Omgevingswet

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
voorbehoud

Lees het algemeen voorbehoud voor informatie omtrent artikelen met juridische informatie.

De Omgevingswet is een wet die voorgaande wetgeving met betrekking op ruimtelijke ordening en milieu moest versimpelen en bundelen in één wet.[1] De wet is per 1 januari 2024 in werking getreden.[2][3]

Bundeling

De Omgevingswet bundelde veel al bestaande wetgeving in één wet.

  • Van 26 wetten naar 1 wet
  • Van 5000 wetsartikelen naar 350 wetsartikelen
  • Van 120 ministeriële regelingen naar 10
  • Van 120 Algemene maatregelen van bestuur naar 4

Met de 4 Algemene maatregelen van bestuur is geprobeerd tot grotere afstemming te komen tussen secundaire regelgeving. Ook zijn onderdelen van formele wetten per 1 januari 2024 in de AMVBs gebracht. De vier AMVBs zijn:

  • Het Omgevingsbesluit regelt in aanvulling op de Omgevingswet bevoegdheden en procedures.
  • Het Besluit kwaliteit leefomgeving bevat de inhoudelijke normen voor overheden onder de verschillende omgevingsprogramma’s.
  • Het Besluit activiteiten leefomgeving geeft de algemene regels wanneer burgers, bedrijven en overheden bepaalde activiteiten uitvoeren in de fysieke leefomgeving, anders dan bouwen.
  • Het Besluit bouwwerken leefomgeving geeft de algemene regels waaraan burgers en bedrijven zich moeten houden als ze bouw-activiteiten uitvoeren in de fysieke leefomgeving.

Wetgeving die opging in de Omgevingswet

Voor wat betreft ruimtelijke ordening en infrastructuur gingen de volgende wetten op in de Omgevingswet;

Daarnaast gingen diverse visies, waaronder het verkeer- en vervoersplan en de structuurvisie op in de omgevingsvisie. Het NSL kwam onder de programmatische aanpak Omgevingswet te vallen.

Projectbesluit

In de Omgevingswet neemt de minister van Infrastructuur en Waterstaat geen tracébesluit meer, maar een projectbesluit.

Het tracébesluit (Rijk) en het inpassingsplan (provincie) worden nu een projectbesluit genoemd. De project-mer (milieu-effectrapportage) is vereenvoudigd tot één procedure in plaats van een uitgebreide en beperkte procedure. Het verplichte advies van de Commissie-mer is omgezet in een facultatief advies. Er is geen alternatievenonderzoek meer nodig indien de plan-mer al voldoende alternatieven bevat. Ook is er een verlenging van de houdbaarheid van onderzoeksgegevens, dat de onderzoekslasten moet verminderen.

De procedure van het projectbesluit omvat de volgende stappen:

• Kennisgeving van het voornemen een projectbesluit te nemen

• Kennisgeving over de beoogde participatie

• Verkenning

• Het nemen van een voorkeursbeslissing met de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen (alleen in die gevallen waarbij dit in de kennisgeving van het voornemen was opgenomen of bij de gevallen die zijn aangewezen in het Omgevingsbesluit)

• Het maken van een ontwerp-projectbesluit, waarop zienswijzen kunnen worden ingediend

• Vaststellen van het projectbesluit door het bevoegd gezag

• Tegen het projectbesluit staat de mogelijkheid van beroep open

• Eventueel later verlenen vergunningen (bevorderlijk voor flexibiliteit en fasering van het project)

Tegen het projectbesluit kan één keer bezwaar worden gemaakt bij de Raad van State. Deze doet binnen 6 maanden uitspraak, zoals al gebruikelijk was in de Crisis- en herstelwet. Het projectbesluit wijkt betrekkelijk weinig af van de stappen van het oude tracébesluit.

Geschiedenis

In 1810 werd in Nederland de Mijnwet van kracht, de eerste wet op de leefomgeving. Sindsdien, met name na 1950, zijn er tal van wetten bijgekomen. Het omgevingsrecht raakte sterk verbrokkeld in tal van verschillende wetten en regels. In 2010 werd de Crisis- en herstelwet ingevoerd, die een impuls geeft aan de economie en projecten vanwege kortere procedures. De Crisis- en herstelwet gaat op in de Omgevingswet, de verkorte en vereenvoudigde procedures was een belangrijk uitgangspunt voor de invoering van de Omgevingswet. Op 1 juli 2015 heeft de Tweede Kamer met ruime meerderheid ingestemd met de Omgevingswet.[4] De definitieve invoering is vanwege de complexiteit, mede in relatie tot de digitale implementatie, echter meermaals uitgesteld.[5][6][7] Uiteindelijk is de wet op 1 januari 2024 ingevoerd.

Referenties