Puerto de Pajares
| |
|---|---|
| Puerto de Pajares | |
| |
| Hoogte | 1.378 m |
| Weg | N-630 |
| Hellingspercentage | 17% |
| Verboden voor aanhangers? | nee |
| Wintersluiting | geen |
| Opengesteld | ? |
| Kaart | kaart |
De Puerto de Pajares (Asturisch: Puertu de Payares) is een bergpas in Spanje, gelegen op de grens van Castilla y León en Asturias. Het is één van de belangrijkste pasovergangen in het Cantabrisch Gebergte.
Kenmerken
De Puerto de Pajares is een noord-zuid georiënteerde bergpas van 1.378 meter hoogte. De bergpas is gelegen in het Cantabrisch Gebergte, met toppen tot 2.000 meter hoogte in de directe omgeving. Over de bergpas verloopt de N-630, die aan beide kanten een heel ander gezicht heeft. Vanaf het zuiden in de provincie León stijgt de N-630 geleidelijk, dit is een brede, rechte weg door een vallei met rotspartijen en uitzicht op de bergen rondom. La Robla ligt al op 950 meter hoogte, de weg stijgt dan over een afstand van 30 kilometer zeer geleidelijk tot de pashoogte.
Op de pashoogte is een steunpunt van de wegbeheerder en een hotel. Men heeft met name richting Asturias uitzicht over de bergen. De pashoogte is een sterke klimaatgrens, naar het zuiden is het landschap kaal, droog en vaak zonnig. Naar het noorden groeien veel meer bomen en is het groen en vaak nat of mistig.
De N-630 is aan de noordzijde van de bergpas zeer steil met lange hellingen van 13 tot 17%. Dit is één van de steilste carrateras nacionales in Spanje. De weg is zeer bochtig en heeft slechts sporadisch inhaalstroken. De weg daalt aan de noordzijde vrij snel meer dan 1.000 meter af naar het op 375 meter hoogte gelegen Campomanes, waar de N-630 aansluit op de AP-66.
De AP-66 vormt de bypass van de Puerto de Pajares en kruist het Cantabrisch Gebergte 6 kilometer westelijker via de Túnel del Negrón. De AP-66 ligt op ongeveer 1.200 meter hoogte en is dus niet veel lager dan de Puerto de Pajares. Onder de pashoogte ligt ook een spoortunnel, de 3071 meter lange Túnel de la Perruca. Iets westelijker ligt de veel langere spoortunnel van Pajares, de 24,6 kilometer lange Túnel de Pajares.
Geschiedenis
De Puerto de Pajares is historisch één van de belangrijkste en meest bekende pasroutes van Spanje. Het verbond de mijnbouwstreken aan weerszijden van het Cantabrisch Gebergte en was één van de belangrijkste pasroutes van de Meseta naar de noordkust. De N-630 had daardoor al vroeg betekenis als belangrijke transitroute door het gebergte. Het was de voornaamste verbinding tussen Asturias en de rest van Spanje.
Tussen 1880 en 1884 is de Rampa de Pajares aangelegd, het deel van de spoorlijn van Gijón naar León die door het Cantabrisch Gebergte voert. Dit wordt gezien als één van de hoogtepunten van de Spaanse ingenieurskunsten van de 19e eeuw. Ter hoogte van de Puerto de Pajares is de spoorlijn ondertunneld met de 3071 meter lange Túnel de la Perruca. Om het enorme hoogteverschil aan de kant van Asturias te overwinnen kent de spoorlijn veel lange bochten en tunnels.
Begin 20e eeuw is de N-630 uitgebouwd als berijdbare route over de Puerto de Pajares. Deze weg kreeg grote betekenis vanwege de ontsluiting van het industriële en indertijd welvarende Asturias. Dit is ook de reden dat dit traject al vroeg is vervangen door een autopista, tussen 1976 en 1983 is de AP-66 iets westelijker aangelegd door de Túnel del Negrón. Sindsdien heeft de N-630 minder betekenis voor doorgaand verkeer, mede doordat de noordzijde van de Puerto de Pajares zo steil is dat deze voor vrachtverkeer problematisch is, zeker in de winterperiode. Desondanks is er nog wel enig vrachtverkeer dat van de Puerto de Pajares gebruik maakt.
