Wegverbreding: verschil tussen versies

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
46 bytes toegevoegd ,  2 jan 2009
k
spelling en kleine aanpassingen
(Nieuwe pagina: Een '''wegverbreding''' is een term om het toevoegen van capaciteit op wegen te omschrijven. Meestal gebeurd dit in de vorm van extra rijstroken, maar soms is het alleen het verbreden...)
 
k (spelling en kleine aanpassingen)
Regel 1: Regel 1:
Een '''wegverbreding''' is een term om het toevoegen van capaciteit op wegen te omschrijven. Meestal gebeurd dit in de vorm van extra rijstroken, maar soms is het alleen het verbreden van de [[rijbaan]], bijvoorbeeld wanneer eerder versmalde rijstroken zijn toegepast bij een provisorische wegverbreding. Ook het toevoegen van een [[vluchtstrook]] kan worden gezien als een wegverbreding, al voegt dit feitelijk geen capaciteit toe.
Een '''wegverbreding''' is een term om het toevoegen van capaciteit op wegen te omschrijven. Meestal gebeurt dit in de vorm van extra rijstroken, maar soms is het alleen het verbreden van de [[rijbaan]], bijvoorbeeld wanneer eerder versmalde rijstroken zijn toegepast bij een provisorische wegverbreding. Ook het toevoegen van een [[vluchtstrook]] kan worden gezien als een wegverbreding, al voegt dit feitelijk geen capaciteit toe.


==Aanleidingen==
==Aanleidingen==
Regel 5: Regel 5:
De belangrijkste redenen om een weg te verbreden is uiteraard [[congestie]], bijvoorbeeld wanneer er meer verkeer over een weg rijdt dan waar deze oorspronkelijk op ontworpen is. Een veel voorkomende wegverbreding is van 2x2 naar 2x3 rijstroken, met name in stedelijke en plattelandsgebieden.
De belangrijkste redenen om een weg te verbreden is uiteraard [[congestie]], bijvoorbeeld wanneer er meer verkeer over een weg rijdt dan waar deze oorspronkelijk op ontworpen is. Een veel voorkomende wegverbreding is van 2x2 naar 2x3 rijstroken, met name in stedelijke en plattelandsgebieden.


Veel snelwegen die vanaf de jaren 30 tot de jaren 50 zijn aangelegd werden ontworpen op de verkeerssituatie en bevolkingsomvang van die tijd. Sindsdien is in bijna alle landen en stedelijke gebieden de bevolkingsomvang gegroeid. Met name tussen de jaren 50 en 90 groeide de bevolking snel, in Nederland met 11 miljoen in 1950 tot 16 miljoen eind jaren 90. De toegenomen welvaart heeft ervoor gezorgd dat feitelijk ieder huishouden een auto voor de deur heeft, er zijn in Nederland in 2008 7.242.000 huishoudens terwijl er 7.391.000 personenauto's zijn, op een totaal van ruim 10 miljoen voertuigen. De autoafhankelijkheid is in veel westerse landen hoog, vanwege de efficiëntie van deur-tot-deur en betrouwbaar vervoer, in tegenstelling tot veel andere modaliteiten.  
Veel snelwegen die vanaf de jaren 30 tot de jaren 50 in de 20e eeuw zijn aangelegd werden ontworpen op de verkeerssituatie en bevolkingsomvang van die tijd. Sindsdien is in bijna alle landen en stedelijke gebieden de bevolkingsomvang gegroeid. Met name tussen de jaren 1950 en 1990 groeide de bevolking snel, in Nederland met 11 miljoen in 1950 tot 16 miljoen eind jaren 90. De toegenomen welvaart heeft ervoor gezorgd dat feitelijk ieder huishouden een auto voor de deur heeft, er zijn in Nederland in 2008 7.242.000 huishoudens terwijl er 7.391.000 personenauto's zijn, op een totaal van ruim 10 miljoen voertuigen. De autoafhankelijkheid is in veel westerse landen hoog, vanwege de efficiëntie van deur-tot-deur en betrouwbaar vervoer, in tegenstelling tot veel andere modaliteiten.  


Daarnaast spelen de veranderingen in de ruimtelijke ordening een rol. Vanaf de jaren 50 zijn veel steden fors in bevolkingsomvang gegroeid, en zijn er zogenaamde groeikernen gerealiseerd, zoals Zoetermeer, Almere en Purmerend, terwijl de werkgelegenheid vooral op de oude locaties in de centrale steden bleef. Dit zorgt ervoor dat het forenzisme flink toe nam vanaf die tijd.  
Daarnaast spelen de veranderingen in de ruimtelijke ordening een rol. Vanaf de jaren 50 van de 20e eeuw zijn veel steden fors in bevolkingsomvang gegroeid, en zijn er zogenaamde groeikernen gerealiseerd, zoals Zoetermeer, Almere en Purmerend, terwijl de werkgelegenheid vooral op de oude locaties in de centrale steden bleef. Dit zorgt ervoor dat het forensisme flink toenam vanaf die tijd.  


Ook de [[modal split]] speelt een rol. In Nederland speelt het [[openbaar vervoer]] een relatief kleine rol. Het vervoert weinig [[keuzereiziger]]s en op het totaal vervult het OV slechts 10,9% van de totale vervoersbehoefte.[http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37739&D1=a&D2=0&D3=a&HD=090102-1231&HDR=T&STB=G2] Het fietsaandeel is met 7,2% niet gering, maar de auto vervult met 75,8% veruit de grootste rol, gerekend naar [[reizigerskilometer]]s.  
Ook de [[modal split]] speelt een rol. In Nederland speelt het [[openbaar vervoer]] een relatief kleine rol. Het vervoert weinig [[keuzereiziger]]s en op het totaal vervult het OV slechts 10,9% van de totale vervoersbehoefte.[http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37739&D1=a&D2=0&D3=a&HD=090102-1231&HDR=T&STB=G2] Het fietsaandeel is met 7,2% niet gering, maar de auto vervult met 75,8% veruit de grootste rol, gerekend naar [[reizigerskilometer]]s.  


Een vierde factor is de betaalbaarheid van mobiliteit. In gebieden waar automobiliteit goedkoop is, bijvoorbeeld in de [[Verenigde Staten]], ligt het aandeel auto met 90% behoorlijk hoog. In gebieden waar automobiliteit duurder is, kan deze voor huishoudens met een laag inkomen een reden zijn om minder van de auto gebruik te maken. De [[prijselasticiteit]] van mobiliteit is echter relatief beperkt, daar mobiliteit een basisbehoefte is. De explosieve groei van de brandstofprijs in midden 2008 heeft er niet voor gezorgd dat men minder ging rijden. De economische conjuctuur heeft hier wel invloed op, bijvoorbeeld wanneer het aantal werklozen fors toeneemt zal er minder geforenst worden. Daarnaast speelt de vraag naar vrachtverkeer een rol.
Een vierde factor is de betaalbaarheid van mobiliteit. In gebieden waar automobiliteit goedkoop is, bijvoorbeeld in de [[Verenigde Staten]], ligt het aandeel auto met 90% behoorlijk hoog. In gebieden waar automobiliteit duurder is, kan deze voor huishoudens met een laag inkomen een reden zijn om minder van de auto gebruik te maken. De [[prijselasticiteit]] van mobiliteit is echter relatief beperkt, daar mobiliteit een basisbehoefte is. De explosieve groei van de brandstofprijs in midden 2008 heeft er nauwelijks voor gezorgd dat men minder ging rijden. De economische conjuctuur heeft hier wel invloed op, bijvoorbeeld wanneer het aantal werklozen fors toeneemt zal er minder geforenst worden. Daarnaast speelt de vraag naar vrachtverkeer een rol.


==Wegverbreding==
==Wegverbreding==
Regel 31: Regel 31:
==Technische verbreding==
==Technische verbreding==


Een verbreding realiseren is vaak kostbaar, zeker wanneer in het verleden geen [[ruimtereservering]] gemaakt is bij de aanleg van de weg, of wanneer die ruimtereservering al eens gebruikt is bij een eerdere verbreding. In veel gevallen blijken viaducten en bruggen te smal voor een verbreding, en moet een brug verbreedt of zelfs nieuw gebouwd worden. In rigoureuze gevallen kan men er ook voor kiezen om de bestaande bijvoorbeeld 2x2 rijstroken om te bouwen tot één rijbaan met 2x3 of 2x4 rijstroken met een ruimtereservering, en er een tweede rijbaan met 2x3 of 2x4 rijstroken bij te bouwen. In de meeste gevallen geldt dat hoe langer men wacht met een verbreding, des te vaker zal een capaciteitsvergroting met één [[rijstrook]] per richting niet voldoende blijken. Bij toekomstgericht bouwen worden vaak meteen meerdere rijstroken toegevoegd. Dit is bijvoorbeeld het geval op de Nederlandse [[A2 (Nederland)|A2]], waarbij de weg over verschillende trajecten er direct 2 rijstroken per richting bij krijgt. Dit is ook van belang om een [[robuust wegennet]] te creeëren.  
Een verbreding realiseren is vaak kostbaar, zeker wanneer in het verleden geen [[ruimtereservering]] gemaakt is bij de aanleg van de weg, of wanneer die ruimtereservering al eens gebruikt is bij een eerdere verbreding. In veel gevallen blijken viaducten en bruggen te smal voor een verbreding, en moet een brug verbreed worden of zelfs nieuw gebouwd worden. In rigoureuze gevallen kan men er ook voor kiezen om de bestaande bijvoorbeeld 2x2 rijstroken om te bouwen tot één rijbaan met 2x3 of 2x4 rijstroken met een ruimtereservering, en er een tweede rijbaan met 2x3 of 2x4 rijstroken bij te bouwen. In de meeste gevallen geldt dat hoe langer men wacht met een verbreding, des te vaker zal een capaciteitsvergroting met één [[rijstrook]] per richting niet voldoende blijken. Bij toekomstgericht bouwen worden vaak meteen meerdere rijstroken toegevoegd. Dit is bijvoorbeeld het geval op de Nederlandse [[A2 (Nederland)|A2]], waarbij de weg over verschillende trajecten er direct 2 rijstroken per richting bij krijgt. Dit is ook van belang om een [[robuust wegennet]] te creeëren.  


Meestal wordt een periode van 20 jaar gekozen om vooruit te kijken. Verder kijken blijkt vaak met modellen niet betrouwbaar genoeg te voorspellen. Men moet rekening houden met de huidige vraag, en de toekomstige vraag ten gevolge van toekomstige ruimtelijke veranderingen, zoals het bouwen van nieuwe woonwijken of werkcentra.  
Meestal wordt een periode van 20 jaar gekozen om vooruit te kijken. Verder kijken blijkt vaak met modellen niet betrouwbaar genoeg te voorspellen. Men moet rekening houden met de huidige vraag, en de toekomstige vraag ten gevolge van toekomstige ruimtelijke veranderingen, zoals het bouwen van nieuwe woonwijken of werkcentra.  
afbeelders, bureaucraten
11.894

bewerkingen

Navigatiemenu