Scandinavië

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Scandinavië in de winter.

Scandinavië is een geografische en culturele regio in Noord-Europa. De definitie van Scandinavië verschilt per context. In culturele zin worden er doorgaans de landen met een Germaanse taal mee bedoeld, Denemarken, Noorwegen en Zweden. Het geografische schiereiland van Scandinavië omvat Noorwegen en Zweden, evenals het noorden van Finland. In economisch opzicht wordt met Scandinavië vaak de landen Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden verstaan. Soms wordt IJsland als een onderdeel van Scandinavië gezien vanwege de gedeelde geschiedenis. In historisch opzicht liggen de Baltische Staten dichtbij Scandinavië, maar worden vaak niet als onderdeel van Scandinavië beschouwd.

Inleiding

Scandinavië is gelegen in het noorden van Europa en de vier landen die het vaakst met Scandinavië geassocieerd worden, Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden, delen economische en culturele overeenkomsten, alhoewel er wezenlijke verschillen zijn. Taalkundig liggen Denemarken, Noorwegen en Zweden dicht bij elkaar, alhoewel in Finland het Zweeds ook een belangrijke minderheidstaal is. Het Fins wijkt echter radicaal af van andere talen in Europa. In economisch opzicht komen de landen overeen dat ze een hoge mate van een welvaartsstaat hebben, en een over het algemeen lage, maar gestage economische groei hebben. Het belastingniveau in deze landen varieert, maar behoort over het algemeen tot het hoogste van Europa. Qua economie springt Noorwegen er uit vanwege de grote olie- en gasvoorraden die een uitgebreide welvaartsstaat mogelijk maken. Het prijsniveau in Noorwegen ligt beduidend hoger dan in de andere Scandinavische landen, maar daar zijn de lonen naar, een modaal inkomen in Noorwegen is nominaal gezien bijna twee keer zo hoog als in Nederland.

Economie

Denemarken, Finland en Zweden behoren tot de Europese Unie. Noorwegen behoort niet tot de EU, maar de Noorse economie is wel sterk met die van de EU verweven en veel EU-regelgeving is van kracht in Noorwegen. De Noorse overheidsinkomsten zijn sterk afhankelijk van natuurlijke grondstoffen, met name olie. In de andere Scandinavische landen zijn de inkomsten sterker afhankelijk van belastingen. Ondanks de significante olie-inkomsten is het belastingniveau in Noorwegen hoog. De olie-inkomsten van Noorwegen vloeien voornamelijk naar het pensioenfonds van de overheid. Dit stond voor 2006 bekend als het Petroleum Fund of Norway. Het heet een pensioenfonds te zijn, maar de inkomsten komen voornamelijk uit de olie. Het is het grootste pensioenfonds ter wereld, ondanks dat Noorwegen slechts 5 miljoen inwoners heeft.

De Zweedse economie is qua natuurlijke grondstoffen gericht op bosbouw en mijnbouw, met name ijzererts in het noorden van Zweden. Van de vier Scandinavische landen is Zweden het meest geïndustrialiseerd. De haven van Göteborg is de grootste van Noord-Europa. Zweden is het enige Noord-Europese land met een wezenlijke auto-industrie. Het land is bekend van Volvo, SAAB en Scania.

De Finse economie is gemixt, gericht op diensten, maar ook hier speelt de bosbouw een grotere rol. Finland is bijna net zo geïndustrialiseerd als Zweden, het was echter wel het laatste land van Scandinavië dat begon te industrialiseren, pas in de jaren '50. Elektronica is een belangrijke industrie in Finland. Finland staat ook bekend om de scheepsbouw, de meeste cruiseschepen worden in Finland gebouwd. Finland is het enige Scandinavische land dat met de euro betaalt.

Denemarken heeft nauwelijks natuurlijke grondstoffen, afgezien van visserij. Denemarken wordt gedomineerd door de dienstensector. De transportsector is relatief groot, aangezien Denemarken het natuurlijke overslagcentrum voor transport tussen Scandinavië en Centraal-Europa is. Energie is een redelijk grote sector in Denemarken, met name windenergie evenals gaswinning op de Noordzee. De Faeröer en Groenland zijn onderdeel van het Koninkrijk Denemarken, maar worden doorgaans niet als onderdeel van Scandinavië gezien.

Het toerisme is een belangrijke sector in Scandinavië. De meeste internationale toeristen trekken naar Noorwegen om de fjorden te bewonderen. Stockholm en Helsinki zijn geliefd als stedentrip. Denemarken heeft veel kust en is geliefd als fietsvakantie. Zweden staat bekend om de uitgestrekte bossen en de bergen in het grensgebied met Noorwegen. Finland ligt vrij excentrisch van de meeste Europese landen, en de meeste toeristen zijn hier Finnen zelf, die massaal naar de meren en de kust trekken. Internationaal bekend is de Noordkaap in Noorwegen. Noorwegen en Zweden zijn het meest sneeuwzeker van alle wintersportlanden in Europa, maar door de grotere afstand per auto en het hoge prijspeil zijn het niet de meest populaire wintersportlanden voor mensen buiten Scandinavië.

Geografie

Bergen rond de fylkesvei 91 in Troms, Noorwegen.

Scandinavië wordt gedomineerd door het Scandinavisch schiereiland, één van de grootste schiereilanden ter wereld. Mede daardoor zijn Scandinavische landen van oudsher belangrijke landen in de zeevaart. Het Scandinavisch schiereiland meet ongeveer 1.900 kilometer van noord naar zuid. Noorwegen en Zweden zijn geheel onderdeel van het Scandinavisch schiereiland, evenals het noorden van Finland. Denemarken is geografisch afwijkend, dat bestaat uit het schiereiland Jutland en diverse eilanden. Belangrijke eilanden zijn Fyn, Sjælland, Bornholm, Öland en Gotland. Åland is een autonoom gebied van Finland dat in de Botnische Golf ligt.

De zee ten oosten van het Scandinavisch schiereiland wordt zowel de Oostzee als de Baltische Zee genoemd. Deze is weer op te delen in de Botnische Golf tussen Zweden en Finland, en de Finse Golf tussen Finland en Estland. Het Skagerrak scheidt Noorwegen van Denemarken, terwijl het Kattegat Denemarken van Zweden scheidt. Rondom Denemarken zijn nog tal van zeestraten, waaronder de Femernbælt, de zeestraat tussen Denemarken en Duitsland.

Bergen vindt men voornamelijk aan de westkant van het Scandinavisch schiereiland, met name Noorwegen en het westen van Zweden wordt erdoor gedomineerd. Finland kent in het noorden wat lage bergen, maar is verder net als Denemarken vrij vlak. De landen kennen vaak grote meren, met name in Zweden en Finland. Finland staat bekend om de duizenden meren. In Zweden en Noorwegen zijn veel stuwmeren om energie op te wekken.

Klimaat

Scandinavië wordt vaak beschouwd als een koud gebied, maar er zijn flinke regionale verschillen. Lapland is doorgaans de koudste regio van Europa in de winter, temperaturen tussen de -30 en -40 °C zijn hier in de winter niet ongebruikelijk. Het klimaat aan de Noorse kust is echter veel milder dan veel andere gebieden op deze breedtegraad, wat komt door de Golfstroom. Zelfs het noorden van Noorwegen is niet uitgesproken koud in de winter, wel valt er langs de Noorse kust veel neerslag. Veel droger is de schaduwzijde van het Scandinavisch Hoogland. Zelfs het binnenland van Noorwegen is in de zomer veel warmer en droger dan direct langs de kust, en dit geldt nog meer voor Zweden en Finland. Temperaturen van meer dan 25 °C zijn tot in Lapland heel normaal in de zomer. Het klimaat van Denemarken is vergelijkbaar met dat van Nederland, maar vaak is het net wat koeler. Echt koude winters zijn er zeldzaam vanwege het zeeklimaat.

Verkeer

Scandinavië heeft door zijn noordelijke ligging en lage bevolkingsdichtheid een afwijkend wegennet ten opzichte van de rest van Europa. Denemarken staat bekend om de grote bruggen, zoals de Grote Beltbrug en de Øresundbrug. Zweden heeft de meeste autosnelwegen, maar Noorwegen spant qua infrastructuur de kroon, ondanks dat er weinig snelwegen zijn, heeft Noorwegen een indrukwekkende hoeveelheid tunnels, zeetunnels en bruggen. Finland heeft minder bijzondere infrastructuur, met een klein netwerk van snelwegen in het zuiden, met name bestaand uit snelwegen van en naar Helsinki.

Autosnelwegen

De E18 in Kristiansand.

Zweden heeft de grootste bevolking, de grootste oppervlakte, en als gevolg daarvan het grootste snelwegennet. Zweden wordt gevolgd door Denemarken, dat het meest fijnmazige snelwegennet heeft. In Finland zijn er een aantal langere snelwegen in het zuiden van het land, maar Finland heeft ook de noordelijkste snelweg ter wereld, de Valtatie 29 tussen Tornio en Kemi. Noorwegen heeft een bescheiden snelwegennet, met name in het zuidoosten van het land, in de ruime regio Oslo.

Alle grote steden van Scandinavië worden ontsloten door snelwegen. De grootste steden, København, Stockholm, Oslo en Helsinki, hebben een groter netwerk van snelwegen. Daarnaast hebben ook stedelijke gebieden als Malmö en Göteborg meerdere snelwegen. Andere steden hebben vaak maar één snelweg, of enkele korte stukken snelweg, zoals Bergen, Århus, Örebro, Jönköping, Turku en Tampere.

Zweden, Noorwegen en Denemarken zijn onderling verbonden door snelwegen. Finland ligt enigszins excentrisch van het Europese snelwegennet en heeft geen grensoverschrijdende snelwegen, alhoewel een snelweg naar Sankt Petersburg in Rusland wel gepland is.

Hoofdwegen

In het midden en noorden van Scandinavië zal de weggebruiker grote afstanden afleggen over enkelbaans hoofdwegen. Deze wegen zijn vaak eenzaam, met name verder noordelijk. Zweden kent lange stukken weg door bebost gebied. Daarentegen is in Noorwegen weer sprake van een relatief slecht uitgebouwd wegennet. Alhoewel er veel bruggen en tunnels zijn, zijn veel belangrijke hoofdwegen van Noorwegen smal, bochtig en tijdrovend om te rijden. Het gebrek aan snelle routes tussen Bergen en Oslo is een terugkerend verkeersvraagstuk in Noorwegen. De belangrijkste niet-snelweg in Scandinavië is de E4 langs de Zweedse oostkust. Ook de E6 in Noorwegen en de E45 in Zweden zijn belangrijke noord-zuidroutes. Bijzonder is de E39 langs de Noorse westkust, waar grote upgrades aan gepland zijn zodat de route in één dag te berijden zal zijn.

Het Finse hoofdwegennet is minder sterk verweven met dat van de rest van Scandinavië, het meeste verkeer is daarom binnenlands verkeer tussen de grotere steden en economische centra. Oost-westroutes zijn vooral de E10, E16, E18 en E20.

Bruggen

De Hardangerbrug in Noorwegen.
De Lærdalstunnel in Noorwegen.

Zie ook Lijst van bruggen in Noorwegen.

Scandinavië wordt gekenmerkt door een groot aantal bruggen, met name in Denemarken en Noorwegen. De grootste hangbrug van Europa is de Grote Beltbrug in Denemarken. De Hardangerbrug in Noorwegen is ook één van de grootste hangbruggen van Europa. De Øresundbrug is een lange verbinding tussen Denemarken en Zweden. In Noorwegen staat ongeveer de helft van de grotere hangbruggen in Europa. Deze verbinden de talloze eilanden en schiereilanden met het vasteland en met elkaar. Belangrijk is nog de Ölandsbron naar Öland in Zweden.

Tunnels

Zie ook Lijst van zeetunnels in Noorwegen en Lijst van wegtunnels in Noorwegen.

Qua tunnels wordt Scandinavië gedomineerd door Noorwegen, dat meer dan 1.000 tunnels heeft, waaronder de langste van Europa, de 24,5 kilometer lange Lærdalstunnel. Noorwegen heeft daarnaast diverse lange tunnels van meer dan 10 kilometer. Meer lange tunnels zijn gepland. Belangrijk is ook de Tunnel förbifart Stockholm, onderdeel van de bypass van Stockholm, dat de langste zesstrooks tunnel van Europa zal worden. Ook belangrijk is de Fehmarnbelttunnel tussen Denemarken en Duitsland, die de langste snelwegtunnel van Europa zal worden.

Veerdiensten

Zie ook Lijst van veerdiensten in Noorwegen.

Transport in Scandinavië wordt meer dan elders in Europa gedomineerd door veerdiensten. Het meeste verkeer naar Finland maakt van veerdiensten gebruik, de korte route vanaf Zweden, of de langere route vanaf Duitsland. Rond Denemarken is sprake van intensieve veerdiensten, niet alleen van Denemarken naar Zweden en Noorwegen, maar ook van Duitsland naar Zweden en Noorwegen. Daarnaast zijn er diverse veerdiensten van Zweden naar Polen, van Duitsland naar de Baltische landen en van Finland naar Estland. Ook zijn er veerdiensten van het Verenigd Koninkrijk naar Denemarken en Noorwegen. Langs de Noorse kust vaart de beroemde Hurtigruten tussen Bergen en Kirkenes. Grote cruiseschepen doen de fjorden van Noorwegen aan.

Tol

Zie ook tolwegen in Noorwegen.

Veruit de meeste tolwegen van Scandinavië zijn gelegen in Noorwegen, waar voor veel tunnels, bruggen en autosnelwegen tol betaald moet worden. De tolheffing in Noorwegen wijkt af van elders in Europa, omdat deze voornamelijk via Electronic Toll Collection (ETC) gaat, met de AutoPASS. Daarnaast is de tolstructuur in Noorwegen anders, waar in Zuid-Europa de meeste tolwegen onder een langdurige concessie zijn, wordt op de wegen in Noorwegen alleen tol geheven om een vooraf vastgesteld aandeel van de aanlegkosten terug te betalen. Bijna alle tolwegen in Noorwegen worden na 10 tot 15 jaar (soms 20 jaar) weer tolvrij. Daarnaast heeft Noorwegen tolcordons rond grote en kleinere steden, waar lokale infrastructuur van bekostigd wordt. Dit is een soort congestieheffing.

Buiten Noorwegen zijn er een beperkt aantal tolwegen. De snelwegen van Denemarken, Finland en Zweden zijn in principe tolvrij, alleen in Denemarken moet voor de twee grote bruggen, de Grote Beltbrug en de Øresundbrug, tol betaald worden. In Zweden zijn in twee steden een congestieheffing, de congestieheffing in Göteborg en de congestieheffing in Stockholm. In Finland zijn in het geheel geen tolwegen.

Maximumsnelheid

De maximumsnelheid in Scandinavië behoort over het algemeen tot de lagere in Europa, wat komt omdat de meeste landen weinig snelwegen hebben. Denemarken is het enige land waar 130 km/h gereden mag worden op autosnelwegen. In Finland is dit 120 km/h en in Zweden 110 of 120 km/h. In Noorwegen geldt slechts 100-110 km/h, wat voortkomt uit de geschiedenis, tot vrij recent had Noorwegen nauwelijks snelwegtrajecten buiten bebouwd gebied.

In de meeste landen is de roep om hogere maximumsnelheden op autosnelwegen. In Denemarken is de algemene maximumsnelheid op motorvejer verhoogd van 110 naar 130 km/h, alhoewel 110 nog op veel plekken voorkomt. In Zweden worden langdurig "testen" uitgevoerd met een maximumsnelheid van 120 km/h in plaats van 110. In Noorwegen is al jaren een roep naar hogere maximumsnelheden. Sinds 2014 mag op de E6 en E18 deels 110 km/h gereden worden. Alleen in Finland speelt dit vraagstuk niet tot nauwelijks.

De maximumsnelheid op reguliere hoofdwegen buiten de bebouwde kom varieert van 80 tot 110 km/h. In Denemarken en Noorwegen is dit overwegend 80 km/h, in Zweden is het beeld gemixter, variërend van 70 km/h tot 110 km/h in het noorden, alhoewel de maximumsnelheid van 110 km/h op enkelbaans wegen nog maar sporadisch voorkomt.

In Finland gelden in de winter lagere maximumsnelheden dan in de zomer. In de zomer mag men in Finland op autosnelwegen 120 km/h en op doorgaande hoofdwegen vaak 100 km/h. In de winter liggen de maximumsnelheden 20 km/h lager op beide wegtypes.

Verkeersveiligheid

Scandinavië behoort van oudsher tot de meest verkeersveilige gebieden van Europa. Dit gold lange tijd vooral voor Denemarken en Zweden. Finland en Noorwegen behalen pas in recentere jaren goede resultaten qua verkeersveiligheid. Dit komt mede omdat in met name Noorwegen een relatief groot aandeel verkeer afgewikkeld wordt op bochtige enkelbaans wegen, statistisch gezien zijn dit de minst veilige wegen. Finland loopt het meest achter ten opzichte van de andere Scandinavische landen. De exacte oorzaak hiervoor is niet bekend, mogelijk rijden Finnen vaker onder invloed van alcohol. Qua wegennet wijkt Finland niet wezenlijk af van Zweden. Finland is het enige Scandinavische land dat qua verkeersdoden dicht bij het EU-gemiddelde ligt. De overige Scandinavische landen hebben beduidend minder verkeersdoden dan het EU-gemiddelde.

Klimaat & verkeer

De Noordkaap, het noordelijkste punt van Europa dat over de weg bereikbaar is.

Vanwege de noordelijke ligging is Scandinavië in de winter beduidend kouder dan de meeste andere delen van Europa. Daarom wijkt het verkeer in deze landen af van wat men elders in Europa ziet.

Grote delen van Finland, Noorwegen en Zweden zijn in de winter langdurig met sneeuw bedekt. Winterbanden zijn daar verplicht. Daarnaast rijdt men in sommige gebieden met spijkerbanden. Vrachtwagens moeten in met name Noorwegen extra opletten vanwege de smalle wegen. In Noorwegen valt vaak veel sneeuw en is bovendien sprake van harde wind, waardoor bruggen langs de kust en met name de weinig beschutte routes over hoogvlaktes en bergpassen afgesloten worden. Rijden in kolonne is iets wat bijna alleen in Noorwegen voorkomt, het heet kolonnekjøring.[1] In Denemarken is het klimaat meer gematigd en niet erg afwijkend van Nederland. Weersomstandigheden die het verkeer beïnvloeden zijn met name harde wind op de grote bruggen, de Grote Beltbrug wordt in de herfst en winter frequent kortstondig afgesloten vanwege harde wind.

Daarnaast wordt het in het binnenland van Finland en Zweden veel kouder in de winter dan elders in Europa. In de Scandinavische landen wordt een ander type winterdiesel verkocht, dat bestand is tegen de lagere temperaturen. Daarnaast hebben veel auto's blokverwarming of een standkachel, zodat de auto en motor wordt opgewarmd voordat men wegrijdt. Veel auto's worden met een stekker aangesloten op het elektriciteitsnet, in sommige delen van Finland en Zweden zijn dergelijke aansluitingen ook op publieke parkeerplaatsen gebruikelijk. Blokverwarming of een standkachel garandeert dat de motor kan starten na een koude nacht. Een hogere klasse winterdiesel zorgt ervoor dat de diesel niet kristalliseert bij lage temperaturen.

Een ander veiligheidsvraagstuk in Scandinavië is overstekend wild, met name groot wild, zoals elanden. Er zijn op grote schaal aanrijdingen met groot wild, met soms fatale gevolgen voor auto-inzittenden. In Noorwegen moeten soms wegen langere tijd worden afgesloten als duizenden elanden een bergpas oversteken. In dunbevolkte bosgebieden kan men 's nachts beter wat langzamer rijden om groot wild op tijd waar te nemen. Een aanrijding met een eland kan makkelijk in een total loss situatie resulteren. Een volwassen eland weegt tussen 400 en 700 kg.

Vrachtverkeer

In de meeste Scandinavische landen zijn lange zware vrachtwagens of "LZV's", gangbaar. Deze hebben een maximale lengte van 25,25 meter en wegen maximaal 60 ton. In de bosbouw in Noord-Zweden worden nog langere vrachtwagens van 31,4 meter lengte ingezet.[2] Alleen in Noorwegen zijn LZV's minder gangbaar, maar langere vrachtwagens worden hier ook incidenteel in de bosbouw ingezet. Daarnaast ziet men in Scandinavië vaker vrachtwagens die twee achterassen hebben vanwege de hogere toegestane massa's.

Wegbeheerders

In alle vier landen zijn publieke wegbeheerders. Daarnaast zijn er enkele tolwegen onder concessie, vooral in Denemarken en Noorwegen. In Noorwegen zijn daarnaast veel privéwegen waarvoor tol betaald moet worden. Finland en Zweden zijn de enige landen waar een algemene beheerder is voor alle vormen van verkeer. In Denemarken en Noorwegen is bijvoorbeeld het wegbeheer gescheiden van het spoorbeheer.

  • Denemarken: Vejdirektoratet[3]
  • Finland: Väyla[4]
  • Noorwegen: Statens Vegvesen[5]
  • Zweden: Trafikverket[6]

In andere talen

  • Deens (Dansk): Skandinavien
  • Duits (Deutsch): Skandinavien
  • Engels (English): Scandinavia
  • Fins (Suomi): Skandinavia
  • Frans (Français): Scandinavie
  • IJslands (Íslenska): Skandinavía
  • Noors (Norsk): Skandinavia
  • Zweeds (Svenska): Skandinavien

Referenties