Servië
![]() | |
---|---|
Србија - Srbija | |
![]() | |
Hoofdstad | Beograd |
Oppervlakte | 88.361 km² |
Inwonertal | 7.187.000 |
Lengte wegennet | 37.937 km |
Lengte snelwegennet | 975 km[1] |
Eerste snelweg | 1970 |
Benaming snelweg | Autoput |
Verkeer rijdt | rechts |
Nummerplaatcode | SRB |
Servië (Servisch: Srbija / Cyrillisch: Србија) is een klein land in Zuidoost-Europa. Het land is ongeveer twee maal zo groot als Nederland en heeft ruim 7 miljoen inwoners. De hoofdstad is Beograd (Belgrado).
Inleiding
Geografie
Servië ligt centraal in het binnenland van de Balkan. Het land grenst kloksgewijs aan Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Noord-Macedonië, Kosovo, Montenegro, Bosnië-Herzegovina en Kroatië. Servië meet maximaal 470 kilometer van noord naar zuid en 280 kilometer van west naar oost. Het noorden van Servië is vlak, een regio die Vojvodina heet en voornamelijk uit graanvelden bestaat. Het midden van Servië is heuvelachtig en kent meer bos. Hogere berggebieden vindt men in het zuiden van het land, vooral in de grensgebieden met buurlanden, maar ook elders. De 2.169 meter hoge Midžor is het hoogste punt in Servië. In Kosovo liggen hogere bergen. De belangrijkste rivier is de Donau, de Sava is hier in Servië de belangrijkste zijrivier van. Een lange maar relatief kleine zijrivier die door het zuiden van Servië stroomt is de Morava.
Servië heeft een vochtig landklimaat met subtropische karakteristieken, met warme tot hete zomers maar koude winters. De gemiddelde maximumtemperatuur in Belgrado varieert van 4°C in januari tot 28°C in juli. Het land kent forse uitschieters, temperaturen tot 40°C zijn in de zomer niet ongebruikelijk en in de winter kan de temperatuur tot -15°C dalen. De gemiddelde neerslag varieert, het westen is natter dan het noorden en oosten. In Belgrado valt gemiddeld 700 mm regen per jaar, iets minder dan in Nederland.
Demografie
Servië heeft met 7,1 miljoen inwoners (exclusief Kosovo) het grootste inwonertal op de Westelijke Balkan. Beograd (Belgrado) is de grootste stad in de regio en telt 1,2 miljoen inwoners. Servië heeft 5 steden met meer dan 100.000 inwoners, naast Belgrado ook Novi Sad, Niš, Kragujevac en Subotica. Er zijn 17 steden met meer dan 50.000 inwoners. Het inwonertal van Servië (exclusief Kosovo) piekte op 7,8 miljoen begin jaren '90 en krimpt sindsdien. Het geboortecijfer is flink gedaald, sinds 1991 is de natuurlijke groei negatief. Tussen 1990 en 2017 verloor het land meer dan 10% van het inwonertal.
Omdat Servië midden op de Balkan is gelegen zijn er diverse etnische groepen, alhoewel de Serviërs wel met afstand de grootste groep vormen met 84% van de bevolking, de gevolgd door de Hongaren met 3%, die vooral in het noorden leven. Roma en Bosniakken vormen beiden nog 2% van de bevolking, overige bevolkingsgroepen zijn kleiner dan 1%. De officiële landstaal is het Servisch, dat 88% van de bevolking als moedertaal spreekt. Daarnaast worden diverse minderheidstalen erkend zoals het Hongaars, Albanees, Roemeens, Bulgaars en Rusyn, evenals het Kroatisch en Bosnisch, die uitwisselbaar zijn met het Servisch.
Economie
Servië is een land in ontwikkeling, met een BBP per inwoner dat geleidelijk groeit, maar aanzienlijk lager ligt dan het EU-gemiddelde. Servië is wat minder welvarend dan Slovenië en Kroatië, maar welvarender dan Kosovo, Bosnië en Albanië. Het is van oudsher het meest geïndustrialiseerde land op de westelijke Balkan. Deze sector werd echter hard getroffen door de economische sancties en NAVO bombardementen in 1999. Servië heeft een opvallend grote automobielindustrie, geconcentreerd rond de stad Kragujevac. Het land is strategisch gelegen op de transportcorridors over de Balkan, zowel voor noord-zuidverkeer als oost-westverkeer wat in Belgrado samenkomt. Met name de corridor van Hongarije naar Griekenland en van Kroatië naar Bulgarije en Turkije zijn van belang. Servië heeft echter geen haven omdat het niet aan zee ligt, dus transport gaat over de Donau naar de Zwarte Zee of via de haven van Bar in Montenegro.
Geschiedenis
In de middeleeuwen ontstond het historische Koninkrijk Servië, dat de Donau als de noordgrens had. Midden 16e eeuw werd het echter overgenomen door het Ottomaanse Rijk, dat telkens tijdelijk werd onderbroken door de Habsburgse invloed die zuidwaarts trok, en met name invloed had in de regio Vojvodina. Tussen 1804 en 1815 vond de Servische revolutie plaats om onafhankelijkheid te verkrijgen van het Ottomaanse Rijk. Het duurde echter tot 1867 tot de laatste Turkse troepen uit de regio waren vertrokken. De formele onafhankelijkheid werd erkend in het congres van Berlijn in 1878. Dit verdrag verbood Servië echter om een unie aan te gaan met Bosnië, dat onder Oostenrijk-Hongarije werd geschaard. In 1882 werd Servië weer een koninkrijk. Tijdens de Eerste Balkanoorlog van 1912 wisten de Europese troepen de Ottomanen in Europa te verslaan, Servië verkreeg daarbij Kosovo en de zuidwestelijke regio Raška.
Toen de aartshertog Franz Ferdinand in 1914 door de Bosnische Serviër Gavrilo Princip in Sarajevo werd vermoord verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië, dit was het begin van de Eerste Wereldoorlog. De Serviërs wisten in eerste instantie stand te houden tegen de Centrale mogendheden, maar moesten in 1915 het onderspit delven. Nadat de Centrale mogendheden elders in Europa grote verliezen ondergingen kon Servië in 1918 het land weer terugwinnen. De Eerste Wereldoorlog kostte enorme aantallen levens aan Servische zijde, meer dan de helft van de mannen in Servië kwam tussen 1914 en 1918 om het leven. Met het einde van de Eerste Wereldoorlog stortte ook de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije in, Servië verkreeg hierbij de regio Vojvodina.
Kort na de Eerste Wereldoorlog werd het Koninkrijk Joegoslavië gesticht, waarbij Belgrado de hoofdstad was en Servië het belangrijkste deel uitmaakte. In 1941 volgde een invasie van Nazi-Duitsland. Dit leidde tot een gewapende opstand die in Joegoslavië het meest effectief was in heel Europa tijdens de Duitse bezetting. De partizanen waren uiteindelijk te machtig voor de Duitse bezetters en Servië werd in 1944 bevrijd met steun van de Sovjets. Na de Tweede Wereldoorlog werd Servië één van de zes republieken die de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië uitmaakten, waarbij Belgrado de federale hoofdstad was. Alhoewel Joegoslavië geen onderdeel van het Oostblok uitmaakte, was het wel een communistisch land. De bevolking Joegoslavië had meer vrijheden en het land dreef meer handel met het westen dan het Oostblok.
In 1980 overleed de president Tito. Gedurende de jaren '80 nam het nationalistische sentiment in Joegoslavië toe, waarbij het uiteindelijk begin jaren '90 uiteenviel in verschillende landen, wat gepaard ging met grootschalige conflicten, de Joegoslavische oorlogen van begin jaren '90 waren de grootste conflicten in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. De meest intense conflicten waren in Bosnië en Kroatië, waar de Serviërs tegenstand boden tegen de onafhankelijkheid. Servië, Kosovo en Montenegro bleven nog gezamenlijk als de Federale Republiek Joegoslavië vanaf 1992. In 1999 brak de Kosovo-oorlog uit, waarna de NAVO ingreep en Servië bombardeerde, waarbij veel industrie en infrastructuur verwoest werd. Kosovo werd daarna onder VN-bestuur geplaatst. De naam Joegoslavië hield in 2003 op te bestaan, het land heette vanaf dat moment Servië en Montenegro. In 2006 scheidde Montenegro zich vreedzaam af na een referendum. In 2008 verklaarde Kosovo zich onafhankelijk, wat niet door Servië erkend is, die het als een integraal onderdeel van het land blijft beschouwen. De-facto is Kosovo sindsdien onafhankelijk.
Wegennet
Servië heeft een vrij beperkt wegennet van hoofdwegen, dat enkel de grootste plaatsen bedient. Kleinere plaatsjes moeten veelal via secundaire wegen bereikt worden. Servië heeft één doorgaande snelweg vanaf de grens met Hongarije via Beograd naar Noord-Macedonië en de tweede snelweg is de verbinding tussen de grens met Kroatië en Beograd. Tevens is er een snelweg geopend van Niš naar Dimitrovgrad, de grens met Bulgarije. Servië speelt daardoor een vitale link in het internationale verkeer naar Griekenland en Turkije, en heeft de enige doorgaande snelweg van noord naar zuid op de Balkan. De snelwegen zijn tolwegen. Er is een snelweg in aanbouw van Beograd naar Bar in Montenegro. Tevens wordt er traag gebouwd aan een zuidelijke bypass van Beograd, daar de route door Beograd overbelast is. De kwaliteit van de snelwegen is over het algemeen redelijk goed.
Autoput
Zie ook autoput.
Servië heeft een groeiend netwerk van autosnelwegen, ter plekke een 'autoput' genoemd. De nummering hiervan is variabel, wegwijzers met A-nummers, M-nummers en E-nummers bestaan. De belangrijkste autosnelwegen verlopen vanaf Beograd (Belgrado) naar de landsgrenzen. De A1 vormt de hoofdas vanaf de grens met Hongarije via Subotica, Novi Sad, Beograd en Niš naar de grens met Noord-Macedonië. De A2 is een gedeeltelijk voltooide autosnelweg vanaf Beograd naar de grens met Montenegro. De A3 vormt de verbinding tussen Kroatië en Beograd. De A4 is het nummer voor de snelweg vanaf Niš naar de grens met Bulgarije. De A5 is een snelweg in aanbouw, die de A1 en de A2 met elkaar verbindt. Er zijn verder plannen voor een aantal nieuwe autosnelwegen. De verkeersintensiteiten op de autosnelwegen zijn buiten Beograd laag. Het drukste punt is de Gazelabrug in Beograd over de Sava, die 160.000 voertuigen per etmaal telt.
Hoofdwegen
Per 2013 is er een nieuwe wegnummering in Servië, opgedeeld in vier klassen; klasse I-A, I-B en II-A en II-B. In 2012 is er tijdelijk een andere indeling geweest, maar die is vervallen[2].
Zie Hoofdwegen in Servië voor meer informatie.
![]() ![]() |
---|
Magistrale
De M-wegen vormden het hoofdwegennet van Servië en verbinden alle grotere steden en gebieden met elkaar. De meeste wegen hiervan waren enkelbaans, maar sommige korte trajecten waren dubbelbaans, met name rondom de grotere steden. De wegen waren nog genummerd volgens het oude Joegoslavische systeem van 1980 tot en met 2011.
![]() ![]() |
---|
M1 • M2 • M3 • M4 • M5 • M7 • M8 • M9 • M18 • M19 • M21 • M22 • M23 • M24 • M25 |
Europese wegen
De E-wegen worden in Servië prominent bewegwijzerd als ze over snelwegen gaan, de twee belangrijkste snelwegen staan zelfs primair bekend onder het E-nummer.
Europese wegen in Servië |
---|
Knooppunten
Knooppunten in Servië |
---|
Čvor Batajnica • Čvor Bubanj Potok • Čvor Dobanovci • Čvor Niš-Trupale • Čvor Orlovača • Čvor Ostružnica |
Wegbeheer
De nationale wegbeheerder van Servië is Putevi Srbije (Cyrillisch: Путеви Србије), dat zich in het Engels 'Roads of Serbia' noemt.[3] Putevi Srbije beheert de wegen van de eerste en tweede klasse, namelijk de wegcategorie I A (autosnelwegen), I B (hoofdwegen) en II A en II B (overige hoofdwegen). Het netwerk besloeg in 2021 16.374 kilometer. In dat jaar beheerde Putevi Srbije 3.426 bruggen en 107 tunnels, waarvan 61 langer dan 100 meter zijn.
Tolwegen
Zie ook tolwegen in Servië.
De snelwegen in Servië zijn tolwegen met een open of gesloten tolsysteem; men krijgt bij gesloten tolsystemen een ticket bij het oprijden en betaalt bij het verlaten van de snelweg. Alle snelwegen zijn tolwegen, met uitzondering van de route door Beograd. Bij alle tolstations wordt de euro geaccepteerd.
Wegnummering
Sinds 2009 bestaat er een A-nummering voor autosnelwegen. Deze worden in de praktijk echter niet bewegwijzerd, men geeft de betreffende E-nummers aan, of de nummers van de Joegoslavische M-wegen. Alleen op de modernere bewegwijzering worden de A-nummers weergegeven. Wegnummers voor andere wegen hebben geen prefix, maar men kan aan de kleur zien op wat voor type weg men rijdt.
Nummering 2009
Op een intensiteitskaart van 2011 kwamen de volgende A-nummers voor:[4]
- A-1: Horgoš - Novi Sad - Beograd - Niš - Preševo
- A-2: Beograd - Čačak
- A-3: Vršac - Beograd - Šid
- A-4: Kragujevac - Čačak - Užice
- A-5: Niš - Dimitrovgrad
- A-6: Užice - Boljare
Hernummering 2013
In 2013 is de A-nummering opnieuw veranderd:[5]
- A1: Horgoš (H) - Novi Sad - Beograd - Niš - Preševo (MK)
- A2: Beograd - Čačak - Požega (MNE)
- A3: Batrovci (HR) - Beograd
- A4: Niš - Dimitrovgrad (BG)
- A5: Pojate - Kruševac - Kraljevo - Preljina
Bewegwijzering
Zie ook bewegwijzering in Servië.
De bewegwijzering op de snelwegen bestaat uit groene borden met witte letters, zowel in het Latijnse als Cyrillische schrift. Op het onderliggend wegennet zijn de borden geel met zwarte letters. Afslagen op de snelweg hebben gele borden voor de afritdoelen, en groene voor de doorgaande doelen. Autowegen hebben blauwe borden met witte letters.
Maximumsnelheid
type weg | Vmax |
---|---|
bebouwde kom | |
buiten bebouwde kom | |
autoweg | |
autosnelweg |
Per 1 juni 2018 is de maximumsnelheid op autosnelwegen in Servië verhoogd van 120 naar 130 km/h.[6] Servië werd daarmee het 20e land in Europa waar een maximumsnelheid van 130 geldt.
Verkeersveiligheid
jaar | verkeersdoden |
---|---|
2010 | 660 |
2011 | 731 |
2012 | 688 |
2013 | 650 |
2014 | 536 |
2015 | 599 |
2016 | 607 |
2017 | 579 |
2018 | 548 |
2019 | 534 |
Servië geldt als één van de minst veilige landen in Europa, met in 2015 85 verkeersdoden per 1 miljoen inwoners.[7] Het land scoort daarbij vergelijkbaar met buurland Kroatië en iets beter dan buurlanden Roemenië en Bulgarije.
Externe links
Referenties
- ↑ stand 01-01-2022
- ↑ Uredba o kategorizaciji puteva | Putevi-Srbije.rs
- ↑ www.putevi-srbije.rs
- ↑ verkeersintensiteiten 2011 | putevi-srbije.rs
- ↑ | Putevi-Srbije.rs
- ↑ OD 1. JUNA: Na autoputevima dozvoljeno 130km/h, izmena oznaka do avgusta | novosti.rs
- ↑ 10th Annual Road Safety Performance Index (PIN) Report | etsc.eu
Wegen van Europa |
---|
Albanië • Andorra • Armenië • Azerbeidzjan • België • Bosnië-Herzegovina • Bulgarije • Cyprus • Denemarken • Duitsland • Estland • Finland • Frankrijk • Georgië • Griekenland • Hongarije • Ierland • IJsland • Italië • Kazachstan • Kosovo • Kroatië • Letland • Liechtenstein • Litouwen • Luxemburg • Noord-Macedonië • Malta • Moldavië • Monaco • Montenegro • Nederland • Noorwegen • Oekraïne • Oostenrijk • Polen • Portugal • Roemenië • Rusland • San Marino • Servië • Slovenië • Slowakije • Spanje • Tsjechië • Turkije • Vaticaanstad • Verenigd Koninkrijk • Wit-Rusland • Zweden • Zwitserland in cursief landen die deels in Europa liggen of met Europa geassocieerd worden |