Provinciale weg

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De N-wegen van Nederland (dunne lijnen).
De N331 over de dijk tussen Vollenhove en Zwartsluis.
De N201 in de Gooi en Vechtstreek.
De N34 bij Gieten.
De N257 over de Krammersluizen.
De N307 bij Swifterbant.
Het turboplein N209/N471 nabij Rotterdam.
De N62 ten noorden van de Westerscheldetunnel in Zeeland.

Definitie

Weg in beheer bij een provincie.


Toelichting

In Nederland beheren alle twaalf provincies een netwerk van provinciale wegen, genummerd met een N-nummer. De prefix 'N' staat voor niet-autosnelweg, en is dus geen zuivere indicatie van provinciaal beheer. N-wegen kunnen ook in het beheer zijn van het rijk en N-wegen kunnen in het beheer zijn van meerdere provincies.

Systeem

De provinciale wegen in Nederland kunnen opgedeeld worden in twee klassen, de primaire provinciale wegen, genummerd tussen de N100 en N399, en de secundaire provinciale wegen, genummerd tussen de N400 en N999. De wegnummers van de primaire provinciale wegen zijn doorgaans bewegwijzerd, de wegnummers van secundaire provinciale wegen worden incidenteel bewegwijzerd, maar staan vaak wel op de hectometerpaaltjes.

Het wegnummer van provinciale wegen is tot bepaalde hoogte een indicatie van de status van de weg. Een provinciale weg die de status van autosnelweg heeft wordt genummerd met de prefix 'A' en drie cijfers. Daardoor is aan het wegnummer af te leiden of een autosnelweg in provinciaal beheer is of niet, aangezien rijkswegen die als autosnelwegen zijn uitgevoerd behoudens de A200 altijd een tweecijferig nummer hebben. Binnen de wegnummering wordt echter geen onderscheid gemaakt naar wegcategorie, een provinciale weg kan een erftoegangsweg (af en toe), gebiedsontsluitingsweg (vaak) of stroomweg (soms) zijn, waarbij de wegcategorie stroomweg weer opgedeeld worden in een autoweg en autosnelweg. Autowegen hebben geen afwijkend wegnummer, aan een wegnummer kan men dus niet aflezen of het een autoweg of reguliere weg betreft.

De provincies beheren een netwerk van wegen dat tot het secundaire wegennet gerekend wordt. Zij verbinden dorpen en steden onderling en met de rijkswegen. Belangrijke N-wegen zijn in sommige gevallen nog een rijksweg, doorgaans met een één of tweecijferig nummer (bijvoorbeeld de N9 of N33). Deze wegnummering gaat echter niet altijd meer op, enkele tweecijferige N-wegen zijn inmiddels in het beheer van provincies, zoals de N34 in Drenthe of de N69 in Noord-Brabant. Bijna alle grotere dorpen in Nederland worden door een provinciale weg ontsloten, alhoewel dit in veel gevallen een wegnummer boven de 400 betreft, deze worden slechts incidenteel bewegwijzerd. Voor de weggebruiker is daarom niet altijd op te maken of een weg in provinciaal of gemeentelijk beheer is. In wezen is dit ook weinig relevant.

Provinciaal wegbeheer

Het aanleggen, onderhouden en beheren van wegen is één van de belangrijkste taken van een provincie. De provincies krijgen een deel van de inkomsten van de motorrijtuigenbelasting die ook wel 'provinciale opcenten' heten. Het is één van de belangrijkste inkomstenbronnen van provincies. De opcenten zijn echter geen doelbelasting, ze hoeven niet uitgegeven worden aan het wegennet.

De uitgaven aan de provinciale wegen variëren per provincie. In sommige provincies zijn weinig verkeersproblemen en zijn de uitgaven veelal beperkt tot onderhoud, vervanging en kleine aanpassingen. Sommige provincies voeren grote wegenprojecten uit, voorbeelden zijn de N201 (Waterwolftunnel) in Noord-Holland, de N261 tussen Waalwijk en Tilburg in Noord-Brabant of de N23, een provinciaal project om de verbinding tussen Alkmaar en Zwolle te verbeteren, een werknaam voor projecten in drie provincies.

De meeste provincies geven tussen € 10 en € 50 miljoen per jaar uit aan investeringen in het wegennet, dit betreffen reconstructies, verbredingen en nieuwbouw. De nieuwbouw is in Nederland doorgaans beperkt tot rondwegen bij dorpen. Sinds de Wet Herverdeling Wegenbeheer van 1992 heeft geen enkele provincie in Nederland een autosnelweg aangelegd. Vrijwel alle provincies geven meer geld uit aan de exploitatie van openbaar vervoer dan het beheer, onderhoud en uitbreiding van het wegennet.

Geschiedenis

De provinciale wegen hebben hun oorsprong in het secundair wegenplan waarvan het eerste in 1927 verscheen. Het secundaire wegenplan was bedoeld ter aanvullen van het rijkswegenplan. Voor de secundaire wegen werd een administratieve wegnummering gehanteerd. In 1937 werd dit uitgebreid met het tertiair wegenplan en in 1968 met de quartaire wegen. Het provinciaal wegenplan omvatte uitsluitend de secundaire en tertiaire wegen. In de jaren '50 en '60 werden grote plannen bedacht voor hoogwaardige wegen. Veel autowegen zijn in die tijd aangelegd. In een enkel geval zijn ook autosnelwegen aangelegd als onderdeel van het provinciaal wegenplan, een bekend voorbeeld was de S1 in Gelderland, die later als A30 genummerd zou worden.

De wegnummering van provinciale wegen heeft zijn oorsprong in het nationaal routenummerplan van 1982. De huidige wegnummering van 100 t/m 399 heeft zijn oorsprong in dit nummerplan. In 1992 werd de Wet Herverdeling Wegenbeheer aangenomen, zodat per 1 januari 1993 een groot aantal wegen een nieuw wegbeheerder kreeg. In veel gevallen zijn rijkswegen overgedragen aan de provincies. In 1994 is hiertoe de wegnummering aangepast, dat in basis berust op het routenummerplan van 1982, maar aangevuld werd. Tevens werd toen de wegnummering uitgebreid met de secundaire provinciale wegen met een nummer van 400 t/m 999.

Nadien zijn kleinere aanpassingen doorgevoerd. Het meest in het oog springend was de overdracht van enkele rijkswegen naar de provincies die daarbij hun rijkswegnummer behielden, zoals de N34 en N46 in 2007 en de N62 en N69 in 2009.

Nummering N-wegen

De belangrijke A- en N-wegen hebben nummers tussen 175 en 400, en horen altijd op de bewegwijzering vermeld te worden. De minder belangrijke N-wegen hebben nummers in de reeks 401 - 999, en deze staan bijna nooit op de bewegwijzering. De regel is dat bij verbeteringen van N-wegen met nummers in de reeks 401 - 999 dit nummer wel op de bewegwijzering wordt vermeld. Overigens zijn er enkele provinciale wegbeheerders die wel alle N-nummers op de bewegwijzering implementeren, zoals de provincie Drenthe en de provincie Limburg.

Belangrijke N-wegen:

Minder belangrijke N-wegen:

  • 401 t/m 430 Utrecht
  • 431 t/m 500 Zuid-Holland
  • 501 t/m 550 Noord-Holland
  • 551 t/m 600 Limburg
  • 601 t/m 650 Noord-Brabant
  • 651 t/m 700 Zeeland
  • 701 t/m 730 Flevoland
  • 731 t/m 780 Overijssel
  • 781 t/m 850 Gelderland
  • 851 t/m 900 Drenthe
  • 901 t/m 950 Friesland
  • 951 t/m 999 Groningen

Budget

De provinciale wegen worden door de provincies gefinancierd. Hierbij een overzicht van de begrotingen per provincie voor het jaar 2017. Bedragen in miljoenen.

provincie beheer & onderhoud investeringen
Drenthe € 9,1 € 11,3
Flevoland € 20,1 € 3,0
Friesland € 26,6
Gelderland
Groningen € 16,4 € 9,3
Limburg € 15,0 € 91,8[1]
Noord-Brabant >>> € 180,0[2]
Noord-Holland >>> € 65,2[3]
Overijssel € 29,5 € 6,8
Utrecht € 11,5 € 66,7[4]
Zeeland € 9,8[5] € 22,3[6]
Zuid-Holland

Zie ook

In andere talen

Referenties

  1. provincie Limburg: 2016
  2. Noord-Brabant: complete provinciaal verkeer & vervoersplan
  3. Noord-Holland: beheer & investeringen
  4. Utrecht: uitvoeringsprogramma verkeer&vervoer + GWW / bereikbaarheidsoffensief Utrecht
  5. Zeeland: beheer inclusief vaarwegen
  6. Zeeland: begroting 2016
Autowegen in Nederland

Autosnelwegen van Nederland