Rijkswegenfonds

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In 1965 werd door het parlement een Rijkswegenfonds ingesteld. Het fonds werd gevoed door een bijzondere heffing op de motorrijtuigenbelasting (30%) en een bijdrage uit de algemene middelen (70%). Door dit fonds kwamen de financiële middelen vrij om versneld uitvoering te geven aan het Rijkswegenplan. Langzaam maar zeker nam de bijdrage uit de algemene middelen af, en stegen de opcenten. Tegelijkertijd werden na de oliecrisis van 1974 de investeringen in het wegennet flink teruggeschroefd. In de jaren '90 kwam het voornemen om het Rijkswegenfonds op te heffen. De financiering van nieuwe wegen zou voortaan plaatsvinden vanuit het MIT (Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport). Met de samenvoeging van de ministeries van V&W en VROM tot I&M werd dat het MIRT, met de toegevoegde R van Ruimte.

Het Infrastructuurfonds kan daarmee worden gezien als de opvolger van het Rijkswegenfonds. Dit fonds moet op zijn beurt weer opgaan in het Mobiliteitsfonds.