Queensland
![]() | |
---|---|
Hoofdstad | Brisbane |
Grootste stad | Brisbane |
Oppervlakte | 1.852.642 km² |
Inwonertal | 5.265.000 |
Lengte snelwegennet | 464 km[1] |
Eerste snelweg | 1972[2] |
Afkorting | QLD |
Queensland is een staat in Australië, gelegen in het noordoosten van het continent. De staat is de één na grootste van Australië en is circa 46 keer zo groot als Nederland. De hoofdstad en grootste stad is Brisbane, waar 2,6 van de 5,2 miljoen inwoners wonen.
Inleiding
Geografie
Queensland omvat het noordoosten van Australië en grenst in het zuiden aan New South Wales, in het zuidwesten aan South Australia en in het westen aan het Northern Territory. Circa 150 kilometer naar het noorden ligt Papua Nieuw Guinea.
Queensland is een zeer grote staat, het beslaat meer dan 1,8 miljoen vierkante kilometer en meet maximaal 2.000 kilometer van noord naar zuid en 1.500 kilometer van west naar oost. Kenmerkend aan de geografie is Cape York, een schiereiland dat de regio 'Far North' vormt, het noordelijkste deel van het Australische vasteland.
Het landschap van Queensland is afwisselend en bestaat uit subtropisch gebied in het zuidoosten en het midden, overgaand in tropisch en equatoriaal landschap in het uiterste noorden, op het Cape York Peninsula. Naar het westen toe wordt het gebied al snel droger, alhoewel landbouw en ranching nog vrij ver landinwaarts mogelijk is. Het westen en noorden bestaat uit de Outback en is zeer dunbevolkt. Naar het noorden ligt de Golf van Carpentaria en de Arafurazee. Naar het oosten ligt de Koraalzee, beiden onderdeel van de Pacifische Oceaan. Mount Bartle Frere is met 1.622 meter het hoogste punt. De neerslag is relatief frequent langs de oostkant, met in het noorden een duidelijk nat en droog seizoen. Al op korte afstand landinwaarts wordt het gebied droger, met name in het noorden. De westelijke helft van Queensland bestaat voornamelijk uit woestijn.
Economie
De economie van Queensland is sterk gebaseerd op toerisme, met name langs de Gold Coast en de Sunshine Coast. Daarnaast is de mijnbouw zeer belangrijk. Queensland heeft grote voorraden kolen, bauxiet en enige schalieolie en schaliegas. De staat is één van de snelstgroeiende van Australië, en tussen 1992 en 2002 de snelstgroeiende. De huizenprijzen zijn met name in de grote steden sterk gestegen, in 2003 was Brisbane nog de goedkoopste grote stad, in 2008 was dit de derde duurste stad. De landbouw is eveneens van belang in Queensland.
Demografie
Het inwonertal van de staat groeit gestaag. In 1961 woonden er 1,5 miljoen mensen, in 1991 was dit verdubbeld naar 3 miljoen, 4,5 miljoen in 2011 en 5,2 miljoen in 2021. De verwachting is dat de staat in 2056 10,9 miljoen inwoners zal tellen.
De hoofdstad Brisbane ligt in het zuidoosten van de staat, evenals de meeste andere grote steden, zoals de Sunshine Coast en de Gold Coast. Langs de oostkust liggen diverse grotere steden, zoals Gympie, Gladstone, Rockhampton, Townsville en Cairns. In het binnenland is Toowoomba de grootste stad. De meeste andere plaatsen zijn niet veel meer dan grote dorpjes en overschrijden zelden de 10.000 inwoners.
In veel opzichten maakt Queensland de derde of een derde van Australië uit. Queensland heeft 10 van de 30 grootste steden in Australië, Brisbane is de derde stad van Australië en Queensland heeft de derde positie in aantal inwoners in Australië.
Geschiedenis
In het jaar 1606 landde de Nederlander Willem Janszoon op de Australische kust bij Cape York. Hij was de eerste Europeaan die Australië aandeed en het contact legde met de Aboriginal-inwoners van de streek. In de 17e en 18e eeuw werd de kuststreek ook in kaart gebracht door Franse en Spaanse ontdekkingsreizigers. In het jaar 1770 landde James Cook op de Australische oostkust en claimde het hele gebied voor het Verenigd Koninkrijk als 'New South Wales'. Het noorden van de Australische oostkust werd tot de jaren 1820 echter amper aangedaan door de Britten. In 1824 werd de eerste nederzetting gesticht aan de Moreton Bay. Dit was een strafkolonie (penal colony) waar veroordeelden uit het Verenigd Koninkrijk naar toe gezonden werden. Dit eindigde echter in 1839. Rond de jaren 1850 werd er gevochten tussen de Europese kolonisten en Aborginal-inwoners. Dit was heviger dan elders in Australië, vermoedelijk omdat in deze streek meer Aboriginals woonden dan elders.
In 1859 werd Queensland formeel een aparte kolonie en werd afgescheiden van New South Wales. Brisbane werd de hoofdstad. Vanaf de jaren 1860 nam de immigratie naar Queensland toe, een belangrijke economische activiteit in die tijd was de suikerriet. Toen Australië federeerde in 1901 had Queensland ongeveer 500.000 inwoners. In 1920 werd de luchtvaartmaatschappij Qantas opgericht om de Outback van Queensland te ontsluiten. Het inwonertal van Queensland groeide gestaag en bereikte rond 1940 de grens van 1 miljoen inwoners. Met de opkomst van airconditioning vanaf de jaren '60 accelereerde de bevolkingsgroei van Queensland, Brisbane groeide uit tot een grote stad en de kustregio's van de Sunshine Coast en de Gold Coast groeiden uit tot de belangrijkste bestemming voor rijke gepensioneerden, met name vanaf de jaren '90 van de 20e eeuw. De snelle bevolkingsgroei in het zuidoosten van Queensland legde echter de beperkte infrastructuur bloot, zodat plannen werden gemaakt om de infrastructuur op grote schaal uit te breiden, wat vanaf 2000 plaats heeft gevonden.
Wegennet
Het wegennet van Queensland is relatief uitgebreid in het dichter bevolkte zuidoosten van de staat, met name langs de kust en tot circa 400 kilometer landinwaarts. Naar het noorden en westen is het wegennet snel dunner, en in het westen zijn slechts enkele verharde wegen. Queensland kent veel Developmental Roads, ontwikkelingswegen die langzaam verbreed en verhard worden. Daar de wegen door zeer afgelegen en dunbevolkte gebieden lopen, gaat de upgrade hiervan traag. De belangrijkste doorgaande weg is de Bruce Highway, die langs de kust tot aan Cairns loopt en alle kuststeden verbindt. Daarnaast is er sprake van enkele transitroutes, met name de route vanaf Brisbane naar de grens met het Northern Territory, bestaande uit de Warrego Highway, de Landsborough Highway en de Barkly Highway. Hiervan takken enkele belangrijke oost-westroutes naar de kuststeden af, zoals de Flinders Highway en de Capricorn Highway. De belangrijkste landinwaarts gelegen noord-zuidroute is de Leichhardt Highway.
In Queensland is ruim 370 kilometer snelweg, met name gelegen in en rond Brisbane. De Bruce Highway en de Pacific Motorway zijn de langste snelwegen, van meer dan 100 kilometer lengte per stuk. Het is mogelijk om vanaf de grens met New South Wales tot Cooroy over snelwegen te reizen, een afstand van ruim 200 kilometer. Buiten de regio Brisbane is er nog één andere snelweg, de Sunshine Motorway. Een recente trend in Australische steden is om ondergrondse snelwegen aan te leggen, dit gebeurt in Brisbane in de vorm van de Clem Jones Tunnel, de Airport Link en de Legacy Way. Het is mogelijk om Brisbane over snelwegen aan de oostkant en zuidkant te bypassen.
Ten noorden van de lijn Townsville - Mount Isa zijn amper verharde wegen, behalve rond Cairns. Noordelijker loopt een verharde weg tot Cooktown, maar de route verder naar Cape York (750 kilometer) verloopt geheel over onverharde wegen. De Gulf Developmental Road is recent verhard en doorlopend vanaf Innisfail tot Normanton. De Burke Developmental Road is echter onverhard, evenals de meeste andere wegen in deze regio. Reizen is hier een tijdrovende zaak, daar de afstanden gigantisch zijn en de afstanden tussen dorpen van enige omvang doorgaans meerdere honderden kilometers bedraagt. Dit geldt ook voor het zuidwesten van Queensland, dat uit de outback en woestijn bestaat. Veel onverharde wegen zijn privéwegen of vereisen een speciale "permit". Veel van deze onverharde wegen lopen door land dat toegewezen is aan aboriginals. Afgelegen zijn ook de wegen ten westen van de Mitchell Highway en ten zuiden van de Landsborough Highway. In dit enorme gebied zijn slechts een drietal verharde wegen. Onverharde wegen zijn niet per definitie slecht, sommige zijn onderhouden gravelwegen waar nog vaart gemaakt kan worden. Problematisch zijn deze wegen tijdens regenval. Dit is voornamelijk een probleem in het noorden van Queensland, daar hier een regenseizoen is waarbij wegen over langere tijd niet begaanbaar zijn. In het zuidwesten is amper neerslag.
Geschiedenis
Midden 19e eeuw begon de omgeving van Brisbane zich te ontwikkelen tot een stad. Een netwerk van wegen werd in die tijd in het zuidoosten van Queensland ontwikkeld, maar vanaf 1863 werd gebouwd aan een netwerk van spoorwegen, waardoor de wegen minder prioriteit kregen en feitelijk feeders naar het railnetwerk werden. Begin 20e eeuw nam het gemotoriseerd verkeer geleidelijk toe, alhoewel het in de beginjaren nog amper wat voorstelde. Pas na de Eerste Wereldoorlog werd wegenbouw van hogere prioriteit geacht en in 1920 Main Roads Board opgericht, met John R. Kemp als eerste leider.
Een probleem in Queensland waren de gigantische afstanden en een nog vrijwel non-existent wegennet buiten het zuidoosten van Queensland. Na de Main Roads Act van 1920 werden prioriteiten gesteld, de aanleg van wegen naar plaatsen die niet aangesloten waren op het spoorwegennet, de aanleg van wegen van landbouwgebieden naar stations en wegen om nieuwe ontwikkeling van het platteland mogelijk te maken. In juni 1922 was een plan opgesteld waarin het hoofdwegennet van Queensland voor het eerst systematisch gepland werd.
Tijdens de jaren '30 werd de Main Roads Board ingezet als methode om de werkloosheid te bestrijden. Een belangrijk symbool uit deze periode was de bouw van de Story Bridge over de Brisbane River, die in 1940 werd opengesteld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging de focus uit naar ondersteunende taken van het leger, omdat het noorden van Australië kwetsbaar werd geacht voor een Japanse invasie. Kort na de oorlog werd in 1947 het Department of Transport opgericht, een ministerie van de staat Queensland. Hiermee werden de taken veel breder getrokken dan alleen wegenbouw, maar ook het openbaar vervoer, inclusief ticketprijzen en dienstregeling, voertuiginspectie, voertuigregistratie, uitgifte van rijbewijzen en elektrificatie van de spoorlijnen.
In de jaren '50 en '60 nam het autoverkeer in het zuidoosten van Queensland sterk toe, maar vanaf die tijd begon ook het lange-afstandsverkeer toe te nemen. De wegenbouw had zich tot die tijd vooral op de regio Brisbane en enkele andere kuststeden geconcentreerd, maar nog maar beperkt op het immense achterland. De Main Roads Commission begon in die tijd regionale afdelingen buiten Brisbane op te richten. In 1963 werd het Road Plan for Queensland vastgesteld, dat een looptijd van 20 jaar had. Onder dit plan werd duidelijk welke wegen prioriteit kregen om ontwikkeld en verhard te worden. Ook werd de wegklassificatie opgesteld, bestaande uit state highways, main roads, secondary roads en developmental roads.
Als onderdeel van het wegenplan van 1963 werd ook het 'Beef Roads Scheme' opgezet, een plan om wegen in het geïsoleerde noorden van Queensland te ontwikkelen, voornamelijk vanwege de landbouw. Over een periode van 10 jaar werd 3.980 kilometer weg aangelegd in deze regio. Hiermee kon vee worden vervoerd naar de stations of plekken waar road trains konden rijden. Tegelijkertijd werden de developmental roads opgericht, dit waren wegen in voornamelijk het westen van Queensland die ontwikkeld moesten worden, vooral vanwege de mijnbouw. Gedurende de jaren '70 werden veel plattelandswegen verhard met asfalt.
In het zuidoosten van Queensland was Brisbane een grote stad geworden, waardoor hier de eerste autosnelwegen werden aangelegd, zoals de South East Freeway en de Riverside Expressway. De bouw van de eerste snelwegen begon in 1968 en omstreeks 1972-1973 werden de eerste autosnelwegen geopend. Met de groei van de regio Brisbane werd ook de noodzaak voor bredere wegen groter. In de jaren '70-80 zijn de invalswegen van Brisbane aangelegd met 2x2 rijstroken. De congestie in Brisbane werd vanwege de snelle bevolkingsgroei problematisch. Niet alleen in de stad, maar ook tussen Brisbane en de nieuwe stedelijke gebieden Sunshine Coast en Gold Coast. Hiertoe werden de Pacific Motorway en Bruce Highway verbreed. Ook werden nieuwe snelwegen in de periferie van Brisbane aangelegd.
Een probleem in Brisbane was het incoherente netwerk van autosnelwegen. Er waren enkele invalswegen en een zuidelijke en oostelijke bypass, maar doorgaand verkeer binnen het stedelijk gebied moest via het onderliggend stratennet via het centrum. Als eerste is vanaf begin jaren 2000 de Inner City Bypass aangelegd. Vervolgens zijn een aantal toltunnels aangelegd, zoals de Clem Jones Tunnel in 2010, de Airport Link in 2011, de Centenary Motorway in 2014 en de Legacy Way in 2015. Ook werden diverse autosnelwegen in de suburbs verbreed, zoals de Gateway Motorway langs de oostkant van Brisbane en de Ipswich Motorway in het westen van Brisbane.
Buiten Brisbane wordt vooral gewerkt om de Bruce Highway van Brisbane steeds verder noordwaarts te verbeteren tot dual carriageway of autosnelweg. In 2019 werd de Toowoomba Second Range Crossing opengesteld, als bypass van Toowoomba, de grootste stad in het binnenland van Australië.
Wegbeheer
De wegbeheerder in Queensland is het Department of Transport and Main Roads (TMR).[3] Het heeft zijn oorsprong in de Main Roads Board, dat in 1920 werd gecreëerd. In 1947 werd het Department of Transport opgericht, een ministerie van de staat Queensland. De Main Roads Commission was daar een onderdeel van. In 2009 werd het huidige Department of Transport and Main Roads gevormd.
Referenties
- ↑ stand 01-01-2020
- ↑ Riverside Expressway
- ↑ tmr.qld.gov.au
ACT • New South Wales • Northern Territory • Queensland • South Australia • Tasmania • Victoria • Western Australia |