Ofenpass
Ofenpass | |
---|---|
Hoogte | 2.149 m |
Weg | |
Hellingspercentage | 10% |
Verboden voor aanhangers? | nee |
Wintersluiting | geen |
Opengesteld | 1871 |
Kaart | kaart |
De Ofenpass (Reto-Romaans: Pass dal Fuorn) is een bergpas in Zwitserland, gelegen in het kanton Graubünden. De bergpas is 2.149 meter hoog en daarmee de 12e hoogste pas van Zwitserland. Over de pas loopt de Hauptstrasse 28, die Zernez met het afgelegen plaatsje Santa Maria Val Müstair verbindt.
Kenmerken

De Ofenpass is een oost-west georiënteerde bergpas die het Engadin met Val Müstair verbindt. De pasroute vormt de scheiding tussen de Sesvennagruppe in het noorden en de Ortler-Alpen in het zuiden. De pashoogte vormt de waterscheiding tussen de Donau en Adige, het gebied naar het westen watert af naar de Inn en vervolgens de Donau, het gebied naar het oosten watert af naar de Rambach, vervolgens de Etsch/Adige naar de Adriatische Zee.
De Ofenpass begint in Zernez in het Unterengadin, op circa 1.450 meter boven zeeniveau. De dichtstbijzijnde andere pas is de Flüelapass, die toegang naar Davos geeft. De weg voert in eerste instantie door zeer dichtbebost gebied, met weinig uitzicht omdat men nog onder de boomgrens zit. Hier zijn weinig haarspeldbochten, maar de weg klimt gestaag. Bij Punt la Drossa slaat een zijweg af naar Livigno, die via de Forcola di Livigno toegang geeft naar de Berninapass. Men is hier gestegen naar zo'n 1.700 meter. Daarna volgt een vrij recht stuk van enkele kilometers dat geleidelijk stijgt naar de pashoogte. De weg is vrij breed met twee gemarkeerde rijstroken.
Het uitzicht rondom is voornamelijk op de woeste vergruisde bergen rondom. Omdat de bergen de 3.000 meter hier niet overstijgen, is er weinig eeuwige sneeuw in de zomer. Aan de oostkant is de Ofenpass wat steiler, met een aantal haarspeldbochten zodat men naar 1.700 meter bij Tschierv daalt. Vervolgens loopt de weg door een relatief vlak dal en daalt de weg geleidelijk naar zo'n 1.400 meter bij Santa Maria Val Müstair. Vanaf hier kan men de Umbrailpass richting Bormio nemen, of het dal volgen richting Merano en Bolzano.
Geschiedenis
De pas werd al tijdens de Romeinse tijd gebruikt, maar het belang van de Ofenpass wordt bediscussiëerd. Vanaf midden 19e eeuw werd de pasweg daadwerkelijk aangelegd. De aanleg was in 1871 voltooid. In de 20e eeuw is de Ofenpass gemoderniseerd maar niet grootschalig verlegd, de route volgt nog steeds hetzelfde tracé als voor de Tweede Wereldoorlog. De Ofenpass is vrij breed en nergens echt steil. Het aantal scherpe bochten is vrij beperkt voor een bergpas van meer dan 2.000 meter hoogte.
In de winter
De pasweg heeft doorgaand belang, in combinatie met de Flüelapass of de Vereina-treintunnel in de winter is het de voornaamste oost-westverbinding vanaf Chur tot Bolzano. De bergpas wordt in de winter sneeuwvrij gehouden en is daardoor het hele jaar geopend.
Referenties