Verenigde Staten

Uit Wegenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
United States of America
Hoofdstad Washington
Oppervlakte 9.826.675 km²
Inwonertal 334.915.000
Lengte wegennet 11.508.255 km
Lengte snelwegennet 107.973 km[1][2]
Eerste snelweg 1938[3]
Benaming snelweg freeway, expressway
Verkeer rijdt rechts
Nummerplaatcode USA
De Verenigde Staten.

De Verenigde Staten (Engels: United States of America) is een groot land in Noord-Amerika. Het land bestaat uit 50 staten, een federaal district en verschillende territoria. Het belangrijkste deel van de VS zijn de 48 zogenaamde "contiguous states" (aaneengesloten staten), dit zijn alle staten behalve Alaska en Hawaii. De hoofdstad van de Verenigde Staten is Washington, D.C. De grootste stad is New York City. Het land wordt begrensd door twee landen; Canada in het noorden en Mexico in het zuiden. Niet ver van Alaska ligt Rusland. De Verenigde Staten telt 335 miljoen inwoners (2023)[4] op 9.826.630 km², het op twee na grootste land ter wereld, na Canada en Rusland. De bevolking is etnisch zeer divers, door de immigratie zijn bijna alle bevolkingsgroepen vertegenwoordigd. De Amerikaanse economie is de grootste ter wereld, met een bnp van 26,1 biljoen dollar in 2023.[5] De bevolkingsdichtheid bedraagt 34 inwoners/km² en het land staat daarmee op de 185e plaats.

Inleiding

Geografie

agglomeratie (MSA) inwonertal (2017)
New York City 20.321.000
Los Angeles 18.789.000
Chicago 9.533.000
Dallas-Fort Worth 7.400.000
San Francisco 7.111.000
Houston 6.892.000
Washington 6.217.000
Miami 6.159.000
Philadelphia 6.096.000
Atlanta 5.885.000
Boston 4.837.000
Phoenix 4.737.000
Detroit 4.313.000

De Verenigde Staten beslaat een groot deel van het Noord-Amerikaanse continent. Het is gelegen tussen de Atlantische Oceaan in het oosten en de Pacifische Oceaan in het westen. Het grenst in het noorden aan Canada en in het zuiden aan Mexico. Naar het zuiden ligt ook de Golf van Mexico. Het land wordt frequent onderverdeeld in 'the lower 48', de 48 aaneengesloten (contiguous) staten en Alaska en Hawaii. De 'lower 48' meet 4.400 kilometer van west naar oost en 2.600 kilometer van noord naar zuid. Alaska ligt ten noordwesten van Canada en beslaat een enorm gebied, niet alleen het vasteland van Alaska, maar ook de Aleoeten, een langgerekte eilandengroep. De verste eilanden liggen op ruim 8.800 kilometer afstand van Florida. De eilandstaat Hawaii ligt ten zuidwesten van de Verenigde Staten, op 4.000 kilometer afstand van Los Angeles. Hawaii is de zuidelijkste staat en ligt zuidelijker dan vaak gedacht wordt. Hawaii ligt op dezelfde breedtegraad als Mexico City.

Geografisch is de Verenigde Staten zeer divers. De oostkust wordt gedomineerd door stedelijke agglomeraties en dichtbeboste gebieden, met verder landinwaarts de Appalachian Mountains. Ten westen daarvan liggen de valleien van de Mississippi River en de Ohio River. Naar het zuiden liggen de dichte bossen van het zuiden en het schiereiland van Florida. In Louisiana ligt de enorme delta van de Mississippi River. In het centrale noorden ligt de 'Great Lakes Region', ook wel bekend als de 'Upper Midwest', met een aantal van 's werelds grootste meren, waarvan het Lake Superior het grootste is.

Het midden van de Verenigde Staten wordt gedomineerd door de Midwest, een agrarisch gebied met uitgestrekte vlaktes, die naar het westen toe overgaan in de High Plains, een vrijwel boomloos en zeer dunbevolkt gebied. Westelijk daarvan liggen de Rocky Mountains, die noord-zuid door de Verenigde Staten lopen. De hoogste berg daarvan is de 4.401 meter hoge Mount Elbert in Colorado. Westelijk van de Rocky Mountains ligt het 'Great Basin', ook wel bekend als de 'Intermountain West', met woestijnen en vlaktes doorsneden door bergruggen. Ten westen daarvan liggen twee noord-zuid georiënteerde bergketens, de Sierra Nevada in California en de Cascades in de Pacific Northwest. Dit gaat over in de 'West Coast', de kuststreek van de Pacifische Oceaan met zijn miljoenensteden, maar ook met ruige natuur.

Northeast

De regio 'Northeast' omvat het noordoosten van de Verenigde Staten. Hier liggen de grote steden als New York City, Philadelphia, Pittsburgh en Boston. Het omvat de staten Connecticut, Maine, Massachusetts, New Hampshire, New Jersey, New York, Pennsylvania en Vermont volgens het U.S. Census Bureau. Dit gebied kent een verstedelijkte kustregio en een dunner bevolkt binnenland, met enkele berggebieden, zoals het noorden van de Appalachian Mountains, de Adirondack Mountains, de Green Mountains en de White Mountains.

Southern United States

De Delaware Memorial Bridge (I-295) tussen Delaware en New Jersey.

Het zuiden van de Verenigde Staten is feitelijk het zuidoosten. De definitie hiervan verschilt, vaak wordt ook onderscheid gemaakt tussen de 'Deep South' en de 'Upper South'. Het omvat volgens het Census Bureau de staten Alabama, Arkansas, Delaware, Florida, Georgia, Kentucky, Louisiana, Maryland, Mississippi, North Carolina, Oklahoma, South Carolina, Tennessee, Texas, Virginia en West Virginia. Het is de dichtstbevolkte regio van de Verenigde Staten met meer dan 115 miljoen inwoners. De hoofdstad Washington, D.C. is in de regio gelegen. Andere grote steden zijn Atlanta, Austin, Baltimore, Dallas, Houston, Miami, New Orleans, Oklahoma City en San Antonio.

Geografisch kent de regio veel verschillen, met de vlaktes en prairies in Oklahoma en Texas, de woestijnen van West Texas, de kust van de Golf van Mexico, de dichte bossen van de kustvlaktes, de Appalachian Mountains met de 2.037 meter hoge Mount Mitchell in North Carolina als hoogste punt. Grote rivieren zijn de Mississippi River, Savannah River, Rio Grande, Arkansas River, Ohio River, Tennessee River en Potomac River.

Midwest

De Midwest omvat het gebied rond de Great Lakes, ten noorden van de Ohio River en de agrarische staten ten westen van de Missisippi River. Volgens het Census Bureau omvat het de staten Indiana, Illinois, Iowa, Kansas, Michigan, Minnesota, Missouri, Nebraska, North Dakota, Ohio, South Dakota en Wisconsin. Rond de Great Lakes liggen grote steden als Chicago, Detroit en Milwaukee. Andere grote steden in de regio zijn Columbus, Indianapolis, Kansas City, Minneapolis, Omaha en St. Louis.

De Midwest is vlak, maar niet uniform boomloos als vaak wordt aangenomen. Met name ten oosten van de Mississippi River is veel bebossing aanwezig. Er zijn geen dominante bergketens, maar wel heuvelgebieden zoals de Ozarks in Missouri en de Black Hills in South Dakota, met de 2.208 meter hoge Harney Peak als hoogste punt. Het gebied wordt naar het westen toe droger. De Midwest staat bekend als onderdeel van 'Tornado Alley', waar jaarlijks veel tornado's voorkomen.

Western United States

De SH 72/SH 119 in Nederland, Colorado.

Het westen van de Verenigde Staten is geografisch de grootste regio van het land, en beslaat bijna de helft van de landoppervlakte van de Verenigde Staten. Volgens het Census Bureau vallen de staten Alaska, Arizona, California, Colorado, Hawaii, Idaho, Montana, Nevada, New Mexico, Oregon, Utah, Washington en Wyoming onder de definitie. Het gebied wordt weer opgedeeld in de regio's 'Mountain West', dat het westen van de High Plains, de Rocky Mountains en het Great Basin omvat, en de 'West Coast', wat de kuststaten omvat. De kustregio is dichtbevolkt, het binnenland is overwegend dunbevolkt, alhoewel er tal van grotere steden zijn.

De belangrijkste steden van de regio zijn Denver, Las Vegas, Los Angeles, Phoenix, Sacramento, Salt Lake City, San Diego, San Francisco en Seattle. De regio heeft relatief weinig grote rivieren, in het zuidoosten stroomt de Colorado River, in het noordwesten de Columbia River. Grote delen van het westen zijn woestijnachtig. De Pacific Northwest heeft een meer gematigd klimaat met meer neerslag en minder hoge temperaturen.

Economie

De Verenigde Staten heeft de grootste economie ter wereld. Het land heeft grote voorraden van natuurlijke grondstoffen, zoals olie, gas en kolen. Olie en gas wordt gewonnen in Texas, Oklahoma, de Dakota's en Alaska. Tevens wordt er veel olie gewonnen in de Golf van Mexico. Via de frackingmethode is de Verenigde Staten in korte tijd één van de grootste olieproducenten ter wereld geworden en kan sindsdien in de eigen energiebehoefte voorzien. Sinds 2020 is de Verenigde Staten een netto exporteur van olie.[6] In 2023 werd het land de grootste exporteur van LNG (vloeibaar aardgas) ter wereld,[7] in korte tijd is een reusachtige LNG-export ontwikkeld, voor 2016 exporteerde de Verenigde Staten nagenoeg geen LNG.[8] Kolen worden voornamelijk gewonnen in het midden van de Appalachian Mountains en Wyoming. De productie van kolen piekte in 2008 en was tegen 2022 gehalveerd.[9]

Het land heeft een ontwikkelde industriesector, met name high tech, defensie en informatietechnologie. De Verenigde Staten domineert in software met diverse techgiganten. De maakindustrie is gedecimeerd sinds de jaren '60, met name de zware industrie, wat de 'Rust Belt' heeft gecreëerd in het noordoosten en de Great Lakes, grote steden met een drastisch teruglopend inwonertal, waar de economie voorheen sterk gebaseerd was op staal en metaal. In het Midwesten zijn ook veel kleine regiostadjes die vaak sterk afhankelijk zijn van één industrie, en daardoor gevoelig voor neergang. De Verenigde Staten is één van 's werelds grootste autoproducenten. Productie bevindt zich voornamelijk in staten als Alabama, Kentucky en Michigan.

De Amerikaanse dollar ($) is 's werelds belangrijkste munt. Als exportland is de Verenigde Staten relatief klein naar verhouding tot het inwonertal. De export is vooral gebaseerd op high tech, energie en chemie. Het land heeft een laag belastingniveau en lage energieprijzen vergeleken met Europa. De inkomensverschillen zijn echter relatief groot, met name in grote steden en de westelijke kuststaten. De armste gebieden zijn de staat Mississippi, de regio 'Coalfields' in het oosten van Kentucky en het zuidwesten van West Virginia is een achtergebleven en fysiek geïsoleerd gebied. De kosten voor levensonderhoud variëren sterk per regio en zijn bijzonder hoog in California en de Northeast, maar laag in het Midwesten en zuiden van de Verenigde Staten. Gerekend naar kosten voor levensonderhoud is met name de armoede in California groot, het omvat iets meer dan 10 procent van de bevolking, maar meer dan 30 procent van alle 'welfare benefits', uitkeringen en ondersteuningen om te voorzien in het levensonderhoud. Daarnaast is de inkomensongelijkheid met name in New York City extreem groot, als de stad een land zou zijn, zou dit het 15e meest ongelijke land ter wereld zijn.

Demografie

census inwonertal
1900 76.212.000
1910 92.228.000
1920 106.022.000
1930 123.203.000
1940 132.165.000
1950 151.326.000
1960 179.323.000
1970 203.211.000
1980 226.546.000
1990 248.710.000
2000 281.422.000
2010 308.746.000
2020 329.484.000
De SH 141 door de Unaweep Canyon in Colorado.

De Verenigde Staten is etnisch gezien een zeer gevarieerd land, het resultaat van eeuwen aan immigratie. Recente immigratie is vooral uit Latijns-Amerika en delen van Zuid- en Oost-Azië. Het land telt 334 miljoen inwoners, in 1900 telde het land nog 76 miljoen inwoners. De Verenigde Staten is het enige westerse land met een forse bevolkingsgroei. Bijna 78% van de inwoners is blank, waarvan 62% geen hispanic achtergrond hebben. 13% bestaat uit African Americans, grotendeels afstammelingen uit de tijd van de slavernij. Ruim 5% is Aziatisch en ruim 1% Native American. Hispanic/Latino omvatten ongeveer 18% van alle inwoners en worden tot zowel het blanke als het zwarte ras gerekend. Bijna 13% van de Amerikanen is in het buitenland geboren, ruim de helft daarvan in Mexico.

Ongeveer 82% van de Amerikanen woont in stedelijke gebieden. In 2021 waren er 328 steden met meer dan 100.000 inwoners, 122 steden met meer dan 200.000 inwoners, 37 steden met meer dan 500.000 inwoners en 9 steden met meer dan 1 miljoen inwoners. Statistisch worden grootstedelijke agglomeraties gedefinieerd als een 'metropolitan statistical area' (MSA). Hiervan zijn er 384, waarvan er 56 meer dan 1 miljoen inwoners tellen. De 5 grootste metropolen zijn New York City, Los Angeles, Chicago, Dallas en Houston. De snelste bevolkingsgroei is in het zuiden en westen van de Verenigde Staten. Met name stedelijke gebieden als Dallas, Houston, Las Vegas en Phoenix zijn zeer snel gegroeid sinds de jaren '50 van de 20e eeuw.

Geschiedenis

De US 163 in Utah in Monument Valley.

Columbus was de eerste Europeaan die Noord-Amerika ontdekte in 1492. Vanaf begin 17e eeuw werd het oosten van de Verenigde Staten langzaam gekoloniseerd door Europeanen. In 1770 hadden de '13 Colonies' aan de oostkust 2,1 miljoen inwoners. Tussen 1775 en 1783 werd de American Revolutionary War gevochten tussen de 13 kolonies en Groot-Brittannië, dat op 4 juli 1776 leidde tot het uitroepen van de onafhankelijkheid. In 1789 werd de Amerikaanse grondwet van kracht en George Washington was de eerste Amerikaanse president.

In 1803 volgde de 'Louisiana Purchase', waarbij een groot deel van het midden van het continent werd gekocht van Frankrijk. Dit omvatte veel meer dan alleen Louisiana, het strekte zich uit tot aan de grens met Canada en tot de Rocky Mountains. In 1845 werd Texas geannexeerd, in 1846 volgde het Oregon Territory in het noordwesten en in 1848 werd het zuidwesten van de Verenigde Staten door Mexico afgestaan. Hiermee kregen de Verenigde Staten grotendeels zijn huidige vorm voor wat betreft de 'lower 48'. In 1853 volgde nog de Gadsden Purchase van Mexico en omvatte het zuiden van Arizona. In 1867 werd Alaska van Rusland gekocht en in 1898 werd Hawaii geannexeerd. Deze gebieden zijn uiteindelijk gevormd tot verschillende staten, het meest recent Hawaii in 1959.

In 1848-1849 was er de goudkoorts in California die een grote migratie westwaarts veroorzaakte. De 'American West' heeft nog steeds een mythische status in het land. In het oosten van de Verenigde Staten was er onenigheid tussen het noorden en zuiden over de slavernij. In 1860 werd de Republikein Lincoln president. Hij was anti-slavernij, wat ervoor zorgde dat 13 staten zich afscheidden van de Verenigde Staten en de 'Confederate States' vormden. Hierna volgde de Amerikaanse Burgeroorlog tot 1865, die gewonnen werd door het noorden (de 'Union'), wat tot de afschaffing van de slavernij leidde.

Eind 19e eeuw industrialiseerde de Verenigde Staten in hoog tempo en werd de grootste economie ter wereld. Nationale infrastructuur als de telegraaf en transcontinentale spoorlijnen werden aangelegd, en fabrieken openden in het noordoosten en rond de Great Lakes. De Verenigde Staten bleef in eerste instantie neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog en vocht pas vanaf 1917 mee. In de jaren '20 van de 20e eeuw groeide de Amerikaanse economie zeer snel, gevolgd door een diepe recessie in de jaren '30. Daar bovenop kwam de 'Dust Bowl', waarbij veel landbouwgrond in het Midwesten onbruikbaar werd. Dit veroorzaakte een enorme migratie naar het westen van de Verenigde Staten, met name California. Tegelijkertijd migreerden veel African Americans van het zuiden naar de industriële gebieden in het noorden van de Verenigde Staten.

De Verenigde Staten probeerde neutraal te blijven tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar werd in 1941 aangevallen door Japan, waarna de Verenigde Staten meevocht aan de geallieerde zijde in Europa, Noord-Afrika en de Pacifische Oceaan. De oorlog kwam ten einde nadat de Verenigde Staten in 1945 de Japanse steden Nagasaki en Hiroshima bombardeerde met atoombommen. De economie van de Verenigde Staten leed weinig schade onder de oorlog en het land werd daarna een wereldmacht. Vanaf de jaren '50 tot eind jaren '80 volgde de Koude Oorlog met de Sovjetunie, met tal van proxy-conflicten zoals in Korea en Vietnam. De Amerikaanse steden groeiden zeer snel en vanaf 1956 werd het Interstate Highway programma opgezet om alle steden met freeways te verbinden, wat tot 2012 het grootste snelwegennet ter wereld was.

Wegennet

Het Interstate Highway netwerk.
Het 'High Five Interchange' in Dallas, Texas.

Het wegennet in de Verenigde Staten is uitgebreid, met circa 11,5 miljoen kilometer publieke weg, waarvan tweederde in stedelijk gebied liggen. Daaronder valt circa 108.000 kilometer aan autosnelwegen, die grotendeels gevormd worden door de Interstate Highways, maar ook door andere wegen, zoals US Highways en state highways. In het oosten komen ook veel parkways voor, met name rond New York. Sinds 2013 heeft de Verenigde Staten het op één na grootste snelwegennet ter wereld, daarvoor had het lange tijd het grootste snelwegennet ter wereld, maar de snelle groei van het snelwegennet van China zorgde ervoor dat China op 31 december 2013 de Verenigde Staten inhaalde.

Naast de autosnelwegen heeft de Verenigde Staten ook een zeer groot netwerk van 2x2 divided highways. Dit zijn wegen met veelal gescheiden rijbanen, minimaal 2 rijstroken per richting, maar met gelijkvloerse kruispunten. In plattelandsgebieden zijn veel van dit soort wegen niet voorzien van verkeerslichten of rotondes, waardoor ze in combinatie met een hogere maximumsnelheid feitelijk functioneren als gelijkvloerse autosnelwegen. De Verenigde Staten heeft 144.000 kilometer van dit soort wegen met 4 of meer rijstroken buiten de stedelijke gebieden. Inclusief de Interstate Highways heeft de Verenigde Staten bijna 250.000 kilometer wegen met minimaal 4 rijstroken. Inclusief de stedelijke wegen heeft de Verenigde Staten circa 360.000 kilometer weg met minimaal 4 rijstroken.[10]

wegtype lengte
Interstate Highway 78.019 km
other freeways 30.056 km
4 lane arterial (rural) 144.443 km
4 lane arterial (urban) 107.026 km

Wegbeheer

De wegen in de Verenigde Staten worden beheerd door de federale overheid, staten, counties, townships en steden. Alhoewel een landelijke wegnummering is in de vorm van de Interstate Highways en US Highways (die ook wel eens onterecht 'Federal Highways' worden genoemd), zijn deze wegen in het beheer van de staten, maar komen wel in aanmerking voor federale financiering. Het United States Department of Transportation is het federale ministerie dat over transport gaat. Het US DOT beheert echter zelf geen wegen. Elke staat heeft een Department of Transportation of lokale variant daarvan. Deze beheren het netwerk van state highways, waaronder ook de Interstate Highways en US Highways vallen. Counties beheren de county roads en gemeenten beheren gemeentelijke wegen, vaak alleen binnen de bebouwde kom.

De exacte verdeling van wie welke wegen beheert verschilt per staat. Sommige staten hebben een Department of Transportation die bijna alle publieke wegen beheren. In een klein aantal staten bestaan helemaal geen county roads. In dit soort gevallen beheert de staat een disproportioneel groot aandeel van alle wegen. Vaak wordt gezien dat wegen met weinig belang niet in het beheer van een staat horen te zijn, maar de praktijk verschilt van staat tot staat. In de meeste staten beheert het Department of Transportation het primaire en secundaire wegennet, en deelt dit op in Interstate Highways, US Highways en State Highways. Daarnaast zijn er incidenteel andere benamingen, meest prominent de Farm to Market Roads in Texas.

De federale overheid beheert een klein aantal wegen door middel van federale agentschappen, zo beheert de federale National Park Service wegen in nationale parken, en beheert het Bureau of Indian Affairs (BIA) wegen in indianenreservaten.

Een klein aantal wegen is in privaat beheer, zoals een relatief klein aantal tolwegen. Vaak zijn deze onder concessie, en niet in eigendom van private ondernemingen. In plattelandsgebieden zijn wel vaker private roads, deze zijn vaak onverhard, maar soms wel publiekelijk toegankelijk, al dan niet tegen een toegangsprijs (tol).

Interstate Highways

Zie ook Interstate Highway.

De Interstate 25 in Wyoming.

De Interstate Highways vormen het nationale snelwegennet van de Verenigde Staten en is in 1956 gecreëerd. Het netwerk beslaat 77.000 kilometer,[11] ongeveer driekwart van alle autosnelwegen in het land. In principe zijn alle Interstate Highways als een freeway uitgebouwd, echter niet alle freeways zijn Interstate Highways. De Interstate Highways moeten voldoen aan de ontwerpeisen van Interstate Highways, die strikter zijn dan standaard freeways, de voornaamste diskwalificatie van freeways die geen Interstate Highway kunnen worden zijn smallere vluchtstroken of een geringe doorrijhoogte. Vaak zijn freeways met relatief kleine investeringen op te waarderen zodat ze voldoen aan de ontwerpeisen.

Interstate Highways verlopen in alle staten, maar zijn in Alaska niet bewegwijzerd. Daarnaast is er op Hawaii een afwijkende wegnummering. Het systeem van de 48 aaneengesloten staten is in één netwerk genummerd. De Interstate Highways zijn genummerd in een grid, waarbij oneven routes van zuid naar noord lopen, waarbij de nummering van west (I-5) naar oost (I-99) oploopt. De even routes lopen van west naar oost, waarbij de nummering van zuid (I-2) naar noord (I-96) oploopt. Niet alle nummers zijn in gebruik en een klein aantal nummers wordt twee maal gebruikt in verschillende delen van het land. De nummers eindigend in x0 en x5 worden gezien als de primaire routes en zijn vaak de langste routes.

Het is voorgeschreven dat Interstate Highways en US Highways niet met hetzelfde nummer in één staat voor mogen komen. Binnen dit het nummeringssysteem zouden de nummers in het midden van de Verenigde Staten samenkomen. De meeste even nummers in de serie 50 en 60 worden daarom overgeslagen om verwarring met US Highways te voorkomen.

Het netwerk van de hoofdroutes (één of twee cijfers) wordt aangevuld met hulproutes of auxiliary routes (drie cijfers). Deze nummers zijn gebaseerd op de hoofdroute waar ze van afsplitsen of kruisen. Van de driecijferige nummers zijn de laatste twee nummers gebaseerd op de hoofdroute, en het eerste nummer geeft aan wat voor type verbinding is, een driecijferige Interstate Highway met een even nummer is doorgaans een ringweg of bypass en een driecijferige Interstate Highway met een oneven nummer is een spur of tangent die niet meer terugkeert op de hoofdroute. Deze nummers worden per staat hergebruikt. Een nummer als I-295 kan dus meermalen voorkomen in de verschillende staten. Driecijferige Interstate Highways kunnen door meerdere staten lopen, dit is vooral het geval bij Interstate Highways die rond steden op een staatsgrens lopen. De I-275 vormt de ringweg van Cincinnati en loopt daarbij door drie staten, Indiana, Kentucky en Ohio. Van I-90 zijn in de staat New York alle auxiliary route-nummers vergeven (I-190 t/m I-990).

Interstate Highways kunnen ook zogenoemde Intrastate Highways vormen, dit zijn hoofdroutes met één of twee cijfers die door slechts één staat lopen. Hiervan zijn vrij veel voorbeelden. Driecijferige Interstate Highways zijn heel vaak 'intrastate' en worden daarom niet als afwijking beschouwd. Ook kunnen er schendingen in het wegnummeringssysteem voorkomen, bijvoorbeeld een nummer dat goed in positie van het netwerk ligt. Een (berucht) voorbeeld is I-99 in Pennsylvania, die ten westen van I-95 ligt, terwijl dat volgens het systeem niet kan en er ten oosten van had moeten liggen. Ondanks het grid zijn er verder een aantal routes die in windrichting afwijken van de richting die het nummer suggereert, een voorbeeld is I-69 in Michigan, dat een noord-zuidnummer is, maar de snelweg buigt een lang stuk naar het oosten af. Soms kruisen routes elkaar, zoals I-89 die ten oosten van I-91 begint, maar deze in Vermont kruist en dan ten westen van I-91 loopt, zoals het volgens het systeem zou horen.

US Highways

De US 6 in Nevada.

Zie ook United States Highway.

De US Highways zijn in 1926 geïntroduceerd en vormden de eerste nationale wegnummering in de Verenigde Staten. Ze werden geïntroduceerd in een tijd dat staten ook net hun eerste wegnummering hadden ingevoerd. Veel staten hebben daarom eind jaren '20 en in de jaren '30 hun state highways alweer hernummerd vanwege de introductie van US Highways.

Het netwerk van US Highways is veel dichter dan dat van Interstate Highways. Met name in het oosten is een zeer dicht netwerk van US Highways, maar ook in het westen zijn overwegend meer US Highways dan Interstate Highways, met uitzondering van California, waar in 1964 bijna alle US Highways bij een hernummering geschrapt zijn.

De US Highways variëren in uitbouwstandaard, van eenvoudige tweestrooks wegen tot brede freeways in grootstedelijke gebieden. In het Midwesten en zuiden zijn veel US Highways als een 2x2 divided highway uitgevoerd en vullen het netwerk van Interstate Highways aan met relatief hoogwaardige wegen. Op de High Plains zijn zo weinig kruisende wegen en dorpen dat deze 2x2 divided highways functioneren als gelijkvloerse freeways, met een vergelijkbare snelheidslimiet.

Het wegnummeringssysteem van US Highways is vergelijkbaar met dat van de Interstate Highways, waarbij oneven routes zuid-noord lopen en even routes west-oost, met als verschil dat de nummering van de US Highways van oost naar west en van noord naar zuid oploopt, dus andersom dan de Interstate Highways. De driecijferige routes zijn parallelle routes of aftakkingen van hoofdroutes. In veel gevallen zijn driecijferige routes betrekkelijk lang, variërend van enkele honderden kilometers tot routes van meer dan 2.000 kilometer lengte.

De US 20 is de langste US Highway van de Verenigde Staten en loopt van Newport, Oregon naar Boston, Massachusetts over 5.415 kilometer. Deze is nummertechnisch onderbroken in het Yellowstone National Park in Wyoming, maar is fysiek wel een doorgaande route. Oorspronkelijk was de US 6 de langste US Highway en liep van Long Beach, California naar Provincetown, Massachusetts en was oorspronkelijk circa 5.615 kilometer lang.

De nummering van 1926 geldt tegenwoordig nog steeds, maar in de jaren '30 zijn veel routes toegevoegd en andere routes samengevoegd, met name in het westen van de Verenigde Staten. Tot de jaren '60 waren de US Highways verantwoordelijk voor het meeste doorgaande verkeer in het land. In de jaren '60 tot '90 zijn veel US Highways gedeeltelijk of geheel geschrapt na het gereedkomen van een Interstate Highway over of parallel aan de betreffende US Highway. De meeste inkortingen waren in het westen van de Verenigde Staten omdat de Interstate Highways hier vaak pal naast of direct over de oude US Highway zijn aangelegd, waar dat vanwege de bevolkingsdichtheid in het oosten van het land vaak niet mogelijk was. Een bekende geschrapte route was bijvoorbeeld het deel van US 40 tussen San Francisco en Salt Lake City, dat I-80 werd, en de US 80 tussen San Diego en Dallas, dat I-8, I-10 en I-20 werd. Maar wellicht de meest tot de verbeelding sprekende geschrapte route was de US 66 'Route 66' die van Santa Monica, California tot Chicago liep en in 1985 geschrapt werd.

State Highways

De State Route 159 in Nevada.

Elke staat heeft een netwerk van state highways. De naamgeving varieert enigszins per staat, state route en state highway zijn het meest gangbaar, maar ook state road of trunk highway zijn termen die voorkomen. State highways vormen meestal het secundaire wegennet, maar de uitvoering varieert van onverharde wegen tot brede freeways. Enkele van de drukste wegen in de Verenigde Staten zijn een state highway. In tal van staten is een netwerk van 2x2 divided highways aangelegd. Niet zelden vallen ook state highways hieronder. Met name de agglomeraties Dallas-Fort Worth, Los Angeles, Miami, Minneapolis, New York City, Phoenix, San Francisco en Seattle hebben een uitgebreid netwerk van freeways die een state highway zijn.

De dichtheid van het netwerk van state highways verschilt per staat. Niet alleen vanwege de bevolkingsdichtheid, maar ook omdat het per staat verschilt hoe groot het aandeel van alle publieke wegen is die in het beheer zijn van de staat. Bijvoorbeeld in staten als Louisiana, North Carolina, Virginia en West Virginia zijn bijna alle openbare wegen een state highway, wat in een netwerk van tienduizenden kilometers state highway per staat resulteert.

De nummering van state highways verschilt per staat. In veel staten zijn alle wegtypen, Interstate Highway, US Highway en State Highway in één systeem genummerd, maar dat is niet altijd het geval. De manier waarop wegnummers zijn toegekend varieert eveneens, van willekeurig tot chronologisch tot geclusterd en tot een grid. Vaak kan aan het nummer niet worden afgeleid hoe belangrijk een weg is. In diverse staten zijn drie-cijferige state highways als freeway uitgebouwd.

Reference routes

Een reference route is een type state highway waarvan het wegnummer niet bewegwijzerd is. Deze komen in meerdere staten voor, maar de bekendste zijn de ongenummerde parkways in de staat New York, voornamelijk rond New York City, maar ook in de regio Buffalo en Rochester.

Farm to Market Roads

De FM 1092 in Houston.

Bijzonder in Texas zijn de Farm to Market Roads. Dit zijn state highways maar hebben een andere classificatie, ze kunnen een Farm Road of Ranch Road zijn. Dit soort wegen zijn vrijwel altijd geasfalteerd en zijn zeer incidenteel als freeway uitgebouwd. Vanwege de oprukkende suburbanisatie rond de grote steden in Texas hebben veel FM Roads de classificatie van Urban Road gekregen sinds 1995, ze blijven echter wel als Farm Road bewegwijzerd.

County Roads

Clark County Highway 215 in Las Vegas.

De county roads of county highways zijn de wegen (meestal) in het beheer van de een county. Bijna alle staten zijn opgedeeld in counties, behalve Louisiana, waar ze een parish heten, en Alaska, dat boroughs heeft. De county is de hoogste laag van lokale overheid. De mate waarin counties betrokken zijn bij de wegenbouw varieert per staat, in sommige staten zijn county highways alleen verantwoordelijk voor de meest secundaire wegen en onverharde wegen, terwijl in andere staten county highways een belangrijker netwerk vormen. Sommige grote counties met meer dan een miljoen inwoners hebben vaak een professioneel departement voor county highways. County roads zijn vrijwel nooit freeways, maar het komt af en toe voor.

Tolwegen

Zie ook tolwegen in de Verenigde Staten en lijst van express lanes.

Florida's Turnpike bij Yeehaw Junction.
Express lanes op de Interstate 405 in Washington rond Seattle.

Het overgrote deel van het wegennet in de Verenigde Staten is tolvrij. Toch zijn er een vrij groot aantal tolwegen. De tolwegen hebben hun oorsprong in eind 18e en begin 19e eeuw, toen zogenaamde turnpikes werden aangelegd in met name de oostelijke staten. Voor wagons werd een tol geheven om te mogen passeren. Gerekend naar inflatie waren dit hoge toltarieven. Ze waren weinig populair, maar het waren vaak ook de enige goede wegen in de staten. Midden 19e eeuw nam het belang van de turnpikes af door de opkomst van de spoorwegen. De meeste resterende turnpikes werden begin 20e eeuw door de staten aangekocht en tolvrij gemaakt.

Eind jaren '30 kwam een nieuwe vorm van turnpikes, moderne autosnelwegen waarop tol geheven werd. De eerste was de Pennsylvania Turnpike die in 1940 werd opengesteld. Kort na de Tweede Wereldoorlog begonnen een aantal staten met de ontwikkeling van tolwegen. De langste was de tolweg vanaf de oostkust tot Chicago, in de vorm van de Pennsylvania Turnpike, Ohio Turnpike, Indiana Toll Road en Chicago Skyway die grotendeels rond 1955 zijn opengesteld. Dit was de eerste lange snelweg van de Verenigde Staten. Andere pre-Interstate Highway tolwegen waren de Dallas-Fort Worth Turnpike, de New Hampshire Turnpike, Maine Turnpike en Connecticut Turnpike in New England, de New Jersey Turnpike en Garden State Parkway in New Jersey, de New York State Thruway, de Kansas Turnpike, de Turner Turnpike in Oklahoma en de West Virginia Turnpike.

De creatie van het Interstate Highway systeem in 1956 maakte de aanleg van tolwegen overbodig, met federale financiering kon een immens netwerk van autosnelwegen worden aangelegd die geen tolheffing nodig hadden. Toch zijn nog enkele tolwegen in de late jaren '50 en '60 aangelegd, waaronder Florida's Turnpike, de Jane Addams Memorial Tollway en de Ronald Reagan Memorial Tollway in Illinois, en een deel van de Massachusetts Turnpike. In twee staten, Kentucky en Oklahoma, is in die tijd nog een groot aantal tolwegen aangelegd. Die in Kentucky zijn later tolvrij geworden.

In de jaren '80 begon de federale financiering op te drogen omdat de meeste Interstate Highways voltooid waren. Tegelijkertijd begonnen steden in het zuiden van de Verenigde Staten snel te groeien. Met name in Florida en Texas zijn toen een groot aantal tolwegen aangelegd die vooral binnen de stedelijke gebieden lopen. Ook rond Chicago zijn enkele recentere tolwegen aangelegd.

Een nieuwe trend sinds 2000 is de bouw van express lanes (tolstroken) op bestaande snelwegen. De eerste waren de 91 Express Lanes in de regio Los Angeles in 1995. Express lanes zijn sindsdien populair geworden om grote reconstructies van te bekostigen, met name in het zuiden, westen en oosten van de Verenigde Staten. In een groot deel van de Verenigde Staten zijn echter helemaal geen express lanes te vinden. Steden met tolstroken zijn onder andere Atlanta, Baltimore, Dallas-Fort Worth, Denver, Houston, Los Angeles, Minneapolis, San Diego, San Francisco, Seattle en Washington, D.C..

De tolwegen zijn doorgaans in het beheer van de staat, direct onder het department of transportation of een apart agentschap, een regionale publieke tolwegbeheerder, of - zeldzamer - onder een concessie. Grote regionale tolwegbeheerders zijn bijvoorbeeld de Harris County Toll Road Authority in Houston en de North Texas Tollway Authority rond Dallas-Fort Worth.

Nagenoeg alle tolwegen die als autosnelweg zijn uitgebouwd bieden een vorm van electronic toll collection (ETC) aan, en in toenemende mate is dit de enige betaaloptie. Van oorsprong ontwikkelde elke staat zijn eigen systeem dat niet uitwisselbaar was met dat van andere staten. Uiteindelijk groeide de E-ZPass groep uit tot het grootst elektronische tolsysteem in het noordoosten, oosten en midwesten van de Verenigde Staten. Vanaf 2014 zijn steeds meer systemen uitwisselbaar. Op secundaire tolpunten, met name enkele kleinere bruggen buiten het hoofdwegennet wordt vaak geen elektronische tolheffing aangeboden. Gebruikers van elektronische tolheffing krijgen vaak korting. In veel stedelijke regio's is meer dan 80% van de transacties met ETC, zodat steeds meer beheerders overgaan op open road tolling waarbij er geen fysieke tolpoorten meer aanwezig zijn. De tol kan dan nog uitsluitend elektronisch betaald worden met een transponder of kentekentol (wat vaak duurder is). Sinds 2020 heeft volledig elektronische tolheffing een grote vlucht gemaakt.

Verschillen met Europa

Het gridnetwerk van de staat Iowa.
De Astoria-Megler Bridge (US 101) tussen Oregon en Washington.

Naast de overduidelijke verschillen zoals de bewegwijzering, zijn er ook inrichtingsverschillen. Wegmarkeringen kunnen zowel wit als geel zijn, de buitenste markering is wit en de middenmarkering geel. Een gele markering scheidt rijrichtingen, en wordt ook toegepast op wegen met gescheiden rijbanen. In sommige gebieden, zoals in Los Angeles worden zogenoemde "Botts' dots" gebruikt, dit zijn feitelijk geen markeringen, maar reflecterende bolletjes. Die stammen nog uit een tijd dat reflecterende wegenverf nog niet toegepast werd. Sinds 2017 worden de zogenoemde "Botts' dots" in California niet meer toegepast.

Gebruikelijk is bij hoofdwegen in stedelijke gebieden dat er meer rijstroken per richting zijn (meestal maximaal 3) en die lang niet altijd een middenafscheiding hebben. Aan deze wegen zitten vaak uitritten van bedrijven en woningen. Fietsers komt men amper tegen, maar bijna alle wegen in stedelijke gebieden beschikken over voetpaden. Daarnaast kan er tussen de rijrichtingen een asfaltstrook zijn aangebracht die voor linksafslaand verkeer in beide richtingen gebruikt kan worden, dit is een zogenaamde center turn lane. Men hoeft dan niet op de doorgaande rijstroken stil te staan. De markering hiervan verschilt, soms is het duidelijk aangebracht met opstelstroken, andere keren is het gewoon een strook met alleen pijltjes naar links.

Rotondes werden in de Verenigde Staten lange tijd weinig toegepast, maar dit worden er wel meer. Wat wel regelmatig voorkomt, met name in het oosten, zijn de zogenaamde traffic circles, die vergelijkbaar zijn met Nederlandse verkeerspleinen, al dan niet met verkeerslichten geregeld. In woongebieden zijn veel 4-way stops, wat betekent dat men bij elk kruispunt moet stoppen en degene die het eerst kom ook mag gaan. Dit wordt ook gedaan om te zorgen dat men niet veel te hard rijdt op de lange rechte wegen. Met name bij wegen in een gridpatroon komt dit voor. Nieuwere suburbane gebieden hebben zelden een gridpatroon, maar zijn meer speels opgezet. Lang niet alle kruisingen met grote wegen hebben verkeerslichten. Vooral linksaf slaan kan dan problematisch zijn. Dit wordt gedaan om het verkeer niet elke 80 meter te moeten laten stoppen.

Op de autosnelwegen gedraagt het verkeer zich anders dan in Europa. In de Verenigde Staten moet het verkeer rechts rijden, keep your lane bestaat niet, ondanks hardnekkige berichten hierover in Nederlandse publicaties. De regel is "keep right unless to pass". Dit wordt echter in stedelijke gebieden amper opgevolgd. Er wordt zowel links als rechts ingehaald en vrachtwagens rijden lang niet altijd rechts, maar komen ook vaak op de middelste rijstroken voor. Vrachtwagens rijden meestal niet helemaal links op wegen met meer dan 2x3 rijstroken. Vrachtwagens rijden aanzienlijk sneller dan in Europa en halen vaak ook ander autoverkeer in. Daarnaast is de rechterrijstrook in stedelijke gebieden vooral voor in- en uitvoegend verkeer, zelfs als het rustig is rijdt men lang niet altijd op de rechterrijstrook.

Op autosnelwegen met veel afslagen in stedelijke gebieden loopt de oprit vaak rechtstreeks over in de afrit van de volgende afslag, ook als daar meer dan een kilometer tussen zit. Deze zijn lang niet altijd met blokmarkering gescheiden van de doorgaande stroken. Wel kan men aan de bewegwijzering zien dat het geen doorgaande strook is doordat er "exit only" staat met zwarte letters op een gele achtergrond. Uitvoegstroken zijn veel korter dan men in Nederland ziet, meestal moet men het voertuig in één beweging de afrit opsturen. Dit ziet men vooral op het platteland waar van wachtrijen op de afrit geen sprake is. Dit systeem ziet men bijvoorbeeld ook in Denemarken.

Over het weggedrag is het lastig een eenduidige beschrijving te geven van de Verenigde Staten, daar het rijgedrag per staat en zelfs per agglomeratie sterk kan verschillen. Voor Europeanen kan het wennen zijn om in de VS te rijden. Het weggedrag wordt vaak omschreven als rustig of gezapig, maar ook met veel onnodig links rijden. Het concept van 'worst drivers' is populair in de Amerikaanse media en er verschijnen elk jaar ranglijsten met steden of staten waar het weggedrag het slechtste zou zijn.

Geschiedenis

De Interstate 35W in Minneapolis.
De Interstate 93 in Boston, aangelegd als onderdeel van de 'Big Dig'.
De 29 kilometer lange Atchafalaya Bridge (I-10) in Louisiana.
De Interstate 64 in St. Louis, Missouri.
De Alaska Highway in Alaska.
stackknooppunten rond Austin, Texas.

De geschiedenis van het wegennet gaat terug tot de 17e en 18e eeuw, toen de eerste turnpikes werden aangelegd in het noordoosten van de Verenigde Staten. Dit waren (semi-) verharde wegen waar tol voor betaald moest worden. Het wegbeheer was in de meeste staten tot begin 20e eeuw een verantwoordelijkheid van de lokale overheden, de gemeenten en counties. De meeste staten namen tussen 1905 en 1915 de eerste verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het wegennet in hand, veelal door de creatie van een 'state highway commission' of equivalent. In de beginjaren was nauwelijks geld beschikbaar voor wegen en voor 1920 waren in veel staten nagenoeg alle wegen buiten de bebouwde kom nog onverhard. De eerste hoogwaardige weg in het land was de Long Island Motor Parkway bij New York City in 1908.

Cruciaal was de Federal Aid Road Act of 1916, waarbij federaal geld beschikbaar kwam voor de ontwikkeling van het wegennet. Dit was $ 75 miljoen, een enorm bedrag in die tijd (circa $ 2,1 miljard tegenwoordig), waarbij staten 6% van hun wegennet in aanmerking mochten laten komen. Vanaf dat moment begonnen met name de staten ten westen van de Appalachian Mountains hun eerste wegen te asfalteren. In de jaren 1920 werden diverse nieuwe items ingevoerd. Zo was er geen wegnummering, alleen de auto trails waren tot de jaren '20 in variërende mate bewegwijzerd of gemarkeerd. Veel staten introduceerden in de eerste helft van de jaren '20 de eerste wegnummering, of stelden een netwerk van state highways vast. Ook werd in tal van staten in de jaren '20 een brandstofaccijns geïntroduceerd om de ontwikkeling van het wegennet van te financieren.

Belangrijk was de introductie van de US Highways in 1926. In veel westelijke staten was nog geen duidelijk plan welke wegen prioriteit moesten krijgen bij het asfalteren. Dit veranderde met de US Highways, toen duidelijk werd wat de belangrijkste doorgaande wegen van deze staten werden. In de 10 jaar daarna zijn de meeste US Highways geasfalteerd. Tijdens de economische depressie van de jaren '30 kwam in het kader van de New Deal veel federaal geld beschikbaar voor infrastructuur, dit werd vaak uitgevoerd door de Works Progress Administration (WPA). Met name de staten op de Great Plains hebben in de jaren '30 duizenden kilometers weg geasfalteerd. Tevens namen veel staten in die tijd echt de regie over het wegennet en breidden hun netwerk van state highways met duizenden of zelfs tienduizenden kilometers uit, voornamelijk door wegen van de counties over te nemen en te asfalteren. De omvang van het netwerk van state highways was lang niet altijd in proportie tot de omvang van de staat of bevolking. In die tijd namen veel staten wegen in het beheer die zeer secundair in karakter zijn, en die beter af zouden zijn als county road.

In de jaren '20 en '30 begonnen rond New York City de parkways aangelegd te worden onder het toezicht van Robert Moses. Dit werd de opmaat naar een landelijk netwerk van snelwegen. In de jaren '30 is een groot netwerk van parkways en expressways in de regio rond New York City aangelegd. Tevens werd eind jaren '30 begonnen met de eerste lange-afstandssnelweg van het land, de Pennsylvania Turnpike, die in 1940 werd opengesteld, alhoewel beargumenteerd kan worden dat de Merritt Parkway in Connecticut een ouder voorbeeld is van een interstedelijke snelwegverbinding.

Vanaf 1941 raakte de Verenigde Staten betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. De financiering voor wegen droogde snel op, bijna alle investeringen moesten een direct belang hebben voor de oorlogsvoering. Veel goedkoop geasfalteerde wegen in de jaren '30 raakten in verval. Dit waren vaak de zogenaamde 'oiled roads', waarbij er slechts een dunne olielaag over een gravelweg is aangelegd om ze gladder en stofvrij te maken. Veel draagkracht hadden ze echter niet. In 1944 werden plannen gemaakt voor grootschalige federale financiering voor wegen na de oorlog, maar dit bleek bij lange na niet voldoende te zijn, de conditie van het Amerikaanse wegennet verslechterde sneller dan verwacht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de Highway Departments voornamelijk bezig met het plannen van het na-oorlogse wegennet, maar deden vrijwel niks aan nieuwbouw of onderhoud. Er zijn heel weinig nieuwe wegen geopend tussen 1941 en 1945.

In de tweede helft van de jaren '40 openden diverse steden hun eerste freeways, zoals in California en Texas. De aanleg van snelwegen was in de jaren '40 en '50 vooral gebonden aan de stedelijke gebieden, er werden weinig voorstellen gedaan voor een landelijk netwerk van autosnelwegen. Een uitzondering was echter een serie turnpikes tussen de oostkust en Chicago, die in hoog tempo midden jaren '50 zijn aangelegd, zoals de New Jersey Turnpike, verlengingen van de reeds bestaande Pennsylvania Turnpike, de Ohio Turnpike en de Indiana Toll Road. In de meeste staten met grotere steden waren midden jaren '50 de eerste snelwegen opengesteld. De aanleg vorderde echter langzaam omdat de gemeentebesturen doorgaans verantwoordelijk waren voor de kosten van onteigening, die in die tijd hoog lagen omdat de eerste snelwegen vaak door bebouwd gebied zijn aangelegd, en een dure right-of-way aangekocht moest worden.

Die veranderde echter drastisch met de creatie van het systeem van Interstate Highways in 1956 door president Eisenhower. Er kwamen miljarden beschikbaar voor de ontwikkeling van een immens netwerk van freeways in de Verenigde Staten. Er werd weinig gediscussieerd over nut en noodzaak, en veel freeways zijn in de jaren '60 en '70 opengesteld, ook op de High Plains en in het binnenland van het westen van de Verenigde Staten, waar destijds en vaak ook tegenwoordig maar heel weinig verkeer is. Het Interstate Highway systeem kwam in de jaren '60 goed op stoom en jaarlijks werden duizenden kilometers nieuwe snelweg opengesteld. Tegen eind jaren '70 waren de meeste routes voltooid, waarbij de laatste ontbrekende schakels veelal begin jaren '80 werden geopend. In het westen van de Verenigde Staten waren veel dorpen voor hun inkomsten afhankelijk van passanten, en deze hielden de aanleg van de laatste ontbrekende bypasses lang tegen, zoals in Arizona, Nevada, New Mexico en Texas. Begin jaren '90 werden diverse stukken Interstate Highway geopend die als de laatste ontbrekende schakels betiteld werden, zoals de openstelling van I-90 bij Wallace, Idaho in 1991 en I-70 door de Glenwood Canyon in Colorado in 1992.

Vanaf de jaren '80 begonnen de staten te maken te krijgen met verminderde federale financiering, een grotere taakstelling voor onderhoud en teruglopende belastinginkomsten. Echter veel staten, met name in het zuiden van de Verenigde Staten, groeiden zeer snel en er bleek een grote noodzaak om bestaande snelwegen te verbreden en nieuwe snelwegen aan te leggen, met name in de grootstedelijke regio's als Atlanta, Dallas-Fort Worth, Houston, Orlando en Phoenix. Daartoe zijn verschillende nieuwe financieringsbronnen aangeboord. Vaak waren dit tolwegen, maar in sommige stedelijke gebieden is dit ook tolvrij uitgevoerd, door middel van een verhoging van de sales tax, zoals in Phoenix.

Na de voltooiing van het oorspronkelijke Interstate Highway plan zijn nog diverse nieuwe routes ontwikkeld, deels door bestaande freeways te upgraden tot Interstate Highway, maar ook door de planvorming van volledig nieuwe routes. Voorbeelden van upgrades van bestaande routes waren bijvoorbeeld I-39 en I-41 in Wisconsin. Maar geheel nieuwe routes waren I-11 tussen Phoenix en Las Vegas, I-22 tussen Memphis en Birmingham, I-26 tussen Tennessee en North Carolina, I-49 tussen Shreveport en Kansas City en I-69 tussen Mexico en Canada.

Een probleem vanaf de jaren '90 was de snelle kostenstijging van wegenprojecten. Berucht was de 'Big Dig' in Boston waar I-93 in een tunnel is aangelegd, en het project uiteindelijk met forse kostenoverschrijdingen te maken kreeg. Hetzelfde probleem speelde met de vervanging van de oostelijke overspanning van de San Francisco - Oakland Bay Bridge in California en de vervanging of grootschalige renovatie van bruggen in de regio New York. Ook tekende zich een tweedeling af in de Verenigde Staten, waarbij in het noordoosten en langs de westkust vanaf de late jaren '70 nog nauwelijks in het wegennet werd geïnvesteerd, terwijl staten in het zuiden en zuidoosten grote wegenprojecten uitvoerden. Met name in Texas zijn sinds 2000 een groot volume aan megaprojecten uitgevoerd, met name in de grootstedelijke gebieden.

Maximumsnelheden

Zie ook maximumsnelheden in de Verenigde Staten.

In de Verenigde Staten is geen landelijke maximumsnelheid. De staten mogen deze individueel vaststellen. Ook geldt geen algemene limiet per wegtype, de maximumsnelheid wordt per wegvak vastgesteld en is dus maatwerk, alhoewel er wel richtlijnen zijn. Zo is er geen algemene maximumsnelheid binnen de bebouwde kom of buiten de bebouwde kom zoals in Europa, ook niet per staat.

De maximumsnelheid ligt meestal op 30 - 45 mph binnen de bebouwde kom en 50 tot 65 mph op reguliere enkelbaans wegen buiten de bebouwde kom. Op autosnelwegen mag doorgaans tussen 65 en 80 mph gereden worden. De hoogste maximumsnelheden vindt men over het algemeen in de dunner bevolkte staten in het Midwesten en westen van de Verenigde Staten, echter weer met uitzondering van de staten aan de Pacifische Oceaan.

In de Verenigde Staten geldt niet per se een afwijkende limiet voor vrachtwagens. In tal van staten mogen vrachtwagens tussen 70 en 80 mph (110 - 130 km/h) rijden. Veel chauffeurs en transportbedrijven rijden echter niet zo snel. Snelheidsbegrenzers zijn niet verplicht, maar worden wel regelmatig toegepast vanwege de veiligheid en besparing op brandstofkosten.

De laagste maximumsnelheden voor vrachtverkeer vindt men in California waar nergens sneller dan 55 mph gereden mag worden. De laagste maximumsnelheden op freeways vindt men in Hawaii, Oregon en diverse staten in het noordoosten van het land. De hoogste maximumsnelheid is op één snelweg in Texas (SH 130) waar 85 mph (137 km/h) gereden mag worden. In Texas mag men op sommige enkelbaans wegen tot 75 mph (120 km/h) rijden. Sinds 2010 mag in steeds meer staten 80 mph (130 km/h) gereden worden.

Kwaliteit van de wegen en bruggen

De Verenigde Staten komt frequent in het nieuws vanwege de slechte kwaliteit van de infrastructuur. Er zijn echter grote regionale verschillen. Een groot deel van de slechte wegen zijn slechts in een paar staten. In 2019 was 5% van de stedelijke Interstate Highways en 2% van de landelijke Interstate Highways in slechte conditie. In dat jaar was 25% van de slechte Interstate Highways geconcentreerd in slechts drie staten. Ook de in slechte staat verkerende stadswegen zijn grotendeels geconcentreerd in een klein aantal staten, waarbij California, New York, New Jersey & Rhode Island al jarenlang bovenaan staan met de slechtste wegen, waar 20 tot 30% van de stadswegen in slechte conditie verkeren. Er zijn echter ook 21 staten waar minder dan 7% van de stadswegen in slechte conditie verkeert.[12]

De kwaliteit van de bruggen is sinds de jaren '90 sterk verbeterd. In 1992 werden nog 124.000 bruggen aangemerkt als 'structurally deficient' 22% van het totaal.[13] In 2020 ging het nog om 45.000 bruggen, 7% van het totaal.[14] Het grootste aantal slechte bruggen is in het beheer van de counties. Dit zijn doorgaans bruggen in het lokale wegennet.

Congestie

Congestie op de Santa Ana Freeway in Los Angeles.
Het knooppunt tussen I-10 en I-45 in Houston.
De Interstate 5 in Seattle.

Enkele steden zijn berucht vanwege de grootschalige congestie, zoals Los Angeles en New York City. De verschillen tussen steden en regio's zijn echter groot, de Verenigde Staten heeft over het algemeen weinig congestie in vergelijking met Europa. Met name de steden in het centrale deel van de Verenigde Staten, in het Midwesten, hebben maar weinig congestie, en als er al files staan, is de vertraging beperkt. Amerikaanse steden domineren de lijst van minst filegevoelige grote steden in de wereld.[15] In de TomTom Traffic Index over 2023 waren van stedelijke gebieden met meer dan 800.000 inwoners bijna alle steden met een lage notering (minder congestie) Amerikaans, van de 50 stedelijke gebieden met meer dan 800.000 inwoners met de minste congestie zijn verreweg de meeste in de Verenigde Staten gelegen.

De oudere steden in het oosten hebben meestal een wat minder ontwikkeld snelwegennet, met name wanneer het aankomt op huidige ontwerpeisen en aantal rijstroken. Dit probleem speelt bijvoorbeeld in Washington, Philadelphia en New York. In Los Angeles speelt voornamelijk de enorme bevolkingsomvang een grote rol in het aantal files. Over het algemeen zijn de files van een met de Randstad vergelijkbare omvang. De grote stad met de minste files is Kansas City, en met de meeste files is Los Angeles. De langste gemiddelde reistijd heeft men echter in New York.

Buiten de grote steden zijn de autosnelwegen vaak heel snel al rustig. Buiten het bebouwde gebied van een agglomeratie daalt de verkeersintensiteit vaak tot 20.000 à 30.000 voertuigen per dag. Alleen enkele autosnelwegen die op korte afstand van twee grotere steden lopen kunnen drukker zijn, maar verbindende autosnelwegen zijn zelden over de volle lengte tussen twee steden breder dan 2x2 rijstroken.

De verkeersintensiteiten in de grote steden zijn vaak hoog, dit komt omdat Amerikaanse steden meestal veel groter zijn dan Europese steden. Intensiteiten boven de 200.000 voertuigen per dag zijn in de grootste steden niet ongewoon, alhoewel het aantal wegen met een intensiteit hoger dan 300.000 al een stuk beperkter is. De drukste autosnelweg was van oudsher de Interstate 405 in Los Angeles met 390.000 voertuigen per dag, maar de Downtown Connector in Atlanta heeft die notering ingehaald. Ook I-10 in het westen van Houston kent zeer hoge verkeersintensiteiten.

Drukste autosnelwegen

Zie ook lijst van drukste snelwegen in de Verenigde Staten.

weg locatie intensiteit jaar
Downtown Connector in Atlanta 404.000 2016
Katy Freeway in Houston 387.000 2016
I-405 bij Seal Beach (Los Angeles) 377.000 2016
I-5 in Santa Ana (Los Angeles) 366.000 2016

Per regio

Northeast

In de noordoostelijke staten, de regio New England, staan buiten de stad Boston en het stedelijk gebied van Connecticut bijna geen files. In Boston kan het tot opstoppingen komen, evenals in Hartford, Providence en de suburbane regio van New York City. Dit is grotendeels te wijten aan enkele incomplete routes die vanwege de freeway revolts niet zijn voltooid, waardoor een onnodige bundeling van verkeersstromen ontstaat, vaak met bottlenecks.

In de Mid-Atlantic regio staan heel veel files, met name in New York City en Philadelphia. In New York speelt voornamelijk het hoge bevolkingsaantal en de verouderde autosnelwegen een rol, in mindere mate in Philadelphia ook. In beide steden is het vanwege tegenstand en ruimtelijke ordening bijna onmogelijk om autosnelwegen te verbreden zonder zeer hoge kosten. Ook de prioritering van het OV boven het wegennet speelt in de staat New York een rol. Hierdoor zijn er grote verschillen in de metropool New York te zien tussen de staten New York en New Jersey.

In de zogenaamde "Rust Belt" zijn een aantal steden die fors aan inwonertal verloren hebben en over een snelwegennet beschikken dat gedimensioneerd is op veel meer inwoners. Hier staan ook weinig files. Enkele voorbeelden zijn Akron, Buffalo, Cleveland, Detroit, Rochester, Syracuse en Youngstown.

Midwest

Het Midwesten is één van de regio's in de Verenigde Staten waar weinig file staat. Er zijn enkele uitzonderingen, zoals de regio Chicago, Minneapolis en Detroit waar wel redelijk wat files staan, maar andere steden zoals Kansas City, St. Louis, Cleveland, Indianapolis en Cincinnati kampen amper met fileproblemen. Hier geldt dat steden zonder teveel obstakels in alle richtingen evenredig hebben kunnen groeien, waardoor de verkeersstromen evenwichtiger zijn verdeeld dan in gebieden met grote wateroppervlakten of geografische obstakels zoals bergen. In de westelijke staten van het Midwesten speelt het lage bevolkingsaantal ook een belangrijke rol.

South

In het zuiden van de Verenigde Staten zijn wisselende beelden te zien. Aan de ene kant zijn er kuststeden zoals New Orleans en Miami die geen evenredige verkeersstromen hebben door de aanwezigheid van kustlijn en andere geografische obstakels. Aan de andere kant zijn er steden als Charlotte, Atlanta, Houston en Dallas waar wel redelijk wat files staan, maar van een extreem filebeeld geen sprake is. Kleinere agglomeraties kennen veel minder files. De regio groeit wel zeer snel, waardoor de verkeersstromen met het jaar fors groter worden. Hier wordt niet altijd even adequaat op ingesprongen door de verschillende staten. Ook hier is in de meer midwestelijke steden als Oklahoma City en Louisville bijna helemaal geen congestie van enige betekenis.

West

In het westen een gemixt beeld. Aan de ene kant zijn er de centrale bergstaten waar weinig mensen wonen en weinig grote agglomeraties zijn. Steden als Denver en Phoenix kampen met niet al te grote verkeersproblemen, maar de kuststeden kennen wel grote fileproblemen, door de geografische ligging tussen grote wateroppervlakten en berggebieden. Dit zijn bijvoorbeeld Los Angeles, Portland, San Francisco en Seattle. Met name in Los Angeles speelt het relatief beperkte capaciteit van het snelwegennet in verhouding tot de omvang van de bevolking een rol. Portland heeft veel meer congestie dan andere Amerikaanse steden van dergelijke omvang. In Honolulu, Hawaii zijn ook grote verkeersproblemen door de situering tussen zee en gebergten.

Vakantiedrukte

In tegenstelling tot Europa kent men in de Verenigde Staten niet de typische vakantiedrukte in de zomer. Amerikanen hebben vaak minder vakantiedagen en gaan vaker met het vliegtuig op een korte reis dan met de auto. De traditionele Amerikaanse 'family road trip' is grotendeels verdwenen.[16] Alhoewel er aan het begin van de schoolvakantie sprake is van een verhoogd verkeersaanbod, staat dit in geen verhouding tot de extreme drukte in Frankrijk, Duitsland, Italië of de Alpen.

Het drukste verkeer rond een feestdag is doorgaans rond Thanksgiving, wanneer men op familiebezoek gaat. De kerstperiode kent ook een sterk verhoogd verkeersaanbod, evenals rond enkele andere feestdagen. Korte vakanties of lange weekenden zijn populair om naar een huisje aan de kust of in een merengebied te gaan. Betrekkelijk weinig Amerikanen gaan 2 of 3 weken op zomervakantie met de auto. Campers en caravans (ook wel een recreational vehicle of travel trailer genoemd) wordt vaak gezien als iets voor gepensioneerden, alhoewel dit sinds 2020 populairder is geworden onder jonge volwassenen die op afstand kunnen werken.[17]

Wegnummering

Zie wegnummering in de Verenigde Staten voor het hoofdartikel.

In de Verenigde Staten is een wegnummering op landelijk niveau en staatsniveau. De Interstate Highways en US Highways zijn landelijk genummerd in een grid, die tegenovergesteld aan elkaar oplopen, de nummering van de Interstate Highways loopt van west naar oost en zuid naar noord op, terwijl die van de US Highways andersom is, van oost naar west en van noord naar zuid. De nummering van de US Highways is in 1926 geïntroduceerd en de nummering van de Interstate Highways in 1956. Beide nummeringssystemen hebben nadien aanpassingen gehad, maar de basis is in grote lijnen nog hetzelfde als in 1926 en 1956.

De state highways zijn per staat genummerd, waarbij staten elk een eigen systeem hanteren. Veel staten hebben op een gegeven moment hun wegnummering volledig aangepast, vaak in de jaren '60 of '70. In veel staten dateert de eerste wegnummering van begin 20e eeuw, vaak nog van voor de US Highways.

Sommige staten hanteren de regel dat nummers niet meermaals mogen voorkomen, ook niet als het nummer van een andere klasse is, bijvoorbeeld dat een State Route 10 niet kan voorkomen als er al een US 10 of Interstate 10 is.

Interstate Highways

Het knooppunt tussen I-95, I-395 en I-495 bij Washington in Virginia.
De Interstate 80 in Wyoming bij Green River.

De Interstate Highways zijn genummerd in een gridpatroon.

De oneven nummers zijn routes die vanaf het zuiden naar het noorden lopen. De hoofdroutes lopen per 10 vanaf 5, dus I-5, I-15, I-25, etc, en zijn in veel gevallen autosnelwegen die door het hele land lopen. De nummering loopt richting het oosten op. Langs de westkust verloopt I-5, langs de oostkust I-95. Er zijn ook oneven nummers die niet op een 5 eindigen, maar deze zijn vaak korter in lengte, alhoewel dat niet altijd opgaat. Oneven nummers willen ook wel eens zogenaamde diagonale verbindingen zijn, die in noordoostelijke of noordwestelijke richting lopen.

De even nummers zijn routes die vanaf het westen naar het oosten verlopen. I-2 is hierbij het laagste nummer en is gelegen in Texas. Zoals bij de oneven nummers ook geldt, lopen de belangrijkste oost-westverbindingen per 10 vanaf 10. I-10, I-20, I-30 tot en met I-90 zijn dan ook allemaal langere oost-westverbindingen. De laagste nummers lopen langs de zuidkust en de Mexicaanse grens tot de hoogste nummers dichterbij de Canadese grens.

Voor de driecijferige nummers geldt dat ze gebaseerd zijn op hun hoofdroute, waarbij de laatste twee cijfers het nummer van de hoofdroute zijn, en het eerste cijfer de eerste in de serie is. Zo is bijvoorbeeld I-310 de derde route van I-10. Nummers die beginnen met een even nummer zijn meestal ringwegen en oneven eerste nummers zijn tangentiële of toeleidende wegen. Aangezien sommige hoofdroutes duizenden kilometers lang zijn, kan de 3-cijferige serie per staat hergebruikt worden. Zo zijn van I-5 in California en I-90 in New York al bijna alle combinaties verbruikt. Dit zou anders problemen kunnen leveren in andere staten. Staatsgrensoverschrijdende nummers mogen maar per staat één keer gebruikt worden. Zoals I-275 in zowel Kentucky als Ohio ligt, mag er elders in één van die staten niet nogmaals het nummer I-275 gebruikt worden.

Rondom de Great Lakes region, en dan met name bij de stad Chicago klopt het systeem niet helemaal, doordat het Lake Michigan ver naar het zuiden is gelegen worden bijvoorbeeld I-90 en I-94 ver naar het zuiden gedrongen, waardoor deze op dezelfde hoogte, of zelfs dubbelgenummerd of zuidelijker lopen dan I-80, die wel volgens het systeem verloopt. Tevens zijn er op enkele plekken nummers gebruikt die eigenlijk ten oosten van het vorige nummer moesten liggen, maar ten westen ervan zijn geplaatst. Dit zijn bijvoorbeeld I-99 in Pennsylvania en I-97 in Maryland. Dit zijn veelal uitzonderingen op de regel.

Er is geen Interstate 1, 3, 6, 7, 9 en vele andere nummers, alhoewel dat volgens het systeem op zich wel zou kunnen. Hoe dichter het snelwegennet, hoe meer nummers er gebruikt zijn. Zo zijn er in het oosten van de Verenigde Staten in sommige series amper of geen nummers meer over, terwijl in het midden en westen nog wel nummers beschikbaar zijn.

Alhoewel Interstate Highways autosnelwegen zijn die door diverse staten lopen (daarom ook de naam), komen ook hoofdroutes van Interstate voor die binnen één staat blijven, deze worden een Intrastate genoemd, voorbeelden hiervan zijn I-2 in Texas, I-4 in Florida, I-17 en I-19 in Arizona en I-37 en I-45 in Texas.

Gesplitste Interstate Highways

In sommige gevallen wordt een hoofdroute opgesplitst in twee routes, bijvoorbeeld wanneer men door een stedelijk gebied komt met twee hoofdcentra. Deze gevallen zijn vrij uitzonderlijk. Het meest opvallende is dat I-35 zich tweemaal opdeelt, in een I-35E en I-35W in Dallas-Fort Worth en in Minneapolis-St. Paul. Dit is momenteel het enige Interstate nummer waar dit fenomeen zich voordoet, maar vroeger kwam dit meer voor, waarbij I-80 het meest opvallende voorbeeld is. Deze zijn nu vervangen door andere wegnummers.

Daarnaast komen sommige nummers in verschillende delen van het land voor waarbij ze als twee aparte routes worden beschouwd. Zo bestaan I-84, I-86 en I-88 zowel in het westen als het oosten van de Verenigde Staten. Deze dubbele nummers komen vooral bij de hogere tweecijferige nummers voor, en ook vaker bij oost-westroutes dan noord-zuidroutes.

Ook bijzonder zijn de aftakkingen van I-69 in Texas, die als enige Interstate Highway is opgedeeld in I-69E, I-69C en I-69W.

Speciale Interstate Highways

Er bestaan ook speciale Interstate Highways, dit zijn normaliter de zogenaamde Business Routes en Business Lops. Deze worden bewegwijzerd op een groen schildje in plaats van het gebruikelijke blauw met rode schildje. Een Business Route splitst van de hoofdroute af en bedient stadscentra. Een voorbeeld hiervan is I-80 in Sacramento, waarbij de hoofdroute ten noorden van het centrum langs loopt, en I-80 Business via het centrum gaat. Een ander voorbeeld is bij Spartanburg in South Carolina waar de I-85 langs het noorden van het stadje gaat, en I-85 Business door het centrum. Dit soort routes zijn niet altijd een autosnelweg, soms loopt het nummer ook via het onderliggend wegennet. In sommige gevallen waren de Business Routes voorheen de hoofdroute, waarbij de laatste later verlegd is en een Business Route het nummergat mag opvullen. Een Business Loop komt het meeste voor, spurs zijn redelijk zeldzaam.

US Highways

De Golden Gate Bridge (US 101) in San Francisco.
De Superstition Freeway (US 60) in Phoenix, Arizona.

Voor US Highways geldt het omgekeerde van de Interstate Highways. Ze zijn even en oneven wel hetzelfde gerouteerd, maar lopen in de andere richting op. Zo begint de US 2 als noordelijkste oost-westroute en de US 1 als oostelijkste noord-zuidroute. Omdat het systeem van Interstate Highways en US Highways in het midden van de Verenigde Staten samenkomen, bestaat er geen I-50 of I-60. Het is ook de bedoeling dat er geen US Highways en Interstate Highways van hetzelfde nummer in één staat mogen voorkomen. Hier zijn echter een paar uitzonderingen op.

Gesplitste US Highways

In enkele gevallen zijn er US Highways die zich splitsen in een East/West of North/South gedeelte. Dit komt in de regel maar weinig voor en zijn aftakkingen van de hoofdroute die belangrijk geacht worden om hetzelfde te nummeren als de hoofdroute. In het hele land komt dit maar 10 maal voor. Voorheen waren dit er echter een stuk meer, en ze bestaan al sinds 1926. Meestal splitst een hoofdroute zich af in zowel een E/W of N/S route, maar soms takt er alleen een E, W, N of S-route af. AASHTO probeert deze, als onvolkomenheden geziene, nummering al sinds 1934 te elimineren. Veelal krijgen ze de status van state highway, en nieuwe gedeelde nummers worden niet meer goedgekeurd.

Speciale US Highways

Een speciale US Highway is wat anders dan een gedeelde US Highway, namelijk een zogenaamde ALT of BYP, een Alternate Route of Bypass Route. Er komen ook BUS (Business), TRUCK (vrachtwagen) en enkele andere speciale routes voor, zoals een Scenic, City, Thru, Spur en zelfs Temporary. ALT, BUS en BYP speciale routes zijn het meest gangbaar. Alternatieve nummers vormen een alternatieve route van de hoofdroute, die in de meeste gevallen amper langer is en eenzelfde functie heeft. Business route zijn vaak speciale nummers die stadscentra verbinden met een hoofdroute. Meestal verlopen hoofdroutes vanzelf al door de stadscentra, maar dit is niet altijd het geval. Een Bypass is een randweg of afsnijding van de hoofdroute. De hoofdroutes lopen vaak door de verschillende centra, maar dit is over het gehele wegnummer gezien niet de snelste route. Een Bypass kan dan voorkomen. Er zijn in de Verenigde Staten honderden van dit soort speciale routes.

State routes

State routes of state highways zijn per staat genummerd, en dezelfde wegnummers komen continu in andere staten ook voor, soms sluiten deze zelfs aan. Wegnummers bestaan er in één, twee en driecijferige combinaties. Echter, in de regel komen state routes met hetzelfde nummer als een US Highway en Interstate Highway niet voor binnen één staat. Ook hier zijn uitzonderingen op. In Texas is nog een extra wegnummerlaag, bestaande uit de Farm to Market Roads. Deze kunnen wel 4 cijfers hebben. Verder komen er in de verschillende staten nog county roads voor. Dit zijn in de regel niet meer dan lokale wegen. County roads zijn bijna nooit wegen met snelwegkarakteristieken. Slechts bij hoge uitzondering zijn county highways of farm roads als freeway uitgevoerd.

Reference Routes

In de staat New York komen reference routes voor. Dit zijn wegnummers voor snelwegen die alleen een naam hebben, zoals de vele Parkways rondom New York City. Deze reference route nummers worden niet via de reguliere bewegwijzering bewegwijzerd, maar zijn vooral administratief, en worden vaak alleen op reference markers weergegeven. In sommige andere staten hebben alle genummerde wegen ook een referentie wegnummer, zoals in Florida. In andere staten zijn er ook referentienummers voor ongenummerde snelwegen, meestal tolwegen met een naam.

Aanduiding nummers

Wegnummers worden in spreektaal en schrijftaal gevarieerd aangeduid in de Verenigde Staten. Bijzonder is dat in Southern California gesproken wordt van 'the 5' en 'the 10', terwijl dat elders in het land minder gebruikelijk is. In schrijftaal wordt een Interstate Highway doorgaans afgekort naar I-5, I-10, I-990, etc. In Texas heeft men echter een afwijkende schrijfwijze, men kort het daar af naar 'IH 10' en 'IH 35'. De nummers van US Highway worden meestal als US 50 of US 281 aangegeven, alhoewel incidenteel een koppelstreepje wordt gebruikt zoals bij de Interstate Highways, dus US-50 en US-281.

Bij state highways is meer variatie. Als afkorting worden afwisselend SR of SH gebruikt, in Minnesota soms ook TH (trunk highway). Daarnaast wordt vaak de afkorting van de staat gebruikt, zoals OK-1 of PA-500 (Oklahoma en Pennsylvania). Daarnaast gebruiken sommige staten weer een variatie daarop, zoals Wisconsin, waar men 'WIS' gebruikt, Wyoming, waar men 'Wyo' gebruikt, en Michigan, waar men 'M-' gebruikt. Daarnaast worden nummers nogal eens aangeduid met de naam van de staat, bijvoorbeeld 'Illinois 10' of 'Louisiana 40'.

Bewegwijzering

Zie bewegwijzering in de Verenigde Staten en MUTCD voor het hoofdartikel.

Bewegwijzering op de Interstate 95 in Maryland.

De Amerikaanse bewegwijzering wijkt nogal af van de Europese bewegwijzering. Naast control cities, werken de Amerikanen vaak met windrichtingen, iets wat een voortvloeisel is van het doorgaans perfect noord-zuid en oost-west gesitueerde gridnetwerk. In grotere steden kan men ook bewegwijzeringen aantreffen die alleen spreekt van "Thru Traffic" of "To Interstate xx". De grootte van control cities kunnen nog wel verschillen, met geeft liever geen steden op hele grote afstanden aan, zoals in het westen en midwesten grotere steden soms vele honderden tot meer dan duizend kilometer uit elkaar kunnen liggen. Daardoor kan men vaak ook kleinere, op het oog onbeduidende plaatsen als control city aangeduid zien. Soms verkiest men een kleinere control city dichtbij boven een grote stad verder weg.

Doordat de Amerikaanse steden vaak veel (soms meer dan honderd) suburbs kennen, is het ondoenlijk deze allemaal individueel aan te geven, hoe groot ze ook zijn. Een bijkomend probleem is dat in sommige stedelijke gebieden (New York, Chicago, Atlanta) de suburbs vrij klein zijn, vaker niet groter dan 30.000 inwoners. Daardoor zijn verwijzingen als "western suburbs" in sommige gebieden ook gebruikelijk. Afstandsborden zijn er in de stedelijke gebieden nauwelijks, daarbuiten wat frequenter, maar laten vaak niet erg grote afstanden zien.

Afslagen met namen van een woonwijk of stadsdeel kent men in de Verenigde Staten nauwelijks. Stedelijke gebieden kennen zeer veel afslagen en het is ondoenlijk om alle afslagen een enigszins unieke naam te geven. Zo zijn er in de agglomeratie Los Angeles meer dan duizend afslagen. Meestal wordt verwezen naar de grote weg welke de autosnelweg kruist, bijvoorbeeld "Grand Avenue" of "Sunset Boulevard". Buiten dat hebben veel autosnelwegen in de Verenigde Staten een naam, vaak genoemd naar een geografisch punt, zoals een rivier of stad, maar ook naar historische personen. Deze namen zijn soms bekender dan het wegnummer, en worden in het dagelijks spraakgebruik ook zo genoemd. Zo zegt men eerder "Hollywood Freeway" of "The one-oh-one", dan de US 101. In New York hebben veel parkways alleen een referentienummer, dat alleen administratief gebruikt wordt, en niet bewegwijzerd staat. Men spreekt dan altijd van de wegnaam.

Op autosnelwegen kan men vaak het bordje "exit only" tegenkomen, dit wordt gebruikt bij afslagen waar geen parallelbaan is. Vaak gaat de invoegstrook van de toerit over in de uitvoegstrook van de volgende afrit, en dan wordt "exit only" gebruikt om de rijstrook te onderscheiden van de doorgaande rijstroken. Verder zet men op portaalborden op autosnelwegen niet altijd alle pijlen bij de rijstroken, maar spreekt men van "left 5 lanes" of "right 2 lanes". Ook zijn er af en toe linker afslagen. De zogenaamde HOV lanes en express lanes hebben ook vaak aparte rijstroken en afslagen, deze worden op een andere manier aangeduid. Op de portaalborden staan bij knooppunten met andere snelwegen vaak ook de windrichtingen aangeduid, zoals "East" of "North", begeleid met het wegnummerschildje, en één of twee control cities.

Afslagen worden aangeduid met het afritnummer: de nummering gebeurt zowel sequentieel als op afstand. Meestal worden afslagen in stedelijk gebied al ver van te voren aangegeven. Borden in de middenberm kondigen vaak de afstand tot de eerstkomende 3 tot 4 afslagen aan. Dit is handig wanneer men in druk verkeer een aantal rijstroken moet opschuiven. Bij het zogenaamde "Gore point" (divergentiepunt) staat ook een bordje met "Exit xx".

Gebruikte namen als "Avenue", "Boulevard", "Street", "Drive", "Freeway", "Parkway" en "Expressway" worden doorgaans afgekort tot Av, Blvd, St, Dr, Fwy, Pkwy en Expwy. Men gebruikt zowel het woord freeway als expressway in de Verenigde Staten. Freeway wordt vaak gebruikt in de westelijke staten en expressway in de oostelijke staten (met een paar uitzonderingen) en in het midwesten verschilt het per staat.

Knooppunten worden doorgaans aangekondigd door een bord met het wegnummerschildje, gevolgd door de windrichting, en daaronder de control city. Knooppunten zijn ook opgenomen in de afritnummering. Op afstandsborden staan vrijwel nooit wegnummers, omdat men geacht wordt te weten op welke weg men zit. Afstandsborden met wegnummers komen in sommige staten echter wel op de state highways voor, zoals in Virginia. Wel zijn er vaak trailblazers te zien, een paal met daarop het wegnummerschildje. In plattelandsgebieden worden vaak geen portalen gebruikt. In het westen leiden sommige afslagen naar geen enkele plaats of gehucht, en heet daarom soms alleen "farm road" of "Ranch road". Men probeert wel zoveel mogelijk alle plattelandsafslagen een unieke naam te geven.

Bij het naderen van kruispunten kan men vaak een stelling zien met daarop diverse wegnummerschildjes begeleid met de windrichting, en de pijl welke richting dat op is, met name in de wat dunner bevolkte gebieden, waar een uitgebreide bewegwijzering niet nodig wordt geacht.

Verkeersregels

In de Verenigde Staten is geen federale wetgeving die over verkeersregels gaat. De staten stellen dit individueel vast. De verkeersregels hebben soms kleine verschillen per staat, maar komen over het algemeen overeen met elkaar. Ook regels als gordelgebruik en het gebruik van telefoons en andere mobiele apparaten worden per staat vastgesteld. Ook hier komen de regels grotendeels overeen, in 49 van de 50 staten is het gebruik van een autogordel verplicht.[18] In een aantal staten is het dragen van een gordel op de achterbank echter niet verplicht. Er zijn campagnes zoals 'click it or ticket'. De verkeersborden zijn gestandaardiseerd via het Manual on Uniform Traffic Control Devices (MUTCD) dat overal in de Verenigde Staten gebruikt wordt, al dan niet met enkele lokale afwijkingen.

Rijbewijs

Ook de leeftijd waarop voor het eerst autogereden mag worden verschilt per staat. Men start meestal met een 'learner's permit', gevolgd door een 'restricted license' en uiteindelijk een 'full license'. De leeftijd waarop met een learner's permit gereden mag worden varieert van 14 tot 16 jaar. Een restricted license kan verkregen worden als men tussen 15 en 16,5 jaar oud is, in één staat (New Jersey) is dat 17 jaar. Een full license kan tussen de 16 en 18 jaar verkregen worden, met uitzondering van Maine, waar men 21 jaar moet zijn. Het rijbewijs wordt uitgegeven door het Department of Motor Vehicles (DMV), elke staat heeft een dergelijk agentschap, dat meestal onder het Department of Transportation valt.

Rijden onder invloed

Rijden onder invloed wordt driving under the influence (DUI) of driving while intoxicated (DWI) genoemd. Het is in alle staten verboden om met een alcoholpercentage van meer dan 0.08% te rijden, alhoewel sommige staten ook boetes uitdelen voor rijden met een alcoholpercentage van 0.05%. Daarnaast gelden vaak lagere limieten voor vrachtwagenchauffeurs of buschauffeurs. De handhaving verschilt per staat, vaak zijn er campagnes zoals 'booze it and lose it'.

Snelheidsovertredingen

In tegenstelling tot Europa zijn er in de Verenigde Staten weinig flitspalen, roodlichtcamera's zijn in sommige staten zelfs illegaal. Dit is vaak omdat het verplicht is om de bestuurder te beboeten in plaats van de kentekenhouder, waardoor staandehouding een vereiste is. Verkeersovertredingen worden in de Verenigde Staten voornamelijk beboet middels staandehouding of een mobiele flitscontrole. Elke staat heeft een 'state highway patrol' die de wegen patrouilleren.

Verkeersveiligheid

Het aantal verkeersdoden in de Verenigde Staten sinds 1900.

In 2022 vielen in de Verenigde Staten 42.795 verkeersdoden.[19][20] In 2014 vielen nog 32.675 verkeersdoden.[21] Dit komt neer op 103 per 1 miljoen inwoners. In 2015 was dit gestegen naar 35.200 doden, of 109 per 1 miljoen inwoners.[22] De verkeersveiligheid is in de Verenigde Staten beduidend slechter dan buurland Canada, dat in 2014 52 verkeersdoden per 1 miljoen inwoners registreerde. Ook presteert de Verenigde Staten beduidend slechter dan Australië, Nieuw-Zeeland en het gemiddelde van de Europese Unie. In 2014 had slechts één EU-land (Letland) meer verkeersdoden per 1 miljoen inwoners dan de Verenigde Staten.

Het aantal verkeersdoden per 100 miljoen voertuigmijl.[23]

staat 2012
Massachusetts 0.62
Minnesota 0.69
Connecticut 0.75
Washington 0.78
New Jersey 0.79
Rhode Island 0.82
Utah 0.82
New Hampshire 0.84
California 0.88
Maryland 0.89
Illinois 0.91
New York 0.91
Virginia 0.99
Ohio 1.00
Colorado 1.01
Oregon 1.01
Wisconsin 1.04
Nevada 1.07
Vermont 1.07
Nebraska 1.10
Georgia 1.11
Idaho 1.13
USA gemiddelde 1.13
Iowa 1.16
Maine 1.16
Missouri 1.21
Alaska 1.23
North Carolina 1.23
Delaware 1.24
Hawaii 1.25
Florida 1.27
Kansas 1.32
Pennsylvania 1.32
Alabama 1.33
Wyoming 1.33
Arizona 1.37
Tennessee 1.42
New Mexico 1.43
Texas 1.43
South Dakota 1.46
Oklahoma 1.48
Mississippi 1.51
Louisiana 1.54
Kentucky 1.58
Arkansas 1.65
North Dakota 1.69
Montana 1.72
South Carolina 1.76
West Virginia 1.76

Geschiedenis

Het aantal verkeersdoden per 100 miljoen voertuigmijl tussen 1900 en 2015.

Op 13 september 1899 kwam Henry H. Bliss om het leven in New York City toen hij werd aangereden door een elektrische taxi op het kruispunt van West 74th Street en Central Park West.[24] Dit was de eerste verkeersdode in de Verenigde Staten en mogelijk het westelijk halfrond.[25]

Het aantal verkeersdoden nam sterk toe in de jaren '60-70, piekend op 54.589 doden in 1972. Het aantal verkeersdoden is tussen 1975 en 2005 relatief weinig gedaald door de sterke bevolkingsgroei en de daarmee gepaard gaande groei van het verkeer. Tussen 2005 en 2010 nam het aantal verkeersdoden sterk af van 43.500 naar 33.000, maar de daling stagneert sindsdien.[26] De populariteit van de smartphone en het gebruik daarvan in het verkeer is in toenemende mate een oorzaak van verkeersongevallen. In 2013 was afleiding de oorzaak in 18% van de ongevallen met letsel.[27]

Statistieken

Statistieken vervoer

Onderstaande tabel toont de modal split, uitgedrukt als percentage van het totaal aantal reizigers.

Land Auto Carpool OV
Verenigde Staten 83,5% 11,0% 5,5%
Nederland 76,7% 7,7% 15,6%


Onderstaande tabel toont de modal split, uitgedrukt in reizigerskilometers.

Land Auto OV
Verenigde Staten[28] 88,6% 11,4%
Nederland[29] 87,4% 12,6%


Onderstaande tabel toont de reistijden voor het woonwerkverkeer in minuten.

Land Auto Carpool OV
Verenigde Staten[30] 23,8 28,0 47,7
Nederland[31] 27,0 34,0 53,0


Onderstaande tabel toont het aantal voertuigkilometers per inwoner per jaar (2010).

Land voertuigkilometers
Verenigde Staten[32] 15.424
Nederland[33] 7.491


Onderstaande tabel toont de modal split van het aantal tonkilometers vrachtvervoer (2007).

Land vrachtwagen rail water
Verenigde Staten[34] 35,7% 49,3% 15,0%
Europese Unie[35] 75,1% 18,4% 6,5%
Nederland[36] 52,3% 5,1% 42,6%

Statistieken wegdek

TRIP heeft onderzoek gedaan naar hoe groot percentage van het stedelijke wegennet in slechte conditie is. Landelijk is 27% van de stedelijke wegen in slechte toestand. Op regionaal niveau zijn echter grote verschillen, de slechtste wegennetten zijn vooral te vinden in het noordoosten en de westkust.[37]

agglomeratie % slecht
San Francisco 73%
Los Angeles 73%
Concord, CA 62%
Detroit 56%
San Jose 53%
Cleveland 52%
San Diego 51%
New York City 51%
Honolulu 51%
San Antonio 49%
Milwaukee 46%
Riverside/San Bernardino 46%
Tulsa 45%
New Haven, CT 45%
Oklahoma City 45%
New Orleans 42%
Seattle 42%
Sacramento 42%

Openbaar vervoer

Het openbaar vervoer in de Verenigde Staten is goed voor ongeveer 2% van alle verplaatsingen en 5% van de woon-werkverplaatsingen. Het openbaar vervoer in de Verenigde Staten wordt gedomineerd door slechts een klein aantal grote steden, met name New York City, Boston, Chicago, Washington en San Francisco. In andere steden is het aandeel openbaar vervoer minimaal. Zoals in Europa heeft het openbaar vervoer met name een hoger aandeel op verplaatsingen van en naar de stadscentra. Maar stadscentra zijn slechts goed voor 7% van alle werkgelegenheid in stedelijke gebieden met meer dan 3 miljoen inwoners.[38] Dit resulteert in een laag aandeel over het geheel gezien. Met de auto kunnen 65% van de banen in grootstedelijke gebieden binnen 30 minuten bereikt worden. In tegenstelling kan met het openbaar vervoer slechts 10% van de banen binnen 60 minuten bereikt worden.[39]

Tabel: Het aandeel banen in de agglomeratie dat binnen 60 minuten per OV bereikt kan worden:

agglomeratie (MSA) aandeel
Atlanta 2,5%
Austin 4,1%
Baltimore 11,2%
Boston 11,7%
Charlotte 5,5%
Chicago 7,2%
Dallas 3,1%
Denver 14,2%
Detroit 3,2%
Houston 4,6%
Kansas City 4,5%
Los Angeles 7,0%
Miami 5,3%
Minneapolis 7,8%
New York 14,6%
Philadelphia 7,3%
Phoenix 6,1%
Portland 14,4%
San Antonio 10,2%
San Diego 9,0%
San Francisco 17,5%
San Jose 21,5%
Seattle 11,1%
St. Louis 5,5%
Tampa 4,6%
Washington 11,7%

Daarnaast gebruikt het U.S. Census Bureau voornamelijk statistieken voor openbaar vervoer als aandeel van het verkeer met het motief woon-werk (commuting to work).[40][41] Woon-werkverkeer is echter maar een deel van het totale transport, waardoor het werkelijke aandeel OV aanzienlijk lager ligt dan wanneer alleen naar woon-werkverkeer wordt gekeken. Bijvoorbeeld in New York bedraagt het aandeel openbaar vervoer op woon-werkverkeer 31,5%, terwijl het aandeel openbaar vervoer op alle reismotieven slechts 11,5% bedraagt.[42]

Tabel: Het aandeel openbaar vervoer voor woon-werk en alle reismotieven[43]

agglomeratie (MSA) aandeel woon-werk aandeel totaal
New York 31,5% 11,5%
San Francisco 17,2% 6,6%
Chicago 12,0% 3,4%
Seattle 9,3% 3,4%
Washington 13,7% 3,2%
Boston 13,6% 2,7%
Philadelphia 9,7% 2,4%
Baltimore 6,5% 2,3%
Portland 6,9% 2,3%

Agglomeraties

Stedelijke gebieden in de Verenigde Staten

AtlantaAustinBaltimoreBirminghamBostonBuffaloCharlotteChicagoCincinnatiClevelandColumbiaColumbusDallas-Fort WorthDaytonDenverDes MoinesDetroitDurham-RaleighEl PasoGreensboroHarrisburgHartfordHoustonIndianapolisJacksonvilleKansas CityLas VegasLittle RockLos AngelesLouisvilleMemphisMiamiMilwaukeeMinneapolis-St. PaulNashvilleNew OrleansNew York CityNorfolkOklahoma CityOmahaOrlandoPhiladelphiaPhoenixPittsburghPortlandProvidenceRichmondRochesterSacramentoSalt Lake CitySan AntonioSan DiegoSan Francisco Bay AreaScrantonSeattleSpringfieldSt. LouisSyracuseTampa BayToledoTulsaWashington D.C.WichitaWinston-Salem

De 10 grootste agglomeraties in vet.

Staten

Verenigde Staten

AlabamaAlaskaArizonaArkansasCaliforniaColoradoConnecticutDelawareFloridaGeorgiaHawaiiIdahoIllinoisIndianaIowaKansasKentuckyLouisianaMaineMarylandMassachusettsMichiganMinnesotaMississippiMissouriMontanaNebraskaNevadaNew HampshireNew JerseyNew MexicoNew YorkNorth CarolinaNorth DakotaOhioOklahomaOregonPennsylvaniaRhode IslandSouth CarolinaSouth DakotaTennesseeTexasUtahVermontVirginiaWashingtonWest VirginiaWisconsinWyoming

Territoria

Territoria van de Verenigde Staten

GuamNorthern Mariana IslandsPuerto RicoAmerikaans SamoaUnited States Virgin Islands


Verder lezen

Lijsten

Overheid

Algemeen

Wegtypen

Referenties

  1. Highway Statistics 2018 (107.203 km) | fhwa.dot.gov
  2. + 223 km in 2019, + 122 km in 2020, +138 km in 2021, + 197 km in 2022 en +90 km in 2023
  3. De eerste meerstrooks ongelijkvloerse weg was de Bronx River Parkway in 1923
  4. State Population Totals and Components of Change: 2020-2021 | census.gov
  5. www.bea.gov
  6. The United States became a total petroleum net exporter in 2020 | eia.gov
  7. US was top LNG exporter in 2023 as hit record levels | reuters.com
  8. Liquefied U.S. Natural Gas Exports | eia.gov
  9. Annual Coal Report | eia.gov
  10. Highway Statistics 2016 | www.fhwa.dot.gov
  11. Public Road Length | fhwa.dot.gov
  12. Annual Highway Report | reason.org
  13. Archived: Deficient Bridges by Highway System 1992 | fhwa.dot.gov
  14. Bridge Condition by Owner 2020 | fhwa.dot.gov
  15. TomTom Traffic Index | tomtom.com
  16. The Rise and Fall of the Family-Vacation Road Trip | theatlantic.com
  17. Van life on the rise: Exploring the freedom and challenges of mobile living in America | nbcmontana.com
  18. Seat Belts | ghsa.org
  19. Surge in road deaths eases but remains well above pre-pandemic levels | washingtonpost.com
  20. NHTSA Estimates for 2022 Show Roadway Fatalities Remain Flat After Two Years of Dramatic Increases | nhtsa.gov
  21. Traffic fatalities fall in 2014, but early estimates show 2015 trending higher | nhtsa.gov
  22. NHTSA data shows traffic deaths up 7.7 percent in 2015 | nhtsa.gov.
  23. Fatalities Rate per 100 Million Vehicle Miles Traveled | nhtsa.dot.gov
  24. Fatally hurt by automobile (14-09-1899) | nytimes.com
  25. Sept. 13, 1899: New Yorker Becomes First U.S. Pedestrian Killed by Car | wired.com
  26. Fatality Analysis Reporting System (FARS) | nhtsa.gov
  27. Distracted Driving | cdc.gov
  28. passenger miles | bts.gov
  29. Totale vervoersprestatie van de Nederlandse bevolking | cbs.nl
  30. commuting | census.gov
  31. Woon-werkverkeer naar vervoerwijzen | cbs.nl
  32. Traffic Volume Trends | fhwa.dot.gov
  33. Voertuigkilometers in Nederland | cbs.nl
  34. ton miles of freight | bts.gov
  35. Freight transport statistics | europa.eu
  36. Nationaal en internationaal goederenvervoer op Nederlands grondgebied | cbs.nl
  37. Urban Roads Report July 2015 | tripnet.org
  38. Urban Spatial Structure and Economic Growth in US Metropolitan Areas - University of Southern California | usc.edu
  39. Access Across America: Transit 2014 - University of Minnesota | umn.edu
  40. Percent Commuting by Public Transportation in Metro Areas: 2010–2014 | bts.gov
  41. Commuting (Journey to Work) | census.gov
  42. American Fact Finder (ACS) | census.gov
  43. Transit’s Declining Importance | ti.org
Wegen van Noord-Amerika

Antigua en BarbudaBahamasBarbadosBelizeCanadaCosta RicaCubaDominicaDominicaanse RepubliekEl SalvadorGrenadaGuatemalaHaïtiHondurasJamaicaMexicoNicaraguaPanamaSaint Kitts en NevisSaint LuciaSaint Vincent en de GrenadinesTrinidad en TobagoVerenigde Staten