Verkeer

Uit Wegenwiki
(Doorverwezen vanaf Verkeersvraag)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Verkeer is de interactie die ontstaat als gevolg van de ruimtelijke spreiding van activiteiten.

Inleiding

Verkeer ontstaat door de locaties van ruimtelijk gebonden activiteiten, de behoefte en keuzemogelijkheden die mensen of bedrijven hebben en de weerstand die zij hierbij ondervinden. Verkeer is dus geen op zichzelf staand economisch goed of een eerstelijnsfunctie van de aanwezige hoeveelheid infrastructuur. Daarentegen is het wel één van de vele factoren die de hoeveelheid verkeer en vervoer beinvloedt.

Verkeer uit zich in verplaatsingen. Een verplaatsing kan worden omschreven als de gang van een mens of goed van de ene plaats naar de andere. Het verplaatsen van mensen en/of goederen over een bepaalde afstand noemen we vervoer. Verkeer wordt op een wegvak gemeten in aantallen verplaatsingen; intensiteiten.

De term verkeer wordt naast deze betekenis ook gebruikt als verzamelnaam voor de voertuigen en voetgangers die van een weg gebruikmaken.

Locaties van ruimtelijk gebonden activiteiten

Verkeer en vervoer ontstaat door een spanning tussen de geografische punten waar functies aanwezig zijn. Denk daarbij bij personen aan wonen, werken, winkelen, onderwijs, recreëren, dienstverlening. Het gaat daarbij niet alleen om waar die functies aanwezig zijn, maar ook om de relaties tussen die ruimtelijk gebonden activiteiten en/of functies. Verkeer is dus een gevolgvraag. Als alle functies zich op één locatie bevinden waarnaast een persoon zich bevindt die daar gebruik van maakt, zal dit minder verkeer opleveren dan wanneer al die functies zich op één locatie bevinden die op enige afstand ligt van waar die persoon zich bevindt. Evenzo ontstaat er meer verkeer als die functies ook nog verspreid liggen van elkaar ten opzichte van de locatie waar die persoon zich bevindt.

Over de tijd heen veranderen deze functies en vraagcurves als gevolg van het gevoerde ruimtelijk beleid, de economische ontwikkelingen en de infrastructuurontwikkelingen. Deze factoren bepalen de groei c.q. afname van de verplaatsingsvraag, en daarmee de verkeersomvang.

Behoeften en keuzemogelijkheden van mensen of bedrijven

In tweede instantie is de hoeveelheid verkeer en vervoer afhankelijk van de behoeften en de keuzemogelijkheden die mensen of bedrijven hebben.

De behoefte om te verplaatsen (ook wel het 'willen') bestaat uit drie 'nut'componenten:

  • het nut van blijven op de plaats van herkomst
  • het nut van de activiteit op locatie
  • het 'offer' (disnut) van de verplaatsing

Wanneer de resultante van deze drie componenten positief uitvalt is het gevolg dat er een verplaatsing optreedt. De behoefte is per persoon en per bedrijf verschillend en is het gevolg van levensstijl, en de waarden en normen die men heeft. Bijvoorbeeld kinderen zullen eerder de behoefte hebben om zich te begeven naar speellocaties, jongeren meer naar festivals en disco's en ouderen meer naar musea en dergelijke.

Het offer (het disnut) om te verplaatsen is afhankelijk van de keuzemogelijkheden (ook wel het 'kunnen') die men heeft in:

  • tijd
  • geld
  • vaardigheden
  • capaciteit

In de basis is het zo dat iedereen 24 uur per dag tijd heeft. Een deel hiervan gebruiken we om te slapen. De tijd die dan nog beschikbaar is om activiteiten op locatie uit te voeren en ons te verplaatsen voor die activiteit is sterk afhankelijk van de soort activiteit en de persoonlijke situatie, de levensstijl. De mogelijkheden in geld bepaalt het soort vervoer dat men zich kan veroorloven en de afstand die men kan afleggen. Na de Tweede Wereldoorlog is de welvaart in West-Europa gigantisch toegenomen, waardoor men over veel meer geld kon beschikken dan voor die tijd. Dit heeft de auto een betaalbaar vervoermiddel gemaakt voor bijna iedereen. De vaardigheden en capaciteiten die men heeft wisselen van persoon tot persoon. Een kind kan bijvoorbeeld wel de behoefte hebben om zich met de auto te willen verplaatsen, deze heeft over het algemeen geen beschikking hierover en mist in veel gevallen nog de capaciteiten en vaardigheden hiervoor. Evenzo kan het zijn dat een gehandicapte wel tijd en geld beschikbaar heeft om zich per fiets te verplaatsen, zijn of haar vaardigheden en capaciteiten zullen dit over het algemeen niet mogelijk maken. Kleurenblinden en doven of slechthorenden daarentegen worden weer beperkt in hun capaciteit om deel te nemen aan het verkeer.

De weerstand van verplaatsingen

De derde en laatste factor die van invloed is op de hoeveelheid verkeer is de weerstand van verplaatsingen. Onder weerstand kunnen factoren gerekend worden die bestaan uit reistijd, reiskosten en 'moeite'. Moeite kan weer onderverdeeld worden in comfort, veiligheid en betrouwbaarheid.

Ver voor het industriële tijdperk was het een ware opgave om je te verplaatsen. De vele overzetveren, tollen, slechte wegen en de gevaarlijke vervoermiddelen over de weg maakte van het reizen een complexe en tijdrovende zaak, los van het feit dat velen zich geen vervoermiddel konden veroorloven in die tijd. Velen inwoners van de stad zouden in hun hele leven niet verder komen dan hun eigen stad. Het verkeer is in het begin van de 21e eeuw heel anders. We kunnen zeggen dat de reistijd gigantisch is afgenomen, evenals de reiskosten en de 'moeite'. Een toenemend aantal mensen is eraan gewend geraakt om naar de andere kant van de wereld te reizen. De periode vanaf de Tweede Wereldoorlog tot nu, heeft laten zien dat de aanleg van autosnelwegen ons in staat heeft gesteld veel verder van onze woning te kunnen gaan werken. Woonden velen eerst nog vlakbij het werk, nu woont men vaak op veel grotere afstand van het werk. Over de jaren heen is de tijd die men aan reizen besteedt wel vrijwel gelijk gebleven. Per dag besteedt men wereldwijd gemiddeld circa 1,1 uur aan reizen ongeacht de economische, sociale of geografische situatie. In Nederland is dit fenomeen onderzocht, door Geurt Hupkes, die dit de BReVer-wet noemde, de Wet van Behoud van Reistijd en Verplaatsing.

Effecten van verkeer en vervoer

De ontwikkeling in de hoeveelheid verkeer en vervoer heeft effect op de bereikbaarheid, het milieu en verkeersonveiligheid.

Bereikbaarheid

Bereikbaarheid is de mate waarin mensen activiteiten op verschillende plekken kunnen uitoefenen of de mate waarin goederen activiteiten tussen diverse locaties vervoerd kunnen worden.

Verkeer en milieu

De mate en het soort verkeer is van invloed op het milieu. Verkeer en milieu leven op gespannen voet met elkaar. Milieuproblematiek is een belangrijk thema in hedendaags verkeer- en vervoerbeleid en kent vele facetten. Enkele onderwerpen die hierin veel aan bod komen zijn:

Verkeersonveiligheid

Verkeersonveiligheid, of verkeersveiligheid is een gevolg van het gebruik van verkeer en vervoer.

Modal split

Verkeer vindt plaats in meerdere modaliteiten (vervoerswijzen):

De prestatie van de modaliteiten wordt bij het personenverkeer gemeten in personenverplaatsingskilometer; deze worden binnen het openbaar vervoer reizigerskilometer genoemd.

Bij het goederenverkeer wordt de prestatie gemeten in tonkilometer.

In het wegverkeer wordt bovendien vaak de voertuigkilometer als rekeneenheid gebruikt, omdat niet van elk voertuig de bezettingsgraad bekend is.

De verdeling van het verkeer over de vervoerswijzen wordt de modal split genoemd.

Verkeersdeelnemers wegverkeer

Binnen het wegverkeer kunnen verschillende soorten weggebruikers worden onderscheiden:

Files

Wanneer de vraag naar wegverkeer het aanbod aan weginfrastructuur overstijgt, dan is het gevolg filevorming, ook wel congestie genoemd. De intensiteit/capaciteit-verhouding (I/C-waarde) nadert dan de waarde 1. De hoeveelheid asfalt bepaalt de duur en lengte van de filevorming, en daarmee in hoge mate de emissie van luchtverontreinigende stoffen.

Verkeerskunde

Het vakgebied dat zich bezighoudt met verkeer en vervoer wordt verkeerskunde genoemd. Een persoon die werkzaam is binnen de verkeerskunde wordt verkeerskundige genoemd. Op diverse locaties in Nederland en België zijn daarvoor opleidingen te volgen.

Bronnen, noten en referenties

  • B. van Wee en M. Dijst, Verkeer en vervoer in hoofdlijnen. Uitgeverij Coutinho, Bussum: 2002.
  • A. Barendregt, Presentaties Verkeerskunde Basics. Breda: 2005.