate 684Interstate 695Interstate 895


Belt ParkwayBronx River ParkwayFranklin D. Roosevelt DriveGrand Central ParkwayHenry Hudson ParkwayHutchinson River ParkwayJackie Robinson ParkwayKorean War Veterans ParkwayMosholu ParkwayNassau Expressway

Briarcliff-Peekskill ParkwayCross County ParkwayMerritt ParkwayPalisades Interstate ParkwaySaw Mill River ParkwaySprain Brook ParkwayTaconic State Parkway

Babylon-Northport ExpresswayHeckscher State ParkwayLoop ParkwayMeadowbrook State ParkwayNorthern State ParkwayRobert Moses CausewaySagtikos State ParkwaySeaford-Oyster Bay ParkwaySouthern State ParkwaySunken Meadow State ParkwaySunrise HighwayWantagh State Parkway


Bayonne BridgeBronx-Whitestone BridgeBrooklyn BridgeBrooklyn-Battery TunnelGeorge Washington BridgeGoethals BridgeHenry Hudson BridgeHolland TunnelLincoln TunnelManhattan BridgeOuterbridge CrossingRobert F. Kennedy BridgeQueensboro BridgeQueens-Midtown TunnelThrogs Neck BridgeVerrazano-Narrows BridgeWilliamsburg Bridge